Aanwijzingsbesluit toezichthouders regionaal interventie team (RIT) Groninger gemeenten

Artikel 1

De coördinator en medewerkers van het RIT zoals functioneel opgesomd in bijlage 1, aan te wijzen als toezichthouder van de gemeente Groningen als bedoeld in titel 5.2 artikel 5:11 tot en met 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanwijzing geschiedt nadrukkelijk op functie en niet op persoon waarbij de personalia van de aangewezen personen vertrouwelijk aan het college bekend worden gemaakt. De toezichthouders zijn belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift op de navolgende wet- en regelgeving:

• •

  Afvalstoffenverordening

• •

  Alcoholwet

• •

  Algemene plaatselijke verordening Groningen 2021

• •

  Huisvestingswet 2014

• •

  Leegstandwet

• •

  Omgevingswet

• •

  Participatiewet

• •

  Wet basisregistratie personen

• •

  Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

• •

  Wet op de kansspelen

• •

  Wet veiligheidsregio’s

• •

  Woningwet

Inclusief alle op bovengenoemde wetten en verordeningen gebaseerde regelgeving. Evenals de voor voornoemde wet- en regelgeving in de plaats tredende wet- en regelgeving, voor zover de aard en strekking niet wezenlijk verandert. Mits en zolang wordt voldaan aan de overige bepalingen uit dit aanwijzingsbesluit.

Artikel 2

De aangewezen personen onder 1 zijn tevens aangewezen voor de uitvoering van een herstelsanctie, opgelegd in verband met de overtreding of de klaarblijkelijke dreiging van een overtreding van een wettelijke bepaling waarvoor zij onder 1 als toezichthouder zijn aangewezen, alsmede voor de uitvoering van een herstelsanctie die is opgelegd op grond van de Opiumwet of de Gemeentewet.

Artikel 3

De toezichthouders, gelet op artikel 18.7 Omgevingswet, de bevoegdheid wordt toegekend met medeneming van de benodigde apparatuur een woning te betreden zonder toestemming van de bewoner. Een en ander met inachtneming van de uitvoeringsvereisten uit de Algemene wet op het binnentreden (Awbi).

Artikel 4

Medewerkers die op grond van dit besluit zijn aangewezen als toezichthouder verrichten dit toezicht onder de (bestuurlijke) verantwoordelijkheid van de burgemeester van Groningen dan wel het college van burgemeester en wethouders van Groningen. Eventuele nadere aanwijzingen van het bevoegde bestuursorgaan dienen stipt te worden opgevolgd.

Artikel 5

Bij de uitoefening van zijn/haar taak toont een toezichthouder desgevraagd aanstonds het legitimatiebewijs dat is uitgegeven door het bestuursorgaan van de deelnemende gemeente waarbij hij/zij in dienst is alsmede een kopie van dit besluit. Voor de uitoefening wordt een speciaal RIT legitimatiebewijs vastgesteld.

Artikel 6

Als een toezichthouder geen onderdeel meer uitmaakt van het RIT en geen werkzaamheden meer verricht voor de gemeente Groningen, eindigt de aanwijzing voor deze toezichthouder van rechtswege met ingang van de datum van beëindiging van deze functie.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.