Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736288
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736288/1
Subsidieregeling sociaal domein
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-09-2025
Intitulé
Subsidieregeling sociaal domeinHet college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal;
b e s l u i t:
vast te stellen de Subsidieregeling sociaal domein.
Artikel 1 Doel regeling
Deze subsidieregeling helpt om de gewenste impact in het sociaal domein te bereiken door activiteiten te ondersteunen die gedragsverandering bij inwoners bevorderen. De regeling heeft hiervoor een afwegingskader en een financieel kader. De te subsidiëren activiteiten dienen een bijdrage te leveren aan tenminste één van de vier effecten: gezondheid, veiligheid, zelfredzaamheid en verbondenheid. Het uitgangspunt is dat de initiatieven een alternatief zijn voor maatwerk, gericht op bepaalde doelgroepen.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
- a.
Aanvraagtijdvak: een specifieke periode waarin een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend. Buiten deze periode is het niet mogelijk om een aanvraag in te dienen;
- b.
Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Oldenzaal 2025;
- c.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- d.
Beoogde impact sociaal domein: een krachtige samenleving met Oldenzalers die zichzelf kunnen redden, gezond zijn en zich veilig en verbonden voelen. Iedereen kan meedoen en er is ondersteuning als dat nodig is;
- e.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal;
- f.
Gezondheid: gezondheid betreft het algehele welzijn van inwoners, beïnvloed door lichamelijke, psychische en sociale factoren. Met het effect gezondheid willen wij bereiken dat inwoners werken aan hun fysieke gezondheid en mentale gezondheid;
- g.
Liquiditeit: geeft aan in welke mate de aanvrager in staat is om kortdurende schulden te voldoen;
- h.
Oldenzaals impactmodel: de impact die centraal staat in het sociaal domein van Oldenzaal, namelijk een krachtige samenleving waarin inwoners zelfredzaam zijn, gezond leven en zich veilig en verbonden voelen, wordt nagestreefd door gewenst gedrag van inwoners te stimuleren;
- i.
Preventie: preventie is het geheel van doelbewuste initiatieven die anticiperen op risicofactoren, oftewel handelen voordat een probleem ontstaat, en reageren wanneer de eerste signalen van problematiek zich ontwikkelen. We maken hierbij onderscheid tussen drie preventieniveaus: mensen zonder bekende risico factoren, mensen met risicofactoren en mensen met een probleem;
- j.
Solvabiliteit: dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen;
- k.
Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies;
- l.
Veiligheid: veiligheid is het gevoel van bescherming en zekerheid in je leefomgeving, zowel thuis als in de buurt, op school en op het werk. Met het effect veiligheid willen wij bereiken dat inwoners elkaars verschillen en diversiteit respecteren en bij dragen aan een sociaal veilige omgeving;
- m.
Verbondenheid: verbondenheid is het gevoel van verbonden zijn met anderen. Met het effect verbondenheid willen wij bereiken dat inwoners zich verbonden voelen met elkaar en wat er in Oldenzaal gebeurt;
- n.
Voorliggend: een voorliggend initiatief is een initiatief dat risicofactoren aanpakt, voordat problemen ontstaan en reageert op de eerste signalen van problematiek. Een dergelijk initiatief kan geïndiceerde ondersteuning in het kader van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet mogelijk voorkomen;
- o.
Zelfredzaamheid: zelfredzaamheid is het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg. Met het effect zelfredzaamheid willen wij bereiken dat inwoners in staat zijn om uit hun ongewenst sociaal isolement te komen en hun sociale en fysieke competenties en middelen inzetten om zichzelf te redden.
Artikel 3 Voorwaarden subsidieaanvraag
- a.
De activiteit komt ten goede aan de inwoners van de gemeente Oldenzaal.
- b.
De aanvragende partij is een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.
- c.
Subsidiabele kosten zijn de kosten die direct betrekking hebben op de activiteit. Kosten voor verstrekking van consumpties, catering, reis- en verblijfskosten, cadeaus, presentjes en prijzen zijn niet subsidiabel.
- d.
De activiteit mag niet uitsluitend of in overwegende mate afhankelijk zijn van het verkrijgen van een gemeentelijke subsidie.
- e.
De subsidieaanvraag voor activiteiten kan jaarlijks worden ingediend in de volgende twee aan-vraagtijdvakken:
- i.
Van 1 september tot en met 30 september voor activiteiten die starten op 1 januari van het daaropvolgende jaar;
- ii.
Van 1 maart tot en met 31 maart voor activiteiten die starten op of na 1 juli van hetzelfde jaar.
- i.
- f.
Activiteiten komen alleen in aanmerking voor subsidie als ze tijdelijk zijn, met een maximale duur van twee jaar. Na afloop van deze periode wordt geen verdere subsidie verstrekt. Bij voortzetting van de activiteit moet structurele financiering gewaarborgd worden via andere bronnen, dit kunnen ook andere gemeentelijke bronnen zijn. Bij de aanvraag voor het eerste jaar moet duidelijk worden hoe structurele financiering na afloop wordt geborgd.
- g.
De aanvraag voor subsidie omvat:
- i.
Een volledig ingevuld online aanvraagformulier met informatie over op welke wijze wordt voldaan aan de beoordelingscriteria uit het beoordelingskader (artikel 5);
- ii.
Een activiteitenplan waaruit blijkt dat de activiteiten bijdragen aan de doelstellingen;
- iii.
Een uitgewerkte begroting, waarin de kosten en opbrengsten per activiteit/activiteitengroep waar de subsidie voor wordt aangevraagd op een transparante wijze wordt weergegeven en voldoende wordt onderbouwd, met in achtneming van wat gesteld is in artikel 3 lid c;
- iv.
Uw meest recente jaarrekening, tenzij die al in het bezit is van het college.;
- v.
Indien van toepassing geeft u een toelichting op afwijkingen tussen de begroting en de meest recente realisatiecijfers.
- i.
Artikel 4 Afwijzingsgronden
De subsidie wordt in ieder geval afgewezen in de volgende situaties:
- a.
het door het college vastgestelde subsidieplafond bereikt is;
- b.
de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;
- c.
indien de liquiditeitsratio (quick ratio) van de organisatie lager dan 1 is, dat wil zeggen, als de organisatie niet in staat is om zijn kortlopende verplichtingen te dekken met zijn beschikbare liquide middelen, kan een aanvullend financieel onderzoek uitgevoerd worden. Hierbij wordt de solvabiliteit, het exploitatieresultaat en de ontwikkeling van deze ratio’s in de tijd beoordeeld. Subsidie wordt geweigerd als uit dit onderzoek blijkt dat de financiële situatie van de organisatie structureel onvoldoende gezond is;
- d.
de aanvraag in strijd is met andere gemeentelijke doelen;
- e.
nieuwe initiatieven niet aanvullend zijn op het bestaande aanbod binnen de gemeente Oldenzaal. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het bestaande aanbod al in soortgelijke producten, diensten en activiteiten voorziet;
- f.
wanneer meerdere aanvragen voor vergelijkbare activiteiten worden ingediend, worden deze gewogen op basis van de behaalde scores uit het beoordelingskader (artikel 5). Alleen aanvragen die voldoen aan de beoordelingscriteria worden in behandeling genomen. De aanvragen met de hoogste scores worden gehonoreerd totdat aan de vraag is voldaan. Overige aanvragen, inclusief aanvragen die niet voldoen aan de beoordelingscriteria, worden afgewezen.
Daarnaast kan een subsidie door het College worden geweigerd indien:
- a.
de aanvraag in totaal minder dan 41 punten scoort;
- b.
de aanvraag op item 1, 4 keer ‘voldoet niet’ scoort;
- c.
de aanvraag op item 2 en 3, 5 keer ‘voldoet niet’ scoort;
- d.
de aanvraag op item 4 tot en met 7 minder dan 15 punten scoort.
Artikel 5: beoordelingskader
- a.
Aanvragen die voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 3 en geen weigeringsgronden kennen zoals genoemd in artikel 4, worden inhoudelijk beoordeeld volgens het beoordelings-kader.
- b.
De subsidieaanvraag wordt op basis van de in het schema benoemde criteria beoordeeld. Per criteria wordt een van de volgende waarden toegekend: ‘voldoet niet’, ‘voldoet deels’ of ‘voldoet’.
Beoordelingskader |
Voldoet niet |
Voldoet deels |
Voldoet |
Motivatie |
|
Bij elk item wordt per deelvraag een score gegeven. |
|||||
1. |
Realiseren van impact (totaal 20 punten) |
||||
1.1 |
De aanvraag beschrijft hoe het gewenste gedrag van inwoners wordt gestimuleerd en hoe dit bijdraagt aan de beoogde impact in het sociaal domein in Oldenzaal. De bijdrage aan de maatschappelijke effecten wordt onderbouwd met het Oldenzaals impactmodel: |
||||
a |
Gezondheid |
0 |
2 |
4 |
|
b |
Verbondenheid |
0 |
2 |
4 |
|
c |
Veiligheid |
0 |
2 |
4 |
|
d |
Zelfredzaamheid |
0 |
2 |
4 |
|
1.2 |
De effecten (a tot en met d) volgen logisch uit de activiteiten en zijn merkbaar en relevant voor het te bereiken doel |
0 |
2 |
4 |
|
2. |
Doelgroep en Bereik (totaal 20 punten) |
||||
2.1 |
De aanvraag beschrijft voor welke specifieke doelgroep de activiteit is bedoeld en welke concrete acties worden ondernomen om de genoemde doelgroep te bereiken. |
0 |
2 |
4 |
|
2.2 |
De aanvraag toont aan dat de activiteit vraaggericht is. De activiteit is afgestemd op de specifieke behoefte van de doelgroep. |
0 |
4 |
8 |
|
2.3 |
De aanvraag draagt aantoonbaar bij aan het vergroten van eigen verantwoordelijkheid bij inwoners. |
0 |
4 |
8 |
|
3. |
Versterken van voorliggende voorzieningen en preventie (totaal 16 punten) |
||||
3.1 |
De activiteit draagt bij aan het voorkomen van problemen bij mensen zonder bekende risicofactoren, vermindert of beheerst bekende risicofactoren, of biedt effectieve oplossingen en ondersteuning voor mensen met bestaande problemen. |
0 |
4 |
8 |
|
3.2 |
De aanvraag toont aan hoe de activiteit duurzame impact maakt en het principe ‘we komen om weer te gaan’ bevordert, gericht op blijvende veranderingen voor de doelgroep. |
0 |
4 |
8 |
|
4. |
Stimuleren innovatie en ondernemerschap (totaal 10 punten) |
||||
4.1 |
De aanvraag toont de mate van innovatie en ondernemerschap aan. |
0 |
2 |
4 |
|
4.2 |
Er is afstemming en samenwerking met andere (keten)partners. |
0 |
2 |
4 |
|
4.3 |
Inwoners zijn betrokken bij het ontwikkelen, bijstellen en uitvoeren van de activiteit. |
0 |
1 |
2 |
|
5. |
Financiële en organisatorische haalbaarheid (totaal 8 punten) |
||||
5.1 |
De mate van cofinanciering, in de vorm van financiële bijdrage of gekapitaliseerde ureninzet, is duidelijk en draagt bij aan de uitvoering van de activiteit. |
0 |
2 |
4 |
|
5.2 |
Het gevraagde subsidiebedrag is redelijk in verhouding tot de uit te voeren activiteit, te leveren prestatie en het beoogde doel. |
0 |
2 |
4 |
|
6. |
Monitoring en kwaliteitsverbetering (totaal 4 punten) |
||||
6.1 |
De aanvraag toont aan dat de monitoring uitvoerbaar en geschikt is om de effecten van de activiteit goed te meten. |
0 |
1 |
2 |
|
6.2 |
De kwaliteit van de aanvraag moet aannemelijk en onderbouwd zijn. |
0 |
1 |
2 |
|
7. |
Inclusiviteit en toegankelijkheid (totaal 4 punten) |
||||
7.1 |
De locatie en voorzieningen zijn goed toegankelijk, ook voor mensen met beperkingen. |
0 |
1 |
2 |
|
7.2 |
De activiteit bevordert inclusiviteit en is relevant voor diverse doelgroepen in Oldenzaal. |
0 |
1 |
2 |
|
Totaal aantal punten |
Artikel 6 Subsidieplafond
- a.
De subsidie wordt in twee tijdvakken beschikbaar gesteld (zoals vermeld in artikel 3.e.):
- i.
Van 1 tot en met 30 september voor activiteiten die starten op 1 januari van het daaropvolgende jaar;
- ii.
Van 1 tot en met 31 maart voor activiteiten die starten op 1 juli van hetzelfde jaar.
- i.
- b.
Voor aanvang van de tijdvakken stelt het college het subsidieplafond vast en maakt dit bekend.
- c.
Het subsidieplafond wordt evenredig over de twee tijdvakken verdeeld. Indien in een tijdvak een deel van het beschikbare bedrag niet wordt toegekend, kan het college besluiten dit bedrag door te schuiven naar het volgende tijdvak.
Artikel 7 Wijze van toekenning, vaststelling en uitbetaling
- a.
Na sluiting van het betreffende aanvraagtijdvak worden aanvragen die voldoen aan de voorwaarde genoemd in artikel 3 en geen weigeringsgronden kennen zoals genoemd in artikel 4, inhoudelijk beoordeeld volgens het beoordelingskader. Alleen aanvragen die voldoen aan de beoordelingscriteria zoals vermeld in artikel 4f, sub a tot en met d, worden in behandeling genomen. Vervolgens worden deze aanvragen gerangschikt op basis van hun score. De aanvragen met de hoogste score worden bovenaan de ranglijst geplaatst, terwijl de aanvragen met de laagste scores onderaan worden geplaatst.
- b.
Indien het subsidieplafond wordt bereikt, vindt verstrekking van subsidie plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking. De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie en vervolgens de opeenvolgende gerangschikte aanvragen, tot het subsidieplafond wordt bereikt. Aanvragen die niet voldoen aan de beoordelingscriteria uit artikel 4f, sub a tot en met d, komen niet in aanmerking voor subsidie, ongeacht het beschikbare budget.
- c.
Indien toepassing van lid b ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangschikking van deze aanvragen bepaald op basis van de mate waarin de aanvraag aansluit bij de inhoudelijke accenten die het college voor dat jaar heeft vastgesteld in de programmabegroting. Deze accenten kunnen jaarlijks variëren.
- d.
Indien toepassing van lid c ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de aanvraag die als eerste is binnengekomen hoger eindigt in de rangschikking.
- e.
Het College beslist binnen 13 weken na sluiting van het betreffende aanvraagtijdvak of de subsidie aan u wordt toegekend. Dit besluit wordt aan u kenbaar gemaakt.
- f.
In de beschikking, het antwoord van de gemeente op de subsidieaanvraag, staat de maximale subsidie vermeld. Het college behoudt zich het recht voor om een lager bedrag toe te kennen dan het aangevraagde subsidiebedrag. De hoogte van het toe te kennen subsidiebedrag wordt bepaald op basis van:
- i.
De mate waarin de activiteit voldoet aan de beoordelingscriteria zoals beschreven in artikel 5;
- ii.
De redelijkheid van de begroting in verhouding tot de beoogde doelen en resultaten;
- iii.
De beschikbare financiële middelen binnen het subsidieplafond.
- i.
- g.
De voorwaarden waaraan deze vaststellingsaanvraag moet voldoen zijn vermeld in de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2025.
Artikel 8 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van de bepalingen in deze regeling, mits dit noodzakelijk is om onevenredige nadelen voor een aanvrager te voorkomen of om doelstellingen van deze regeling te waarborgen.
Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 september 2025.
Artikel 10 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Sociaal domein Oldenzaal.
Ondertekening
Vastgesteld op 25 februari 2025.
Het college van burgemeester en wethouders
de secretaris
de burgemeester
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl