Beleidsregels minimabeleid Heemstede 2025

Geldend van 07-03-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Beleidsregels minimabeleid Heemstede 2025

Het college van de gemeente Heemstede;

gelezen het voorstel van het college van 25 februari 2025;

gelet op artikel 35 van de Participatiewet;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Beleidsregels minimabeleid Heemstede 2025

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    belanghebbende: de persoon van 18 jaar of ouder die een aanvraag minimabeleid indient;

  • -

    bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5, aanhef en onder c, van de wet;

  • -

    gezin: een gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder c, van de wet;

  • -

    kind: een ten laste komend kind dat woont bij een ouder/verzorger met een laag inkomen;

  • -

    ouder(s)/verzorger(s): belanghebbende(n) die aanspraak kunnen maken op kinderbijslag voor een eigen, aangehuwd of pleegkind jonger dan 18 jaar;

  • -

    schooljaar: een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar;

  • -

    toetsingsinkomen: het maandinkomen op het moment van het ontstaan van de kosten, exclusief vakantietoeslag;

  • -

    voorziening: een vorm van financiële ondersteuning of ondersteuning in natura;

  • -

    wet: Participatiewet.

Artikel 2 Algemene voorwaarden

  • 1. De belanghebbende woont tijdens het ontstaan van de kosten in de gemeente Heemstede.

  • 2. Bij een verhuizing tussen Bloemendaal en Heemstede kunnen belanghebbenden in de nieuwe gemeente in hetzelfde school- of kalenderjaar niet nog een keer dezelfde regelingen krijgen. Als het budget van een al toegekende aanvraag nog niet op is, kan dit restant wel gebruikt worden in de andere gemeente. Of het om een school- of kalenderjaar gaat, hangt af van de regeling.

  • 3. Kosten die gemaakt zijn in de periode voordat belanghebbende tot de doelgroep behoorde, maar wel in hetzelfde (school)jaar vallen, kunnen niet worden gedeclareerd.

  • 4. Als het inkomen van een belanghebbende die regelingen toegekend heeft gekregen tijdens het betreffende school- of kalenderjaar boven de van toepassing zijnde inkomensnorm uitkomt, dan blijven de toegekende regelingen dat school- of kalenderjaar geldig (het jaar uit). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als iemand een baan heeft gevonden of de uitkering wordt beëindigd. Of het om een schooljaar of kalenderjaar gaat hangt af van de regeling (zie artikel 5).

  • 5. Studenten die recht hebben op een beurs in de zin van de Wet studiefinanciering 2000 zijn uitgesloten van de regelingen. Voor de kinderen van deze studenten kunnen wel regelingen worden aangevraagd.

Artikel 3 Voorwaarden inkomen

  • 1. De belanghebbende heeft een toetsingsinkomen tot maximaal 130 procent van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 2. Voor de bepaling van het toetsingsinkomen wordt aangesloten bij de artikelen 32 en 33 van de wet.

  • 3. Belanghebbenden kunnen gebruik maken van het minimabeleid, als ze deelnemen aan een schuldhulpverleningstraject en het netto-inkomen na aftrek van de aflossingsverplichting lager dan de inkomensgrens, als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. In afwijking van het eerste lid kunnen aanvragers met een inkomen net boven de inkomensgrens toch voor een deel gebruik maken van het minimabeleid. Het bedrag van het inkomen boven de inkomensgrens, wordt in mindering gebracht op de mogelijke vergoedingen. Daarbij wordt de werkwijze van de bijzondere bijstand gevolgd.

Artikel 4 Voorwaarden vermogen

  • 1. Voor het minimabeleid gelden vermogensgrenzen.

  • 2. Voor de bepaling van het vermogen en de vermogensgrenzen wordt aangesloten bij artikel 34 van de wet.

  • 3. Bij het vaststellen van het vermogen wordt geen rekening gehouden met eigen woning bezit, voor zover belanghebbende zelf in de woning woont.

Artikel 5 Aanvraagprocedure en betaling

  • 1. De belanghebbende heeft recht op de volledige (school)jaarbedragen, ook als de aanvraag en toekenning pas later in een jaar plaatsvinden.

  • 2. De vergoedingen worden op declaratiebasis betaald.

  • 3. Als de belanghebbende de kosten niet vooruit kan betalen, wordt een voorschot gegeven.

Hoofdstuk 2 Regelingen voor kinderen

Artikel 6 Schoolkostenregeling

  • 1. Ouder(s)/verzorger(s) met schoolgaande kinderen in het basis-, voortgezet of beroepsonderwijs in de leeftijd van 4 tot 18 jaar kunnen een vergoeding van schoolkosten krijgen.

  • 2. Ouder(s)/verzorger(s, als bedoeld in het eerste lid, die in het betreffende kalenderjaar een uitkering hebben ontvangen of een verstrekking hebben gekregen op grond van bijzondere bijstand of minimabeleid, ontvangen de vergoeding ambtshalve.

  • 3. Ouder(s)/verzorger(s) die niet behoren tot de doelgroep, als bedoeld in het tweede lid, kunnen een aanvraag indienen tot uiterlijk drie maanden na afloop van het schooljaar.

  • 4. Voor kinderen in het basisonderwijs is de vergoeding € 150 per kind per schooljaar.

  • 5. Voor kinderen in het voortgezet of beroepsonderwijs is de vergoeding € 300 per kind per schooljaar.

  • 6. De toegekende regeling blijft geldig in het schooljaar dat een kind 18 jaar wordt (‘het jaar uit’).

Artikel 7 Regeling huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining

  • 1. Ouder(s)/verzorger(s) met schoolgaande kinderen in het voortgezet of beroepsonderwijs tot 18 jaar kunnen een vergoeding voor de kosten van huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining krijgen.

  • 2. De vergoeding is maximaal € 1.200 per kind.

  • 3. Er is een schriftelijke verklaring van de school nodig dat de ondersteuning noodzakelijk is.

  • 4. De huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining wordt aangeboden door een professioneel, geregistreerd instituut of een gecertificeerd docent.

  • 5. De toegekende regeling blijft geldig in het schooljaar dat een kind 18 jaar wordt (‘het jaar uit’).

  • 6. De aanvraag kan tot uiterlijk drie maanden na afloop van het schooljaar worden ingediend.

Artikel 8 Computerregeling

  • 1. Ouder(s)/verzorger(s) met schoolgaande kinderen in het basis-, voortgezet of beroepsonderwijs in de leeftijd van 8 tot 18 jaar kunnen een vergoeding voor de kosten van een computer en noodzakelijke accessoires krijgen.

  • 2. Onder een computer wordt verstaan: een desktop of laptop.

  • 3. Onder noodzakelijke accessoires wordt onder andere verstaan: een printer, beeldscherm, toetsenbord, muis en een laptoptas.

  • 4. Tijdens het basisonderwijs wordt maximaal één computer per gezin vergoed. Dit mag eenmaal in de vijf jaar worden aangevraagd.

  • 5. Tijdens het middelbare- of beroepsonderwijs wordt maximaal één computer per kind vergoed

  • 6. De vergoeding is maximaal 80% van het bedrag voor een computer zoals in de actuele Nibudprijzengids is opgenomen inclusief accessoires.

  • 7. Als een computer vanuit school tegen een kostprijs of leaseovereenkomst de voorkeur heeft, dan wordt dit eenmalig per kind vergoed tot maximaal 80% van de hoogte van een computer in de actuele Nibudprijzengids.

  • 8. Als de tegemoetkoming niet helemaal binnen een schooljaar wordt gebruikt, kan het restant niet alsnog op een ander moment worden gebruikt.

  • 9. De regeling kan worden gebruikt tot het kind 18 jaar is.

  • 10. De aanvraag kan tot uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 9 Fietsregeling

  • 1. Ouder(s)/verzorger(s) met kinderen in de leeftijd van 8 tot 18 jaar kunnen een vergoeding krijgen voor een fiets voor hun kinderen tussen de 8 en 18 jaar.

  • 2. De vergoeding kan per kind maximaal eenmaal worden aangevraagd in de leeftijd van 8 tot en met 11 jaar en eenmaal in de leeftijd van 12 tot 18 jaar.

  • 3. De vergoeding is maximaal 60% van het bedrag voor een fiets zoals in de actuele Nibudprijzengids is opgenomen per fiets (niet elektrisch), inclusief accessoires.

  • 4. Als de tegemoetkoming niet helemaal binnen een kalenderjaar wordt gebruikt, kan het restant niet alsnog op een ander moment worden gebruikt.

  • 5. De regeling kan aangevraagd worden tot het kind 18 jaar is.

  • 6. De aanvraag kan tot uiterlijk drie maanden na afloop van het schooljaar worden ingediend.

Artikel 10 Regeling Eropuit (sport, cultuur of dagje uit)

  • 1. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen een vergoeding krijgen voor de kosten van activiteiten op het gebied van sport, cultuur of een dagje uit voor hun kinderen tussen de 0 tot 18 jaar.

  • 2. Het gaat om activiteiten buitenshuis en in Nederland.

  • 3. De vergoeding is maximaal € 475 per kind per kalenderjaar.

  • 4. Binnen de € 475 mag maximaal € 125 worden vergoed aan sportkleding (inclusief sportschoeisel), onder voorwaarde van lidmaatschap bij een sportvereniging of abonnement sportschool.

  • 5. De toegekende regeling blijft geldig in het kalenderjaar dat een kind 18 jaar wordt.

  • 6. Declaraties kunnen tot uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 11 Regeling zwemlestoelage

  • 1. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen een zwemlestoelage krijgen voor hun kinderen van 4 tot 18 jaar voor het behalen van diploma A, B of C.

  • 2. De vergoeding is maximaal € 255 per kind.

  • 3. De regeling kan aangevraagd worden tot het kind 18 jaar is.

  • 4. De aanvraag kan tot uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 12 Regeling identiteitsbewijs

  • 1. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen een vergoeding van kosten voor een identiteitsbewijs krijgen voor hun kinderen van 14 tot 18 jaar.

  • 2. Ouder(s)/verzorger(s) met kinderen onder de 14 jaar, die zich verplicht moeten kunnen legitimeren vanwege medische zorg, kunnen ook een vergoeding van kosten voor een identiteitsbewijs voor hun kinderen krijgen.

  • 3. De kosten van het goedkoopst mogelijke identiteitsbewijs worden vergoed.

  • 4. De vergoeding kan maximaal één keer in de vijf jaar (de geldigheidsduur van het identiteitsbewijs) per kind worden aangevraagd.

  • 5. De regeling kan aangevraagd worden tot het kind 18 jaar is.

  • 6. De aanvraag kan tot uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 13 Regeling kledingkaart

  • 1. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen een kledingkaart krijgen voor hun kinderen van 0 tot 18 jaar voor de aanschaf van (sport) kleding en (sport) schoenen.

  • 2. De kledingkaart heeft een bedrag van € 100 per kalenderjaar.

  • 3. Ouders(s)/verzorger(s) die in het betreffende kalenderjaar een uitkering hebben ontvangen of een verstrekking hebben gekregen op grond van bijzondere bijstand of minimabeleid, ontvangen de kledingkaart ambtshalve.

  • 4. Ouder(s)/verzorger(s) die niet behoren tot de doelgroep, als bedoeld in het derde lid, kunnen maximaal één kledingkaart per kind per kalenderjaar aanvragen in de maanden november en december van het betreffende kalenderjaar.

  • 5. De kledingkaart kan tot de leeftijd van 18 jaar worden aangevraagd.

Hoofdstuk 3 Regelingen voor volwassenen

Artikel 14 Regeling Eropuit (sport, cultuur of dagje uit)

  • 1. Belanghebbenden kunnen een vergoeding voor kosten van activiteiten krijgen op het gebied van sport, cultuur of een dagje uit.

  • 2. Het gaat om activiteiten buitenshuis en in Nederland.

  • 3. In afwijking van het tweede lid worden thuiscursussen wel vergoed.

  • 4. De vergoeding is maximaal € 175 per persoon per kalenderjaar.

  • 5. Binnen de € 175 mag maximaal € 125 worden vergoed aan sportkleding (inclusief sportschoeisel).

  • 6. Declaraties kunnen tot uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 15 Regeling identiteitsbewijs

  • 1. Belanghebbenden kunnen een vergoeding krijgen voor de kosten van een identiteitsbewijs.

  • 2. De kosten van het goedkoopst mogelijke identiteitsbewijs worden vergoed.

  • 3. De vergoeding kan maximaal één keer in de tien jaar (de geldigheidsduur van een identiteitsbewijs) worden aangevraagd.

Artikel 16 Gemeentelijke collectieve zorgverzekering

  • 1. Belanghebbenden kunnen een bijdrage in de kosten van de collectieve zorgverzekering krijgen. Deze bijdrage wordt door de zorgverzekeraar in mindering gebracht op de premie.

  • 2. De bijdrage, als genoemd in het eerste lid, is maandelijks per polis:

    • a.

      € 15 voor het Optimaal Aanvullend 1 pakket van Zilveren Kruis;

    • b.

      € 20 voor het Optimaal Aanvullend 2 pakket van Zilveren Kruis;

    • c.

      € 25 voor het Optimaal Aanvullend 3 pakket van Zilveren Kruis;

    • d.

      € 15 voor het GemeentePakket Compact van Univé; en

    • e.

      € 25 voor het GemeentePakket Compleet van Univé.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 17 Voorliggende voorzieningen

Er bestaat geen recht op vergoedingen als een beroep op een voorliggende voorziening kan worden gedaan.

Artikel 18 Terugvordering

Verstrekkingen die ten onrechte dan wel tot een te hoog bedrag zijn uitgekeerd, kan het college terugvorderen.

Artikel 19 Overgangsrecht

  • 1. Besluiten, genomen op grond van de Beleidsregels minimabeleid Heemstede 2020, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling en waarvoor deze regeling dezelfde besluiten kent, gelden als besluiten genomen op grond van deze regeling.

  • 2. Aanvragen die zijn ingediend op grond van de Beleidsregels minimabeleid Heemstede 2020 en waarop nog niet is besloten bij de inwerkingtreding van deze regeling, worden afgehandeld op grond van deze regeling.

Artikel 20 Intrekken oude regeling

De Beleidsregels minimabeleid Heemstede 2020 worden ingetrokken.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2025.

Artikel 22 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels minimabeleid Heemstede 2025.

Ondertekening

Vastgesteld door het college op 25 februari 2025.

Toelichting behorende bij de Beleidsregels minimabeleid Heemstede 2025

Artikel 1 Definities

Toetsingsinkomen: bij wisselende inkomsten kan op verzoek van de klant een gemiddeld maandinkomen worden berekend. Hierbij wordt uitgegaan van de periode voorafgaand aan de maand waarin de kosten zijn ontstaan, terug tot 1 januari van het betreffende kalenderjaar.

Artikel 2 Algemene voorwaarden

Lid 3

Kosten voor een heel jaar, zoals jaarabonnementen die in januari zijn betaald, komen ook niet voor declaratie in aanmerking.

Lid 5

De reden dat studenten zijn uitgesloten van regelingen, is dat studenten door deelname aan een studie al participeren in de samenleving en door een bijbaan zelf in deze kosten kunnen voorzien.

Artikel 3 Voorwaarden inkomen

Lid 1 en 2

Het betreft de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag.

Lid 4

De uitvoering van deze afwijking is maatwerk. Voorbeeld: een volwassen belanghebbende heeft een inkomen van € 120 teveel op jaarbasis om in aanmerking te komen voor de regeling Eropuit ad € 175. Om gelijk uit te komen met iemand die wel recht heeft, komt hij in aanmerking voor de regeling Eropuit tot een bedrag van € 55. Het draagkrachtjaar wordt hierbij vastgesteld vanaf datum aanvraag en 12 maanden vooruit (dus niet op school- of kalenderjaar).

Artikel 5 Aanvraagprocedure en betaling

Lid 2

De vergoedingen worden verstrekt, als met bewijsstukken, zoals een kassabon, is aangetoond dat de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt.

Lid 3

Een voorschot kan bijvoorbeeld worden verstrekt als de belanghebbende rood staat of als het te declareren bedrag hoog is, zoals bij de Computerregeling.

Hieronder volgen een aantal regelingen voor kinderen.

Artikel 6 Schoolkostenregeling

Om goed mee te kunnen doen op school is het belangrijk dat alle benodigdheden hiervoor aanwezig zijn, zoals een rugzak, etui, schriften, boeken of een goede rekenmachine. Maar ook dat een kind meekan op bijvoorbeeld schoolreisjes. Daarvoor kan de schoolkostenregeling aangevraagd worden.

Kostensoorten die voor een vergoeding in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld:

  • •

    ouderbijdrage activiteiten (Sinterklaas, Kerst, meester- en juffendag, schoolfonds, projecten);

  • •

    bijdrage voor een schoolreisje, schoolkamp, werkweek;

  • •

    ouderbijdrage voor tussenschoolse opvang;

  • •

    kosten voor materialen zoals etuis, schoolschriften, pennen, lijm, schaar, rekenmachine, passer, mappen, agenda (de omschrijving ‘kantoorartikelen’ op een kassabon is hiervoor voldoende);

  • •

    kosten voor een drinkbeker, broodtrommel, rugzak, kopieerkaart, printkaart, cartridge, USB-stick, huur kluisje (niet de borg) en huur leermiddelen;

  • •

    sportkleding voor gymles of schoolsport.

Kostensoorten die niet voor een vergoeding in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld:

  • •

    kosten voor schoolboeken, omdat scholen verplicht zijn gratis schoolboeken te verstrekken aan ouder(s)/verzorger(s) met kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs.

  • •

    sportkleding voor sporten in verenigingsverband of in de sportschool, omdat dit kan worden gedeclareerd via de Regeling Eropuit tot een maximum van € 125.

  • •

    onderdelen voor een computer, zoals een externe harde schijf.

Artikel 7 Regeling huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining

Soms is extra ondersteuning nodig om een vak of diploma te halen. Geld mag hierin geen belemmering zijn. De regeling huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining zorgt ervoor dat deze extra ondersteuning voor iedereen beschikbaar is.

Lid 2

Het bedrag voor huiswerkbegeleiding is gebaseerd op € 200 gedurende zes maanden, maar mag flexibel binnen de schoolloopbaan worden ingezet.

Artikel 8 Computerregeling

Een computer of laptop is onmisbaar om huiswerk te kunnen maken en mee te kunnen komen op school. Er is niet altijd een geschikte computer thuis aanwezig of niet altijd mogelijk om de computer die vanuit school kan worden geleased of gekocht zelf te betalen. In die gevallen kan gebruik worden gemaakt van de tegemoetkoming vanuit de computerregeling. We kijken hierbij naar de eisen en behoefte van de schoolfase waar het kind in zit. In de basisschoolfase is één computer per gezin voldoende om goed mee te kunnen doen op school. Om te voorkomen dat een kind uiteindelijk met een sterk verouderde computer of laptop moet werken, kan na vijf jaar een nieuwe tegemoetkoming worden aangevraagd. Vanaf de middelbare school is er meer huiswerk en verwachten scholen dat kinderen een specifieke computer hebben voor de programma’s die zij gebruiken. Daarom heeft elk kind vanaf de middelbare school een eigen, passende computer nodig.

Lid 1

Kosten van internet(aansluiting) komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 9 Fietsregeling

Een fiets is een onmisbaar vervoersmiddel om naar school of andere activiteiten te kunnen gaan. Daarvoor is er de fietsregeling voor kinderen. Wij bieden een tegemoetkoming voor een fiets voor kinderen in de leeftijdscategorie van 8 tot 18 jaar. Een fiets kan een aantal jaar meegroeien met de groei van een kind, maar op een gegeven moment is een grotere fiets nodig. Daarom kan voor elk kind tweemaal een vergoeding voor een fiets worden aangevraagd: eenmaal in de leeftijd van 8 tot en met 11 jaar en eenmaal in de leeftijd van 12 tot 18 jaar.

Lid 3

Accessoires zijn bijvoorbeeld een slot en fietstassen. Voor de leeftijd 8 tot en met 11 jaar wordt gekeken naar de prijs voor een kinderfiets (7 t/m 10 jaar) in de Nibudprijzengids. Voor de leeftijd 12 tot 18 jaar wordt gekeken naar de prijs voor fietsen voor volwassenen in de Nibudprijzengids.

Artikel 10 Regeling Eropuit (sport, cultuur en dagje uit) kinderen

Om mee te kunnen doen in de maatschappij en voor een goede ontwikkeling is het belangrijk dat kinderen bijvoorbeeld kunnen sporten, op muziek- of toneelles kunnen, culturele activiteiten kunnen doen of een dagje uit kunnen. Hiervoor kan de regeling Eropuit! worden ingezet.

Let op: tussen de regeling voor volwassenen en kinderen zitten kleine verschillen.

Kostensoorten die in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld:

  • •

    lidmaatschap sportvereniging of sportclub, noodzakelijke sportattributen, sportkleding voor de sportvereniging of sportschool;

  • •

    zwemles, zwembadkaart;

  • •

    yoga, meditatie, mindfulness;

  • •

    muziekles, muziekinstrument, schilderles, acteerles;

  • •

    toegang theater, schouwburg, concert, museum, bioscoop, pretpark;

  • •

    hobbyclub, scouting, natuur- en milieu educatie;

  • •

    cursus, workshop;

  • •

    kosten openbaar vervoer (daadwerkelijk gemaakte reiskosten voor een activiteit).

Kostensoorten die niet in aanmerking komen zijn bijvoorbeeld:

  • •

    kleding die niet voor het sporten bedoeld is, sportkleding zonder lidmaatschap sportvereniging of sportschool;

  • •

    internet-, televisie-, telefoonabonnement;

  • •

    krant- of tijdschriftabonnement;

  • •

    computer/tablet/printer (voor kinderen afzonderlijke regeling), software voor computer, (mobiele) telefoon, telefoonkaart;

  • •

    zonnebankstudio, schoonheidsspecialist, massage, kapper;

  • •

    fiets (voor kinderen afzonderlijke regeling), scooter;

  • •

    vakantiehuisje, overnachting;

  • •

    eten en drinken, uit eten;

  • •

    treinabonnement of voordeelurenkaart;

  • •

    kosten benzine of autohuur.

Artikel 11 Regeling zwemlestoelage

Kunnen zwemmen is belangrijk in onze waterrijke omgeving. Om te zorgen dat ook kinderen in gezinnen met minder geld zwemles kunnen volgen is er de regeling zwemlestoelage. Samen met het gebruik van de Eropuit! regeling kan zo door elk kind zwemdiploma A, B en C worden behaald.

De toelage kan gebruikt worden in combinatie met de Regeling Eropuit (sport, cultuur of dagje uit), waarvan ook zwemles kan worden betaald.

Artikel 12 Regeling identiteitsbewijs

Een identiteitsbewijs is in Nederland vanaf 14 jaar verplicht en voor kinderen onder de 18 jaar 5 jaar geldig. Daarnaast moet iedereen zich kunnen legitimeren die medische zorg nodig heeft, ook minderjarigen onder de 14 jaar. Zonder identiteitsbewijs kunnen kinderen tegen onnodige beperkingen aanlopen. In verband daarmee kan de regeling identiteitsbewijs worden aangevraagd als een identiteitsbewijs nodig is.

De kosten voor pasfoto’s worden niet vergoed.

Artikel 13 Regeling kledingkaart

Kinderen groeien snel en hebben vaker nieuwe kleding of schoenen nodig. Ook hebben ze kleding of schoenen nodig om te kunnen sporten. Deze kosten kunnen snel oplopen. In verband daarmee kan de kledingkaart aangevraagd worden.

De kledingkaart wordt in oktober van het betreffende kalenderjaar ambtshalve verstrekt aan inwoners die aan de voorwaarden voldoen en die bekend zijn bij de gemeente. Dit zijn inwoners die in het betreffende kalenderjaar een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ ontvangen of hebben ontvangen, of een verstrekking op grond van de bijzondere bijstand of het minimabeleid hebben ontvangen. Andere ouder(s)/verzorgers(s) kunnen voor hun kind de kledingkaart aanvragen in november en december van het betreffende kalenderjaar.

Hieronder volgen een aantal regelingen voor volwassenen.

Artikel 14 Regeling Eropuit (sport, cultuur en dagje uit)

De regeling Eropuit! voor volwassenen heeft als doel inclusie en het stimuleren van een gezondere levensstijl. Dankzij Eropuit kunnen ook inwoners met een kleinere portemonnee meedoen in de maatschappij. Dit kan bijvoorbeeld door te sporten, muziek- of zangles, cursussen, lidmaatschap van een vereniging, culturele activiteiten, bijdrage voor een fiets of een dagje uit.

Kosten van activiteiten voor volwassenen, kunnen niet op het budget van kinderen worden geboekt.

Let op: tussen de regeling voor volwassenen en kinderen zitten kleine verschillen.

Kostensoorten die in aanmerking komen:

  • •

    lidmaatschap sportvereniging of sportclub, sportattributen, sportkleding;

  • •

    zwemles, zwembadkaart, sauna;

  • •

    yoga, meditatie, mindfulness;

  • •

    muziekles, muziekinstrument, schilderles, acteerles;

  • •

    toegang theater, schouwburg, concert, museum, bioscoop, pretpark;

  • •

    hobbyclub, scouting, natuur- en milieu educatie;

  • •

    cursus, workshop;

  • •

    kosten openbaar vervoer (daadwerkelijk gemaakte reiskosten);

  • •

    kosten benzine (19 cent per km) of autohuur;

  • •

    fiets.

Kostensoorten die niet in aanmerking komen:

  • •

    kleding die niet voor het sporten bedoeld is;

  • •

    internet-, televisie-, telefoonabonnement;

  • •

    krant- of tijdschriftabonnement;

  • •

    computer/tablet/printer, software voor computer, (mobiele) telefoon, telefoonkaart;

  • •

    zonnebankstudio, schoonheidsspecialist, massage, kapper;

  • •

    scooter;

  • •

    vakantiehuisje, overnachting;

  • •

    eten en drinken, uit eten;

  • •

    treinabonnement of voordeelurenkaart.

Artikel 15 Regeling identiteitsbewijs

Het hebben van een legitimatiebewijs is verplicht. Zonder identiteitsbewijs kunnen inwoners tegen onnodige beperkingen aanlopen. In verband daarmee kan de regeling identiteitsbewijs worden aangevraagd.

De kosten voor pasfoto’s worden niet vergoed.

Artikel 16 Gemeentelijke collectieve zorgverzekering

De gemeente vindt het belangrijk dat inwoners zich op maat kunnen verzekeren tegen ziektekosten. Hiervoor zijn met Zilveren Kruis Achmea en Univé afspraken gemaakt over verschillende verzekeringspakketten met korting van de verzekeraar én korting van de gemeente. De korting voor de inwoner is in de premie van het verzekeringspakket verwerkt.

Lid 1

De gemeentelijke collectieve zorgverzekering is een compleet pakket van basisverzekering en aanvullende verzekering, met korting op de maandelijkse premie.

Artikel 17 Voorliggende voorzieningen

Bij de Regeling huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining is een voorliggende voorziening bijvoorbeeld begeleiding die via de school gratis wordt aangeboden.