Plaatsing mobiele camera carnaval 2025

De Burgemeester van Maastricht

Overwegende:

dat de gemeenteraad ingevolge artikel 151c van de Gemeentewet bij verordening de burgemeester de bevoegdheid kan verlenen om, indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is, te besluiten om voor een bepaalde duur camera’s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als bedoeld in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties en andere bij verordening aan te wijzen plaatsen die voor een ieder toegankelijk zijn;

dat de burgemeester op grond van artikel 2.81 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Maastricht (APV) de bevoegdheid heeft om overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats;

dat de burgemeester de hierboven genoemde bevoegdheid tevens heeft ten aanzien van andere voor een ieder toegankelijke plaatsen:

• -

  parkeerplaatsen en parkeerterreinen;

• -

  plaatsen die vanwege doelgebonden verblijf niet onder de definitie van openbare plaats uit artikel 1 van de Wet openbare manifestaties vallen;

dat van vrijdag 28 februari 2025 tot en met woensdag 5 maart 2025 carnaval wordt gevierd in Maastricht;

dat carnaval in Maastricht zich grotendeels afspeelt in de openbare ruimte;

dat hier zeer grote aantallen bezoekers op af komen;

dat dit een enorme drukte als gevolg heeft, vooral in bepaalde straten en op bepaalde pleinen in de binnenstad;

dat op de locaties Onze Lieve Vrouweplein/Koestraat/Cortenstraat/Sint Pieterstraat/ Stenenbrug/ Maastrichter Heidenstraat de laatste jaren sprake is van een grote toename van het aantal bezoekers, onder meer door het vergund gebruik van meerdere buitenbarren, raamverkoop en trussconstructies;

dat er beleidsregels zijn opgesteld voor carnaval waarin de uitgangspunten voor een goed verloop zijn opgenomen;

dat op basis van voornoemde beleidsregels onder meer strakkere regels gelden voor het gebruik van karren in de openbare ruimte;

dat op de locaties die als knelpunt gelden geen carnavalskarren worden toegestaan;

dat het, ondanks reeds getroffen maatregelen zoals inzet van verkeersregelaars, verkeer beperkende maatregelen en (mobiel) toezicht door beveiliging, door de enorme drukte op die locaties moeilijk is om overzicht te houden op hetgeen er in de openbare ruimte gebeurt;

dat de vrees bestaat dat er openbare orde verstoringen ontstaan door de aanwezigheid van grote mensenmassa’s in combinatie met een onoverzichtelijke situatie;

dat carnavalsvierders daardoor ook grotere risico’s lopen in het kader van calamiteiten;

dat er ontruimingsplannen worden opgesteld en carnavalsvierders via matrix borden worden geïnformeerd in geval van incidenten;

dat optreden van onder meer beveiligers, ondanks de ingezette maatregelen, wordt bemoeilijkt door de grote mensenmassa’s waarmee ook de doorgang voor hulpdiensten in het gedrang komt;

dat cameratoezicht bovenop de reeds genomen maatregelen de mogelijkheid biedt om vroegtijdige aansturing van politie, handhaving en beveiligers te realiseren;

dat de locaties die in dit opzicht als knelpunt gelden niet onder het reguliere cameratoezicht binnen de gemeente Maastricht vallen;

dat een beter overzicht van genoemde locaties kan worden bewerkstelligd door het ophangen van mobiele camera’s op die plaatsen waarmee ook de hulpdiensten in geval van calamiteiten beter in staat worden gesteld hun werk te doen;

gelet op artikel 151c Gemeentewet juncto 2.81 van de APV Maastricht:

Besluit: