Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736176
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736176/1
Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 04-03-2025
Intitulé
Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023Het algemeen bestuur van waterschap Noorderzijlvest
Overwegende dat:
- •
het algemeen bestuur het hoogste bestuursorgaan van het waterschap is, dat een kaderstellende en richtinggevende functie vervult en waar de bevoegdheid berust tot regeling en bestuur;
- •
het dagelijks bestuur de dagelijkse aangelegenheden behartigt en de besluiten van het algemeen bestuur voorbereidt en uitvoert;
- •
een slagvaardig bestuur vraagt om de verschillende bevoegdheden uit te werken aan de hand van voornoemde rollen en taken;
- •
het wenselijk is bevoegdheden uit te oefenen op het niveau dat in overeenstemming is met de aard en de inhoud van de bevoegdheden;
- •
hiertoe een besluit is opgesteld tot het delegeren van bevoegdheden aan het dagelijks bestuur;
- •
het waterschap behoefte heeft aan een geactualiseerd delegatiebesluit;
gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur ten behoeve van de vergadering van het algemeen bestuur van 12 februari 2025;
gelet op artikel 83 van de Waterschapswet juncto artikel 2.8 van de Omgevingswet en
Afdeling 10.1.2, van de Algemene wet bestuursrecht;
BESLUIT:
in gewijzigde vorm vast te stellen het Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit besluit wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:
- a.
beperkingengebied: een geometrisch begrensd gebied, dat bij Waterschapsverordening is aangewezen, waar (algemene) regels en plichten gelden voor activiteiten die in deze gebieden plaatsvinden (en) voor de instandhouding en ter bescherming van de in of nabij deze gebieden aanwezige waterstaatswerken, zuiveringtechnische werken en grondwaterlichamen;
- b.
delegaatgever: het bestuursorgaan dat de betreffende bevoegdheid heeft overgedragen;
- c.
delegatie: het door een bestuursorgaan overdragen van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander, die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent;
- d.
gedelegeerde: degene aan wie de bevoegdheid is overgedragen;
- e.
legger, bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingswet: openbaar register van waterstaatswerken in beheer van het waterschap, gepubliceerd als een digitale kaart;
- f.
legger, bedoeld in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet: openbaar register van door het waterschap aangewezen onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen, gepubliceerd als een digitale kaart;
- g.
werkingsgebied: het gebied, zoals dat geometrisch wordt begrensd, waar een regel of plicht uit de Waterschapsverordening werking heeft.
Artikel 2 Delegatie
- 1.
Voor zover die bevoegdheden niet reeds zijn toegekend bij Waterschapswet, bij Omgevingswet of bij of krachtens een bijzonder wettelijk voorschrift delegeert het algemeen bestuur bij dit besluit de hiernavolgende bevoegdheden aan het dagelijks bestuur.
- 2.
Het algemeen bestuur delegeert aan het dagelijks bestuur, de bevoegdheid tot:
- a.
het aanvaarden van erfstelling, legaat of schenkingen voor zover hieraan geen bezwarende voorwaarden zijn verbonden;
- b.
het verrichten van privaatrechtelijke handelingen waaronder het aankopen, verkopen en ruilen van onroerende zaken en het vestigen van beperkte rechten ten gunste en laste van waterschapseigendommen tot een bedrag van € 200.000,-;
- c.
het aangaan van overeenkomsten betreffende de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden tot een bedrag van € 200.000,-;
- d.
het stellen van regels die bij de aanbesteding en gunning van werken en leveringen en diensten in acht moeten worden genomen alsmede het houden van de aanbesteding en gunning van werken en leveringen en diensten, tenzij het algemeen bestuur anders heeft beslist;
- e.
het nemen van besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, arbitrage, schikking, dading en mediation,
- f.
onverminderd het bepaalde in artikel 86, derde lid van de Waterschapswet, het instellen van (hoger) beroep of het maken van bezwaar alsmede, voor zover de voorschriften dat toelaten, het verzoeken om schorsing van het aangevochten besluit of een voorlopige voorziening en het indienen van zienswijzen;
- g.
het aanvragen van subsidies;
- h.
het beslissen op verzoeken, ingediend op grond van de Wet open overheid, de Wet bescherming persoonsgegevens of de Wet hergebruik van overheidsinformatie;
- i.
het nemen van besluiten en het beslissen op verzoeken op grond van de Waterschapsverordening;
- j.
het doen van bekendmakingen of mededelingen, bedoeld in artikel 6, van de Bekendmakingswet en de artikelen 3:42 en 3:44, van de Algemene wet bestuursrecht en om deze bevoegdheid tot bekendmakingen of mededelingen te mandateren;
- k.
het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot ongewone voorvallen die leiden tot verontreiniging van het oppervlaktewaterlichaam of de belemmering van de doelmatige werking van het zuiveringstechnisch werk op grond van Afdeling 19.1 van de Omgevingswet;
- l.
het op grond van Afdeling 19.4 van de Omgevingswet uitoefenen van de bevoegdheden bij gevaar voor waterstaatswerken;
- m.
het vaststellen van zwemwaterprofielen, bedoeld in Afdeling 3.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving;
- n.
het nemen van verkeersbesluiten betreffende:
- 1.
het verkeer op wegen onder beheer van het waterschap, alsmede het verlenen van ontheffingen ingevolge de Wegenverkeerswet, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens en de Regeling voertuigen;
- 2.
het verkeer op vaarwegen onder beheer van het waterschap, alsmede het verlenen van ontheffingen ingevolgde de Scheepvaartverkeerswet en het Binnenvaartpolitiereglement.
- 1.
- a.
- 3.
Voor zover naar het oordeel van het dagelijks bestuur de uitoefening van de hiernavolgende bevoegdheden:
- •
geen strijd oplevert met artikel 83, van de Waterschapswet;
- •
niet leidt tot substantiële wijzigingen in de fysieke leefomgeving;
- •
geen belemmering oplevert voor bovenlokale belangen;
- •
niet leidt tot zwaarwegende belangen van derden die zich tegen de uitoefening van deze bevoegdheden verzetten;
- •
geen sprake is van grote bestuurlijke, beleidsmatige of financiële consequenties of potentiële gevolgen die een hoog afbreukrisico vormen in termen van kosten, juridische procedures en negatieve publiciteit; en
- •
zich geen concrete omstandigheden voordoen die in de weg staan aan snelle en slagvaardige besluitvorming door het dagelijks bestuur;
delegeert het algemeen bestuur aan het dagelijks bestuur, de bevoegdheid tot:
- a.
het nemen van gedoogbeschikkingen op grond van Afdeling 10.3, van de Omgevingswet;
- b.
het partieel vaststellen van wijzigingen van regels in de Waterschapsverordening, die betrekking hebben op de volgende onderdelen van de Waterschapsverordening:
- I.
algemene bepalingen (Hoofdstuk 1);
- II.
beheer en onderhoud (Hoofdstuk 2);
- III.
activiteiten in beperkingengebieden (Hoofdstuk 3);
- IV.
toezicht en handhaving (Hoofdstuk 4);
- V.
overgangs- en slotbepalingen (Hoofdstuk 5); en
- VI.
de bijlagen behorende bij de Waterschapsverordening.
- I.
- c.
het mandateren van de partiële vaststelling van wijzigingen van in de Waterschapsverordening verdisconteerde (geometrische begrenzingen van) werkingsgebieden;
- d.
het partieel vaststellen van wijzigingen in de leggers, bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet en artikel 2.39, eerste lid, van de Omgevingswet;
- e.
het partieel vaststellen van wijzigingen van beleidsnota’s, -notities, -plannen, en – regels, peilbesluiten, verordeningen en andere algemeen verbindende voorschriften van het waterschap Noorderzijlvest, voor zover die externe werking hebben.
Artikel 3 Voorwaarden
Het dagelijks bestuur neemt voor de uitvoering van de in artikel 2 bedoelde bevoegdheden de volgende voorwaarden in acht:
- a.
tot uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden kan alleen worden overgegaan indien hiervoor ruimte bestaat in de begroting van het betreffende dienstjaar;
- b.
de gedelegeerde legt aan de delegaatgever verantwoording af over het gebruik van de overgedragen bevoegdheden;
- c.
ten aanzien van het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a, e en f deelt het dagelijks bestuur in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur de genomen besluiten mee;
- d.
ten aanzien van het bepaalde in artikel 2, derde lid deelt het dagelijks bestuur in de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur de genomen besluiten mee waarvan het algemeen bestuur op de hoogte moet zijn;
- e.
het algemeen bestuur kan de delegatie te allen tijde beëindigen.
Artikel 4 Slotbepalingen
- 1.
Dit besluit wordt aangehaald als Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023;
- 2.
Het Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023, dat in gewijzigde vorm is vastgesteld, treedt in werking één dag na de dag waarop die is bekendgemaakt;
- 3.
Op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit, bedoeld in het tweede lid, wordt het Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023, zoals dat was vastgesteld door het algemeen bestuur op 13 december 2023, ingetrokken.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van
het algemeen bestuur van het waterschap Noorderzijlvest,
gehouden op 12 februari 2025 te Groningen
Roeland van der Schaaf, dijkgraaf
Bas Tammes, secretaris-directeur
Toelichting bij het Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023
ALGEMEEN
In de Algemene wet bestuursrecht is een wettelijke regeling inzake delegatie (afdeling 10.1.2) opgenomen. Hierin is onder meer aangegeven wat onder delegatie dient te worden verstaan:
- –
Delegatie is het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van een besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent. Bij delegatie komt de verantwoordelijkheid door de uitoefening van een bevoegdheid bij de gedelegeerde te liggen. Het delegerende bestuursorgaan is daarmee de zeggenschap in principe kwijt.
- –
Delegatie aan ondergeschikten is niet mogelijk.
- –
Delegatie mag alleen als dit in een wettelijk voorschrift (bijvoorbeeld de Waterschapswet) is toegestaan.
- –
Het bestuursorgaan kan beleidsregels geven ten aanzien van de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid.
- –
De gedelegeerde legt aan de delegaatgever verantwoording af over het gebruik van de overgedragen bevoegdheden.
- –
Het bestuursorgaan kan de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf uitoefenen.
- –
Het Delegatiebesluit kan te allen tijde worden ingetrokken.
Op grond van de Waterschapswet (artikel 83, tweede lid) behoren alle taken met betrekking tot regeling en bestuur bij het algemeen bestuur. Hiervan zijn uitgezonderd de bij of krachtens de wet aan het dagelijks bestuur opgedragen taken, zo worden aan het dagelijks bestuur de dagelijkse aangelegenheden opgedragen. Op grond van artikel 83 van de Waterschapswet is delegatie mogelijk en kunnen op basis van artikel 2.8 van de Omgevingswet delen van de Waterschapsverordening vastgesteld worden door het dagelijks bestuur.
Dit Delegatiebesluit regelt de overdracht van de bevoegdheden van het algemeen bestuur naar het dagelijks bestuur tegen de achtergrond van de gewenste rol en taak van deze bestuursorganen. De rol van het algemeen bestuur is het sturen op hoofdlijnen, het geven van kaders en daarnaast heeft het algemeen bestuur een controlerende taak. Bij deze rol past het overdragen van bepaalde bevoegdheden aan het dagelijks bestuur. Doelstelling van dit besluit is met name het streven om bevoegdheden daar te leggen waar zij kunnen bijdragen aan een slagvaardig bestuursoptreden.
Het Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023, dat in gewijzigde vorm is vastgesteld op 12 februari 2025, betreft een actualisatie van het Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023, zoals dat was vastgesteld door het algemeen bestuur op 13 december 2023. In de toelichting wordt artikelsgewijs een toelichting gegeven op de tekst van het besluit.
ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1
In deze bepaling staan de begrippen die uitleg nodig hebben om in de context van het Delegatiebesluit begrepen te worden.
Artikel 2, eerste lid
Bepaalde bevoegdheden kunnen niet worden overgedragen. Het betreft onder andere de bevoegdheid tot het vaststellen van een begroting, begrotingswijzigingen en de rekening, het heffen van belastingen of rechten, het vaststellen van peilbesluiten en het vaststellen van verordeningen.
Vanuit een oogpunt van bestuurlijke effectiviteit is het wenselijk dat de in het tweede lid te delegeren bevoegdheden door het dagelijks bestuur kunnen worden uitgeoefend. Ook wordt door de delegatie van de in deze bepaling bedoelde bevoegdheden voorkomen dat aan het algemeen bestuur te vaak besluiten van betrekkelijk geringe betekenis moeten worden voorgelegd.
Artikel 2, tweede lid, onder a en b
Deze leden betreffen bevoegdheden die privaatrechtelijke rechtshandelingen met zich brengen. Vanuit de taak van het dagelijks bestuur om zorg te dragen voor de dagelijkse aangelegenheden die het waterschap aangaan, ligt het voor de hand dat deze bevoegdheden worden gedelegeerd aan het dagelijks bestuur.
Artikel 2, tweede lid, onder c
Dit artikel heeft uitsluitend betrekking op overeenkomsten betreffende de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden (het betreft onder meer afvalwaterakkoorden/convenanten en samenwerkingsovereenkomsten). De in artikel, tweede lid, onder c bedoelde overeenkomsten dienen uitdrukkelijk te worden onderscheiden van privaatrechtelijke overeenkomsten. Op privaatrechtelijke overeenkomsten is artikel 2, tweede lid, onder b van dit besluit van toepassing.
Artikel 2, tweede lid, onder d
Het formuleren van regels inzake inkoop en aanbesteding zijn in hoge mate uitvoeringsgericht en lenen zich bij uitstek voor delegatie aan het dagelijks bestuur, bijvoorbeeld de inkoopvoorwaarden.
Artikel 2, tweede lid, onder e en f
Dit artikel ziet op besluiten tot het voeren van rechtsgedingen en besluiten tot arbitrage, schikking, dading en mediation. Deze bevoegdheid geldt voor alle instanties zowel eisend als verwerend en omvat al datgene wat noodzakelijk is met inbegrip van de aanwijs van (een) gemachtigde(n) ter vertegenwoordiging. De Waterschapswet heeft de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van een aantal rechtshandelingen, zoals het procederen in eerste aanleg in kort geding, het voegen in strafzaken en het spoedshalve instellen van bezwaar of beroep al toegekend aan het dagelijks bestuur. In deze bepaling wordt deze beslissingsbevoegdheid door delegatie verruimd.
Artikel 2, tweede lid, onder g
Het aanvragen van subsidies gebeurt ter uitvoering van bepaalde projecten. Het dagelijks bestuur is hiermee in de praktijk belast. Om misverstanden c.q. onduidelijkheden te voorkomen, is dit expliciet vastgelegd in het Delegatiebesluit.
Artikel 2, tweede lid, onder h en i
Het dagelijks bestuur is in de praktijk belast met de uitoefening van de in deze leden genoemde bevoegdheden. Voor zover het besluiten betreft die genomen worden op grond van de Waterschapsverordening gaat het onder meer om omgevingsvergunningen, maatwerkvoorschriften en besluiten waarin een onderhoudsplichtige en/of onderhoudsverplichting wordt aangewezen of om beslissingen op verzoeken om (de geometrische begrenzing van) beperkingengebieden of de aanwijzing van een onderhoudsplichtige te wijzigen.
Artikel 2, tweede lid, onder j
Bekendmakingen van besluiten, beleid en regelgeving hoort bij de dagelijkse uitvoeringspraktijk van het dagelijks bestuur. Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen verschillende wijzigingen van regelgeving, waaronder die van de Waterschapsverordening, via de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaar stellen (LVBB) plaats moeten vinden. Ook projectbesluiten worden in de toekomst via de LVBB in het Digitaal Stelsel Omgevingswet bekendgemaakt. Delegatie van deze bevoegdheid aan het dagelijks bestuur, dat deze bevoegdheid kan mandateren aan de ambtelijke organisatie is van belang om op een efficiënte manier uitvoering te geven aan besluitvormingsprocessen.
Artikel 2, tweede lid, onder k en l
Het dagelijks bestuur is in de praktijk belast met de uitoefening van de in deze leden genoemde bevoegdheden, die zien op de dagelijkse beheertaken van het waterschap, in dit geval in het bijzonder bij calamiteiten en onvoorziene ongewone voorvallen. Aangezien de uitvoering baat heeft bij snelle en slagvaardige besluitvorming is het wenselijk dat deze bevoegdheden aan het dagelijks bestuur worden overgedragen.
Artikel 2, derde lid
Het derde lid is in het leven geroepen om een slag om de arm te houden voor wat betreft de delegatie van deze bevoegdheden aan het dagelijks bestuur. Kort en goed zal de uitoefening van de hierin opgenomen bevoegdheden door het dagelijks bestuur met name afhangen van de vraag of er in een concreet geval sprake is van:
- inhoudelijke afwegingsruimte; en/of
- van enige mate van impact op de fysieke leefomgeving.. De afweging die daartoe gemaakt dient te worden en het (verantwoordings)risico komen bij het dagelijks bestuur te liggen.
Artikel 2, derde lid, onder a
Het waterbeheer vergt soms dat eigendomsrechten van anderen tijdelijk of blijvend moeten worden aangewend. Zo zal bijvoorbeeld voordat met baggeren of met het ontgraven van de waterbodem kan worden begonnen onderzoek moeten worden gedaan naar de kwaliteit van de ontgraven specie. Dit met het oog op de eisen aan de opslag en verwerking daarvan. In het kader van de aanpak van verontreinigde waterbodems wordt onderzoek gedaan naar de aard en omvang van de verontreiniging en de verplaatsing daarvan door (grond)waterstromen. Indien toestemming van eigenaren om hun eigendommen (tijdelijk) te gebruiken, uitblijft, kunnen, in het geval van werkzaamheden die in het algemeen belang plaatsvinden, gedoogplichten worden opgelegd. Voor wat betreft de aard van de werkzaamheden kan naast de aanleg of verbreding van wateren en de verandering, verplaatsing of verwijdering van kunstwerken worden gedacht aan de verbetering van boezemkaden en de aanleg van nieuwe ondersteunende kunstwerken. Ook kan deze gedoogplicht worden opgelegd ten behoeve van de aanleg of versterking van waterkeringen en voor de aanleg van kaden en inlaatwerken voor de inrichting van bergingsgebieden. Meestal wordt die medewerking langs de minnelijke weg gerealiseerd. In een enkel geval lukt dat niet en voor dergelijke situaties heeft de wetgever enkele gedoogplichten in het leven geroepen. Deze gedoogplichten zijn te vinden in Afdeling 10.3, van de Omgevingswet. Aangezien het inroepen van gedoogplichten veelal een onderdeel vormt van de uitvoering van projecten legt dit besluit deze bevoegdheid neer bij het dagelijks bestuur.
Artikel 2, derde lid, onder b en c
Op grond van artikel 83, tweede lid, sub e van de Waterschapswet is het niet mogelijk om de vaststelling van verordeningen te delegeren aan het dagelijks bestuur. Dit betekent dat het vaststellen van een nieuwe of algeheel herziene verordening dient te gebeuren door het algemeen bestuur. Artikel 83, derde lid, geeft echter de mogelijkheid om deze bevoegdheid toch gedeeltelijk over te dragen voor zover het betreft de vaststelling van nadere regels in keuren met betrekking tot bepaalde door het algemeen bestuur in zijn verordeningen aangewezen onderwerpen. Deze bepaling maakt het derhalve mogelijk dat het vaststellen van wijzigingen van algemene regels die in de Waterschapsverordening (het omgevingswettelijk equivalent van een Keur) zijn opgenomen, kan worden gedelegeerd aan het dagelijks bestuur (conform artikel 2.8, van de Omgevingswet). Dit geldt tevens voor de werkingsgebieden die in het Digitaal Stelsel Omgevingswet gekoppeld zijn aan de juridische regels uit de Waterschapsverordening. Naast het delegeren van deze bevoegdheid wordt ook de bevoegdheid aan het dagelijks bestuur gedelegeerd om publicatiebesluiten van nieuwe of gewijzigde werkingsgebieden voor het Digitaal Stelsel Omgevingswet te mandateren.
Artikel 2, derde lid, onder d
Onder partiële wijzigingen van de legger worden verstaan alle aanpassingen in de legger als gevolg van het verlenen van omgevingsvergunningen (bijvoorbeeld de aanleg van duikers, dempingen en het graven van nieuw oppervlaktewater), het vaststellen van projectbesluiten en de realisatie van de vergunde of middels algemene regels toegestane werken, alsmede wijzigingen die conform vigerend beleid en regelgeving de leggers completeren of actualiseren. Het vaststellen van algeheel herziene leggers en van substantiële wijzigingen in de leggers als gevolg van nieuwe regelgeving of beleidsinzichten blijft een bevoegdheid van het algemeen bestuur.
Artikel 2, derde lid, onder e
De delegatie van de onder b en d bedoelde bevoegdheid is uitgebreid met beleid en regelgeving, die beleidsneutraal of beleidsarm gewijzigd kunnen worden. Dit zijn doorgaans niet-inhoudelijke, redactionele wijzigingen die geen impact hebben op de fysieke leefomgeving. Deze bevoegdheid is in het delegatiebesluit opgenomen om het bestuur slagvaardiger te maken om beleid en regelgeving eenvoudiger te actualiseren in verband met nieuwe wet- en regelgeving en/of het begrijpelijker maken van vigerend beleid- en regelgeving, daar waar geen inhoudelijke aanpassingen worden beoogd. Met externe werking wordt bedoeld dat het enkel beleid en regelgeving betreft die rechtsgevolgen in het leven kunnen roepen voor derden.
Artikel 3
In deze bepaling zijn voorwaarden opgenomen die het dagelijks bestuur in acht dient te nemen bij het uitoefenen van de bevoegdheden die op grond van dit Delegatiebesluit worden overgedragen door het algemeen bestuur.
Artikel 4
Deze bepaling bepaalt de inwerkingtreding van het Delegatiebesluit waterschap Noorderzijlvest 2023, zoals dat in gewijzigde vorm is vastgesteld en het moment waarop het tot dat moment geldende Delegatiebesluit 2023, zoals dat was vastgesteld door het algemeen bestuur op 13 december 2023, komt te vervallen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl