Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736116
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736116/1
Regeling vervalt per 31-12-2026
Verordening inwonersparticipatie gemeente Renkum 2025
Geldend van 28-02-2025 t/m 30-12-2026
Intitulé
Verordening inwonersparticipatie gemeente Renkum 2025De raad van de gemeente Renkum; gelezen het voorstel van het college van 4 december 2024;
gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet en Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening inwonersparticipatie gemeente Renkum 2025
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
-
a. inwonersparticipatie: het actief betrekken door het betreffende bestuursorgaan van inwoners, organisaties, bedrijven en andere betrokkenen bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid of projecten die impact hebben op inwoners. Daarnaast ook het aansluiten van de gemeente bij initiatieven van inwoners, organisaties, bedrijven en andere betrokkenen waarbij inwoners uit de omgeving worden betrokken en het initiatief impact heeft op de lokale gemeenschap;
-
b. inwoner: iedereen die ingeschreven staat in de BRP van gemeente Renkum;
-
c. college: college van burgemeester en wethouders van gemeente Renkum;
-
d. gemeente: gemeente Renkum;
-
e. beleidsvoornemen: voornemen van het college tot het vaststellen of wijzigen van beleid;
-
f. publieksinitiatief: initiatief met een met een overwegend maatschappelijke component van inwoners, organisaties, bedrijven of andere belanghebbenden;
Artikel 2. Doelstelling en reikwijdte
- 1.
Deze verordening beoogt de kwaliteit van democratische processen te vergroten, de samenwerking tussen gemeente, inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven en belanghebbenden te versterken en helderheid te scheppen over proces en rolverdeling.
- 2.
Deze verordening is niet van toepassing op beleidsvoornemens en voorgenomen besluiten waarvoor op grond van andere wet- en regelgeving een andere vorm van participatie of inspraak is voorgeschreven.
- 3.
Inwonersparticipatie wordt in beginsel toegepast:
- a.
als de wet daartoe verplicht;
- b.
wanneer het te verwachten is dat inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven en belanghebbenden in aanzienlijke mate geraakt zullen worden door het betreffende beleid, ofwel wanneer te verwachten is dat inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven of belanghebbenden over relevante ervaringskennis of inzichten beschikken die bruikbaar zijn bij de ontwikkeling van het beleid.
- c.
indien naar het oordeel van het college het publieksinitiatief bijdraagt aan de doelstellingen van het gemeentelijk beleid, en/of anderszins een positieve maatschappelijke bijdrage levert aan de lokale samenleving.
- a.
- 4.
Inwonersparticipatie wordt in beginsel niet toegepast:
- a.
als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
- b.
als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het college geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- c.
ten aanzien van een beleidsvoornemen dat uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op interne of organisatorische aangelegenheden van de gemeente;
- d.
dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
- e.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
- f.
als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;
- g.
als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.
- h.
Het college kan voor specifieke beleidsterreinen nadere regelingen treffen.
- a.
Hoofdstuk 2. Inwonersparticipatie
Artikel 3. Inwonersparticipatietraject
- 1.
Het college stelt bij de start van een proces voor de vaststelling van een visie, beleid, plan, programma of project vast of en op welke manier inwonersparticipatie wordt toegepast (met uitzondering van artikel 2, lid 4). Indien inwonersparticipatie wordt toegepast, neemt het college de volgende punten op in een participatieparagraaf in het voorstel aan het college:
- a.
doel van het inwonersparticipatietraject;
- b.
het niveau van inwonersparticipatie, waarbij een keuze wordt gemaakt uit informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren of meebeslissen;
- c.
wie de belanghebbenden zijn die deelnemen aan het inwonersparticipatietraject;
- d.
begroting van kosten en personele capaciteit;
- e.
participatiemethode die wordt toegepast.
- a.
- 2.
Inwoners kunnen meebeslissen over bepaalde aspecten en uitvoeringsdetails binnen de door het college vastgestelde kaders.
- 3.
De uiteindelijke formele vaststelling en toepassing van beleidsmaatregelen blijft te allen tijde de bevoegdheid van het college.
Artikel 4. Publieksinitiatieven
- 1.
Bij het opzetten van een publieksinitiatief, levert de initiatiefnemer een projectplan aan bij het college waarin de volgende punten zijn opgenomen:
- a.
beschrijving van het initiatief;
- b.
specifieke activiteiten die bij het initiatief horen en welke niet;
- c.
doelgroep waarvoor het initiatief bedoeld is, inclusief de grootte van deze groep;
- d.
het draagvlak voor het initiatief bij omwonenden, belanghebbenden of de betrokken inwoners;
- e.
status van het initiatief (nieuw of aansluitend bij een bestaand initiatief);
- f.
samenwerkingspartners die betrokken zijn;
- g.
criteria voor het succes van het initiatief, zoals bereik van mensen, duurzaamheid en verbinding met andere sectoren;
- h.
organisatiestructuur, inclusief wie in de organisatie zit, wie het aanspreekpunt is, wie welke taken uitvoert, en welke personen nog nodig zijn;
- i.
tijdspad van activiteiten;
- j.
begroting van kosten, beschikbare middelen en eventuele aanvullende inkomstenbronnen.
- a.
- 2.
Het college kan een publieksinitiatief ondersteunen door middel van:
- a.
de inzet van ambtelijke expertise, netwerken of ondersteuning.
- b.
het (eventueel tijdelijk) ter beschikking stellen van ruimtes of huisvesting;
- a.
- 3.
Het college kan afzien van ondersteuning van een publieksinitiatief als:
- a.
er sprake is van onvoldoende draagvlak voor het initiatief bij omwonenden, belanghebbenden of de betrokken inwoners;
- b.
het initiatief naar het oordeel van het college op financiële, juridische of praktische gronden niet haalbaar is;
- c.
het initiatief geen duidelijk maatschappelijk belang dient of niet bijdraagt aan een sociale, leefbare, veilige, duurzame leefomgeving binnen de gemeente Renkum;
- d.
het initiatief een politiek, religieus of commercieel karakter heeft;
- e.
het initiatief niet toegankelijk is voor iedereen die wilt komen;
- f.
het initiatief buiten de gemeentegrenzen plaatsvindt;
- g.
een onderwerp dat overwegend het privébelang van de indiener dient.
- a.
- 4.
Het college informeert de indieners van het publieksinitiatief over het besluit om wel of niet ondersteuning aan het publieksinitiatief te verlenen.
Artikel 5. Eindverslag participatie
- 1.
Ter afronding van het participatietraject bij het opstellen van nieuw beleid en het opstarten van nieuwe projecten, met als initiatiefnemer de gemeente, maakt het college een eindverslag op. Het eindverslag bevat in ieder geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde participatieprocedure op hoofdlijnen;
- b.
een weergave van de belangrijkste uitkomsten van het participatietraject;
- c.
de reactie van het college op deze uitkomsten en de wijze waarop het college de inbreng heeft benut bij de uitwerking van het beleidsvoorstel of uitvoeringsplan;
- a.
- 2.
Het college maakt het eindverslag via de planning en control cyclus openbaar.
- 3.
Het college brengt het eindverslag ter kennis van de gemeenteraad indien het participatie bij een raadsvoorstel betreft.
Hoofdstuk 3. Evaluatie en monitoring
Artikel 6. Evaluatie en monitoring
- 1.
De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per raadsperiode geëvalueerd. Het college zendt hiertoe een verslag aan de gemeenteraad.
- 2.
Ten behoeve van de evaluatie verzamelt het college systematisch informatie over de wijze waarop participatietrajecten zijn georganiseerd, het aantal betrokken inwoners, het resultaat van de participatie, de belangrijkste ervaringen en geleerde lessen en de werking van deze verordening.
Hoofdstuk 4. Slotbepalingen
Artikel 7. Overgangsbepaling
Op inspraakprocedures die voortvloeien uit besluiten genomen voor de inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van de in artikel 8 genoemde verordening van toepassing.
Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking op overheid.nl onder gelijktijdige intrekking van Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening).
-
2. Deze verordening eindigt op 31 december 2026.
-
3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening inwonersparticipatie gemeente Renkum 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 januari 2024
De raad van de gemeente Renkum
De voorzitter, A.M.J. (Agnes) Schaap
De griffier,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl