Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736107
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR736107/1
Uitvoerings & Handhavingsstrategie 2024-2027
Geldend van 28-02-2025 t/m heden
Intitulé
Uitvoerings & Handhavingsstrategie 2024-2027Inleiding
In het omgevingsrecht spelen vergunningverlening, toezicht en handhaving een cruciale rol voor gemeenten om de gezondheid, veiligheid en leefbaarheid te waarborgen. Dit geldt bijvoorbeeld bij bouw- en sloopactiviteiten, geluids- en geuroverlast, milieurisico's en brandveiligheid. De Uitvoerings- en Handhavingsstrategie van gemeente Aa en Hunze beschrijft de prioriteiten, doelen en gebruikte instrumenten, welke de basis vormen voor het jaarprogramma en jaarverslag.
Het vakgebied vergunningen, toezicht en handhaving binnen het omgevingsrecht is sterk in ontwikkeling. Wetswijzigingen volgen elkaar snel op en de invoering van de Omgevingswet heeft de werkwijze van de VTH-taken aanzienlijk veranderd. Daarom is de U&H-strategie een dynamisch document dat aangepast kan worden aan gewijzigde bestuurlijke inzichten of veranderende wet- en regelgeving.
De Omgevingswet vereist een integrale en transparante aanpak van vergunningverlening en handhaving. Hoewel de verplichting voor het vaststellen van de U&H-strategie alleen geldt voor de omgevingstaken, wordt het belang van een dergelijke strategie ook erkend voor andere taken binnen de fysieke leefomgeving, zoals openbare orde en veiligheid en specifieke bijzondere wetten.
De doelstellingen van de U&H-strategie zijn gebaseerd op probleemanalyse en risicoanalyse. Prioriteiten worden gesteld om de ambitie van de gemeente in overeenstemming te brengen met de beschikbare capaciteit, wat ook zorgt voor rechtsgelijkheid. Bovendien voldoet de strategie aan de wettelijke verplichtingen zoals vastgelegd in het Besluit Omgevingsrecht.
De U&H-strategie van de gemeente Aa en Hunze voldoet aan de eisen van de nieuwe Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking is getreden. Ondanks de invoering van de Omgevingswet blijven er enkele onduidelijkheden, zoals de implicaties van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Deze worden gaandeweg aangepakt op basis van opgedane ervaringen.
Milieutaken zijn volledig overgenomen door de Omgevingsdienst Drenthe (ODD), waarmee de gemeente een belangrijke stap heeft gezet richting een integrale en efficiënte uitvoering van het omgevingsrecht.
Het toezicht op brandveiligheid wordt uitgevoerd door de gemeente waarbij de Veiligheidsregio een adviserende rol heeft bij vergunningverlening.
1 Algemeen
1.1 Beleidscyclus
Binnen de Omgevingswet is aan het bevoegd gezag verplicht gesteld dat er een U&H-strategie moet worden vastgesteld. Deze strategie geldt voor meerdere jaren1.
Naast een meerjarige strategie dienen jaarprogramma’s en jaarverslagen die bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen uit de meerjarige strategie te worden opgesteld. Deze beleidscyclus staat bekend als de ‘BIG 8’2-cyclus. Aan de hand van de ‘BIG 8’ zijn de volgende zeven stappen in het beleidsproces te onderscheiden:
Strategisch beleidskader
Bij het opstellen van deze strategie wordt aangesloten bij de begroting en het Integrale Veiligheidsbeleid. De strategie is gebaseerd op een probleem- en risicoanalyse en bevat onder meer doelen, strategieën en afspraken over samenwerking. De periode waarop de strategie betrekking heeft, is niet voorgeschreven. In deze U&H-strategie wordt voor de lokale beleidstaken gekozen voor een periode van 4 jaar.
Operationeel beleidskader
Het jaarlijks op te stellen jaarprogramma laat zien hoe we onze beschikbare capaciteit en middelen gebruiken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het geeft aan welke doelen we willen bereiken en welke gegevens we moeten bijhouden om te controleren of we deze doelen halen.
Monitoring en evaluatie
Aan de hand van het jaarverslag beoordelen we of ons beleid efficiënt en effectief is en waar we, zo nodig, aanpassingen moeten maken.
Deze U&H strategie gaat over 2 onderdelen van de BIG-8 cyclus: het strategische en operationele beleidskader, welke in de hoofdstukken 2 en 3 de orde komen en bevat o.a.:
- •
de visie en doelstellingen met betrekking tot de U&H taken,
- •
beleidsdoelstellingen voor vergunningverlening en toezicht en handhaving,
- •
de kaders die worden toegepast bij vergunningverlening en toezicht en handhaving.
1.2 Afbakening
Onze Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (U&H) biedt een integraal kader voor vergunningverlening, toezicht en handhaving in de fysieke leefomgeving, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, evenementen en milieu.
De milieutaken en de advisering over brandveiligheid worden door de ODD en de Veiligheidsregio Drenthe uitgevoerd. Het beleid hiervan is in deze U&H-strategie opgenomen.
Kaders
Dit document heeft geen betrekking op de VTH-taken op het gebied van sociale wetgeving, leerplicht, belastingen en heffingen uit de bevolkingsadministratie.
Deze U&H-strategie geldt voor de periode 2024-2028 en vervangt daarmee Integraal Beleid Vergunningen, Toezicht en Handhaving gemeente Aa en Hunze 2018-2022. Dit beleid was verlengd tot een half jaar na invoering van de Omgevingswet.
De Omgevings Dienst Drenthe (ODD) heeft een eigen verplichting om een U&H-strategie vast te stellen voor haar eigen taken. De ODD heeft haar U&H-strategie vastgesteld voor de periode 2023-2027, deze is als bijlage bij dit document gevoegd.
De Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO) is door de gemeente vastgesteld.
Integraal Veiligheidsbeleid (IVB)
Elke vier jaar maakt de gemeente een integraal veiligheidsbeleid (IVB). Het plan bevat de visie, veiligheidsanalyse, beleidsprioriteiten, hoofdlijnen van de aanpak en de samenwerkingsafspraken met de partners op het gebied van veiligheid. Ten tijde van dit schrijven, is het IVB voor de komende 4 jaar vastgesteld door de gemeenteraad.
1.3 Terugblik
Uit zelfanalyse en beoordelingen van het Interbestuurlijk toezicht van de provincie Drenthe, blijkt dat we zowel de beleids- als uitvoeringscyclus volledig doorlopen. Gelijktijdig merken we daarbij op dat de cycli in de praktijk nog niet soepel op elkaar ingrijpen en harmonieus draaien. Onderdelen van de cyclus staan soms nog (te) los van elkaar. De komende periode zetten we in op het gericht doorlopen van de beleids- en uitvoeringscyclus.
1.4 Vooruitblik
Ook de komende jaren komen er ontwikkelingen en opgaven op de gemeente af met een ruimtelijke impact. Dit vraagt om integrale strategische afwegingen en het maken van keuzes (hoe willen we onze fysieke leefomgeving inrichten, benutten en beschermen).
Omgevingsvisie
Met het ingaan van de Omgevingswet is de gemeente verplicht om binnen drie jaar een Omgevingsvisie op te stellen. De Omgevingsvisie is een strategische visie voor een lange termijn voor de gehele fysieke leemomgeving. In de Omgevingsvisie wordt over het hele grondgebied van de gemeente Aa en Hunze de ambities en beleidsdoeleinden voor de fysieke leefomgeving voor de langere termijn vastgesteld.
Omgevingsplan
De keuzes die gemaakt worden in de Omgevingsvisie, worden uitgewerkt in een Omgevingsplan. Hierin zegt de gemeente hoe zij het leefgebied wil ontwikkelen en beschermen. Het Omgevingsplan vormt het basisgereedschap voor vergunningverleners en dient uiterlijk in 2032 klaar te zijn.
Kruimelregeling
De kruimelregeling is een bijzondere regeling voor veelvoorkomende buitenplanse vrijstellingen die in de Wabo en de Bor stonden. In de Omgevingswet is dit komen te vervallen en wordt dit behandeld zoals andere Buitenplanse Omgevingsplanactiviteiten (BOPA’s).
Het college heeft een facetbestemmingsplan vastgesteld waarin een groot deel van de kruimelregeling is opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat er veel, langdurige BOPA-aanvragen worden ingediend.
In de toekomst kan de gemeente er nog voor kiezen om een lichtere toetsingscategorie op te nemen in het Omgevingsplan.
De vergunningen knip
Onder de Omgevingswet wordt een vergunning voor bouwactiviteiten in tweeën gesplitst:
- 1.
een vergunning met het oog op de gemeentelijke regels voor de leefomgeving in het Omgevingsplan (het ruimtelijke deel) en
- 2.
een vergunning met het oog op de technische regels voor een bouwwerk (het bouwtechnische deel).
Bij de activiteit van het Omgevingsplan draait het vooral om het beoordelen van zaken zoals uiterlijk, ruimtelijke aspecten, veranderingen aan monumenten en archeologie. Deze scheiding heeft invloed op of iets wel of niet zonder vergunning mag plaatsvinden, omdat de beoordelingscriteria voor bouwactiviteiten en omgevingsplanactiviteiten verschillen.
In artikel 5.1 lid 1 Omgevingswet staat dat een omgevingsplanactiviteit vergunningsplichtig is, tenzij het gaat om een bij AMvB aangewezen activiteit die vergunningsvrij is gemaakt.
Voor de bouwactiviteit (aan de andere kant van de ‘knip’) hebben de Omgevingswet en het daarbij behorende Besluit bouwwerken leefomgeving het anders geregeld. Daarin staat dat bouwen in principe vergunningsvrij is, behalve als in de AMvB staat dat er voor die specifieke activiteit een vergunning nodig is. Wel moeten alle vergunningsvrije, meldingsplichtige en vergunningsplichtige bouwwerken voldoen aan de technische eisen uit het Bbl (wat voorheen in het Bouwbesluit staat).
Vergunningsvrije bouwwerken (BBL)
Onder de Omgevingswet zijn de regels voor het technisch vergunningsvrij bouwen veranderd. Er is sprake van een aanzienlijke verruiming, waardoor voor activiteiten geen bouwtechnische vergunning meer hoeft te worden aangevraagd. Dit houdt in dat een groter deel van het gemeentelijk bouwvolume zonder vergunning voor de technische bouwaspecten tot stand komt, maar dat dit bouwvolume wel dient te voldoen aan de daaraan gestelde technische regelgeving en voorwaarden.
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (BBL), de opvolger van het Bouwbesluit, is nog steeds van toepassing voor vergunningsvrij te bouwen bouwwerken. Daarnaast krijgt de gemeente ook meer regie over een deel van het vergunningsvrij maken van de ruimtelijke regels voor bouwwerken. Zij kan dit regelen in het Omgevingsplan.
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
De invoering van de Omgevingswet kan een grotere rol voor toezicht en handhaving betekenen door minder vergunningen en meer toetsing achteraf. Sinds 1 januari 2024 wordt de Wkb geleidelijk ingevoerd, waarbij private kwaliteitsborgers een groot deel van het toezicht op zich nemen. Gemeenten zullen controleren op onafhankelijke kwaliteitsborging en de risicobeoordeling van bouwwerken, zonder het werk van de kwaliteitsborger over te doen.
Het bevoegd gezag blijft verantwoordelijk voor handhaving en naleving van de Omgevingswet, maar de impact op toezichtstaken blijft onzeker. Het is essentieel om voldoende capaciteit en expertise te behouden. De Wkb zal aanvankelijk gelden voor bouwwerken met minder risico's in gevolgklasse 1 en later mogelijk voor verbouwingen na een positieve invoeringstoets.
Het nieuwe stelsel wordt jaarlijks gemonitord en in 2027 geëvalueerd door de minister van Binnenlandse Zaken. Evaluatie en monitoring zijn bedoeld om de werking en kosten van de Wkb te beoordelen en indien nodig bij te sturen. De uitkomst hiervan zal invloed hebben op de verdere invoering voor gevolgklassen 2 en 3.
Wet goed Verhuurderschap
De Wet goed verhuurderschap, die van kracht is sinds 1 januari 2024, is bedoeld om ongewenste verhuurpraktijken te voorkomen en tegengaan Daarnaast is deze bedoeld om woningzoekenden, huurders en arbeidsmigranten te beschermen. De wet stelt regels over financiële zaken, over schriftelijke informatie die huurders van hun verhuurder moeten ontvangen, en over hoe een verhuurder zich hoort te gedragen.
Een belangrijk onderdeel van deze wet is de verplichte instelling van een meldpunt per gemeente. Sinds 1 januari 2024 heeft elke gemeente een meldpunt voor huurders met klachten of vragen over de regels uit de Wet goed verhuurderschap. Daarnaast kunnen woningzoekenden bij dit meldpunt terecht. Inwoners worden door de gemeente begeleid bij het vinden van de juiste instantie die hen verder kan helpen. De gemeente kan eventueel verder onderzoek doen en bijvoorbeeld in gesprek gaan met de verhuurder of handhaven. De gemeente heeft een dergelijk meldpunt en voldoet hierbij aan de wettelijke verplichting.
Wonen
De woningbouwopgave is een opgave die in de spotlight staat. Er is een forse woningbehoefte bij met name jongeren en senioren. Naast deze vraag is er de opgave rondom het huisvesten van statushouders. Het doel is om de komende jaren plannen te maken voor 1040 woningen om tot 2031 concreet 830 woningen toe te kunnen voegen. De programmering is ruimer omdat er rekening gehouden wordt met een percentage planuitval en -vertraging.
Duurzaamheid
Duurzaamheid heeft als begrip een belangrijke plaats gekregen in hoe de leefomgeving wordt ingericht. Ontwikkelingen gaan snel en raken vele beleidsterreinen waaronder die van vergunningverlening en toezicht en handhaving.
Arbeidsmarkt
De huidige arbeidsmarkt is krap waardoor het moeilijk is vacatures te vervullen of vervanging bij ziekte te vinden.
Landelijke ontwikkelingen
Ten tijde van dit schrijven wordt Nederland geregeerd door een demissionair kabinet. Met de komst van een nieuw kabinet kunnen ontwikkelingen in gang gezet worden die om een aanpassing vragen van deze U&H strategie.
2. Omgevingsanalyse
Een omgevingsanalyse identificeert kenmerken, problemen en risico's van de gemeente, waardoor prioriteiten gesteld kunnen worden voor de uitvoering van VTH-taken. Het vormt de basis voor het jaarlijkse programma en omvat een gebiedsanalyse, probleemanalyse en risicoanalyse. De gebiedsbeschrijving geeft inzicht in de gemeentelijke kenmerken, terwijl de probleemanalyse de VTH-gerelateerde problemen samenvat. De risicoanalyse beoordeelt de ernst en kans van optreden van risico’s. De resultaten van de analyses zijn hierna beschreven.
Gebiedsanalyse
Aa en Hunze kenmerkt zich door 35 mooie dorpen in een aantrekkelijk gebied. Er zijn sterke sociale verbanden, een gevoel van geborgenheid en saamhorigheid. Aa en Hunze heeft een relatief klein aantal jongeren en relatief veel ouderen. De gemeente kent een hoog aandeel koopwoningen en een relatief hoge WOZ-waarde. Een ruime meerderheid van de inwoners werkt in de omliggende regio. De banen in de gemeente zijn met name te vinden in de sectoren landbouw, recreatie en zorg.
Probleemanalyse
De gemeente is relatief dunbevolkt en er vindt relatief weinig toezicht plaats. Zo hebben we als gemeente beperkt zicht op ge- en verbouwingen zonder, of in strijd met, een vergunning, gebruik van gebouwen in strijd met het bestemmingsplan en illegale boomkap. Ook is de kans reëel dat er ondermijnende activiteiten plaatsvinden waar geen zicht op is.
Risicoanalyse VTH
Na gebieds- en probleemanalyses volgt de risicoanalyse, essentieel voor doelen en prioriteiten in de U&H-strategie. We hanteren een kwalitatieve risicomethode, gebaseerd op het DBC-model3, voor ons programma. Input is verkregen via experts en gezamenlijke sessies. De bijlage biedt een gedetailleerd overzicht van resultaten. Beleidsvorming vereist prioriteiten; de risicoanalyse bepaalt personele en materiële middelen op basis van lokale risico's.
Het effect van de risicomatrix voor handhavingsverzoeken
De gemeente is verplicht om tegen een overtreding handhavend op te treden, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Van dit laatste is sprake indien er een concreet zicht op legalisatie of handhavend optreden onevenredig is. Op basis van de risicomatrix pakken we hoog en zeer hoog geprioriteerde zaken op eigen initiatief op en laag geprioriteerde zaken alleen indien er sprake is van een handhavingsverzoek. Indien de overtreding valt onder het gemiddelde risico zullen we het verzoek op basis van de capaciteit oppakken.
3 Visie en uitgangspunten
Dit hoofdstuk beschrijft de visie op onze uitvoering van VTH-taken en benoemt de bijbehorende uitgangspunten voor de gemeente Aa en Hunze.
3.1 Visie op de U&H-strategie
De gemeente Aa en Hunze heeft de ambitie om meer te besturen vanuit co-creatie.
Als gemeente creëren wij de voorwaarden waarbinnen partners optimaal kunnen opereren. Waar mogelijk gaan we een stap verder, de samenleving is meer en meer zelf aan zet. De gemeente stuurt aan op het maken van scherpe keuzes en het zichtbaar maken van veranderingen in de praktijk.
De gemeente staat open voor creatieve ideeën en functiecombinaties, met name ook in leegstaande panden. Wellicht ontstaan er zo nieuwe combinaties van bijvoorbeeld zorg en wonen en zorg, wonen en recreatie. Daar waar het gaat om ruimtelijke ingrepen (uitbouw, nieuwbouw, al dan niet tijdelijk) is de landschappelijke inpassing van belang.
Daarnaast zien we toezicht en handhaving als een organisatiebrede opdracht. Vanuit de eigen expertise kunnen medewerkers in gesprek gaan met inwoners om tot oplossingen te komen.
Wanneer inwoners willens en wetens in overtreding blijven, starten wij een bestuursrechtelijk handhavingstraject en/of vragen wij de politie handhavend op te treden vanuit het Strafrecht.
3.2 Algemene uitgangspunten
Bij het uitvoeren van onze VTH-taken hanteren we de volgende uitgangspunten:
Handelen in de geest van de Omgevingswet
Indien mogelijk werken we met een oplossingsgerichte in plaats van procedure gerichte aanpak en houding. Dit doen we door steeds de vraag te stellen: ‘Hoe kan het wel?’. Voor vergunningverlening betekent dit dat binnen wettelijke en eigen beleidsmatige kaders met de initiatiefnemer wordt meegedacht om eventuele belemmeringen weg te nemen. Dit vanuit de Omgevingswet gedachte van ‘Nee, tenzij’ naar ‘Ja, mits’.
Communicatie en menselijke maat
Het succes van vergunningverlening, toezicht en handhaving hangt af van effectieve communicatie en respectvolle interactie met bewoners en gebruikers. Persoonlijke, directe en actieve communicatie houdt de lijnen kort en vermindert misverstanden. Toezichthouders streven naar een benadering die begrip en oplossingsbereidheid stimuleert, maar moeten daarnaast omgaan met agressie. Communicatie is essentieel voor veiligheid en naleving en dient als integraal onderdeel van het handhavingsproces. We streven naar participatie van burgers en bedrijven en zoeken naar oplossingen met respect voor alle belangen, met een 'zacht waar het kan, hard waar het moet'-aanpak. Dit bevordert een betrouwbare, transparante en effectieve handhaving, waarbij we streven naar zo min mogelijk handhavingstrajecten en een rechtmatige overheid.
Risico en informatie gestuurd werken
Het beoordelen van vergunningsaanvragen en meldingen vindt risicogericht plaats. Dit wil zeggen dat er steeds wordt gekeken naar waar de risico’s zich bevinden en dat op basis daarvan een beoordeling plaatsvindt. Bij de beoordeling wordt gekeken waar mogelijk winst valt te behalen op het gebied van veiligheid, duurzaamheid en/of leefbaarheid.
Ook toezicht en handhaving vindt risico- en informatiegestuurd plaats. De inzet van de dagelijkse werkzaamheden in de openbare ruimte is gebaseerd op de gemeentelijke informatiepositie. Deze komt tot stand door informatie van meldingen van inwoners, informatie van partners en informatie uit eigen waarnemingen.
Eigen verantwoordelijkheid en de terugtredende overheid
We stimuleren de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven voor naleving van de wet- en regelgeving. In de omgang met de inwoners gaat we ervan uit, dat zij zich uit eigen beweging aan de regels houden en dat bedrijven verantwoordelijk ondernemen. We stimuleren dit door burgerparticipatie te vergroten en bij handhaving maatwerk toe te passen.
Voldoende kennis en een professionele organisatie
Voor de VTH-taken die onder de verantwoordelijkheid van het college vallen, is er een zorgplicht om een goede kwaliteit van de uitvoering te waarborgen. Door het Interbestuurlijk Toezicht van de provincie Drenthe wordt hierop toezicht gehouden.
Om te voldoen aan het verplichte kwaliteitsniveau van de VTH-taken die de ODD uitvoert, is in 2016 een Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving vastgesteld.
Deze verordening zal in 2024 herzien worden i.v.m. de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
4 Strategische doelstellingen
In onze U&H-strategie baseren we prioriteiten op de inschatting van risico's voor de leefomgeving. We benadrukken problemen/overtredingen met hoge prioriteit en plegen minder inzet op die met lagere prioriteit. De afweging van de verschillende prioriteiten vind u terug als risicomatrix in de bijlagen. In onderstaand schema is weergegeven welke inzet er gepleegd wordt op de verschillende, gestelde prioriteiten.
Naast risico's uit de analyse, beïnvloeden landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen, bestuurlijke prioriteiten en beleidsdoelen onze acties. Deze worden jaarlijks uitgewerkt in uitvoeringsprogramma's.
Prioriteit |
Mate van VTH inzet |
|
Zeer Hoog |
Proactief |
|
Hoog |
Actief |
|
Gemiddeld |
Regulier (actief en/of passief) |
|
Laag |
Passief |
|
Toezicht&Handhaving
Op grond van de risicomatrix geven we zeer hoge prioriteit en plegen we daarmee een proactieve inzet aan de volgende onderwerpen:
- •
bouwen zonder, of in strijd met, de omgevingsvergunning
- •
strijdig gebruik
- •
illegale kap van bomen
- •
ondermijning
Een omgevingsvergunning heeft tot doel te zorgen voor constructief veilige bouwwerken waarbij het bouwwerk zich qua uiterlijk en functie goed verhoudt tot haar omgeving. We gaan hier actief toezicht op houden en handhaven daar waar nodig. Hierbij houden we rekening met de rol van private partijen in het kader van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
In het Omgevingsplan geven we aan welk gebruik, waar mogelijk is en waar een vergunning voor nodig is. Wanneer er sprake is van strijdig gebruik, gaan we hier actief op toezien en, indien nodig, handhaven.
De gemeente is een groene gemeente waar recreatie aantrekkelijk en belangrijk is. We zetten in op het behoud hiervan, waarbij we extra oog hebben voor het behoud van monumentale bomen.
Binnen het VTH-takenpakket nemen de taken op het gebied van integrale veiligheid en het tegengaan van ondermijnende activiteiten een steeds grotere rol in. De bevoegdheden van de burgemeester zijn de laatste jaren uitgebreid om naast het strafrecht ook effectief bestuursrechtelijk op te kunnen treden. Georganiseerde criminaliteit is vaak niet direct zichtbaar, maar heeft een schadelijk effect op de samenleving. We werken samen met politie, Openbaar Ministerie, RIEC en andere partners en zetten toezicht en handhaving in om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. In de Drentse Aanpak Ondermijning werken we samen met provincie, waterschappen en de overige 11 Drentse gemeenten.
Vergunningverlening
Van de overheid wordt verwacht dat deze een visie heeft op en een integrale benadering van vergunningverlening. De Omgevingswet voorziet in een omgeving waarin voor meerdere omgevingsplanactiviteiten slechts één aanvraag ingediend hoeft te worden. Op basis van de kwaliteitscriteria moet het vergunningverlenend bevoegd gezag handelen op grond van een strategie voor het beoordelen en beslissen over een omgevingsvergunning. In dit beleid wordt vastgelegd wat de basiswerkwijze bij vergunningverlening is. De strategie wordt verder uitgewerkt in processen, werkafspraken en het vergunningenregistratiesysteem.
Het doel van vergunningverlening is het mogelijk maken van activiteiten welke zijn verboden door de wet-en regelgeving, met daaraan verbonden voorwaarden, zodat het doel van de betreffende wet- en regelgeving wordt beschermd of zelfs versterkt. De inwerkingtreding van de Omgevingswet zorgt voor de volgende wijzigingen:
- •
De Omgevingswet stimuleert participatie en voor sommige aanvragen kan een participatieverplichting voor initiatiefnemers worden gesteld;
- •
veel vergunningprocedures dienen afgehandeld te worden in 8 weken;
- •
het in een vroegtijdig stadium betrekken van de initiatiefnemers, belanghebbende(n) en ketenpartners is daarbij cruciaal;
- •
er dient een integrale afweging in samenwerking met de ketenpartners mogelijk zijn gemaakt om de termijnen te kunnen halen.
Vertaald naar de praktijk stellen we de volgende doelen:
- •
We werken conform de aangepaste werkwijzen en processen van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
Dit betekent dat we ons inzetten om te voldoen aan de vereisten en voorschriften van zowel de Omgevingswet als de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Dit houdt in dat we onze interne procedures en manier van werken aanpassen en uitvoeren in overeenstemming met de bepalingen van deze wetten. Het doel is om te zorgen dat alle werkwijzen en processen binnen de organisatie in lijn zijn met de nieuwe wetgeving op het gebied van de leefomgeving en de kwaliteitsborging in de bouwsector. Dit kan onder meer inhouden dat we nieuwe regels en voorschriften implementeren en interne processen aanpassen om te voldoen aan de wetgeving en zo de naleving ervan te waarborgen.
- •
Bij vergunningverlening staat dienstverlening centraal
Goede communicatie, bereikbaarheid en kwaliteit zijn daarbij onontbeerlijk. Informatie met betrekking tot vergunningen verstrekken wij via de balie, telefoon, gemeentelijke website en Overheid.nl. We stellen ons proactief op en proberen vanuit een klantgerichte houding de gewenste activiteit mogelijk te maken. Door in gesprek te gaan met de aanvrager wordt getracht om te komen tot een tijdige, volledige en vergunbare aanvraag. Daarnaast doen we dit door eenvoudige initiatieven te beoordelen vanuit mogelijkheden en oplossingen.
- •
De uitgangspunten van de Omgevingswet worden in praktijk gebracht
Dit betekent dat het antwoord op een (aan)vraag in eerste aanleg: ‘ja, mits’ is. De vergunningverlener bekijkt vanuit zijn of haar vakkennis hoe dit mogelijk gemaakt kan worden. Bij de beoordeling van de vraag wordt tevens beoordeeld wat het effect van de activiteit is op de omgeving en hoe dit zich verhoudt tot de belangen van omwonenden. Hierbij is samenwerking met de initiatiefnemer en ketenpartners nodig om gewenste activiteiten mogelijk te maken. Van de initiatiefnemer verwachten wij in elk geval dat er voorafgaand aan een formele aanvraag overleg is gevoerd met belanghebbenden (participatie).
- •
De doorlooptijd wordt zo kort mogelijk gehouden
De doorlooptijd is afhankelijk van het soort verzoek en de daarbij behorende procedure en wordt zo kort mogelijk gehouden.
5 Organisatie en middelen
Onze organisatie is zodanig ingericht dat een adequate en effectieve uitvoering van de VTH-taken gewaarborgd is en de mogelijkheid blijft om aan te passen. Hiervoor zijn ten minste geborgd:
- –
personeelsformatie, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;
- –
scheiding ten aanzien van vergunningverlening en toezicht & handhaving;
- –
financiële middelen.
5.1 Organisatie
Bestuurlijke organisatie
Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) en stelt de U&H-strategie vast. Het college beoordeelt vergunningaanvragen en treedt indien nodig handhavend op volgens bestuursrecht.
Hoewel de uitvoering van milieutaken bij de Omgevingsdienst is ondergebracht, blijft het college het bevoegde gezag.
Met betrekking tot vergunningaanvragen voor evenementen is de burgemeester, als zelfstandig bestuursorgaan, het bevoegde gezag.
De portefeuillehouders vergunningverlening en toezicht & handhaving zorgen voor afstemming op bestuurlijk niveau voor effectief optreden richting burgers, bedrijven en overheden. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de uitvoering van de U&H-strategie binnen de vastgestelde visie en uitgangspunten.
De gemeenteraad stelt omgevingsplannen en verordeningen vast en heeft in sommige gevallen adviesrecht bij vergunningverlening.
Ambtelijke organisatie
De VTH-taken in de bouw- en ruimtelijke ordening worden uitgevoerd door medewerkers van het team Ruimtelijk Beleid en het team Backoffice. Daarnaast voeren andere organisatieonderdelen ondersteunende taken uit, zoals financiële diensten (zoals legesheffing en facturering), juridische diensten (zoals de bezwaarschriftencommissie) en administratieve diensten (zoals centrale registratie).
Afstemming bestuur en ambtelijke organisatie
Er is regelmatig overleg tussen de portefeuillehouder en de ambtelijke organisatie. In deze overleggen komen zo nodig individuele handhavingszaken aan de orde en wordt gesproken over ontwikkelingen op het gebied van het omgevingsrecht. Bestuurlijk gevoelige handhavingszaken worden vooraf met de portefeuillehouder afgestemd. Daarnaast vindt periodiek overleg plaats over de uitvoering van VTH-taken bij de ODD.
Ketenpartners
Bij de uitvoering van de VTH-taken zijn verschillende ketenpartners betrokken. Zo is de advisering over brandveiligheid belegd bij de VRD. Alle milieutaken zijn belegd bij de ODD. Daarnaast worden waar nodig andere partners betrokken bij de uitvoering, onder andere het waterschap, Arbeidsinspectie, WPDA4, de provincie Drenthe, de politie en het Openbaar Ministerie, de NVWA5, Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, andere gemeenten, woningcorporaties en belangenverenigingen.
Er vinden overleggen plaats waarbij zowel diverse teams binnen de gemeente als externe partners deelnemen. Voorbeelden van dergelijke overleggen zijn de overleggen die betrekking hebben op horeca of evenementen, of het regionaal handhavingsoverleg en het VTH-overleg tussen Noord-Drentse gemeenten.
De gemeente heeft een regiefunctie bij uitvoering van VTH-taken en heeft een belangrijke rol bij een goede uitwisseling van informatie tussen de verschillende overheidsorganisaties. Voor de ketenpartners aan wie uitvoering van VTH-taken is opgedragen, blijft de gemeente het bevoegd gezag en is verantwoordelijk voor het opstellen van de U&H-strategie. De ketenpartners voeren de VTH-taken uit conform de U&H-strategie en leggen hierover verantwoording af aan de gemeente.
5.2 Middelen
De kosten voor U&H-taken omvatten voornamelijk personeelskosten, bijdragen aan de ODD en VRD, en andere uitgaven zoals licenties en externe advieskosten. Legesinkomsten moeten de kosten op lange termijn niet overschrijden, maar niet alle taken kunnen hiermee gedekt worden. Milieu-uitvoering, bezwaarprocedures en toezicht op bestaande gebouwen zijn uitgesloten.
Het huidige VTH-budget en formatie zijn het startpunt voor het college. Als de taak verandert, bijvoorbeeld door wetgeving, worden de financiële effecten opgenomen in de begroting. De financiële kaders worden vastgelegd in de begroting die aan de raad wordt voorgelegd. De uitvoering gebeurt binnen deze kaders en wordt vastgelegd in jaarprogramma's.
6 Bijlagen
Risicomatrix 2024
U&H Strategie RUDD
Ondertekening
Noot
2BIG 8 staat voor een samenhangend geheel van een beleidsvormende cyclus en een uitvoerende cyclus.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl