Beleidsregel Oekraïense ontheemden in gemeentelijke opvangvoorzieningen gemeente Utrecht

1. Deze beleidsregel verstaat onder

• •

  College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

• •

  Huishoudelijk reglement: het reglement als bedoeld in art 6, derde lid,van de Regeling;

• •

  Huisregels: Aanvullende regels die gelden voor een specifieke opvangvoorziening, opgesteld door het locatiemanagement waarin op de locatie toegesneden praktische regels en omgangsvormen worden gesteld. Huisregels per locatie zijn een bijlage bij en nadere uitwerking van het Huishoudelijk reglement;

• •

  Locatiemanagement: De partij die namens de gemeente verantwoordelijk is voor toezicht, beheer en de sociale en fysieke veiligheid in een opvangvoorziening en voor de naleving van huisregels en het huishoudelijk reglement;

• •

  Regeling: Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

2. Overige begrippen in deze beleidsregels hebben dezelfde betekenis zoals bepaald in de Regeling.

1. Het college bepaalt de opvangvoorziening die de ontheemde wordt aangeboden. Criteria bij (ver)plaatsing zijn, in volgorde van relatief belang:

• a.

  Er is sprake van bijzondere omstandigheden of urgentie, bijvoorbeeld vanwege (on)veiligheid, kwetsbaarheid of overlast.

• b.

  Een zo optimaal mogelijke benutting van de schaarse beschikbare opvangcapaciteit

• c.

  Gezinnen/huishoudens zo veel mogelijk bij elkaar houden

• d.

  Privacy gezinnen met minderjarigen

• e.

  Privacy overige ontheemden

• f.

  Beperken verhuisbewegingen gezinnen met schoolgaande kinderen

• g.

  Beperken verhuisbewegingen overige ontheemden

• h.

  Individuele wensen en voorkeuren van ontheemden, voor zover redelijk, billijk en passend binnen de algemene kaders die voor de opvang gelden, dit ter beoordeling van het college.

2. Het delen van slaapvertrekken met meerdere huishoudens of reisgezelschappen kan noodzakelijk zijn i.v.m. de efficiënte benutting van gerealiseerde opvangplekken.

3. Het College heeft op grond van artikel 9, eerste lid, van de Regeling de bevoegdheid om een ontheemde in de gemeentelijke opvang over te plaatsen naar een andere opvangvoorziening binnen de gemeente, indien dit in het belang van de openbare orde of de veiligheid van andere ontheemden noodzakelijk wordt geacht.

1. Een ontheemde mag maximaal 28 dagen per kalenderjaar afwezig zijn van de gemeentelijke opvangvoorziening.

2. Elk verblijf elders wordt door de ontheemde schriftelijk doorgegeven aan het Locatiemanagement. Hieraan kunnen in het Huishoudelijk reglement en in Huisregels per locatie nadere eisen worden verbonden.

3. Bij afwezigheid langer dan 28 dagen per kalenderjaar wordt het bed vrijgegeven en de eventuele verstrekking van leefgeld beëindigd.

4. Wanneer de ontheemde de afwezigheid niet vooraf meldt, waarschuwt het Locatiemanagement maximaal twee keer schriftelijk. Na een derde overtreding wordt het College gevraagd het besluit te nemen om het bed van de ontheemde vrij te geven en leefgeld te beëindigen.

5. Het College kan in speciale gevallen afwijken van leden 1, 2, 3 en 4 als dit naar het oordeel van het College zou leiden tot onredelijke of onacceptabele situaties.

1. Op basis van artikel 4 van de Regeling beëindigt het College de opvang indien sprake is van een of meer van de volgende omstandigheden:

• a.

  buiten de gemeente wordt in opvang voorzien, of;

• b.

  de ontheemde verblijft in detentie, of;

• c.

  de ontheemde heeft de Nederlandse nationaliteit, of;

• d.

  door de Minister belast met de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 is geoordeeld dat betrokkene tijdelijke bescherming wordt geweigerd vanwege het bepaalde in artikel 28 van de Richtlijn. bijvoorbeeld indien de ontheemde oorlogsmisdaden/of en misdaden tegen de menselijkheid heeft gepleegd.

1. Het College kan één of meer maatregelen nemen bij geweldpleging of het overtreden van de huisregels door Oekraïense ontheemden in de gemeentelijke opvang op grond van artikel 7, eerste lid, van de Regeling.

2. De maatregelen die op grond van artikel 7, eerste lid, van de regeling kunnen worden toegepast, bestaan uit:

• a.

  het geheel of gedeeltelijk intrekken van leefgeld;

• b.

  beperken van deelname aan recreatieve of educatieve activiteiten;

• c.

  tijdelijke ontzegging van toegang tot de opvangvoorziening

• d.

  bij herhaalde ernstige gevallen het volledig beëindigen van de opvang in Utrecht

3. Het intrekken of beperken van leefgeld is mogelijk vanaf de eerste dag van de maand na de genomen maatregel. Hierbij wordt aangesloten bij de peildatum zoals beschreven in artikel 7, tweede lid, van de regeling.

4. De maatregelen in lid 2 worden schriftelijk opgelegd en beëindigd door het College en aan de ontheemde bekendgemaakt door overhandiging aan de ontheemde.