Beleidsregel nazorg stortplaatsen en baggerdepots provincie Zuid-Holland 2025

Geldend van 27-02-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel nazorg stortplaatsen en baggerdepots provincie Zuid-Holland 2025

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

gelet op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht, paragraaf 8.2 van de Wet milieubeheer en artikel 4 van de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen Zuid-Holland 2022;

overwegende dat sinds de inwerkingtreding van de nazorgbepalingen voor stortplaatsen in paragraaf 8.2 van de Wet milieubeheer door het Interprovinciaal Overleg (IPO) een kader is ontwikkeld dat door de provincies wordt gebruikt bij de beoordeling van nazorgplannen voor de stortplaatsen en baggerdepots;

overwegende dat met dit kader mede beoogd wordt de werkzaamheden van de colleges van gedeputeerde staten ten aanzien van de beoordeling van nazorgplannen en de sluiting van stortplaatsen op grond van de Wet milieubeheer te ondersteunen, af te stemmen en te harmoniseren, waardoor de volledigheid en gelijke behandeling van exploitanten van stortplaatsen met betrekking tot de nazorgplannen en sluitingsverklaringen worden gewaarborgd;

overwegende dat in interprovinciaal verband een actualisatie heeft plaatsgevonden van dit kader;

overwegende dat bij de ontwikkeling en actualisatie van dit kader naast een ambtelijke vertegenwoordiging van provincies ook een vertegenwoordiging van exploitanten van stortplaatsen betrokken is geweest;

Besluiten:

  • I.

    vast te stellen de Beleidsregel nazorg stortplaatsen en baggerdepots provincie Zuid-Holland 2025;

  • II.

    in te trekken het besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 4 april 2017, kenmerk PZH-2017-578142032 (DOS-2016-0010111), tot vaststelling van de geactualiseerde landelijke IPO-checklists voor stortplaatsen en baggerdepots van 2014 (Provinciaal Blad 2017, 1757).

Beleidsregel nazorg stortplaatsen en baggerdepots provincie Zuid-Holland 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel en de bijlage wordt verstaan onder:

  • -

    baggerspeciestortplaats: stortplaats uitsluitend bestemd voor het storten van baggerspecie als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bodemkwaliteit;

  • -

    Checklist 2022 baggerdepots: “IPO-checklist nazorgplannen baggerdepots” van 31 oktober 2022;

  • -

    Checklist 2022 stortplaatsen: “IPO-checklist nazorgplannen stortplaatsen” van 31 oktober 2022;

  • -

    doelvermogen: vermogen als bedoeld in artikel 1 van de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen Zuid-Holland 2022;

  • -

    nazorgplan: nazorgplan als bedoeld in artikel 8.49, derde lid, van de Wet milieubeheer;

  • -

    Rekenmodel RINAS: Rekenmodel IPO Nazorgkosten Stortplaatsen (RINAS) versie 4.2, gevalideerd op 10 juli 2022;

  • -

    Risicomodel: IPO-risicomodel berekening risicobedrag nazorg stortplaatsen van 6 maart 2009;

  • -

    risico-opslag: bedrag dat in het doelvermogen opgenomen wordt ter dekking van de kosten ten gevolge van onvoorziene gebeurtenissen;

  • -

    sluitingsverklaring: is een besluit van de Gedeputeerde Staten inzake gesloten verklaren van een stortplaats;

  • -

    stortplaats: stortplaats als bedoeld in artikel 8.47, eerste lid, onder a, van de Wet milieubeheer.

Artikel 2 Stortplaatsen

Gedeputeerde staten beoordelen een nazorgplan voor een stortplaats aan de hand van de Checklist 2022 stortplaatsen, te raadplegen via: http://www.nazorgstortplaatsen.nl/WM/IPOChecklisten.aspx.

Artikel 3 Baggerspeciedepots

Gedeputeerde staten beoordelen een nazorgplan voor een baggerspeciestortplaats aan de hand van de Checklist 2022 baggerdepots, te raadplegen via: http://www.nazorgstortplaatsen.nl/WM/IPOChecklisten.aspx.

Artikel 4 Rekenmodel Rinas

Gedeputeerde staten berekenen het doelvermogen voor een stortplaats of baggerspeciestortplaats aan de hand van het Rekenmodel RINAS, inclusief handleiding te raadplegen via: http://www.nazorgstortplaatsen.nl/WM/RINAS.aspx

Artikel 5 Risico-opslag

Gedeputeerde staten hanteren bij de berekening van de risico-opslag voor een stortplaats de werkwijze zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze beleidsregel.

Artikel 6 Sluitingsverklaring

Gedeputeerde staten hanteren als uitgangspunt voor het doorlopen van het sluitingsproces en het afgeven van een sluitingsverklaring als bedoeld in artikel 8.47, derde lid, van de Wet milieubeheer, de ‘Handreiking sluiting stortplaatsen en baggerdepots’ van het IPO, te raadplegen via: http://www.nazorgstortplaatsen.nl/WM/docs/Handreiking%20sluiting%20stortplaatsen%20en%20baggerdepots%20definitieve%20versie%2029082017.pdf.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin de beleidsregel wordt geplaatst.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel nazorg stortplaatsen en baggerdepots provincie Zuid-Holland 2025.

Ondertekening

Den Haag, 18 februari 2025

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris

mr. A.W. Kolff, voorzitter

Bijlage 1 bij artikel 5 van de Beleidsregel nazorg stortplaatsen en baggerdepots provincie Zuid-Holland 2025

Werkwijze bepalen risico-opslag

  • 1.

    Bij het bepalen van de risico-opslag bij stortplaatsen die nog in exploitatiefase zijn, hanteren gedeputeerde staten een percentage van het doelvermogen. Hierin zijn er drie categorieën te onderscheiden; een laag, midden of hoog risico. Dit is vertaald naar respectievelijk een percentage van 5, 7,5 en 10% van het doelvermogen (zie tabel 1).

  • 2.

    Bij het bepalen van de risico-opslag bij een stortplaats die in het proces zit van formele sluiting en overname van de nazorg door gedeputeerde staten, zal een risico-evaluatie uitgevoerd worden voor de risico’s die aanwezig zijn voor die specifieke stortplaats. Daarbij wordt gekeken naar de risico’s zoals benoemd in het Risicomodel alsmede naar de aanvullende significante risico’s die geconstateerd worden door gedeputeerde staten. Deze evaluatie wordt afgestemd met de exploitant en deze risico’s worden door de provincie vertaald naar een financiële risico-opslag.

  • 3.

    De exploitant mag voor het bepalen van de 2 maatgevende risico’s zoals benoemd in het Risicomodel, dit model dan ook hanteren, echter andere significante risico’s moeten ook meegenomen worden in de risicobeschouwing in het nazorgplan.

  • 4.

    De risico-opslag uitgedrukt in percentages van het doelvermogen en/of een bedrag wordt toegevoegd aan het doelvermogen middels het Rekenmodel RINAS.

Tabel 1: Risico% stortplaatsen in exploitatie

Omschrijving stortplaats (voorbeeld)

Bepalend risico profiel

Vast percentage opslag op het doelvermogen

Aanvullende significante risico’s

Standaard stortplaats aangelegd conform het stortbesluit. Met drooglegging en goede onder afdichting.

Laag

5%

#

Niet-standaard stortplaats met een beheerste drooglegging volgens het stortbesluit of een goed Grondwater-Beheers-Systeem (GBS).

Midden

7,5%

#

Niet-standaard stortplaats met verhoogd risico of de risicoparagraaf onvoldoende uitgewerkt.*

Hoog

10%

#

*Bij onvolledige of onvoldoende uitwerking van risico’s (risico evaluatie inclusief inschatting van kosten en kansen) in het nazorgplan wordt een vast opslagpercentage van 10% van het doelvermogen aangehouden, ongeacht het type stortplaats. Dit om zoveel mogelijk financiële risico’s voor de provincie te voorkomen.

# De aanvullende significante risico’s worden op basis van de risicoparagraaf van het nazorgplan uitgewerkt (inclusief inschatting van kosten en kansen). Dit geldt ook bij een niet goed beheerste drooglegging of slecht functionerende GBS of andere locatie-specifieke risico’s die benoemd kunnen worden door gedeputeerde staten.

Toelichting bij de Beleidsregel nazorg stortplaatsen en baggerdepots provincie Zuid-Holland 2025

Algemeen

In de Wet milieubeheer zijn in de artikelen 8.47 tot en met 8.50 bepalingen opgenomen die provincies verantwoordelijk maken voor de nazorg van gesloten stortplaatsen en baggerdepots waar op of na 1 september 1996 is gestort. De nazorg behelst dat een dergelijke stortplaats geen nadelige gevolgen voor het milieu heeft, of dat de grootst mogelijke bescherming wordt geboden bij eventueel nadelige gevolgen.

In het IPO-verband zijn checklists ontwikkeld voor een uniforme beoordeling van de nazorgplannen alsmede een rekenmodel om uit de nazorgplannen een doelvermogen te berekenen voor de desbetreffende stortplaats. Het online rekenmodel RINAS is op 29 april 2024 in opdracht van IPO bijgewerkt naar versie 4.2. Voor het berekenen van het doelvermogen wordt het prijspeil uit de checklist 2022 gehanteerd en jaarlijks geïndexeerd (inflatie 2%).

Dit doelvermogen is het bedrag waarmee de nazorg eeuwigdurend conform het nazorgplan kan worden uitgevoerd bij realisatie van de gehanteerde rekenrente en kostenstijging (inflatie). Het doelvermogen dient voorafgaand aan de sluiting van de stortplaats door de stortplaatsexploitant te worden afgedragen aan de provincie Zuid-Holland, die daarvoor een nazorgfonds heeft opricht. Zoals in de Wet milieubeheer bepaald, kunnen eventuele wijzigingen in de nazorgkosten na aanvang van de nazorg niet meer met de exploitant verrekend worden. Dat betekent dat een goede inschatting van de kosten en de risico’s van groot belang is. Het doelvermogen zoals dat volgens de huidige landelijk gehanteerde methode wordt berekend bestaat uit de ‘reguliere’ nazorgkosten en een risico-opslag.

De ‘reguliere’ kosten zijn de kosten die samenhangen met de uit te voeren monitorings-, onderhouds- en vervangingswerkzaamheden. Deze kosten zijn relatief eenvoudig te berekenen, omdat vooraf bekend is op welke wijze en met welke frequentie monitoring, onderhoud en vervanging zullen worden uitgevoerd. In het nazorgplan wordt hieraan immers zorgvuldig aandacht besteed.

De risico-opslag is het bedrag dat in het doelvermogen is opgenomen ter dekking van de kosten ten gevolge van onvoorziene gebeurtenissen, zoals het ontstaan van een grootschalige grondwaterverontreiniging of de vroegtijdige vervanging van een bovenafdichting. Binnen dit kader wordt het risico bepaald door de kans dat het nazorgsysteem, ondanks alle goede zorgen, faalt. Voor het bepalen van de risico-opslag zie bijlage 1 en de verdere toelichting daarop hieronder.

Het nazorgplan wordt uitgebreider, meer gedetailleerd en meer definitief naarmate de sluiting van de stortplaats nadert. Rapportages van uitgevoerde onderzoeken en herstel- en reparatiewerkzaamheden worden bij een actualisatie van het nazorgplan vermeld en gerapporteerd. Dit leidt tot een steeds meer precieze invulling van de noodzakelijke nazorgmaatregelen en een meer nauwkeurige berekening van het doelvermogen.

De inning van het doelvermogen geschiedt door middel van het opleggen een belastingaanslag op grond van de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen Zuid-Holland 2022.

Checklists toetsen nazorgplannen stortplaatsen en baggerdepots

Bij het opstellen van de IPO-Checklists 2022 voor stortplaatsen en baggerdepots is een afweging gemaakt tussen volledigheid en bruikbaarheid. De IPO-Checklists moeten dan ook worden beschouwd als een minimum aan te verstrekken gegevens. Er is bij het opstellen van de IPO-Checklists rekening gehouden met algemene toepasbaarheid.

Recente ontwikkelingen op het gebied van bodembescherming bij stortplaatsen zijn in de IPO-Checklists 2022 meegenomen, mits deze ontwikkelingen een formele status hebben. Zodra nieuwe ontwikkelingen in (rechtstreeks werkende) regelgeving en/of de omgevingsvergunning (locatie specifiek) zijn vastgelegd, of binnen het kader van de omgevingsvergunning worden toegestaan, dan kan dit bij actualisatie van het nazorgplan voor desbetreffende locatie worden meegenomen.

Relevante informatie waarin de IPO-Checklists niet voorzien dient de exploitant toe te voegen aan het nazorgplan. Tevens moet telkens per locatie worden bezien of:

  • met de IPO-Checklist alle aspecten zijn onderkend;

  • locatie specifieke situaties aanleiding geven tot het afwijken van in de IPO-Checklists opgenomen uitgangspunten.

Afwijken van de checklist dient door de exploitant te worden gemotiveerd. Gedeputeerde staten beoordelen of de motivering afdoende is.

Achtergrond Risico-opslag

Volgens het huidige beleid van 2014 wordt de risico-opslag in principe bepaald middels het Risicomodel (het IPO-risicomodel berekening risicobedrag nazorg stortplaatsen van 6 maart 2009). De risico-opslag is bedoeld om kosten van 2 grote onvoorziene gebeurtenissen bij gesloten stortplaatsen te dekken, namelijk een ontstane bodemverontreiniging of een vroegtijdige vervanging van een bovenafdichting. De overige onvoorziene gebeurtenissen moeten hiermee ook afgedekt worden. Invullen van het Risicomodel moet op basis van classificering en inschattingen en dit leidt vaak tot discussies met de exploitanten.

Er zijn diverse provincies die niet (meer) het Risicomodel hanteren maar een vast percentage of een range aan vaste percentages. Deze variëren van 5 tot 10 % van het doelvermogen.

In het verleden is al enkele malen erkend dat er naast de eerdergenoemde risico’s locatie-specifiek aanvullende significante risico’s kunnen zijn die geen onderdeel uitmaken van het Risicomodel. Dit is ondervangen door hiervoor in overleg met de exploitant een bedrag te reserveren en dit toe te voegen aan de risico-opslag.

Motivatie aanpassing aan het beleid

Gedeputeerde staten hanteert een drietal percentages bij stortplaatsen in de exploitatie-fase, omdat dit eenvoudiger is en leidt tot minder discussies met de exploitant (zie tabel 1 in bijlage 1). Er wordt gebleven binnen de bandbreedte van 5 tot 10%, die de andere provincies ook hanteren.

Omdat het Risicomodel maar een beperkt aantal risico’s doorrekent, zal gedeputeerde staten bij de sluitingsprocedure van een stortplaats naast dat model ook kunnen beschikken over een andere werkwijze om de risico’s te kunnen beoordelen en te valideren. Ook wordt opgemerkt dat de aanvullende significante risico’s groot kunnen zijn en risico’s voor de provincie hoger kunnen zijn, dan die berekend worden indien alleen het Risicomodel gehanteerd wordt. In het verleden is bij diverse stortplaatsen al een aanvulling op het Risicomodel gedaan om het risicoprofiel en de risico-opslag op een voldoende hoog niveau te krijgen. Deze gehanteerde werkwijze wordt in deze beleidsregel als beleid vastgelegd bij de stortplaatsen in de sluitingsfase.