Subsidieregeling Buurtmedia Amsterdam 2024-2026

Ondertekening

Uitwerkingsbesluit buurtmedia [stadsdeel ...] [jaartal]

Het dagelijks bestuur van stadsdeel [....] van de gemeente Amsterdam,

gelet op onderdeel W3 van het Bevoegdhedenregister behorende bij de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 en artikel 5 van de Subsidieregeling Buurtmedia Amsterdam 2024-2026,

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Uitwerkingsbesluit buurtmedia [stadsdeel] [jaar]

In dit Uitwerkingsbesluit is vastgelegd hoe de Subsidieregeling Buurtmedia Amsterdam 2024-2026 (hierna: subsidieregeling) wordt toegepast in relatie tot het beleidskader Buurtmedia 2024-2026. Het dagelijks bestuur bepaalt, met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in de subsidieregeling, per te onderscheiden soort buurtmedia de wijze waarop de subsidie wordt verleend (onderdeel IV).

I

II

III

IV Formulier per soort te onderscheiden subsidiabele media

Aldus vastgesteld in de vergadering van [datum],

[Naam]

Stadsdeelsecretaris

[Naam]

Stadsdeelvoorzitter

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

TOELICHTING

Het Uitwerkingsbesluit buurtmedia dient op grond van artikel 5, eerste lid van de Subsidieregeling Buurtmedia Amsterdam 2024-2026 per jaar te worden vastgesteld door het dagelijks bestuur. Dit betekent dat voor elk stadsdeel een apart Uitwerkingsbesluit buurtmedia geldt. Een aantal variabele componenten van de subsidieregeling wordt per stadsdeel ingevuld of gedefinieerd.

In onderdeel I van het Uitwerkingsbesluit buurtmedia wordt een korte beschrijving opgenomen van de bestaande en gewenste situatie met betrekking tot de buurtmedia in het stadsdeel.

In onderdeel II neemt het dagelijks bestuur het totale subsidieplafond op dat beschikbaar is voor alle verschillen buurtmedia en de daarbij behorende activiteiten. Het gaat daarbij dus om het bedrag dat in totaal beschikbaar is voor de uitvoering van deze subsidieregeling.

In onderdeel III geeft het dagelijks bestuur aan welke (soorten) buurtmedia in zijn stadsdelen apart subsidiabel zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een papieren krant, sociale media, radio etc. Maar het kan hierbij ook gaan om activiteiten ter ondersteuning van de makers van media. Het dagelijks bestuur kan er overigens ook voor kiezen om geen onderscheid te maken in buurtmedia en het subsidieplafond in een keer te verdelen.

Van elke soort te onderscheiden buurtmedia die voor subsidie in aanmerking komt, bepaalt het dagelijks bestuur in het formulier opgenomen onder onderdeel IV van het Uitwerkingsbesluit buurtmedia de activiteiten waarvoor en de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend. De bevoegdheid van het dagelijks bestuur hiertoe is vastgelegd in artikel 5 lid 3 van de regeling. Er kunnen deelplafonds worden vastgesteld per soort buurtmedia, voor eenmalige subsidies en/of boekjaarsubsidies of voor te onderscheiden activiteiten. Bij punt 9 van het formulier geeft het dagelijks bestuur aan of de aanvragen voor subsidies worden behandeld op volgorde van binnenkomst of dat toepassing wordt gegeven aan de verdeelsleutel (artikel 7 van de regeling). Toepassing van de verdeelsleutel is bij eenmalige subsidies alleen mogelijk als het dagelijks bestuur bij punt 6 van het formulier de aanvraagtermijnen conform artikel 10 van de subsidieregeling van toepassing heeft verklaard (bij aanvragen die doorlopend gedurende het jaar kunnen worden ingediend is toepassing van de verdeelsleutel niet mogelijk).

Eenmalige en boekjaarsubsidies

Eenmalige subsidies worden gegeven voor activiteiten die van bepaalde duur zijn en niet per se in één kalenderjaar gerealiseerd hoeven te worden. Boekjaarsubsidies worden afgegeven voor activiteiten van in beginsel onbepaalde duur, die per boekjaar aan een aanvrager worden verstrekt.

TOELICHTING

Inleiding

Het college heeft in het Amsterdams Coalitieakkoord 2022-2026 aangegeven dat het lokale media van groot belang acht in deze tijden van eroderend vertrouwen in de politiek en nepnieuws. Op 17 juli 2024 heeft de gemeenteraad het Beleidskader buurtmedia 2024-2026 (hierna: beleidskader) vastgesteld, om tot een pluriform, toekomstgericht en divers buurtmedialandschap te komen. Deze subsidieregeling is een uitwerking van dit beleidskader.

De subsidieregeling biedt de stadsdeelbesturen onder gebruikmaking van het zogenoemde Uitwerkingsbesluit buurtmedia de mogelijkheid om voor hun stadsdeel maatwerk te leveren. Deze keuzemogelijkheden betreffen onder meer het instellen van verschillende (deel)subsidieplafond(s), een nadere omschrijving van soort(en) media en per (medium of groep media) de activiteiten die voor subsidie in aanmerking kunnen komen, de soort subsidies (boekjaar- of eenmalige subsidies) en of er gebruik wordt gemaakt van een adviescommissie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 4

In het eerste lid van dit artikel wordt de bevoegdheid om subsidie te verlenen voor Buurtmedia gedelegeerd aan het dagelijks bestuur van een stadsdeel. Hiermee wordt aangesloten op de huidige praktijk, is er ruimte voor gebiedsgebonden accenten van de stadsdelen en borgen we het buurtgerichte karakter. Het gaat om activiteiten die bij moeten dragen aan een onafhankelijke informatievoorziening aan de bewoners in het stadsdeel. Het artikel benoemt hierbij de volgende activiteiten: distributie, productie of innovatie. Deze opsomming is echter niet limitatief en kan in het Uitwerkingsbesluit buurtmedia nog verder worden aangevuld door het dagelijks bestuur. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het geven van trainingen, aanschaf van apparatuur om media te produceren, activiteiten gericht op samenwerking tussen buurtmedia onderling. Op grond van het tweede lid dient het dagelijks bestuur in het Uitwerkingsbesluit buurtmedia nader te bepalen welke buurtmedia en activiteiten subsidiabel zijn en op welke wijze ze gesubsidieerd worden.

Artikel 5

Dit artikel regelt het Uitwerkingsbesluit buurtmedia. In het derde lid wordt bepaald welke onderwerpen het dagelijks bestuur dient te regelen in het Uitwerkingsbesluit. Dit betreft een limitatieve opsomming.

In het Uitwerkingsbesluit buurtmedia kan het dagelijks bestuur bepalen dat de aanvraag op een of meer beoordelingscriteria, zoals bedoeld in artikel 7, derde lid, minimaal 5 punten moet scoren. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een dagelijks bestuur veel waarde hecht aan de mate waarin het buurtmedium bijdraagt aan een divers en pluriform medialandschap in het stadsdeel (minimaal 5 punten op diversiteit en pluriformiteit).

Als een dagelijks bestuur in het Uitwerkingsbesluit niet kiest voor de toepassing van de verdeelsleutel als bedoeld in artikel 7, worden de aanvragen in volgorde van binnenkomst behandeld.

Artikel 6

In hoofdstuk 7 van het Beleidskader buurtmedia 2024-2026 zijn de door het college beschikbare middelen per stadsdeel opgenomen, deze kunnen eventueel worden aangevuld door het stadsdeel uit eigen andere middelen. In het Uitwerkingsbesluit legt het dagelijks bestuur het subsidieplafond voor het stadsdeel vast. Het dagelijks bestuur kan eventueel een deelplafond instellen voor specifieke categorieën subsidies zoals:

• •

  boekjaarsubsidies of eenmalige subsidies;

• •

  subsidies voor een specifieke activiteit of groep activiteiten, hierbij kan onderscheid worden gemaakt in ‘productie, distributie en/of innovatie’ maar er kan ook worden gedacht aan specifieke activiteiten zoals het geven van trainingen die bijdragen aan de doelstellingen uit artikel 3 van deze regeling, activiteiten specifiek gericht op samenwerking tussen buurtmedia onderling, het creëren van meerstemmigheid en/of meertaligheid etc.;

• •

  subsidie voor bepaalde soorten media, hierbij kan worden gedacht aan een krant, website, radio/tv-zenders, YouTube-kanalen, Instagram, etc. maar dit is met opzet niet gedefinieerd om ook toekomstige ontwikkelingen de ruimte te geven.

Artikel 7

Indien het subsidieplafond of een deelplafond onvoldoende is om alle aanvragen die niet geweigerd worden op grond van artikel 11, eerste lid, te honoreren, kan het dagelijks bestuur de beschikbare subsidiemiddelen verdelen op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen of, voor de subsidies waarvoor een aanvraagtermijn is vastgesteld, op basis van de kwaliteit van de aanvragen. Dit is afhankelijk van de methode die het dagelijks bestuur heeft gekozen in het Uitwerkingsbesluit buurtmedia. Kiest een bestuurscommissie voor verdeling op basis van kwaliteit van de aanvraag, dan dient hij bij de beoordeling van de aanvragen die vallen binnen een (deel)subsidieplafond gebruik te maken van de verdeelsleutel als opgenomen in artikel 7. Hierbij worden de aanvragen gerangschikt op het behaalde aantal punten van hoog naar laag. De aanvragen worden vervolgens gehonoreerd op basis van deze ranking totdat het plafond is uitgeput. De overige aanvragen worden afgewezen op grond van artikel 4:25 van de Awb. Bij de beoordeling van de aanvragen kan de bestuurscommissie zich laten adviseren door een door hem ingestelde adviescommissie.

Op aanvragen voor eenmalige subsidies die gedurende het hele subsidietijdvak kunnen worden ingediend, kan de verdeelsleutel niet worden toegepast. Deze worden per definitie op volgorde van binnenkomst behandeld.

De beoordelingscriteria komen in belangrijke mate overeen met de ‘basiscriteria’ die worden benoemd in het beleidskader:

• a.

  de mate waarin het buurtmedium bijdraagt aan de onafhankelijke informatievoorziening aan bewoners van (een buurt of wijk van) het stadsdeel;

• b.

  de mate waarin het buurtmedium toekomstgericht is, hierbij kan worden gedacht aan:

  • •

    Initiatieven die een vernieuwingsslag willen doormaken: bijvoorbeeld digitalisering van buurmedia aanjagen;

  • •

    Initiatieven die talentontwikkeling stimuleren (onder jongeren en aspirant journalisten/mediamakers), zoals door samenwerking met onderwijsinstellingen. Denk aan het bieden van stageplekken voor studenten bij buurtmedia-initiatieven; afgestudeerde journalisten/mediamakers die zelf een podcast willen maken voor en door jongeren uit de buurt;

  • •

    Initiatieven die een professionaliseringsslag willen maken; denk aan advies, een workshop of een training door professionele journalisten/mediamakers/mediaorganisaties aan buurtmedia om de journalistieke functie te versterken (bijvoorbeeld interviewen, editen, video/audio content produceren en onderzoeksjournalistiek). Een goed voorbeeld hiervan is de workshop die door AT5 is georganiseerd om de Stadsreporters uit Nieuw-West te trainen in editing;

• c.

  de mate waarin het buurtmedium bijdraagt aan het versterken van de onderlinge verbondenheid van de bewoners van (een buurt of wijk van) het stadsdeel;

• d.

  de mate waarin het buurtmedium bijdraagt aan een divers en pluriform medialandschap, hierbij kan worden gedacht aan initiatieven die bijdragen aan het creëren van meerstemmigheid en/of meertaligheid binnen (een buurt of wijk) van het stadsdeel, om nieuwe/onderbelichte doelgroepen te bereiken (zoals jongeren en inwoners met een (niet-westerse) migratieachtergrond), maar ook bijvoorbeeld aan een (distributie)vorm die een nieuwe doelgroep bereikt.

Bij de beoordeling kunnen de volgende aandachtspunten worden meegenomen:

• i.

  de mate van journalistieke kwaliteit (aantal professionele journalisten en/of het hebben van een eigen redactiestatuut);

• ii.

  de bijdrage aan onderzoeksjournalistiek,

• iii.

  de mate van bereik in aantallen bewoners/lezers etc.

• iv.

  mate waarin wordt samengewerkt tussen buurtmedia onderling (om gezamenlijk aan talentontwikkeling te doen, kosten te drukken of samen workshops te volgen in journalistieke vaardigheden), tussen buurtmedia en onderwijsinstellingen (Mediacollege, ROC) of tussen buurtmedia en professionele mediaorganisaties zoals de Publieke Omroep Amsterdam (SALTO, AT5, FunX) of tussen buurtmedia en maatschappelijke organisaties;

• v.

  mate van eigen inkomsten; via advertenties of andere middelen.

Artikel 8

Naast rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid kunnen ook (een groep van) natuurlijke personen een aanvraag indienen. Het gaat in principe om bewoners en/of professionals uit het stadsdeel waar de aanvraag wordt ingediend, die (mede)initiatiefnemer zijn van het buurtmedium of vrijwilligers begeleiden in het opzetten of professionaliseren daarvan. Aanvragers die primair een commercieel doel hebben worden uitgesloten door de weigeringsgrond in artikel 11 eerste lid onder c. Bij aanvragers denkt het college aan:

• •

  bestaande buurtmedia voor de productie en distributie van het medium;

• •

  bestaande buurtmedia die een vernieuwingsslag willen bewerkstellingen (digitalisering van fysieke kranten), een professionaliseringsslag willen maken (journalistieke vaardigheden vergroten) of zich willen richten op talentontwikkeling (bijvoorbeeld jonge journalisten/mediamakers betrekken);

• •

  samenwerkende buurtmedia of initiatieven;

• •

  nieuwe initiatieven die ondersteuning nodig hebben bij hun opstart;

• •

  initiatieven die doelgroepen willen bereiken die nu niet of onvoldoende worden bereikt (meerstemmigheid, meertaligheid);

• •

  welzijnsorganisaties.

Het betreft steeds initiatieven die primair gericht zijn op een specifieke buurt, wijk of stadsdeel.

Artikel 9

Dit artikel regelt welke gegevens in aanvulling op de voorschriften van de ASA 2023 bij een aanvraag dienen te worden overlegd. Op basis van de gevraagde informatie kan het dagelijks bestuur de aanvragen beoordelen op grond van de weigeringsgronden zoals opgenomen in artikel 11, eerste lid en vervolgens aan de hand van de bij de verdeelsleutel behorende beoordelingscriteria. Als het dagelijks bestuur geen gebruik maakt van de verdeelsleutel, beoordeelt hij of ten aanzien van de aanvragen een weigeringsgrond aanwezig is zoals opgenomen in artikel 11, derde lid. De daarin opgenomen weigeringsgronden komen overeen met de beoordelingscriteria zoals opgenomen in artikel 7, derde lid bij het gebruik van de verdeelsleutel. De overige informatie is van belang om te kunnen toetsen aan de weigeringsgronden van de ASA 2023 en op de aandachtspunten uit het beleidskader (die ook zijn benoemd in de toelichting op artikel 7).

De informatie over een aanvraag voor subsidie of een bijdrage bij een (ander) stadsdeel of andere organisatie geeft inzicht in de verschillende geldstromen. Ook worden de beoordelaars in de verschillende stadsdelen zo in staat gesteld om met elkaar afstemmen over de beoordeling van vergelijkbare aanvragen door eenzelfde aanvrager in de verschillende stadsdelen.

Artikel 10

Het dagelijks bestuur kan er in het Uitwerkingsbesluit buurtmedia voor kiezen om twee aanvraagtermijnen te hanteren voor eenmalige subsidies, in plaats van alle aanvragen op volgorde van binnenkomst te behandelen. Door hiervoor te kiezen kan de verdeelsleutel uit artikel 7 ook worden toegepast op eenmalige subsidies.

Artikel 11

De aanvragen voor subsidie kunnen in de eerste plaats worden geweigerd op grond van artikel 8, van de ASA 2023. Voor een toelichting op deze weigeringsgronden kan de volgende link worden geraadpleegd: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023 | Lokale wet- en regelgeving.

Verder weigert het dagelijks bestuur een subsidie als naar zijn oordeel een aanvraag buiten de in Uitwerkingsbesluit buurtmedia opgenomen categorieën subsidiabele buurtmedia en/of de subsidiabele activiteiten valt. Ook wordt een subsidie geweigerd als een aanvrager onvoldoende binding heeft met een stadsdeel. Dit betekent overigens niet dat een aanvrager in een stadsdeel woonachtig of gevestigd moet zijn. Het kan bijvoorbeeld om een organisatie gaan die vrijwillige buurtbewoners begeleidt bij het ontwikkelen of totstandkoming van een buurtmedium. De betrokkenheid kan dus volgen uit de stadsdeelgerichte activiteit die wordt uitgevoerd. Tot slot worden aanvragen geweigerd, als met het uitgeven van het buurtmedium primair een commercieel doel wordt nagestreefd.

Op basis van het tweede lid weigert het dagelijks bestuur, wanneer in het Uitwerkingsbesluit buurtmedia gekozen is voor toepassing van de verdeelsleutel, een subsidie als een aanvrager op basis van de beoordelingscriteria van artikel 7, derde lid, minder dan 21 punten heeft gehaald. Indien het dagelijks bestuur in het Uitwerkingsbesluit buurtmedia heeft gekozen voor de optie dat een aanvraag tenminste per beoordelingscriterium 5 punten moet scoren om in aanmerking te komen voor subsidie, weigert het dagelijks bestuur een subsidie als op een beoordelingscriterium minder dan 5 punten is gescoord.

Op grond van het derde lid kan het dagelijks bestuur indien hij geen gebruik maakt van de verdeelsleutel van artikel 7, de subsidieaanvragen weigeren als ze voor haar (buurt of wijk van) zijn stadsdeel onvoldoende bijdragen aan de onafhankelijke informatievoorziening, onvoldoende toekomstgericht zijn, dan wel onvoldoende bijdragen aan de verbondenheid van de bewoners of het buurtmedium onvoldoende bijdraagt aan een divers en pluriform medialandschap. Op elke weigeringsgrond kan een aanvraag worden afgewezen.