Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735992
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735992/1
Beleidsregels terrassen Hattem 2025
Geldend van 27-02-2025 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels terrassen Hattem 2025De burgemeester van de gemeente Hattem;
Gelezen het voorstel van het college, no. 120042, d.d. 18 februari 2025;
Gelet op artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Hattem 2021 (hierna: APV) en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat:
- •
Op verschillende locaties in Hattem terrassen worden geëxploiteerd welke enerzijds tot levendigheid zorgen en tegelijkertijd de leefbaarheid niet mogen aantasten;
- •
Terrassen veelal worden geëxploiteerd in de openbare ruimte en het in de binnenstad gewenst is om de terrassen qua uitvoering te laten aansluiten op die openbare ruimte;
- •
Middenterrassen schaarse rechten zijn, welke op een transparantie wijze beschikbaar moeten worden gesteld en niet voor onbepaalde tijd verleend mogen worden;
- •
Duurzaamheid een steeds belangrijker thema is en in dat kader kritisch naar terrasverwarmers op gas wordt gekeken;
- •
Gelet op bovenstaande het terrassenbeleid uit 2016 op een aantal punten aan actualisatie toe is;
- •
De regels deels nadere regels zijn, zoals bedoeld in artikel 2:10 APV, waarvoor burgemeester en wethouders op grond van artikel 2:10, lid 3 APV bevoegd zijn tot het vaststellen daarvan;
- •
De regels deels beleidsregels zijn, zoals bedoeld in artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht, waarvoor de burgemeester op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht bevoegd is tot het vaststellen daarvan;
Besluit:
De Beleidsregels terrassen Hattem 2025 als volgt vast te stellen:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
binnenstad: de binnenstad zoals weergegeven in bijlage I;
- b.
gevelterras: een terras grenzend aan de gevel (voor- of zijgevel) van het bijbehorende bedrijf;
- c.
horecabedrijf: een horecabedrijf zoals bedoeld in de Alcoholwet of een openbare inrichting zoals bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening gemeente Hattem 2021 (APV);
- d.
middenterras: een terras dat niet direct grenst aan de gevel van het betreffende bedrijf, door onderbreking van een rijbaan, voetpad of anderszins een voor publiek vrije doorgang;
- e.
terras: terras zoals bedoeld in de APV.
Artikel 2. Algemene bepalingen over vergunningen
-
1. Bij de vergunningaanvraag moeten naast het ingevulde aanvraagformulier de volgende bijlagen worden ingediend:
- a.
Een situatietekening van het gewenste terras, met daarop tenminste aangegeven:
- ○
de gewenst contouren van het terras waarvoor vergunning wordt aangevraagd, inclusief maatvoering;
- ○
de te plaatsen parasols en windschermen, inclusief maatvoering en de exacte plaatsbepaling.
- ○
- b.
Voor terrassen in de binnenstad: foto’s van al het te gebruiken terrasmeubilair.
- a.
-
2. Vergunningen voor gevelterrassen worden voor onbepaalde tijd verleend.
-
3. Vergunningen voor middenterrassen worden verleend voor de periode van vijf jaar.
-
4. Vergunningen zijn exploitantgebonden. Dit houdt het volgende in:
- a.
Dat het terras moet worden ingenomen door de exploitant aan wie de vergunning is verleend en dat het terras niet aan een ander beschikbaar mag worden gesteld. Dit wordt als voorschrift aan de vergunning verbonden.
- b.
Dat de vergunning van rechtswege vervalt als de exploitant van het betreffende horecabedrijf stopt.
- a.
-
5. In artikel 1:6, lid 1 onder d van de APV is bepaald dat een vergunning kan worden gewijzigd of ingetrokken als daarvan geen gebruik wordt gemaakt gedurende een daarin gestelde termijn. In de vergunningen wordt daarom opgenomen dat:
- a.
Deze wordt ingetrokken nadat een gevelterras zes maanden niet wordt gebruikt;
- b.
Deze wordt ingetrokken nadat een middenterras één maand niet wordt gebruikt;
- c.
Deze wordt gewijzigd nadat een deel van het middenterras één maand niet wordt gebruikt. Deze wijziging houdt in dat de vergunning voor het niet gebruikte deel van het terras wordt ingetrokken.
- d.
De vergunning niet wordt ingetrokken als het terras op last van de overheid niet in gebruik kan worden genomen, buiten de schuld van de ondernemer om. Daarbij valt te denken aan werkzaamheden aan de openbare ruimte of sluiting van de horeca vanwege een pandemie.
- a.
Artikel 3. Verdeling schaarse vergunningen middenterrassen
-
1. Voor de verdeling van de schaarse terrasruimte op de Markt wordt het plein opgedeeld in twee delen (zoals weergegeven op de afbeelding in bijlage III), namelijk:
- a.
Het middenterras tegenover de panden Kerkstraat 2 en Markt 8, 9 en 10;
- b.
Het middenterras tegenover Markt 3 en 5.
- a.
-
2. In beginsel wordt de beschikbare terrasruimte eens per vijf jaar opnieuw vergund/verdeeld volgens de procedure zoals uitgewerkt in lid 3 tot en met 6. Aan deze procedure kan deelnemen:
- •
Een horecabedrijf dat kan voorzien in de eigen menukaart;
- •
Dat beschikt over een eigen vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet of artikel 2:28 van de APV;
- •
Gevestigd is op een van de hierboven genoemde adressen; en
- •
Dat een eigen toiletvoorziening beschikbaar stelt aan de terrasbezoekers.
- •
-
3. Als er terrasruimte beschikbaar komt, wordt dit bekendgemaakt door middel van een brief aan alle horecabedrijven die daarop aanspraak kunnen maken. Tevens wordt dit gelijktijdig openbaar bekendgemaakt op de website van de gemeente. Bij deze bekendmakingen wordt vermeld:
- •
Welke terrasruimte beschikbaar is en wie daarvoor in aanmerking komen;
- •
Dat men binnen de termijn van vier weken een vergunning kan aanvragen voor een middenterras;
- •
Op welke wijze de aanvraag kan worden ingediend en welke gegevens moeten worden ingediend;
- •
Op welke wijze de selectie plaatsvindt (zie hieronder).
- •
-
4. De termijn voor het aanvullen van onvolledige aanvragen bedraagt twee weken. Aanvragen die na het verstrijken van die termijn niet volledig zijn, worden niet in behandeling genomen. Volledige aanvragen worden in de eerste plaats getoetst aan de weigeringsgronden uit artikel 1:8 en 2:28 van de APV. Alleen vergunningen die op grond hiervan niet worden geweigerd gaan door voor de verdeling zoals hieronder beschreven.
-
5. Wanneer binnen een van de genoemde delen meer vierkante meter terras wordt aangevraagd dan dat er beschikbaar is, wordt in de eerste plaats op initiatief van de gemeente met de ondernemers gekeken of er in onderling overleg tot een oplossing kan worden gekomen.
-
6. Is een oplossing in onderling overleg niet mogelijk, dan worden de vierkante meters naar evenredigheid verdeeld over het aantal horecabedrijven binnen het betreffende deel. Dit houdt in dat de vierkante meters worden verdeeld naar evenredigheid van het oppervlakte dat men binnen in gebruik heeft als horecabedrijf. Hierbij wordt uitgegaan van het totaal aantal vierkante meter horecalokaliteit, zoals vermeld op de vergunning in het kader van de Alcoholwet, of in het geval van een horecabedrijf zonder vergunning op grond van de Alcoholwet; het totaal aantal vierkante meter van de besloten ruimten die zijn bestemd voor het bedrijfsmatig verstrekken van eet- en/of drinkwaren voor gebruik ter plaatse. De contouren van de terrassen worden bepaald in de vergunning. Daarbij wordt er rekening mee gehouden dat terrassen zoveel mogelijk voor de gevel van het betreffende horecabedrijf zijn gelegen.
-
7. Voor tussentijdse wijziging van exploitatie gelden de volgende regels:
- a.
Bij overname van een horecabedrijf binnen de periode van vijf jaar gaat het middenterras over naar de nieuwe ondernemer, mits deze hiervoor binnen één jaar een vergunningaanvraag indient. Als er binnen een jaar geen aanvraag is ingediend, wordt bekendgemaakt dat er terrasruimte beschikbaar komt voor de gevestigde ondernemers.
- b.
Als een horecazaak tussentijds vertrekt en duidelijk is dat er geen nieuw horecabedrijf gevestigd wordt op het betreffende adres, wordt de hierboven genoemde procedure uit lid 3 tot en met 6 gevolgd voor de ruimte die beschikbaar komt.
- c.
Wanneer de procedure wordt gevolgd voor verdeling van de vrije terrasruimte, zoals bedoeld bij a en b, wordt de vergunning afgegeven voor de resterende periode. Dat wil zeggen dat de vergunning tegelijkertijd afloopt op de datum van de eerder verleende vergunning aan de vorige exploitant, zodat deze geldig is tot hetzelfde moment als de andere terrasvergunningen in het deel middenterras.
- d.
Wanneer er in de periode van vijf jaar een horecabedrijf vestigt op een adres waarvoor geen vergunning voor een middenterras is afgegeven, kan deze pas meedingen bij de volgende verdelingsronde.
- a.
-
8. Nabij het middenterrein aan het Kerkplein ligt op dit moment slechts één horecabedrijf dat gebruik kan maken van het middenterras. Wanneer er in de toekomst meerdere horecabedrijven vestigen en gebruik willen maken dit middenterras zal dezelfde procedure worden gevolgd als bij de Markt (zoals hierboven beschreven).
Artikel 4. Handhaving
In de sanctiematrix in bijlage IV is uitgewerkt welke sancties in beginsel worden opgelegd bij de verschillende overtredingen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in lichte en zware overtredingen.
Artikel 5. Overgangsrecht
-
1. Verleende terrasvergunningen voor middenterrassen (verleend voor onbepaalde tijd en vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels) worden na vaststelling van de beleidsregels gewijzigd in vergunningen met een einddatum van 1 november 2027. Dit wordt gedaan zodat de verdeling van de schaarse terrasruimte daarna kan worden opgestart voor het terrassenseizoen 2028, overeenkomstig de procedure uit artikel 6.
-
2. Sancties die zijn opgelegd vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels, tellen mee bij toepassing van de sanctiematrix op grond van artikel 4, voor zover deze van gelijke strekking zijn.
Artikel 6. Intrekking oud terrasbeleid
Het Terrasbeleid Hattem 2016, vastgesteld op 31 mei 2016, wordt ingetrokken gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel.
Artikel 7. Citeertitel
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregels terrassen Hattem 2025’
Artikel 8. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de burgemeester op 18 februari 2025.
De burgemeester van Hattem
M. Sanders
Bijlage I Begrenzing binnenstad
Bijlage II Tekeningen terrassen Markt en Kerkplein
Bijlage III Afbeelding bij artikel 3
Bijlage IV Sanctiematrix
Categorie 1: lichte overtredingen |
|||
Stappenplan: |
|||
Stap 1: Waarschuwen |
Stap 2: Opleggen last onder dwangsom |
Stap 3: Verbeuren dwangsom |
Stap 4: Intrekken vergunning |
Toelichting stappenplan:
|
|||
Dit stappenplan geldt voor de volgende overtredingen:
In alle gevallen is de hoogte van de dwangsom € 1.000 per overtreding. |
Categorie 2: zware overtredingen |
|||
Stappenplan: |
|||
Stap 1: Opleggen last onder dwangsom |
Stap 2: Verbeuren dwangsom |
Stap 3: Intrekken vergunning |
|
Toelichting stappenplan:
|
|||
Dit stappenplan geldt voor de volgende overtredingen:
|
Toelichting
Algemene toelichting
Op verschillende locaties in de gemeente Hattem worden bij openbare inrichtingen (horecazaken) of winkels terrassen geëxploiteerd. Dit kan plaatsvinden op gemeentegrond of eigen terrein. In bijna alle gevallen is hiervoor een vergunning nodig. Terrassen zorgen voor gezelligheid en geven (horeca)ondernemers de ruimte om een deel van hun bedrijf uit te oefenen buiten de eigen inrichting. Tegelijkertijd is het wenselijk om hinder voor de omgeving te voorkomen. Daarbij valt te denken aan geluidshinder of hinder door beperkte toegankelijkheid van de openbare ruimte. In deze beleidsregels worden deze belangen tegen elkaar afgewogen.
De exploitatie van een terras vindt meestal plaats in de openbare ruimte. Deze openbare ruimte heeft verschillende functies voor verschillende gebruikers. Terrassen bevinden zich vaak in straten, op trottoirs of op pleinen, die ook een verblijfs- en verkeersfunctie hebben, veelal voor voetgangers, fietsers en winkelend publiek. De openbare ruimte kan slechts eenmaal ter beschikking worden gesteld, terwijl er vaak meerdere mogelijke gebruikers zijn. Evenementen vinden bijvoorbeeld regelmatig plaats op dezelfde openbare ruimte, waar men ook terrassen exploiteert. Ook kunnen verschillende horecaondernemers interesse hebben in de ruimte die beschikbaar is voor terrassen. Dit vraagt om duidelijke regels over het gebruik van de openbare ruimte, waarin de verschillende belangen van de gebruikers zijn afgewogen.
De gemeente Hattem is trots op de historische binnenstad. Daarom wordt gewerkt aan een goede uitstraling van het centrum met behoud en bescherming van de vele monumenten en het historische karakter. Ontwikkelingen in de binnenstad moeten passen bij het historische karakter. De binnenstad van Hattem is het sociaal, economisch en toeristisch hart van de gemeente. Bij de inrichting van de binnenstad zoeken we naar een balans in voorzieningen die aantrekkelijk zijn voor Hattemers en voor bezoekers uit de regio en toeristen. Met deze beleidsregels terrassen streven we naar een balans tussen een voorzieningenniveau met voldoende terrassen en een sfeerbeeld dat past bij het historisch karakter van de binnenstad van Hattem. In verband met dit sfeerbeeld zijn ook regels opgenomen over het te gebruiken terrasmeubilair.
Juridisch kader
De drie bestuursorganen van de gemeente Hattem hebben alle drie hun eigen juridische bevoegdheden met betrekking tot het terrassenbeleid. Deze zijn hieronder beschreven. Omdat de nieuwe regels voor terrassen zijn onder verdeeld in nadere regels en beleidsregels wordt allereerst op dat onderscheid ingegaan.
Nadere regels en beleidsregels
De terrasregels zijn onderscheiden in nadere regels en beleidsregels.
In artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht is de definitie gegeven van een beleidsregel. Daaronder wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. Artikel 4:81 regelt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot de bevoegdheid die het bestuursorgaan toekomt.
Een nadere regel is een algemeen verbindend voorschrift. Het gaat daarbij niet om een nieuwe regel, maar een verdere invulling van een bestaande regel. Het betreft tenslotte een ‘nadere’ regel. Het verschil tussen een nadere regel en een beleidsregel is dat een nadere regel voor eenieder geldt, en een beleidsregel in de eerste plaats van toepassing is op het bestuursorgaan dat de beleidsregel vaststelt.
Bevoegdheid burgemeester
In artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Hattem 2021 (hierna: APV) is geregeld dat het verboden is om een openbare inrichting (hierna: horecabedrijf) te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. Daartoe wordt tevens begrepen het terras bij die openbare inrichting / het horecabedrijf (aldus de begripsbepalingen in artikel 2:27 van de APV).
Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht regelt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een aan hem toekomende bevoegdheid. Omdat de burgemeester bevoegd is voor het verlenen van de terrasvergunningen bij horecabedrijven is deze op grond van de Algemene wet bestuursrecht ook bevoegd tot het vaststellen van de beleidsregels hierover.
Deze beleidsregels strekken verder dan uitsluitend openbare orde en veiligheid en mogen zien op alle weigeringsgronden uit de artikelen 1:8 en 2:28 van de APV, te weten:
- a.
Openbare orde;
- b.
Openbare veiligheid;
- c.
Bescherming van het milieu;
- d.
De volksgezondheid;
- e.
De woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting;
- f.
Of het terras, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Bevoegdheid burgemeester en wethouders
Op grond van artikel 2:10, lid 3 van de APV kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen voor onder andere terrassen.
Daarnaast zijn burgemeester en wethouders bevoegd voor het verlenen van vergunningen voor het gebruik van de openbare weg, bijvoorbeeld voor terrassen bij winkels. Een winkel is geen openbare inrichting zoals bedoeld in de artikel 2:27 en 2:28 APV. De terrasvergunning, zoals geregeld in die artikelen is daarom niet van toepassing bij winkels.
Dit neemt niet weg dat ook terrassen bij winkels niet in zijn geheel vergunningsvrij zijn. In artikel 2:10, lid 1 van de APV is geregeld dat het verboden is om “de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als dat gebruik:
- a.
schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of
- b.
niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
Het vierde lid regelt dat het college ontheffing kan verlenen van het verbod uit het eerste lid.
Bevoegdheid gemeenteraad
De gemeenteraad is op grond van artikel 147 en 149 van de Gemeentewet bevoegd tot het vaststellen en wijzigen van verordeningen, waaronder de APV. Ten aanzien van de vaststelling van deze beleidsregels heeft de gemeenteraad geen formele bevoegdheid.
Bevoegdheid gemeenteraad en omgevingsplan
Bij de vaststelling van het omgevingsplan kan de gemeenteraad ook regels met betrekking tot terrassen opnemen. Het gaat daarbij in het bijzonder om de regels met betrekking tot een goede ruimtelijke ordening, die vóór de Omgevingswet opgenomen konden worden in bestemmingsplannen. In de bestemmingsplannen in de gemeente Hattem (per 1 januari 2024 van rechtswege het omgevingsplan) zijn ten tijde van vaststelling van deze beleidsregels geen regels met betrekking tot terrassen opgenomen. Echter kan de gemeenteraad in de toekomst besluiten om regels in het omgevingsplan op te nemen ten aanzien van bijvoorbeeld overkappingen, luifels en terrasafscheidingen en toegestane afmetingen daarvan. Daarnaast kan het gaan om regels die op grond van de APV (of op basis daarvan genomen besluiten) gelden, betrekking hebben op de fysieke leefomgeving en daarom opgenomen kunnen worden in het omgevingsplan. De ‘Handreiking APV en omgevingsplan’ van de VNG geeft richting over welke bepalingen dat kunnen zijn.
Bij vaststelling van de nieuwe regels is de gemeenteraad daarom wel geconsulteerd, in het bijzonder over de regels over de te gebruiken gronden, de inrichting van het terras, het gebruik van terrasverwarmers en het ten gehore brengen van geluid op het terras.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit artikel staan de begrippen uit de beleidsregels uitgelegd. Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 2. Algemene bepalingen over vergunningen
Hoofdstuk 1 van de APV bevat bepalingen over de vergunning en de aanvraag daarvan, zoals de indieningstermijn, de behandelingstermijn, weigerings- en intrekkingsgronden. Daarnaast kent ook de Awb bepalingen over beschikkingen. In dit artikel zijn beleidsregels opgenomen ter invulling van die regels.
Aanvraagformulier en indieningsvereisten
In dit artikel is geregeld wat er tenminste moet worden ingediend voordat sprake is van een volledige aanvraag.
Tijdsduur vergunningen
Voor de tijdsduur van de vergunningen is onderscheid gemaakt in gevelterrassen en middenterrassen. Vergunningen voor middenterrassen zijn zogenaamde ‘schaarse vergunningen’. Van een schaarse vergunning is sprake als de vraag groter is dan het aanbod. Omdat de openbare ruimte beperkt te vergunnen is ten behoeve van terrassen, is sprake van schaarste. Dit geldt in het bijzonder voor de middenterrassen waar het gebruik van de openbare ruimte door meerdere ondernemers meer voor de hand ligt dan bij terrassen tegen de gevel van een bepaalde zaak. Schaarse vergunningen mogen op grond van artikel 11 van de Europese Dienstenrichtlijn niet voor onbepaalde tijd worden verleend.
Gekozen is om die vergunningen voor de periode van maximaal vijf jaar te verlenen. Deze periode geeft enerzijds voldoende zekerheid aan de horecaondernemers, rekening houdend met investeringen in terrasmeubilair. Daarnaast biedt de termijn nieuwe gegadigden de gelegenheid om binnen een redelijke termijn mee te dingen voor een vergunning.
In verband met de vermindering van administratieve lasten worden vergunningen voor gevelterrassen wel voor onbepaalde tijd verleend. Dit sluit ook aan bij het uitgangspunt uit artikel 1:7 APV, waarin is bepaald dat vergunningen in beginsel voor onbepaalde tijd worden verleend.
Vergunninghouder
Artikel 1:5 van de APV regelt dat de vergunning persoonlijk is, tenzij anders is bepaald. Terrasvergunningen zijn net als de exploitatievergunning op grond van artikel 2:28 van de APV gekoppeld aan de exploitant. Wat de gevolgen zijn van het persoonlijk karakter is in het artikel beschreven en behoeft geen nadere toelichting.
Verplichte inname middenterrassen
In dit artikel wordt invulling gegeven aan artikel 1:6, lid 1 onder d van de APV, waarin is geregeld dat de vergunning kan worden ingetrokken als daarvan een bepaalde periode geen gebruik is gemaakt. Hierbij is onderscheid gemaakt in gevelterrassen en middenterrassen. Omdat de middenterrassen zogenaamde ‘schaarse rechten’ zijn, is de termijn, dat het niet gebruiken van de vergunning leidt tot intrekking, korter. Op die locatie zijn er namelijk andere gegadigden die gebruik kunnen maken van de betreffende ruimte en zo kunnen voorzien in de behoefte aan terrassen. Bij gevelterrassen kan de ruimte niet aan een ander worden vergund (zie artikel 2). Om te voorkomen dat ondernemers een groot terras aanvragen en ongebruikt laten, is de regel opgenomen dat de vergunning gewijzigd kan worden voor wat betreft het ongebruikte terras. Van het ‘niet gebruiken van het terras’ is in ieder geval sprake als er geen terrasmeubilair is geplaatst of het horecabedrijf gesloten is. Wanneer het terras wel toegankelijk is voor bezoekers, maar deze wegblijven, is geen sprake van ‘geen gebruik maken van het middenterras’. Daarop heeft de exploitant namelijk geen invloed.
Artikel 3. Verdeling schaarse vergunningen middenterrassen
Op grond van artikel 10 van de Europese Dienstenrichtlijn en Nederlandse rechtspraak moet voor de verdeling van schaarse vergunningen een transparante procedure worden gevolgd. Bij die verdeling moeten alle gegadigden gelijke kansen hebben op een vergunning. Dit komt voort uit het gelijkheidsbeginsel uit de grondwet. Tevens mogen deze schaarse vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend (zie toelichting artikel 5). Dit betekent daarom dat de eerder vergunde situatie niet bepalend is voor de verdeling van de schaarse openbare ruimte.
De middenterrassen op de Markt worden verdeeld in twee delen omdat:
- •
Het in het belang van de verkeersveiligheid niet gewenst is dat bedienend personeel de doorgaande route vanuit de Kerkstraat oversteekt;
- •
De terrassen daarmee logisch liggen ten opzichte van de betreffende horecabedrijven.
Om voor een vergunning voor een deel middenterras in aanmerking te komen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Allereerst moet sprake zijn van een horecabedrijf, zoals bedoeld in deze beleidsregels (zie ook toelichting op artikel 2 van deze beleidsregels). Tevens is geregeld dat een horecabedrijf moet beschikken over een eigen vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet of artikel 2:28 van de APV. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een situatie dat één bedrijf (volgens de vergunning) meerdere lokaliteiten heeft met verschillende concepten, dan wordt dit (overeenkomstig de vergunning) aangemerkt als één bedrijf. In het verlengde van het feit dat men moet beschikken over een eigen vergunning, is het criterium opgenomen dat met moet kunnen voorzien in de eigen menukaart. Zowel de definitie van een horecabedrijf in de Alcoholwet en een openbare inrichting in de APV gaan uit van het verstrekken van alcohol en etenswaren voor gebruik ter plaatse. Dit impliceert de bereiding, verstrekking en nuttiging binnen één inrichting. Daarom is opgenomen dat voorzien moet kunnen worden in de eigen menukaart. Het voorzien in de eigen menukaart wil niet per definitie zeggen dat men moet beschikken over een eigen keuken. Er zijn namelijk vormen van horeca denkbaar, waarbij geen keuken noodzakelijk is, zoals bijvoorbeeld een café, wijnbar of ijssalon.
Omdat terrassen bij horecabedrijven doorgaans worden gebruikt voor een lang verblijf, is de verplichting opgenomen om ook te voorziek in een toilet voor de terrasbezoekers.
Bekendmaken beschikbare terrasruimte
De bekendmaking van de gelegenheid om vergunning aan te vragen voor een deel middenterras vindt op twee manieren plaats, namelijk per brief aan de gevestigde horecaondernemers en door middel van een algemene publicatie. Dit laatste is noodzakelijk omdat de situatie zich kan voordoen dat een ondernemer in de nabije toekomst een horecabedrijf gaat overnemen. Door enkel de huidige ondernemers aan te schrijven, mist de nieuwe ondernemer de mogelijkheid om mee te dingen voor een deel middenterras.
Voor het aanvragen van vergunningen wordt de termijn van vier weken redelijk geacht. Met die termijn hebben ondernemers voldoende tijd om kennis te nemen van de bekendmaking, de aanvraag voor te bereiden en in te dienen.
Aanvullen aanvraag en toets aan weigeringsgronden
Artikel 4:5 van de Awb regelt dat een aanvrager van een vergunning in de gelegenheid gesteld moet worden om deze aanvraag aan te vullen. In deze beleidsregels is de termijn daarvoor vastgelegd voor de verdeling van de middenterrassen. Die termijn bedraagt twee weken. De termijn van twee weken wordt voor veel vergunningen als een redelijke termijn aangemerkt. Gelet op de relatief eenvoudige in te dienen informatie, is die termijn in deze situatie redelijk. Deze termijn kan nog lopen na de termijn zoals bedoeld in de vorige alinea. Met andere woorden: als een ondernemer aan het eind van de vier weken een onvolledige aanvraag indient, heeft hij daarna nog twee weken om die aanvraag aan te vullen. Het kan daarom voorkomen dat er pas zes weken na de publicatie bekend is, welke aanvragen volledig zijn en in behandeling worden genomen.
Vergunningaanvragen worden in de eerste plaats getoetst aan de weigeringsgronden uit artikel 1:8 en 2:28 van de APV. Als een aangevraagd terras niet aan die eisen voldoet, kan geen vergunning worden verleend en hoeft de terrasruimte niet verdeeld te worden met het terras uit die betreffende aanvraag.
Verdelen ruimte in onderling overleg
De beschikbare terrasruimte wordt verdeeld over de ‘overgebleven aanvragen’ (dat wil zeggen: de volledige aanvragen waarop de weigeringsgronden niet van toepassing zijn). In beginsel gaan we uit van een gelijke verdeling van de vierkante meters. Voordat we overgaan tot die gelijkmatige verdeling van de beschikbare ruimte, stellen we de ondernemers in de gelegenheid om in onderling overleg tot een verdeling te komen. De verdeling van de ruimte in onderling overleg heeft uiteraard de voorkeur ten opzichte van een opgelegde verdeling. Hierbij geldt dat alle ondernemers die binnen het deel middenterras aanspraak op een deel maken, het met elkaar eens moeten zijn.
Verdeling naar evenredigheid
Wanneer er geen onderlinge oplossing is voor de verdeling van de beschikbare ruimte van de middenterrassen, worden de vierkante meters verdeeld naar evenredigheid, uitgaande van het deel dat men binnen in gebruik heeft voor het bedrijfsmatig verstrekken van eet- en drinkwaren voor gebruik ter plaatse. Als er bijvoorbeeld 200 vierkante meter middenterras beschikbaar is in het deel middenterras en er zijn twee horecabedrijven die daarop aanspraak maken, waarvan ondernemer A een horecabedrijf heeft met één horecalokaliteit van 40 vierkante meter en ondernemer B een horecabedrijf met twee horecalokaliteiten van totaal 60 vierkante meter, dan krijgt ondernemer A 80 vierkante meter middenterras en ondernemer B 120 vierkante meter. Hoe de contouren dan komen te lopen, wordt in de vergunning bepaald. De gelegenheid om die in onderling overleg te bepalen, is immers verstreken.
In de eerste plaats was het idee om de beschikbare ruimte middenterras gelijkmatig over het aantal horecabedrijven te verdelen, onverminderd de omvang van dat horecabedrijf. Zowel vanuit de ambtelijke organisatie als de betreffende horecabedrijven en verhuurders is aangegeven dat men een verdeling, evenredig aan het oppervlakte binnen, eerlijker vindt. Voor een eerlijke verdeling van de openbare ruimte is gekozen voor deze variant die door de meerderheid als eerlijk wordt ervaren.
Tussentijdse wijzigingen van exploitatie
In artikel 3 is bepaald dat vergunningen worden verleend voor de periode van vijf jaar. Als een horecabedrijf in de tussentijd stopt of wordt overgenomen is de exploitantgebonden terrasvergunning niet meer geldig (zie artikel 5). Op dat moment komt de terrasruimte beschikbaar. Deze ruimte kan op verschillende manieren worden herverdeeld. Gekozen is om deze in de eerste plaats beschikbaar te stellen voor de nieuwe ondernemer die zich in het betreffende pand (waarbij de terrasvergunning hoorde) vestigt. Dit doet namelijk het meeste recht aan de eerdere verdeling van de beschikbare ruimte. Hiervoor geldt dat de nieuwe ondernemer binnen een jaar na intrekking van de terrasvergunning een vergunningaanvraag moet hebben ingediend voor een nieuwe terrasvergunning. Deze termijn is enerzijds lang genoeg voor een nieuwe ondernemer om een nieuwe vergunning aan te vragen en voorziet tevens in een bepaalde periode dat er nog geen nieuwe ondernemer is. Tegelijkertijd is de termijn niet zodanig lang dat er onaanvaardbaar lang leegstand is op het deel van het middenterras.
Wanneer de periode van een jaar is verstreken of wanneer er in het pand geen nieuw horecabedrijf vestigt (omdat bijvoorbeeld een kantoor of winkel is gevestigd of wanneer het pand een woonbestemming krijgt) wordt de hierboven genoemde procedure voor de verdeling van de beschikbare ruimte gevolgd.
Het kan voorkomen dat zich in de periode van vijf jaar een nieuwe horecaondernemer vestigt in een pand waarvoor nog geen terrasvergunning is afgegeven. Dat kan gaan om een horecabedrijf, waarvan de vorige exploitant geen middenterras had of om een pand dat voorheen als winkel, kantoor of woning werd gebruikt. Er is voor gekozen om de ondernemer in die gevallen pas te laten meedingen na het aflopen van de terrasvergunningen, om het aantal verschuivingen in de terrassen tot het minimum te beperken. Zo heeft de houder van een terrasvergunning ook rechtszekerheid voor vijf jaar en hangt dat niet af van of er een nieuwe gegadigde is voor een deel middenterras.
Artikel 4. Handhaving
Indien een terras wordt geëxploiteerd zonder vergunning of in strijd met de voorwaarde uit de vergunning kan tot handhaving worden overgegaan. Op grond van artikel 125 van de Gemeentewet zijn de burgemeester en het college bevoegd tot handhaving. De middelen die daarbij gebruikt worden zijn bestuursdwang (artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht) en het opleggen van een last onder dwangsom (artikel 5:32 Algemene wet bestuursrecht). Daarnaast kan de terrasvergunning worden ingetrokken op grond van artikel 1:6 van de APV.
In dit artikel zijn de sancties beschreven die kunnen worden opgelegd bij overtredingen van de regels. Om vooraf duidelijkheid te verschaffen over de sancties die volgen bij overtredingen, zijn deze uitgewerkt in de sanctiematrix in bijlage III. Daarin is per overtreding bepaald welke sancties in beginsel worden opgelegd. De zinsnede “in beginsel” geeft aan dat hiervan kan worden afgeweken als een specifieke situatie daar om vraagt.
In de sanctiematrix is aansluiting gezocht bij de Landelijke handhavingsstrategie omgevingsrecht (LHSO). Deze LHSO wordt in veel gemeenten toegepast bij de handhaving in de fysieke leefomgeving. Bij de LHSO wordt de eerste sanctie na een overtreding bepaald op basis van de gevolgen van een overtreding en het gedrag van de overtreder. Tevens kunnen verzwarende aspecten worden meegewogen, zoals het te verkrijgen financieel voordeel.
De verschillende overtredingen die men kan begaan op grond van de vergunningvoorschriften op grond van deze beleidsregels of regels uit de APV zijn ingeschaald in twee categorieën aan de hand van:
- •
De gevolgen van de overtreding voor de openbare orde, veiligheid, bescherming van het milieu of derden (waarbij onderscheid is gemaakt in vrijwel nihil, beperkt, van belang en aanzienlijk/onomkeerbaar);
- •
Het gedrag van de overtreder (waarbij onderscheid is gemaakt in onbedoeld handelen, onverschilligheid, calculerend gedrag en notoir/crimineel);
- •
Het te verkrijgen financieel voordeel.
Hierdoor is vooraf duidelijk hoe zwaar de overtreding wordt ingeschaald en welk stappenplan gevolgd gaat worden bij een bepaalde overtreding.
Hieronder volgt een toelichting per overtreding waarom deze is ingeschaald als lichte of zware overtreding.
Lichte overtredingen
- •
Het uitstallen van een deel van het terras buiten het oppervlakte waarvoor vergunning is verleend, heeft doorgaans beperkte gevolgen. In enkele gevallen kan overigens wel sprake zijn van belemmering van de doorgang voor hulpverleningsdiensten. Het gedrag van de overtreder bij deze overtredingen kan variëren van calculerend gedag tot onbedoeld handelen. Met name als het gaat om tafels en stoelen kan het zijn dat de vergunninghouder het terras goed heeft opgesteld, dit door klanten is verzet en niet tijdig is opgemerkt. Het financieel te verkrijgen voordeel met enige extra terrasruimte is beperkt. Gelet op de doorgaans geringe beperkingen, het wisselende gedrag van de overtreder en de beperkte financieel te verkrijgen voordelen, is deze overtreding aangemerkt als een lichte overtreding.
- •
Overtredingen van de sluitingstijden kennen vrijwel geen gevolgen (hooguit enige hinder voor de omgeving). Deze overtredingen worden doorgaans gedaan vanuit onverschilligheid of calculerend gedag. Omdat de hoogste omzet niet behaald wordt in deze late uren, zal het te verkrijgen financieel voordeel beperkt zijn. Daarom is deze overtreding aangemerkt als een lichte overtreding.
- •
Het niet tijdig verwijderd hebben van een deel van het middenterras tijdens een bruiloft op het stadhuis heeft beperkte gevolgen. Er is slechts sprake van enige hinder omdat het terras dichtbij het bordes staat. De overtreding komt voort uit onverschilligheid of calculerend gedrag. Het financieel te verkrijgen voordeel is gelet op het beperkt aantal extra te plaatsen tafels en de korte tijdsduur beperkt. Daarom is deze overtreding aangemerkt als een lichte overtreding.
- •
Het gebruik van terrasmeubilair dat niet voldoet aan de gelende regels heeft vrijwel geen gevolgen. Er is enkel sprake van een andere uitstraling dan gewenst. De overtreding komt vrijwel altijd voort uit calculerend gedrag. In tegenstelling tot veel andere overtredingen, die kunnen ontstaan ‘in de waan van de dag’, kan men zich voorbereiden op het voorkomen van het begaan van deze overtreding. Het financieel te verkrijgen voordeel is beperkt tot niets. Daarom is deze overtreding aangemerkt als een lichte overtreding.
- •
Eerder opbouwen of later afbreken van het terras heeft beperkte gevolgen. Ook deze overtreding ontstaat niet ‘in de waan van de dag’ en daarom is sprake van calculerend gedrag. Te verkrijgen voordeel is niet aanwezig (in tegenstelling tot eerder of langer exploiteren). Daarom is deze overtreding aangemerkt als een lichte overtreding.
- •
Voor het muziek ten gehore brengen geldt eenzelfde motivering als voor het overtreden van de sluitingstijden.
Zware overtredingen:
- •
Het exploiteren van het middenterras buiten de daarvoor bestemde periode heeft vrijwel geen noemenswaardige gevolgen. Omdat de periode waarin geëxploiteerd mag worden duidelijk vastligt, is zondermeer sprake van calculerend gedrag bij een overtreding daarvan. Het te verkrijgen financieel voordeel kan behoorlijk oplopen. Het gaat om de exploitatie van een heel terras en meerdere keren per dag dat de tafels en stoelen bezet zijn. Gelet op dit te verkrijgen financieel voordeel en het calculerend gedrag is dit aangemerkt als een zware overtreding.
- •
De gevolgen van het niet verwijderen van het terras ten behoeve van plechtigheden zoals de aubade met Koningsdag, dodenherdenking of een rouwstoet worden aangemerkt als ‘van belang’. Het gaat hier om plechtigheden waarbij de aanwezigheid van het terras of een deel daarvan ongepast is. Aan de gevolgen van deze overtredingen wordt een zwaarder belang toegekend dan aan het niet verwijderen van een deel van het terras bij een feestelijke bruiloft. De afspraken hierover zijn duidelijk en worden voorafgaand aan de plechtigheden gecommuniceerd. Het overtreden van de regels is daarom calculerend gedrag. Het financieel voordeel dat behaald kan worden met de overtreding is ook relatief groot. Gelet op de gevolgen, het gedrag van de overtreder en het te behalen financiële voordeel is dit aangemerkt als een zware overtreding.
- •
Met name bij de schaarse ruimte voor middenterrassen, is er een kans aanwezig dat terrasruimte wordt ‘onderverhuurd’. Dit ondermijnt de eerlijke verdelingssystematiek van de schaarse rechten uit deze beleidsregels. De gevolgen daarvan worden daarom aangemerkt als ‘van belang’. De overtreding wordt bewust begaan (calculerend gedrag). Zowel de vergunninghouder als de ‘onderhuurder’ behalen financieel voordeel uit deze overtreding. Deze overtreding wordt daarom aangemerkt als een zware overtreding. Hierbij moet worden opgemerkt dat zowel de vergunninghouder, die de terrasruimte beschikbaar stelt, als de gebruiker in overtreding kunnen zijn. Aan beide kan een sanctie worden opgelegd.
Artikel 5. Overgangsrecht
Voor het opnieuw verdelen van de schaarse middenterrassen, is het noodzakelijk dat de huidige vergunningen allemaal tegelijkertijd worden ingetrokken. Hiervoor is een redelijke overgangstermijn gekozen, vanwege de gedane investeringen in het terrasmeubilair.
Bij het bepalen van die overgangstermijn is het algemeen belang dat wordt gediend met deze beleidsregels afgewogen tegen de belangen van de uitbaters van de terrassen. In het algemeen belang gaan de regels op een zo kort mogelijke termijn in, zodat de situatie op een korte termijn in overeenstemming is met de nieuwe regels. Uitbaters van terrassen hebben er belang bij om te kunnen anticiperen op de nieuwe situatie. Dat kan gaan om het aanschaffen van nieuw terrasmeubilair of de bedrijfsvoering aanpassen op een groter of kleiner te exploiteren terras. Gelet op de afweging van deze belangen is een overgangstermijn van drie terrasseizoenen tot stand gekomen.
De tweede overgangsregeling ziet op de opgelegde sancties en dat deze van kracht blijven na inwerkingtreding van de nieuwe beleidsregels.
Artikel 6. Intrekking oud terrasbeleid
Dit artikel regelt de intrekking van de vorige beleidsregels.
Artikel 7. Citeertitel
Dit artikel regelt de naamgeving van deze regeling.
Artikel 8. Inwerkingtreding
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze regeling.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl