Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Oisterwijk 2025

Geldend van 27-02-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Oisterwijk 2025

Het college van burgemeester en wethouders van Oisterwijk,

Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang 2024;

Gelet op hoofdstuk 5 Awb (handhaving)

besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Oisterwijk 2025

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van een overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang gestelde regelgeving in de gemeente Oisterwijk.

Artikel 2 Begrippenlijst

De belangrijkste begrippen en wat daaronder wordt verstaan zijn opgenomen in de Wet- en regelgeving. In de tabel hieronder staan de belangrijkste begrippen.

Begrip

Wat het college daaronder verstaat

Afwegingsmodel

In het afwegingsmodel is vastgelegd welke bestuurlijke handhavingsmaatregel(en) het college doorgaans oplegt. Per domein staat de hersteltermijn waarbinnen overtredingen moeten zijn hersteld en de hoogte van financiële sancties.

College

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk

Gemeente

Gemeente Oisterwijk

GGD

GGD Hart van Brabant

Inspectieonderzoek

Een onderzoek als bedoeld in artikel 1.62, eerste lid Wet kinderopvang

LRK

Landelijk Register Kinderopvang

Toezichthouder

De aangewezen toezichthouder van de GGD. De toezichthouder kinderopvang onderzoekt de naleving van de kwaliteitseisen en legt de bevindingen vast in een inspectierapport.

VE

Voorschoolse educatie. Het college is verantwoordelijk voor voldoende aanbod en een goede spreiding van de voorschoolse educatie. Zij doet dit via subsidie aan kinderopvangorganisaties voor het realiseren van dit aanbod in de gemeente.

Flexibel Toezicht

Door de invoering van de flexibele inspectieactiviteit kunnen inspecties meer op maat worden uitgevoerd. De toezichthouder beoordeelt altijd of de houder voldoet aan eisen waar altijd op getoetst wordt én op aanvullende eisen die in afspraken met de toezichthouder zijn vastgelegd.

Houder

De aanbieder van kinderopvang. In de Wet kinderopvang is de wettelijke definitie opgenomen.

Artikel 3 Vormen van handhaving

Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de mogelijkheid herstellend of bestraffend te handelen:

  • 1.

    Herstellend in de vorm van een aanwijzing of (en kan tegelijkertijd) last onder dwangsom (zie hoofdstuk 2);

  • 2.

    Bestraffend zoals een boete (zie hoofdstuk 3).

Artikel 4 Kwaliteitseisen

In de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Oisterwijk 2025 wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen:

1. De kwaliteitseisen, waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang 2024 en alle onderliggende regelgeving;

  • 3.

    De toezichthouder kinderopvang onderzoekt de naleving van deze kwaliteitseisen en legt de bevindingen vast in een inspectierapport;

  • 4.

    Als aanvulling op het vorige lid wordt in gemeente Oisterwijk sinds 1 april 2024 ook gebruik gemaakt van flexibele inspectieactiviteiten. Bovenop de kwaliteitseisen die altijd getoetst worden, zijn er afspraken gemaakt met de toezichthouder wanneer op welke kwaliteitseisen getoetst wordt, rekening houdend met o.a. het risicoprofiel, locatiekenmerken, meldingen en signalen.

  • 5.

    In het afwegingsmodel worden per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven en voorzien van een prioritering en bepaling van de hoogte van de bestuurlijke boete in geval van een overtreding. Het afwegingsmodel is als bijlage aan deze beleidsregels toegevoegd.

  • 6.

    Diverse kinderdagverblijven in gemeente Oisterwijk bieden voorschoolse educatie aan. Voor voorschoolse educatie gelden aanvullende wettelijke kwaliteitseisen waar de toezichthouder toezicht op houdt. Ook gelden er aanvullende gemeentelijke kwaliteitseisen (Beleidsplan onderwijskansen Oisterwijk 2024-2026, te vinden via https://www.plein013.nl/buurt/oisterwijk/)

Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Artikel 5 Herstelmaatregel

  • 1. Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en alle onderliggende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend handhavingstraject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(-en), hersteld houden van deze overtreding(en) en op voorkoming van herhaling van de overtreding(-en).

  • 2. Bij het uitvoeren van een herstellend handhavingstraject hanteert het college de volgende stappen:

    • a.

      stap 1: aanwijzing;

    • b.

      stap 2: last onder dwangsom/last onder bestuursdwang;

    • c.

      stap 3: exploitatieverbod;

    • d.

      stap 4: intrekken van de toestemming tot exploitatie en verwijdering van de registratie uit het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

  • 3. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een bepaalde stap of bepaalde stappen in het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.

  • 4. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsmodel dat als bijlage is opgenomen.

  • 5. Bij het geven van een aanwijzing (zoals bedoeld in artikel 4 onder 2a) gelden de volgende hersteltermijnen:

    • a.

      Prioriteit/consequentie hoog: maximaal 7 dagen;

    • b.

      Prioriteit/consequentie gemiddeld: maximaal 14 dagen;

    • c.

      Prioriteit/consequentie laag: maximaal 21 dagen.

  • Deze termijnen worden eveneens gehanteerd als begunstigingstermijn indien ervoor gekozen is om een last onder dwangsom/last onder bestuursdwang (zoals bedoeld in artikel 4 onder 2b) in te zetten.

  • 6. Bij het bepalen van de hoogte van een dwangsom (zoals bedoeld in artikel 4 onder 2b) wordt op basis van de volgende uitgangspunten een berekening gemaakt:

    • a.

      Het financiële voordeel dat de overtreder behaalt met voortzetting of herhaling van de overtreding;

    • b.

      Het bedrag, dat uit de berekening zoals bedoeld onder sub a volgt, wordt vermenigvuldigd met de factor 2 zodat voldoende stimulans wordt geboden om de overtreding ongedaan te maken.

  • 7. Bij niet opvolgen van de maatregelen zoals bedoeld onder artikel 4 – 2a en 2b kan het college besluiten de kinderopvang tijdelijk te sluiten tot de overtredingen zijn hersteld.

  • 8. Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang voor wat betreft de geregistreerde voorziening (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang) wordt de gegeven toestemming tot exploitatie ingetrokken door middel van een beschikking overeenkomstig artikel 1.46 lid 5 en 6 Wet kinderopvang (zoals bedoeld onder artikel 4 – 2d). Aansluitend wordt de registratie verwijderd uit het landelijk register kinderopvang.

  • 9. Bij overtredingen van aanvullende kwaliteitseisen bij een locatie die voorschoolse educatie aanbiedt, treedt het college direct op binnen de subsidierelatie. In kwartaaloverleggen tussen houder en gemeente en bij de aanvraag en verantwoording van de subsidie beschrijft de VE-locatie op welke wijze de overtredingen duurzaam zijn of worden hersteld.

Hoofdstuk 3 Bestraffend traject

Artikel 6 Bestuurlijke boete

  • 1. Het college kan, al dan niet in samenhang met een herstellend handhavingstraject, een bestuurlijke boete opleggen bij:

    • a.

      Overtredingen met de prioriteit ‘laag’, ‘gemiddeld’ of ‘hoog’ zoals opgenomen in het afwegingsmodel in de bijlage;

    • b.

      Exploitatie zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      Niet onverwijld melden van een wijziging aan het college van burgermeester en wethouders van in het Landelijk Register Kinderopvang opgenomen gegevens;

    • d.

      Overtredingen van een norm zoals genoemd in het afwegingsmodel onder ‘overige kwaliteitseisen.

  • 2. Het college kan, in afwijking van het eerste lid, bij de eerste constatering van een overtreding voordat zij overgaat tot oplegging van een bestuurlijke boete een schriftelijke waarschuwing geven.

Artikel 7 Hoogte bestuurlijke boete

  • 1. Bij de berekening van de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1.72 lid 1 van de Wet kinderopvang wordt voor alle overtredingen het boetebedrag dat is neergelegd in het afwegingsmodel als uitgangspunt gehanteerd.

  • 2. In afwijking van het vorige lid, geldt voor voorzieningen voor gastouderopvang als uitgangspunt dat het boetebedrag zoals neergelegd in het afwegingsmodel met 0,5 kan worden vermenigvuldigd.

  • 3. Het college kan bij het opleggen van een bestuurlijke boete rekening houden met omstandigheden waaronder de overtreding is begaan. Het college stemt de hoogte van de bestuurlijke boete af op:

    • a.

      de ernst van de overtreding;

    • b.

      de mate van verwijtbaarheid;

    • c.

      de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of;

    • d.

      de omstandigheden waarin de overtreder verkeert;

    • e.

      boeteoplegging volgens deze Beleidsregels handhaving Wet Kinderopvang 2025 onevenredig is.

  • 4. Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn, indien sprake is van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van deze beleidsregels niet is voorzien.

Artikel 8 Recidive

Bij de vaststelling van de boete wordt uitgegaan van:

  • 1.

    1,5 maal het onder artikel 7 bepaalde boetebedrag indien een door een bestuurlijke boete te handhaven overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden waarvoor eveneens een bestuurlijke boete was opgelegd;

  • 2.

    2 maal het onder artikel 7 bepaalde boetebedrag indien er sprake is van een derde of volgende overtreding van dezelfde wettelijke norm binnen een periode van twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan waarvoor eveneens een bestuurlijke boete was opgelegd.

Artikel 9 Samenloop

De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 18 februari 2025;

  • 2. Per dezelfde datum worden ingetrokken de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Oisterwijk 2019 met daarbij horende bijlage het Afwegingsmodel dagopvang/buitenschoolse opvang/gastouderopvang/gastouderbureau ingetrokken;

  • 3. Op overtredingen die zijn geconstateerd voor de datum van bekendmaking zijn de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Oisterwijk 2019 met daarbij horende bijlage het Afwegingsmodel dagopvang/buitenschoolse opvang/gastouderopvang/gastouderbureau van toepassing tenzij dit ten nadele is van de overtreder.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk op 18 februari 2025,

De secretaris

J. Koppers

De burgemeester

H. Janssen

Bijlage 1 – Afwegingsmodel

In het afwegingsmodel is vastgelegd welke bestuurlijke handhavingsmaatregel(en) het college doorgaans oplegt. De kwaliteitseisen onder elk domein zijn onderverdeeld in vier categorieën. Iedere categorie verwijst naar een financiële sanctie. De bedragen hiervan zijn vastgesteld in artikel 23 lid 4 van het Wetboek van Strafrecht. Voor de volledigheid zijn de bedragen per categorie ook hieronder weergegeven:

  • -

    de eerste categorie: € 410.-

  • -

    de tweede categorie: € 4.100;

  • -

    de derde categorie: € 8.200.-

  • -

    de vierde categorie: € 20.500.-

Een financiële sanctie is nooit lager dan het genoemde bedrag uit de eerste categorie. Voor de gastouderopvang, met uitzondering van de gastouderbureaus, en de ouderparticipatiecrèches wordt hierop een uitzondering gemaakt. Daar gelden andere bedragen.

De hier opgenomen bedragen gelden per overtreding van een domein/kwaliteitseis. In de tabel is het maximum sanctiebedrag bij een eerste overtreding van het voorschrift opgenomen. Bij recidive verdubbelt het college dit maximum. Het aantal overtredingen waarvoor het college een financiële sanctie oplegt is beperkt tot 4 overtredingen van hetzelfde voorschrift per inspectieonderzoek.

Tenslotte heeft elk domein ook een eigen consequentiegraad, welke ook opgenomen is in onderstaand overzicht. Elke consequentie heeft een eigen hersteltermijn, welke in artikel 5 sub 5 zijn benoemd.

Dwangsommen Kindercentrum

Algemene voorwaarden kwaliteit en naleving

Administratie

de derde categorie

Maatregelen aanpak A-ziekten

de derde categorie

Overtredingen in het domein Algemene voorwaarden kwaliteit en naleving hebben grote consequenties voor de kwaliteit van kinderopvang.

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

de derde categorie

Pedagogische praktijk

de derde categorie

Voorschoolse educatie

de derde categorie

Inzet pedagogisch beleidsmedewerker voorschoolse educatie

de derde categorie

Overtredingen in het domein pedagogisch klimaat hebben grote consequenties voor de kwaliteit van kinderopvang.

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang

de derde categorie

Opleidingseisen

de derde categorie

Aantal beroepskrachten

de derde categorie

Eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en Stagiairs

de derde categorie

Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers

de tweede categorie

Stabiliteit van de opvang voor kinderen

de tweede categorie

Voertaal

de tweede categorie

Overtredingen in het domein Personeel en groepen hebben grote consequenties voor de kwaliteit van kinderopvang.

Veiligheid en gezondheid

Veiligheids- en gezondheidsbeleid

de tweede categorie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

de tweede categorie

Meld- overleg- en aangifteplicht

de tweede categorie

Overtredingen in het domein Veiligheid en gezondheid hebben grote consequenties voor de kwaliteit van kinderopvang.

Accommodatie

Eisen aan ruimtes

de tweede categorie

Overtredingen in het domein Accommodatie hebben, bij het ontbreken van een acute situatie, gemiddelde consequenties voor de kwaliteit van kinderopvang. Bij acute situaties hebben overtredingen grote consequenties voor de kwaliteit van kinderopvang.

Ouderrecht

Informatie

de tweede categorie

Oudercommissie

de tweede categorie

Klachten en geschillen

de tweede categorie

Overtredingen in het domein Ouderrecht hebben lichte tot matige consequenties voor de kwaliteit van kinderopvang.

Dwangsommen Gastouderbureau

Personeel

Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang

De derde categorie per ontbrekende VOG, inschrijving en/of koppeling

Personeelsformatie per gastouder

de tweede categorie

Overtredingen in het domein Personeel hebben grote consequenties voor de kwaliteit van opvang.

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De tweede categorie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

de tweede categorie

Meld- overleg- en aangifteplicht

de tweede categorie

Overtredingen in het domein Veiligheid en gezondheid hebben grote consequenties voor de kwaliteit van opvang.

Ouderrecht

Informatie

de tweede categorie

Oudercommissie

de tweede categorie

Klachten en geschillen

de tweede categorie

Overtredingen in het domein Ouderrecht hebben lichte tot matige consequenties voor de kwaliteit van kinderopvang.

Kwaliteit gastouderbureau en zorgplicht

Kwaliteitscriteria

de tweede categorie

Administratie gastouderbureau

de tweede categorie

Overtredingen in het domein Kwaliteit gastouderbureau en zorgplicht hebben grote consequenties voor de kwaliteit van opvang.

Dwangsommen Gastouder

Het maximum dwangsombedrag voor een voorziening voor gastouderopvang is gelijk aan het bedrag genoemd bij de eerste categorie artikel 23 lid 4 Wetboek van Strafrecht en bij recidive het dubbele daarvan.

Dwangsommen Ouderparticipatieopvang

Het maximum dwangsombedrag voor een ouderparticipatiecrèche is gelijk aan het bedrag genoemd bij de tweede categorie artikel 23 lid 4 Wetboek van Strafrecht en bij recidive het dubbele daarvan.

Bestuurlijke boete

Per overtreding van het voorschrift. Voor enkele overtredingen legt het college, naast een herstelsanctie, in beginsel altijd een boete op. Deze overtredingen staan in de eerste tabel: Directe boete. Voor de overige overtredingen kan naast een herstelsanctie ook een boete worden opgelegd. In de tabel is het maximum boetebedrag bij een eerste overtreding van het voorschrift opgenomen. Bij recidive verdubbelt het college het maximum boetebedrag.

Bij het opleggen van een bestuurlijke boete stemt het college de hoogte van de boete altijd af op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Daarbij houdt het college rekening met de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan. Om tot matiging over te gaan, verwacht het college een actieve houding van de overtreder. Het is belangrijk dat een houder niet alleen stelt dat bepaalde (bijzondere) omstandigheden zich hebben voorgedaan, maar dat de houder dit ook aantoont.

Als met 1 feitelijke gedraging 2 of meer overtredingen zijn begaan legt het college alleen een bestuurlijke boete op voor de overtreding met het hoogste boetebedrag. Daarnaast matigt het college een boete aan de hand van de omvang van de organisatie.

Directe boete

algemeen

kindercentrum en GOB

gastouders

Exploitatie zonder toestemming college

de vierde categorie

de derde categorie

Aanbieden kinderopvang zonder schriftelijke overeenkomst

de derde categorie

 

Schenden medewerkingsplicht

de derde categorie

de tweede categorie

Niet opvolgen bevel

de vierde categorie

de derde categorie

Overtreden exploitatieverbod

de vierde categorie

de tweede categorie

Niet (tijdig) melden wijzigingen

de tweede categorie

 

Personeel en groepen

kindercentrum en GOB

Verklaring omtrent Gedrag (VOG)

de tweede categorie per ontbrekende VOG

Personenregister kinderopvang

de tweede categorie per ontbrekende inschrijving en/of koppeling

Beroepskrachtkind-ratio (BKR)

de tweede categorie per ontbrekende beroepskracht

Op de uren dat niet tenminste de helft van het conform de BKR benodigde aantal beroepskrachten is ingezet.

de helft van het bedrag genoemd bij de tweede categorie per ontbrekende beroepskracht

Kwalificatie

Het benodigde diploma, certificaat, enz.

de tweede categorie per ontbrekende kwalificatie

Gastouders - Personeel en groepen

Verklaring omtrent Gedrag (VOG)

de eerste categorie per ontbrekende VOG

Groepsgrote en groepssamenstelling

de eerste categorie per overtreding

Kwalificatie

Het benodigde diploma, certificaat, enz.

de eerste categorie per ontbrekende kwalificatie

Kwaliteit gastouderbureau

Pedagogische praktijk

Begeleiding en ondersteuning van de Gastouder:

Uitvoering pedagogisch beleid door gastouders leidt tot verantwoorde gastouderopvang.

de tweede categorie per VGO waar onvoldoende is toegezien op de kwaliteit van opvang en/of de begeleiding tekortschiet

Het gastouderbureau voldoet niet aan zijn zorgplicht:

De samenstelling van de groep kinderen bij de gastouder

de tweede categorie per VGO waar de groepsgrootte en/of samenstelling niet voldoet

Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang:

Inschrijving en koppeling gastouder, huisgenoten en structureel aanwezigen

de tweede categorie per ontbrekende inschrijving en/of koppeling

Veiligheid en gezondheid:

Inventarisatie van risico’s voorzieningen voor gastouderopvang

de tweede categorie

Hiervoor kan een boete worden opgelegd

Overige kwaliteitseisen

Niet opvolgen aanwijzing

de derde categorie, voor gastouder tweede categorie

Eisen ruimtes gastouderopvang:

De houder van een gastouderbureau toetst aantoonbaar jaarlijks op naleving van deze eisen

de tweede categorie per VGO waar niet is voldaan aan deze kwaliteitseisen en niet aantoonbaar is getoetst op de naleving

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

de tweede categorie per gastouder waar de kennis en het gebruik van de handelwijze uit de meldcode niet is bevorderd.

Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers

de derde categorie