Bomenverordening Land van Cuijk 2025

Geldend van 22-02-2025 t/m heden

Intitulé

Bomenverordening Land van Cuijk 2025

De raad van de gemeente Land van Cuijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 december 2024;

gelet op het Bomenbeleidsplan Land van Cuijk 2025;

besluit:

  • 1.

    in te trekken de Tijdelijke Bomenverordening gemeente Land van Cuijk 2023;

  • 2.

    vast te stellen de navolgende verordening overeenkomstig de volgende bepalingen:

Bomenverordening Land van Cuijk 2025

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. Advies bijzonder waardevolle boom: een boomveiligheidsbeoordeling uitgevoerd door een boomtechnisch deskundige, in opdracht van de beheerder in het kader van het indienen van een vergunningaanvraag zoals bedoeld in artikel 9;

  • 2. Ambitieleeftijd: de gewenste minimale eindleeftijd van een boom. Voor bijzonder waardevolle bomen is dit 80 jaar, voor beschermwaardige en overige bomen is dit 40 jaar;

  • 3. BAL: Besluit Activiteiten Leefomgeving;

  • 4. Bebouwingscontour houtkap: een door de raad vastgestelde contour rond stedelijk gebied, waarbuiten de rijksregels voor het vellen van houtopstanden gelden;

  • 5. Beheer: activiteiten die worden uitgevoerd volgens een werkwijze zoals vastgelegd in een beheerplan; een door bevoegd gezag aangewezen document waarin de uitgangspunten betreffende het beheer van een bomenbestand conform de kaders zoals aangegeven in het bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk zijn neergelegd;

  • 6. Beheerder: de hoofdverantwoordelijke vanuit de gemeente voor het uitvoeren van werkzaamheden en activiteiten zoals vastgelegd in het gemeentelijk beheerplan;

  • 7. Beheerplan: Een door de raad vastgesteld document, waarin het reguliere beheer van het bomenbestand van publiekrechtelijke personen is vastgelegd;

  • 8. Bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning (zoals bedoeld in de Omgevingswet);

  • 9. Beschermwaardige boom: een boom in eigendom van de gemeente Land van Cuijk waarvan de stamdiameter minimaal 20 centimeter bedraagt, gemeten op 130 cm boven maaiveld, of een boom die is geplant ter vervanging van een beschermwaardige boom.

  • 10. Bijzonder waardevolle boom: een door het college aangewezen boom die conform de toelatingscriteria in het bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk een toegevoegde waarde heeft meegekregen en is vastgelegd op de ‘Lijst bijzonder waardevolle bomen’.

  • 11. BKL: Besluit Kwaliteit Leefomgeving;

  • 12. Bomen Effect Analyse (BEA): een gestandaardiseerde beoordeling, naar standaard van de meest recente versie van Handboek Bomen, van de mogelijk nadelige effecten van een ruimtelijke ontwikkeling of (her)inrichting in de nabijheid van bomen. Hierbij wordt de bestaande situatie van de bomen geanalyseerd, worden alle risico’s voor het te handhaven bomenbestand geïnventariseerd en worden maatregelen benoemd om deze risico’s tegen te gaan;

  • 13. Boom: een opgaand houtachtig, overblijvend gewas met 1 of meerdere stammen;

  • 14. Boomadviseur: Een door de gemeente aangewezen persoon verantwoordelijk voor het uitbrengen van adviezen ten aanzien van zaken betreffende al dan niet rondom bomen;

  • 15. Boomsparende/mitigerende maatregelen: ‘verzachtende’ maatregelen conform de meest recente versie van Handboek bomen, die in stand te houden bomen beschermen;

  • 16. Boomstructuur: een lijn- of vlakvormige groep bomen die als eenheid te herkennen is, met bijvoorbeeld een ecologische of historische functie;

  • 17. Boomtechnisch deskundige: een theoretisch en praktisch deskundige op het gebied van bomen, in het bezit van het certificaat ‘Boomveiligheidscontroleur’ van Groenkeur, of gelijkwaardig;

  • 18. Boomveiligheidscontrole: Een visuele beoordeling op de veiligheid van een boom, uitgevoerd door een boomtechnisch deskundige;

  • 19. College: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Land van Cuijk, in veel gevallen het bevoegd gezag;

  • 20. DIB-Waarde: Het certificaat ‘Data Inspecteur Bomen-Waarde’ van het Norminstituut Bomen;

  • 21. Dunnen: het verwijderen van bomen uit een houtopstand als onderhoudsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand, waarbij geen oppervlakte verloren gaat van de betreffende houtopstand. Dunning is een beheermaatregel en wordt daarmee niet onder het begrip vellen geschaard;

  • 22. Bomenfonds: gemeentelijk fonds voor de financiële compensatie van bomen die met vergunning of vanuit een beheerplan zijn verwijderd en niet herplant kunnen worden, of onrechtmatig zonder vergunning zijn verwijderd en niet herplant kunnen worden;

  • 23. Groene kaart: kaart waarop de bijzonder waardevolle bomen staan aangegeven;

  • 24. Handboek Bomen: De meest recente versie van Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen;

  • 25. Houtopstand: een zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend;

  • 26. Kandelaberen: het voor de eerste maal afzetten van een bestaande, regulier uitgroeiende kroon, middels het ingrijpend innemen van de gesteltakken tot ‘takstompen’, met als doelstelling het ingrijpend reduceren (35-50%) van de bestaande kroonomvang;

  • 27. Kappen: het geheel of grotendeels bovengronds verwijderen van een houtopstand;

  • 28. Knotten: het periodiek terugzetten van de gehele kroon tot op de centrale knot, middels het verwijderen van opnieuw uitgelopen loten, twijgen en takken;

  • 29. Kwetsbare boomzone: de boomkroonprojectie plus 1,5 meter daarbuiten.

  • 30. Lijst bijzonder waardevolle bomen: Lijst waarop de bijzonder waardevolle bomen van Land van Cuijk zijn vastgelegd;

  • 31. Nazorg: het periodiek controleren van bomen in de eerste 3 jaar na aanplant op onder meer vochtbehoefte en zuurstofwaarden en eventueel andere essentieel te treffen maatregelen om de boom een gezonde start mee te geven. Wanneer een boom gedurende een nazorgperiode van 3 jaar niet of niet goed aanslaat, is betreffende aannemer verplicht de boom te vervangen voor dezelfde soort en plantmaat en gaat opnieuw een periode van 3 jaar nazorg in;

  • 32. Ruimtelijke ontwikkeling: een bouw-/of aanlegwerk in de fysieke leefomgeving;

  • 33. Taxateur: een boomdeskundige die schades aan bomen of boomgroepen uitdrukt in geld volgens Handboek Bomen en in het bezit is van het DIB-Waarde certificaat.

  • 34. Toezichthouder: degene die door bevoegd gezag is aangewezen als toezichthouder voor zaken betreffende al dan niet rondom bomen.

  • 35. Tuin: het onbebouwde deel van een bouwkavel aangrenzende een (woon)huis, ingericht ten dienste van het gebruik van dat (woon)huis;

  • 36. Vellen rooien of verrichten van andere handelingen die de dood of ernstige beschadiging van een houtopstand tot gevolg kunnen hebben. Wanneer binnen een tijdsbestek van 3 jaar meer dan 25% van het volume van de boom wordt verwijderd, evenals wanneer takken worden verwijderd waarbij de diameter ter hoogte van de snoeiwond groter is dan 15 cm, en/of wortels worden verwijderd waarbij de diameter ter hoogte van de amputatie meer dan 5 cm bedraagt, geldt deze handeling als vellen.

  • 37. Vooronderzoek: een vooronderzoek wanneer ruimtelijke ontwikkelingen of (her) inrichting gaat plaatsvinden, waarbij bomen en /of beplanting betrokken zijn en wordt bepaald of de beoogde ontwikkelingen en daaraan gekoppelde activiteiten van invloed zijn op de, in of bij het gebied aanwezige beplanting;

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze bomenverordening is van toepassing op alle bomen en houtopstanden binnen de gemeentelijke grenzen van Land van Cuijk met in achtneming van de regels en instructies zoals neergelegd in het BAL en BKL.

Artikel 3. Toegestane afstand tussen houtopstanden en de grenzen van naburige erven

De toegestane afstand als bedoeld in artikel 42, eerste en tweede lid van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, bedraagt in afwijking van de bepaling voor bomen 0,5 meter en voor heesters en heggen nihil.

Hoofdstuk 2: Aanwijzingen in de fysieke leefomgeving

Artikel 4. Aanwijzing bebouwingscontour houtkap

De bebouwingscontour houtkap van de gemeente, zoals deze op de Groene Kaart staat aangegeven, beslaat het gebied binnen de grenzen zoals door het bevoegde gezag is/wordt vastgesteld als bebouwingscontour als bedoeld in artikel 5.165b van het BKL.

Artikel 5. Aanwijzing bijzonder waardevolle en beschermwaardige bomen

  • 1. Het college wijst de bijzonder waardevolle bomen aan conform de toelatingscriteria zoals omschreven in het bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk.

  • 2. Bijzonder waardevolle bomen worden geregistreerd op de ‘lijst bijzonder waardevolle bomen Land van Cuijk’ en weergegeven op de Groene Kaart.

  • 3. De Groene kaart wordt tenminste één keer per twee jaar geactualiseerd of wanneer het college dit noodzakelijk acht.

  • 4. Bomen geplant in het kader van herplantplicht naar aanleiding van het vellen van een bijzonder waardevolle boom zijn vanaf het moment van aanplant bijzonder waardevol, ongeacht de stamdiameter.

  • 5. Alle bomen in eigendom van gemeente Land van Cuijk, waarvan de stamdiameter minimaal 20 centimeter bedraagt, gemeten op 130 centimeter boven maaiveld zijn beschermwaardig.

Hoofdstuk 3: Activiteiten

Artikel 6. Verbod op vellen van bomen

  • 1. Het is verboden zonder, een door het college verleende, vergunning te vellen of doen vellen:

    • a.

      bijzonder waardevolle bomen;

    • b.

      beschermwaardige bomen.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:

    • a.

      bomen die moeten worden geveld in het kader van de Plantgezondheidswet;

    • b.

      bomen en die moeten worden geveld op bevel van de Burgemeester of diens gemandateerde, in het kader van de openbare orde en veiligheid mits er sprake is van een acuut gevaar;

    • c.

      bomen die moeten worden geveld in het kader van artikel 13, het bestrijden van boomziekten;

    • d.

      bomen in eigendom en beheer van gemeente Land van Cuijk, die uit oogpunt van veiligheid of beheer conform het gemeentelijke beheerplan geveld moeten worden;

    • e.

      boomsoorten die staan vermeldt op de Unielijst invasieve exoten van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

    • f.

      gemeentelijke bomen die op basis van een collegebesluit in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling worden geveld en waarbij de proceslijn zoals beschreven in hoofdstuk 6.2 (Bomen in projecten) van het bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk wordt gevolgd;

    • g.

      niet gemeentelijke bijzonder waardevolle bomen waarbij de boombeheerder of boomadviseur een onomkeerbare ziekte of aantasting heeft geconstateerd.

  • 3. In geval van een vrijstelling in het kader van het tweede lid van dit artikel, blijft het bepaalde in de artikelen 10 (herplantplicht) en 11 (compensatieplan) onverminderd van toepassing.

  • 4. Ingeval het bepaalde in lid 2 sublid g van toepassing is geldt een meldplicht voor het vellen van de betreffende boom waarbij de initiatiefnemer ten minste 2 weken van te voren melding maakt van de geplande activiteit.

Artikel 7. Belangenafweging vergunningverlening

  • 1. Bij activiteiten aan of bij bijzonder waardevolle en beschermwaardige bomen wordt het belang van deze activiteit afgewogen tegen de voor gemeente Land van Cuijk belangrijke waarden van bomen, zoals vastgelegd in het bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk. Een vergunning kan worden toegekend in geval van:

    • a.

      een dermate teruglopende conditie van de boom dat herstel niet meer mogelijk is en/of de veiligheid van de omgeving in gevaar dreigt te komen;

    • b.

      een zwaarwegend belang dat opweegt tegen duurzaam behoud van de boom.

Artikel 8. Vooronderzoek en Bomen Effect Analyse bij ruimtelijke ontwikkeling

  • 1. In de initiatieffase van vergunningsplichtige ruimtelijke ontwikkelingen moet een vooronderzoek op bomen worden uitgevoerd, indien:

    • a.

      in het te ontwikkelen gebied en/of binnen een straal van 50 meter van de projectgrens bomen staan die redelijkerwijs negatief beïnvloed kunnen worden door de ontwikkelingen;

    • b.

      binnen de kroonprojectie van bomen + 1,5 meter daarbuiten (de kwetsbare boomzone) wordt gegraven;

    • c.

      langs mogelijke aanrijroutes van bouwverkeer bomen staan;

    • d.

      er sprake is van bronbemaling die mogelijk negatieve invloed kan hebben op bomen.

  • 2. Indien uit het vooronderzoek blijkt dat bijzonder waardevolle bomen, of bomen in gemeentelijk eigendom aanwezig zijn én deze redelijkerwijs negatief beïnvloed kunnen worden door de ruimtelijke ontwikkeling en/of werkzaamheden daaromtrent, dient een volledige BEA te worden uitgevoerd op basis van zowel het voorlopig/schets ontwerp als het definitief ontwerp.

  • 3. De BEA omvat in ieder geval een duidelijke beschrijving van de ruimtelijke ontwikkeling, de aanwezige bomen, de locatie van het project en een reële planning en wordt opgesteld door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de bomen te beschikken.

  • 4. De vergunningsprocedure kan voortgezet worden indien bevoegd gezag uit de BEA kan herleiden dat:

    • a.

      er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de bomen, eventueel door toepassing van mitigerende maatregelen, waarbij ook wordt getoetst aan beleid;

      of:

    • b.

      de compenserende maatregelen in de vorm van een compensatieplan voldoen aan de eisen voor herplant zoals benoemd in artikel 10 (herplantplicht) en artikel 11 (compensatieplan);

      of:

    • c.

      er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale en economische aard, met voor de waarden van bomen gunstige effecten.

Artikel 9. Indienen vergunningaanvraag

  • 1. Een vergunning als bedoeld in artikel 6 (verbod op vellen van bomen) wordt aangevraagd door de rechthebbende of gemachtigde daarvan van de betreffende boom.

  • 2. De aanvrager levert bij de aanvraag in ieder geval de volgende stukken en documenten:

    • a.

      een kaart waarop de betreffende boom en de huidige situatie zijn aangegeven;

    • b.

      de reden van de kap;

    • c.

      welke alternatieven voor het behouden van de boom, in de vorm van boomsparende maatregelen, verplanting, of mitigerende maatregelen, zijn onderzocht en niet houdbaar zijn bevonden;

    • d.

      een afschrift van een recente boomveiligheidscontrole, in opdracht van de aanvrager, of een advies bijzonder waardevolle boom vanuit de gemeente uitgevoerd door een boomtechnisch deskundige, als de aanvraag is ingediend voor vellen van een boom uit veiligheid of beheerbaarheid vanwege sterk teruglopende kwaliteit of conditie, gelet op het belang van het voorkomen van letsel of ernstige schade;

    • e.

      een compensatieplan (artikel 11) met voorstel voor duurzame, kwalitatieve compensatie, conform beleid, van de verloren gaande boom, door middel van gelijkwaardige herplant en/of financiële compensatie.

  • 3. Het bevoegd gezag behoudt zich het recht voor om bij de initiatiefnemer een BEA op te vragen ter beoordeling van een vergunningaanvraag.

Artikel 10. Herplantplicht, instandhoudingsplicht en overige voorschriften

  • 1. Het bevoegde gezag verbindt aan de kap van bijzonder waardevolle bomen en beschermwaardige bomen een herplantplicht.

  • 2. In uitzondering op lid 1 van dit artikel wordt geen herplantplicht opgelegd voor niet gemeentelijke bomen tenzij het kap betreft in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling.

  • 3. Herplant van te vellen bomen vindt plaats volgens de voorschriften in het bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk, met bomen die potentieel dezelfde of betere groene waarden hebben als de te verwijderen bomen.

  • 4. In gevallen waarin herplant na onderzoek niet mogelijk blijkt, volgens de in het bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk vastgelegde keuzeladder verplant of herplant, kan de herplantverplichting worden omgezet in een financiële compensatie, op basis van een waardebepaling conform het beleidskader.

  • 5. De vergunningsplichtige dient zelf aan te tonen dat de herplant is uitgevoerd binnen de termijn zoals gesteld in het compensatieplan (artikel 11) en binnen 2 weken na aanplant, de herplant te melden bij het bevoegd gezag.

  • 6. Bij het verlenen van een vergunning voor vellen wordt als voorschrift opgenomen dat deze 4 weken na verlening inwerking treedt.

  • 7. De vergunninghouder maakt binnen 2 weken van de herplant een melding hiervan bij de gemeente.

  • 8. De herplante boom krijgt na aanplant direct dezelfde beleidsstatus (indien van toepassing) als de verwijderde boom waarvoor deze in de plaats is gekomen.

  • 9. Bij een gecombineerde aanvraag wordt in ieder geval het voorschrift opgenomen dat de activiteit vellen pas mag starten als ook voor de andere onderdelen van de aanvraag toestemming is verleend.

  • 10. Bij het vellen van bomen zonder benodigde vergunning als bedoeld in artikel 6 (verbod op vellen van bomen), legt het college een herplantplicht op, naast een boetebedrag volgens artikel 16. Indien deze herplant in natura niet mogelijk is door een gebrek aan groeiruimte, is een financiële compensatie van de boomwaarde conform het beleidskader mogelijk.

Artikel 11. Compensatieplan

  • 1. Een compensatieplan maakt deel uit van de te verlenen omgevingsvergunning voor het vellen van bijzonder waardevolle en beschermwaardige bomen en houtopstanden.

  • 2. In het compensatieplan wordt het volgende bepaald:

    • a.

      waar zal worden herplant, op hetzelfde perceel of in de nabije omgeving, aangegeven op een voldoende gedetailleerde kaart, of met x- en y-coördinaten;

    • b.

      een omschrijving van de te herplanten bomen (soortnaam, maatvoering), inclusief een aanduiding van de groene waarde daarvan conform de uitwerking daarvan in het bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk;

    • c.

      een onderbouwing dat de kwalitatieve waarde van de aanplant verbetert ten opzichte van de te vellen bomen, gebaseerd op de gemeentelijke groene waarden;

    • d.

      een omschrijving van de groeiplaats (bovengronds en ondergronds) met onderbouwing dat deze groeiplaats van voldoende kwalitatieve waarde is om de te herplanten bomen, conform het gestelde wenselijke eindbeeld ter plaatse, duurzaam te handhaven;

    • e.

      een beheerplan voor de eerste drie jaren, gerekend vanaf de aanplant, waarin onder andere de termijn voor de eerste aanplant, inboetperioden, aanwijzingen voor plantgatvoorbereiding, verzorging- en groeibevorderende maatregelen is opgenomen;

    • f.

      indien sprake is van kap van 30 procent of meer van een als eenheid te herkennen structuur, de wijze waarop fasering van de kap en herplant over meerdere groeiseizoenen zal worden toegepast.

Artikel 12. Bomenfonds

  • 1. In het door het college ingestelde Bomenfonds worden financiële bijdragen gestort door:

    • a.

      vergunninghouders ter uitvoering van een voorschrift dat is opgenomen in de omgevingsvergunning voor het vellen van bomen of houtopstand;

    • b.

      rechthebbenden en/of overtreders in situaties als bedoeld in deze verordening.

  • 2. Als aan de omgevingsvergunning voor het vellen van bomen het voorschrift is verbonden dat de waarde van de bomen geheel of gedeeltelijk moet worden gecompenseerd, dan moet deze financiële compensatie in het Bomenfonds worden gestort.

  • 3. Het college beheert het Bomenfonds.

  • 4. Voor compensatie via het Bomenfonds plaatsvindt een afweging gemaakt volgens het onderstaande ‘schematische weergave compensatie’:

    afbeelding binnen de regeling

  • 5. Het Bomenfonds wordt gebruikt voor de versterking van het bomenbestand in de gemeente.

  • 6. De waardebepaling van de bomen wordt gedaan op basis van staffel zoals opgenomen in het Bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk. In deze financiële vervangingswaarde wordt in ieder geval meegerekend:

    • a.

      aankoop en planten van vervangende bomen;

    • b.

      passende groeiplaatsaanleg;

    • c.

      nazorg voor tenminste 3 jaar;

  • 7. Als de waarde van de bomen niet kan worden bepaald door middel van de richtlijnen de in het bomenbeleid van de gemeente Land van Cuijk, of bij onduidelijkheid of onenigheid over de daaruit voortvloeiende waarde, vindt een aanvullende waardebepaling plaats op grond van de op dat moment actuele gepubliceerde methode van de Nederlandse Vereniging van Beëdigde Taxateurs van Bomen (NVTB) of op basis van Handboek Bomen.

  • 8. Het kan voorkomen dat de vergunning voorschrijft dat de compensatie deels plaatsvindt op basis van het compensatieplan en deels via het storten van een financiële compensatie in het Bomenfonds.

Artikel 13. Bestrijding van boomziekten

  • 1. Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn de houtopstand te vellen.

  • 2. De gevelde boom dient conform de richtlijnen van de gemeente, direct zodanig te worden behandeld dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen. Het is verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die een boomziekte kan verspreiden.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van het onder het tweede lid van dit artikel gestelde verbod.

  • 4. Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

Hoofdstuk 4: Beschadiging, toezicht en handhaving

Artikel 14. Beschadiging van bomen

  • 1. Het is verboden om bomen, die publiek eigendom zijn:

    • a.

      te beschadigen, te bekladden of te beplakken;

    • b.

      daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen onderhoudstaken;

    • c.

      materieel of goederen in de kwetsbare boomzone op te slaan.

  • 2. Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan publieke bomen aan te brengen of anderszins te bevestigen, zonder voorafgaande vergunning van het college.

  • 3. In uitzondering op het bepaalde in lid 2 mag feestverlichting met een meldplicht aan bomen worden bevestigd, in de periode van 20 november tot 1 februari. Buiten deze periode geldt het in lid 2 genoemde verbod.

  • 4. Aan de in lid 3 van dit artikel benoemde meldplicht moet ten minste 2 weken voor de betreffende activiteit worden voldaan door melding te maken van de voorgenomen activiteit bij het bevoegd gezag.

Artikel 15. Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: opsporingsambtenaren van de regionale politie-eenheid Oost-Brabant en de medewerkers die zijn aangewezen als toezichthouder van de Bomenregels.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het bevoegd gezag aan te wijzen personen.

Artikel 16. Strafbepaling

  • 1. Overtreding van het bepaalde in de artikelen van deze verordening en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Naast het bepaalde in lid 1 van dit artikel kan een financiële compensatie worden geëist door het bevoegd gezag waarbij de ambitie wordt gesteld om de verloren waarde van de boom te compenseren.

  • 3. Lid 1 en 2 zijn niet van toepassing voor zover de Omgevingswet en de Wet economische delicten van toepassing zijn.

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

Artikel 17. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Bomenverordening Land van Cuijk 2025’.

  • 2. De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking. Op dat tijdstip wordt de tijdelijke Bomenverordening Land van Cuijk 2023 ingetrokken.

  • 3. Op vergunningen die zijn aangevraagd voor het tijdstip van inwerkingtreding genoemd in lid 2 is de Verordening van toepassing die gold voor dat tijdstip.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk in zijn openbare vergadering van 6 februari 2025

De griffier,

Kike Groenewoud- de Best

De voorzitter,

Marieke Moorman