Privacy protocol ondermijning gemeente Hengelo

Geldend van 21-02-2025 t/m heden

Intitulé

Privacy protocol ondermijning gemeente Hengelo

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo;

Gelet op de aanpak ondermijning waarbij persoonsgegevens moeten worden verwerkt en voor de verwerking daarvan een protocol moet worden opgesteld waarmee aan de AVG wordt voldaan;

Besluit vast te stellen het:

Privacy protocol ondermijning gemeente Hengelo

Artikel 1 Definities

In dit protocol wordt verstaan onder:

  • a.

    AVG: de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • b.

    beheerder: degene die zorg en verantwoordelijkheid draagt voor de verwerking van persoonsgegeven in het kader van ondermijning;

  • c.

    betrokkene: degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft;

  • d.

    bestand: als bedoeld in artikel 4 aanhef en onder 6 van de AVG;

  • e.

    casusoverleg: een gemeentelijk casusoverleg dat op het signaaloverleg en het vervolgonderzoek kan volgen.

  • f.

    coördinator: de adviseur veiligheid belast met de casus coördinatie en advisering op het gebied van openbare orde en veiligheid;

  • g.

    gelegenheidsstructuren: een gelegenheid en/ of een opeenstapeling van gelegenheden die zich voordoen in de bestuurlijke, maatschappelijke en zakelijke omgeving die faciliterend werken voor het plegen van bestuursrechtelijk of strafrechtelijk of civielrechtelijk te sanctioneren gedragingen en waarin personen samenwerken die deze gedragingen faciliteren;

  • h.

    hit: als van een persoon bepaalde gegevens in een bronbestand van een gemeentelijk onderdeel voorkomen.

  • i.

    melder: personen en organisaties die een melding doen of een signaal afgeven van mogelijke ondermijning;

  • j.

    ondermijning: een gevolg van veel verschillende vormen van (georganiseerde) criminaliteit waarbij de grenzen van de bovenwereld en de onderwereld vervagen en waarbij aantasting optreedt van institutionele gezagsstructuren die de werking van het samenlevingssysteem borgen en sturen.

  • k.

    plan van aanpak: door een gemeentelijk onderdeel of in gezamenlijkheid van gemeentelijke onderdelen geschreven plan van aanpak ten behoeve van de uitvoering van de op de situatie van toepassing zijnde wettelijke instrumenten om ondermijnende criminaliteit te doen staken;

  • l.

    privacy protocol RIEC: het Privacy protocol behorende tot en deel uitmakende van het RIEC-convenant.

  • m.

    RIEC: Regionaal Informatie en Expertise Centrum;

  • n.

    RIEC-convenant: het convenant ten behoeve van de bestuurlijke en geïntegreerde aanpak georganiseerde criminaliteit, bestrijding handhavingsknelpunten en bevordering integriteitsbeoordelingen;

  • o.

    signaal: een (cluster van) aanwijzing(en) of meldingen(en) van één of meerdere professionals en/of burgers dat bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties mogelijk verband kunnen houden met (verschijningsvormen van) ondermijnende activiteiten;

  • p.

    signaaloverleg: overleg na tweede weging van het signaal van de desbetreffende gemeentelijke onderdelen die een hit op een signaal hebben;

  • q.

    verwerkingsverantwoordelijke: de verwerkingsverantwoordelijke als bedoeld in artikel 4 lid 7 van de AVG;

Artikel 2. Aanpak ondermijnende criminaliteit

  • 1. De aanpak van ondermijnende criminaliteit vindt plaats door middel van samenwerking door:

    • a.

      ondermijnende criminaliteit te signaleren en te analyseren;

    • b.

      te voorkomen dat de overheid ondermijnende criminaliteit (onbewust) faciliteert;

    • c.

      vroegtijdig te kunnen signaleren en interveniëren via een bestuurlijke aanpak;

    • d.

      te voorkomen dat onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen worden veroorzaakt door criminele activiteiten.

Artikel 3. Doel van het protocol

De bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit dient met inachtneming van wet- en regelgeving op het gebied van privacy plaats te vinden. Dit protocol beoogt de benodigde waarborgen daarvoor te bieden. Hiervoor is dit protocol in een viertal fases gericht, zodat de gegevensverwerking beperkt wordt tot hetgeen noodzakelijk is voor het doel waarvoor ze worden verwerkt. Dit protocol biedt ook aan betrokkene inzicht in de wijze waarop de gemeente Hengelo bij deze aanpak zijn/haar persoonsgegevens verwerkt en met welk doel dat gebeurt. Zo wordt invulling gegeven aan de belangrijkste privacy beginselen als genoemd in artikel 5 van de AVG.

Artikel 4. Verwerkingsverantwoordelijke

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo respectievelijk de burgemeester van de gemeente Hengelo, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft, is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit en de in verband daarmee aan te leggen bestanden.

Artikel 5. Grondslag voor de verwerking

  • 1. De grondslag voor de gegevensverwerking in het kader van de bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit is dat de verwerking noodzakelijk is voor de vervulling van een taak van algemeen belang of in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen.

  • 2. Per geval dient te worden beoordeeld en gemotiveerd welke wet- en regelgeving van toepassing is.

Artikel 6. De verwerkte persoonsgegevens

  • 1. Van de melders worden uitsluitend de in het signaal opgenomen persoonsgegevens verwerkt ten behoeve van communicatie met de melder.

  • 2. Van de personen over wie wordt gemeld, worden gegevens verwerkt zoals benoemd in bijlage 3 ‘categorieën van verwerkte gegevens’ behorend bij dit protocol. De gegevens worden in een beschermd bestand verwerkt.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde persoonsgegevens worden gebruikt voor:

    • a.

      afhandeling van het signaal;

    • b.

      het oppakken van het signaal binnen de eigen kaders door de gemeentelijke onderdelen;

    • c.

      de verdere aanpak van ondermijning onder regie van het team Leefbaarheid en Veiligheid;

    • d.

      het verstrekken van het signaal binnen het RIEC-samenwerkingsverband.

Artikel 7. Categorieën van ontvangers

  • 1. Voor zover noodzakelijk voor de in artikel 2 genoemde doelen kunnen gegevens (signaal en aanvullingen uit open bronnen, zie bijlage 3, voorbeelden van open bronnen) worden:

    • a.

      verstrekt aan gemeentelijke onderdelen ten behoeve van een plan van aanpak, voor zover deze gegevens voor een welbepaald omschreven doel worden verwerkt, of;

    • b.

      verstrekt binnen het RIEC-samenwerkingsverband.

Artikel 8. Beheer

  • 1. De afdelingsmanager Ruimte en Leefbaarheid van de gemeente Hengelo is beheerder van de persoonsgegevens. Hij draagt zorg voor het dagelijks beheer van de verwerking van de persoonsgegevens, waaronder:

    • a.

      de beveiliging van de persoonsgegevens;

    • b.

      de informatieverstrekking aan betrokkene en de afhandeling van de door betrokkene uitgeoefende rechten.

  • 2. Het feitelijk beheer van de verwerking van persoonsgegevens en feitelijke naleving van de informatieplicht is opgedragen aan een door beheerder daartoe aangewezen coördinator. Slechts de coördinator en diens vervanger hebben toegang tot het bestand.

Artikel 9. Beveiliging van persoonsgegevens

De beheerder draagt zorg voor passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Hiertoe behoren in ieder geval:

  • Vastgesteld beveiligingsbeleid dat ook is geïmplementeerd;

  • Fysieke maatregelen voor toegangsbeveiliging inclusief organisatorische controle en

  • Logische toegangscontrole (wachtwoord of pincode).

Artikel 10. Bewaartermijn

  • 1. De gegevens worden:

    • a.

      gedurende zes maanden in een niet-actieve omgeving bewaard indien fase 1 van het protocol niet tot verdere aanpak van het signaal leidt;

    • b.

      gedurende een jaar in een niet-actieve omgeving bewaard als fase 2 van het protocol niet tot verdere aanpak van het signaal leidt;

    • c.

      gedurende vijf jaar in een actieve omgeving bewaard en vervolgens een jaar in een niet-actieve omgeving bewaard als een signaal in een gemeentelijk casusoverleg resulteert na de laatste verwerking.

  • 2. Op basis van een nieuw signaal kunnen de bewaarde persoonsgegevens ten behoeve van het nieuwe signaal worden geraadpleegd dan wel verwerkt en is het protocol van toepassing op de nieuwe verwerking.

  • 3. De gegevens worden verwijderd binnen één maand na beëindiging van de bewaartermijn.

Artikel 11. Informatieplicht

  • 1. De informatieverplichting op de verwerking van persoonsgegevens van betrokkene in het bestand, zoals bedoeld in artikel 14 van de AVG, kan buiten toepassing worden gelaten als het achterwege laten van het informeren van betrokkene noodzakelijk is ter waarborging van:

    • a.

      de nationale veiligheid;

    • b.

      het onderzoek naar, voorkoming, de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

    • c.

      gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;

    • d.

      het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c, of;

    • e.

      de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

  • 2. De coördinator legt de onderbouwing voor het niet voldoen aan de informatieplicht op grond van lid 1 van dit artikel schriftelijk vast en legt vast wanneer er verwacht wordt dat betrokkene wel geïnformeerd kan worden, alsook van welke omstandigheden dit afhankelijk is, hoe periodiek wordt getoetst of deze omstandigheden nog aanwezig zijn en hoe dan wel wanneer betrokkene geïnformeerd zal worden.

  • 3. De organisatieonderdelen voldoen aan de informatieverplichting zoals bedoeld in artikel 14 AVG overeenkomstig de informatieverplichting die van toepassing is op de reguliere uitvoeringspraktijk.

Artikel 12. Rechten van betrokkenen

  • 1. Een betrokkene heeft het recht om inzage te verzoeken in zijn gegevens en het gebruik daarvan door de gemeente.

  • 2. De betrokkene kan de gemeente verzoeken de gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, indien de gegevens feitelijk onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn voor het doel van de verwerking.

  • 3. Een betrokkene heeft het recht bezwaar te maken tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden.

  • 4. De verzoeken als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel, alsmede het bezwaar als bedoeld onder 3 kunnen worden ingediend bij de verwerkingsverantwoordelijke. Deze reageert binnen een maand op de verzoeken of het bezwaar genoemd in dit artikel.

  • 5. Op de schriftelijke besluiten die de verantwoordelijke neemt op verzoeken op grond van de leden 2,3 en 4 van dit artikel kan de betrokkene bezwaar aantekenen.

  • 6. De gemeente zal betrokkene op eerste verzoek nadere informatie toezenden over zijn rechten en de mogelijkheden deze uit te oefenen.

  • 7. Het bovenvermelde kan buiten toepassing worden gelaten voor zover dit noodzakelijk is in het belang van:

    • a.

      de nationale veiligheid;

    • b.

      de voorkoming van, het onderzoek naar en de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

    • c.

      gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;

    • d.

      het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c, of;

    • e.

      de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.

  • 8. De coördinator legt de onderbouwing voor het (tijdelijk) buiten toepassing laten op grond van lid 7 van dit artikel schriftelijk vast.

Artikel 13. Fase 1 van het protocol

Fase 1 betreft de intake en eerste beoordeling en weging van door burgers en professionals gemelde signalen van bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties die kunnen duiden op verschijningsvormen van ondermijnende criminaliteit. Indien na beoordeling en weging in deze fase komt vast te staan dat er geen sprake is van ondermijnende activiteiten maar wel mogelijke overtreding van wet- of regelgeving, dan verwerkt het desbetreffende gemeentelijke onderdeel (of onderdelen) de gegevens op basis van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving conform de bijbehorende wettelijke kaders.

Artikel 14. Het doel van de verwerking van persoonsgegevens in fase 1

  • 1. De verwerking in deze fase is ten behoeve van:

    • a.

      analyseren van signalen van burgers en professionals op onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen die op ondermijnende activiteiten duiden (en);

    • b.

      aan de hand van de in bijlage 3 onder fase 1 genoemde bronnen vaststellen of een signaal voldoende is voor verdere aanpak ondermijning.

Artikel 15. Weging signaal en vervolgstap in fase 1

  • 1. De coördinator beoordeelt het signaal aan de hand van de in bijlage 3 onder fase 1 genoemde bronnen en de in bijlage 2 genoemde indicatoren;

  • 2. Indien er na weging 1a geen sprake is van ondermijnende of criminele activiteiten dan wordt het signaal:

    • a.

      doorgezet naar een gemeentelijk onderdeel (onderdelen) of;

    • b.

      na verloop van de bewaartermijn van zes maanden vernietigd.

  • 3. Indien er na deze weging wel sprake is van vermoeden van ondermijnende of criminele activiteiten, vindt weging 1b plaatst waarbij gekeken wordt of het signaal betrekking heeft op:

    • a.

      een taak of bevoegdheid van de gemeente Hengelo en;

    • b.

      op het grondgebied van de gemeente Hengelo.

  • 4. Indien na weging 1b blijkt dat er geen sprake is van een taak of bevoegdheid van de gemeente Hengelo en geen betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Hengelo wordt het signaal:

    • a.

      na afloop van de bewaartermijn van 6 maanden vernietigd of;

    • b.

      doorgezet naar het RIEC-samenwerkingsverband.

  • 5. Enkel indien voldaan is aan de criteria van weging 1a en 1b, treedt fase 2 in werking.

Artikel 16. Fase 2 van het protocol

Indien in fase 1 de weging van het signaal leidt tot de conclusie dat er sprake is van ondermijnende activiteiten, treedt fase 2 van dit protocol in werking. In fase 2 volgt een tweede weging van het signaal, waarbij de zwaarte van het signaal wordt gewogen.

Artikel 17. Het doel van de verwerking van persoonsgegevens in fase 2

Het doel van de verwerking in deze fase is vaststellen of een signaal voldoende zwaar is om daar een nadere analyse op te richten.

Artikel 18. Weging signaal en vervolgstappen fase 2

  • 1. Indien er na de tweede weging blijkt dat een signaal onvoldoende zwaar is, dan wordt het signaal:

    • a.

      na verloop van de bewaartermijn van 1 jaar vernietigd of;

    • b.

      doorgezet naar een gemeentelijk onderdeel (onderdelen)

  • 2. Indien er na de tweede weging blijkt dat een signaal voldoende zwaar is, dan wordt het signaal:

    • a.

      doorgezet naar het RIEC of;

    • b.

      opgepakt voor een vervolganalyse.

  • 3. Per signaal wordt gemotiveerd vastgelegd waarom er sprake is van een voldoende zwaar signaal, mede aan de hand van de in bijlage 4 vastgelegde criteria.

  • 4. Enkel indien er sprake is van een voldoende zwaar signaal, treedt fase 3 in werking.

Artikel 19. Fase 3 van het protocol

Indien in fase 2 de weging van het signaal leidt tot de conclusie dat er sprake is van ondermijnende activiteiten en een voldoende zwaar signaal, treedt fase 3 in werking. In fase 3 volgt een derde weging van het signaal waarbij ook gemeentelijke bronnen worden geraadpleegd.

Dit gebeurt door middel van een ‘hit’ check bij de voor het signaal relevante informatie van de gemeentelijke onderdelen. Als er geen ‘hit’ is, wordt verder geen actie ondernomen: het signaal wordt (versleuteld) een jaar bewaard en daarna vernietigd. Bij een hit volgt een signaaloverleg onder regie van de coördinator met afgevaardigden van de desbetreffende gemeentelijke onderdelen.

Artikel 20. Het doel van de verwerking van persoonsgegevens in fase 3

Het doel van de verwerking in deze fase is:

  • 1.

    Vervolganalyse van de meldingen en signalen van organisaties, burgers en professionals op onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen van ondermijnende activiteiten door middel van ‘hit’- check bij de relevante gemeentelijke onderdelen (en)

  • 2.

    Vaststellen of er sprake is van ondermijnende activiteiten.

Artikel 21. Weging signaal en vervolgstappen fase 3

  • 1. De coördinator beoordeelt het signaal uit de eerste weging met de aanvullingen aan de hand van de relevante gemeentelijke bronnen door middel van een ‘hit’-check bij de relevante gemeentelijke onderdelen aan de hand van de in bijlage 3 onder fase 3 genoemde bronnen en de in bijlage 2 genoemde indicatoren van dit protocol. Op basis van deze analyse beslist de coördinator of een signaal voor een signaaloverleg dient te worden geagendeerd.

  • 2. De weging in het signaaloverleg kan leiden tot:

    • a.

      Een casusoverleg waarbij de regie bij de coördinator ligt en waarmee fase 4 start, omdat er sprake is van ondermijnende activiteiten, of;

    • b.

      Het oppakken van het signaal omdat er weliswaar geen sprake is van ondermijnende activiteiten maar wel van overige onrechtmatigheden waarbinnen de afzonderlijke gemeentelijke onderdelen met de bijbehorende publiekrechtelijke taken binnen hun eigen kaders belast zijn of;

    • c.

      Doorgeleiding naar het RIEC-samenwerkingsverband als vast komt te staan dat er sprake is van georganiseerde criminaliteit waarop het RIEC-convenant van toepassing is.

  • 3. In deze fase wordt een privacy check uitgevoerd. Er wordt vastgesteld welke gemeentelijke bronnen naar aanleiding van het concrete signaal worden geraadpleegd en welke gegevens relevant zijn voor het signaal.

Artikel 22. Fase 4 van het protocol

Fase 4 volgt nadat in fase 3 is vastgesteld dat er sprake is van ondermijnende activiteiten. In deze fase vindt een gemeentelijk casusoverleg plaats ten behoeve van het ontwikkelen van een plan van aanpak en wordt een casus gemonitord op voortgang en afgesloten. De coördinator bewaakt dit proces. Na afronding wordt een casus afgesloten of volgt doorgeleiding naar het RIEC. Mogelijk kan informatie uit een casus leiden tot een nieuw signaal en wordt het protocol opnieuw gevolgd. Hiervoor gelden dezelfde bewaartermijnen.

Artikel 23. Het doel van de verwerking van persoonsgegevens in fase 4

  • 1. Het doel van de verwerking in deze fase is:

    • a.

      Het ontwikkelen en vaststellen van een plan van aanpak ten behoeve van een casus;

    • b.

      Het monitoren en afsluiten van de bestuurlijke aanpak van de casus.

Artikel 24. Weging signaal: het gemeentelijk casusoverleg in fase 4

  • 1. De coördinator overlegt, afhankelijk van de melding en de informatie uit de eerste drie fases, met de relevante gemeentelijke onderdelen ten behoeve van het ontwikkelen van een plan van aanpak.

  • 2. De coördinator en betrokken gemeentelijke onderdelen bepalen gezamenlijk het plan van aanpak en stellen deze vast.

  • 3. De betrokken gemeentelijke onderdelen geven vervolgens vorm aan de uitvoering.

  • 4. De coördinator monitort de casus en overlegt om de stand van zaken te bespreken en daar waar nodig bij te sturen.

  • 5. Voorafgaand aan het gemeentelijk casusoverleg wordt een privacy check uitgevoerd. Er wordt vastgesteld of en zo ja, welk van de in de fases 1 t/m 3 verzamelde gegevens mogen worden gedeeld met de relevante, bij het signaal betrokken, gemeentelijke onderdelen ten behoeve van de verdere aanpak en welke binnengemeentelijke gegevensuitwisseling nodig is voor het verwezenlijken van die aanpak en of dat toelaatbaar is.

Artikel 25. Afsluiten casus en bewaartermijn

  • 1. Na afronden van het plan van aanpak wordt de casus afgesloten.

  • 2. Het dossier van de casus wordt na sluiting gedurende vijf jaar vanaf de laatste verwerking in een actieve omgeving bewaard.

  • 3. Daarna wordt het dossier een jaar bewaard in een niet-actieve omgeving die slechts bij een match door het systeem kan worden geactiveerd.

Artikel 26. Inwerkingtreding

Dit privacy protocol treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Bijlage 1 Schematische weergave van het protocol

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Indicatorenlijst ondermijning

Aan de hand van onderstaande indicatoren wordt beoordeeld of er sprake is van ondermijning. De lijst is afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en kan derhalve niet als limitatief worden beschouwd.

Stap 1

Het signaal heeft betrekking op een dan wel meer van de volgende categorieën personen.

Openbare inrichtingen

  • a.

    pandeigenaar

  • b.

    verhuurder

  • c.

    huurder/pachter

  • d.

    exploitant

  • e.

    beheerder/Leidinggevende

  • f.

    tussenpersoon

  • g.

    geldschieters

Georganiseerde hennepteelt/drugs(-handel)

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Tussenpersoon (verhuurmakelaar, evt. andere vormen?)

Mensenhandel, -smokkel en uitbuiting (o.a. illegale prostitutie)

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    eigenaar (illegale) seksinrichting

  • e.

    eigenaar (illegale) massagesalon

  • f.

    exploitant van een vergunde seksinrichting

  • g.

    beheerder van een vergunde seksinrichting

  • h.

    illegaal werkende prostituee (d.w.z. zonder vergunning)

Fraude in de vastgoedsector

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen?)

  • e.

    stichting, vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)

Misbruik in de vastgoedsector

  • a.

    Huis/pandeigenaar

  • b.

    Verhuurder

  • c.

    Huurder

  • d.

    Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen?)

  • e.

    stichting, vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)

Fraude en/of witwassen en daaraan gerelateerde vormen of andere vormen van financieel-economische criminaliteit (o.a. ook illegaal gokken/heling/underground banking)

  • a.

    ontvanger/begunstigde uitkering vanuit de gemeente

  • b.

    ontvanger/begunstigde subsidie vanuit de gemeente

  • c.

    andersoortige begunstigende beschikking vanuit de gemeente

  • d.

    een tussenpersoon/gemachtigde met betrekking tot zorg

  • e.

    pandeigenaar

Overig

  • a.

    overige faciliteerders die ondermijnende of criminele activiteiten mogelijk maken en/of (on)bewust in stand houden;

  • b.

    en/of personen die een rol spelen bij een regionaal thema of een handhavingsknelpunt.

Stap 2

Het signaal kan een van onderstaande kenmerken omvatten:

Kader/begripsbepaling ‘ondermijnende criminaliteit’

  • Aantasting van instituten die zich richten op legale perspectieven en de werking van het samenlevingssysteem borgen en sturen

  • Aantasting van de gezagspositie van bestuur, politie en/of andere overheidsorganen

  • Aantasting of latente c.q. mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid

  • Ontwrichting of latente c.q. mogelijke ontwrichting van de maatschappelijke, politieke en/of economische structuren

  • Onrechtmatigheden, maatschappelijke bedreigingen en/of georganiseerde criminaliteit

In aanvulling is tenminste sprake van één van onderstaan- de locatie-, persoons- en/of bedrijfsgebonden indicatoren binnen het grondgebied van gemeente.

Indicator ‘situationele en lokale verankering’

  • Gelegenheidsstructuren (of criminaliteit bevorderende condities) in de bestuurlijke omgeving (wet- en regelgeving; toezicht en handhaving)

  • Gelegenheidsstructuren (of criminaliteit bevorderende condities) in de (sociaal-)maatschappelijke omgeving (fysieke omgevingskenmerken, maatschappelijke ontwikkelingen, sociale relaties of netwerken, informele controle)

  • Gelegenheidsstructuren (of criminaliteit bevorderende condities) in de zakelijke/ economische omgeving (beroepen, branches, marktpartijen).

  • Processen, procedures, instructies en/of structuren binnen (een) (publieke) organisatie(s) die het mogelijk maakt (on-)bewust te faciliteren

  • Bij de gelegenheidsstructuren is een locatie (zoals een pand of bedrijf/onderneming), een persoon, een groep, een familie en/of netwerk (meerdere personen die samenwerken) betrokken

Stap 3

En kan tenminste sprake zijn van één van onderstaande indicatoren, hetgeen nader uitgewerkt is in de bijbehorende lijst met ‘red flags’.

Indicator ‘signalering’

  • Incongruenties (omstandigheden en gedragingen); feit dat indicaties niet goed bij elkaar passen, niet goed overeenstemmen in aard, omvang en intensiteit

  • Malafide en/of criminele activiteiten, hinder en/of overlast

  • Veelal systematisch en structureel gepleegd

  • Latent aanwezig

  • Complex

Lijst met red flags

Algemeen

  • Salaris uitbetalen per week en/of per kas.

  • Financiële man/financieel ‘directeur’ kan factuur niet plaatsen en moet navraag doen/fiat vragen bij de baas.

  • Sterke waardestijging van moeilijk waardeerbare aandelen.

  • Grootaandeelhouder heeft geen weet van wat überhaupt in de onderneming gaande is.

  • De officiële eigendomsverhoudingen in rechtspersoon zijn niet in verhouding met de daadwerkelijke gezagsverhoudingen.

  • Huurders/gebruikers/kopers die ook op een andere wijze een functie bij koper of verkoper van een onroerende zaak vervullen

  • Onmogelijkheid om gezien inkomen en/of vermogen onroerende zaken te kopen en/of financiering te krijgen.

  • Waarde van afzonderlijke appartementsrechten na splitsing (in het bijzonder indien een deel in de privé- en een deel de zakelijke sfeer terecht komen.

  • Leningen met aflossingen/geldstromen, waarvan de herkomst niet of onvoldoende herleidbaar is.

  • Plotselinge stijgingen in vermogensopstellingen box 3 inkomstenbelasting.

  • Niet gebruikelijke juridische vastgoedconstructies, mede in combinatie met verzoek om vrijstelling ex art. 15 lid 1 letter h WBR.

  • Vastgoedondernemingen die volgens het handelsregister geen werkzame personen hebben.

  • Aangifte door huurder van bedreiging/ intimidatie omdat hij het idee heeft dat de verhuurder hem uit de woning wil hebben. (Een dergelijke aangifte kan duiden op een criminele verhuurder.)

  • Meerdere provisies naar verschillende personen. Personen die voor elkaar betalen.

  • Onlogische geldstromen en/of facturen.

  • Vaste ‘functionele’ relatie tussen bankmedewerker en specifieke personen van overige zakelijke dienstverleners.

  • Onvoldoende waarborgen binnen de financiële onderneming voor de bescherming van de integriteit van medewerkers door functiescheiding.

  • Exclusieve relatie tussen medewerker van hypotheekbank, notaris en belastingadviseur.

  • Geconstateerd is dat grote bedragen niet opvallen en vertrouwen wekken. Juist bij grote bedragen dient de financiële onderneming echter alert te zijn omdat daarin schijn en wezen kunnen verschillen

  • Het gebruik van waardeverklaringen in plaats van officiële taxatierapporten.

  • Afwijkend tarief voor (ogenschijnlijke) standaardopdracht.

  • Waardebepaling van panden met krakers en panden met mogelijke bestemmingswijziging.

  • Het gebruik van oude beschikbare bronnen (bijvoorbeeld oud kadastraal uittreksel of bewijs van eigendom).

  • Meerdere sterk wisselende taxaties voor eenzelfde vastgoed in een relatief korte periode.

  • Exclusieve relatie (volume- en/of prijsafspraken) tussen de makelaar/taxateur en de intermediair/financiële onderneming voor taxaties ten behoeve van de financiering.

  • Eigen belang bij de uitkomst van de taxatie of de hoogte van het taxatiebedrag.

  • Retourprovisie of commerciële afspraken met intermediairs en financiële onderneming.

  • Ontbreken van vaste onderdelen in het onderzoek ten behoeve van de waardebepaling door de makelaar/taxateur (informatie over vergelijkbare panden, WOZ-waarden, gebruik van het puntensysteem voor het vaststellen van de waarde of de hoogte van de huren, sloop-/handhaven afweging).

  • Ontbreken standaarddossieropbouw met onderliggende documentatie en uitzonderingsrapportages

  • Onvoldoende waarborgen bij de makelaar/taxateur voor de bescherming van de integriteit van medewerkers door functiescheiding (afhankelijk van omvang kantoor; bijvoorbeeld scheiding tussen de intake en de uitvoering van opdrachten en review van uit te brengen taxatierapporten en waardeverklaringen).

  • Exclusieve relatie tussen notaris, belastingadviseur en medewerker van hypotheekbank.

  • Aparte belastingadviseur voor offshore structuur.

  • Hoge vergoeding voor belastingadviseur (vast maandbedrag en uurtarief).

  • De koper verricht betalingen aan de (fiscaal) adviseur van de verkoper.

  • Exclusieve relatie tussen belastingadviseur, notaris en medewerker van hypotheekbank.

  • Bedrijfskosten van de onderneming zijn zeer laag.

  • Een combinatie van een beperkt inkomen en een grote investering in vastgoed.

  • Personen die bij volmacht handelen (dit kan wijzen op het buiten beeld houden van de ‘ultimate beneficial owner’).

  • Doorverwijzen van cliënten naar banken, waar men gebruik maakt van (bank)rekeningen waarvan de eigenaar of begunstigde niet bekend is (zoals anonieme coderekeningen).

  • Trustkantoor geeft opdracht terug en/of beëindigt de relatie.

  • Aanpassen jaarstukken door accountant t.b.v. het verkrijgen van hypothecaire lening.

  • Van de investeerder zijn het vermogen en/of de herkomst daarvan niet of onvoldoende inzichtelijk is.

  • Een combinatie van een beperkt inkomen en een grote investering in vastgoed.

  • Grote afhankelijkheid overige zakelijke dienstverlener van één klant.

  • Iemand met een minderheidsbelang heeft feitelijke leiding over de onderneming, terwijl de overige partijen met een belang opvallend passief zijn en blijven.

  • Makelaar/verhuurmakelaar/tussenpersoon die bij meerdere panden betrokken is geweest waar overtredingen zijn geconstateerd.

Loverboys: minderjarigen (< 18 jaar)

  • Spijbelen

  • Haalt (‘ineens’) slechte cijfers

  • Lijkt ineens veel geld te hebben (dure kleding, telefoon etc.)

  • Keert zich af van ouders/vrienden

  • Grensoverschrijdend gedrag

  • Komt alleen nog thuis om te slapen

  • Heeft onverklaarbare schulden

  • Loopt regelmatig weg, is veel weekenden en nachten weg

Financiering

T.a.v. partijen:

  • Ontbreken van een overzicht dan wel registratie van aandeelhouders.

  • Combinatie van een offshore vennootschap en een geldstroom die uit een land met een bankgeheim komt, waardoor de herkomst van gelden niet of onvoldoende inzichtelijk is.

  • Complexe vennootschappelijke constructies.

T.a.v. kredietdossiers:

  • Onvoldoende CDD.

  • Onvolledig kredietdossier en (te) oude stukken (bijvoorbeeld niet aantreffen van originele door de makelaar/taxateur gewaarmerkte taxatierapporten).

  • Financiële onderneming gaat akkoord met passeren akte, terwijl het dossier nog incompleet is.

  • Kredietdossier is in één keer compleet/ spoed.

  • Kredietbeoordelaar controleert niet de door kredietaanvrager opgegeven vermogensbestanddelen, inkomen en/of winst.

  • Bij financiering wordt verkoopwaarde van een pand meegenomen, terwijl persoon pand niet op naam heeft staan.

  • ABC-constructie (specifiek igv financiële problemengeld- lener: risico dat A voor te lage waarde uit boedel wordt getild, B-C transactie wel tegen normale waarde)

  • Hypotheken worden verstrekt aan personen met (financiële) antecedenten (bijvoorbeeld persoon staat opgenomen in BKR als wanbetaler van geldleningen).

  • Meerdere malen BKR getoetst in korte tijd.

  • BKR-registratie recent beëindigd (check BKR-historie)

  • Op de loonstrook die wordt overgelegd aan de hypotheekverstrekker staat aangegeven dat het salaris per kas wordt uitbetaald.

  • Vormfouten in aangeleverde documenten, zoals loonstrook, werkgeversverklaringen, taxatierapporten en depotnota’s.

  • Recente datum indiensttreding.

  • Afwijkende adressen op verschillende documenten.

  • Aanvragers hebben meerdere onderpanden.

  • Gefingeerd samenwonen (personen ‘bij elkaar geplakt’).

  • Taxatierapporten zijn niet in fysieke originele vorm opgenomen in het kredietdossier.

  • Het aantreffen van meerdere – kort na elkaar – vervaardigde/ gedateerde taxatierapporten (kan wijzen op een situationeel gebruik hiervan).

  • Aanvraag financiering voor verbouwing terwijl verbouwing al (nagenoeg) gereed is.

  • Makelaar/taxateur/notaris/bouwkundig deskundige betrokken bij transactie die niet afkomstig is uit ‘de streek’.

T.a.v. de taxatie:

  • Huren die gezien de locatie/ pand opvallend hoog zijn (hiermee kan een te hoge taxatie worden bewerkstelligd en kan worden witgewassen).

  • Aanwezigheid van risicovolle ondernemingen en/of bedrijfsomschrijvingen volgens gegevens van de KvK op het adres van het te financieren vastgoed.

  • Taxaties voor financieringsaanvraag die de waarde na verbouwing vermelden, zonder dat de financiële onderneming een goede controle laat plaatsvinden op de relatie waardevermeerdering vs. verbouwing en op de nota’s.

  • Exclusieve relatie tussen de financiële onderneming en de makelaar/taxateur die taxaties verricht ten behoeve van de financiering.

  • Opdrachtgever taxatie is (onbekende) derde.

  • Het als financiële onderneming slechts gebruik maken van één vaste makelaar/taxateur voor taxaties, zonder dat er een controle plaatsvindt indien de gevraagde kredietfaciliteit onder een bepaald bedrag blijft.

T.a.v. verstrekking hypotheek en bouwdepot:

  • De bewuste bankmedewerker (accountmanager) is de medewerker met hoogste provisie.

  • Het verstrekte bedrag van de hypotheek staat niet in verhouding tot de (legale) inkomsten (salaris, huur of uit onderneming)/ verhouding leeftijd vs. inkomen vs. Beroep

  • Meerdere hypotheken gevestigd op één pand in combinatie met herhaaldelijk oversluiten.

  • Hypotheken worden in korte tijd meerdere keren substantieel verhoogd.

  • Onttrekkingen aan bouwdepots zonder facturen.

Financiering

  • (Ver)bouw nota’s worden onwaarschijnlijk snel achter elkaar ter uitbetaling ingezonden.

  • Offertes ingediend als factuur.

  • Werkzaamheden op factuur zijn niet gespecificeerd (indicator valse factuur)/ hoogte van het uit te betalen bedrag staat in geen verhouding tot de uitgevoerde werkzaamheden/geleverde goederen.

  • Op factuur wordt niet verwezen naar de termijn van de aannemingsovereenkomst (indicator valse factuur).

  • Het onttrekken van gelden inclusief omzetbelasting aan bouwdepots van zakelijke entiteiten.

  • Nationale Hypotheek Garantie (NHG) meerdere keren verstrekt t.b.v. dezelfde partij.

  • Adres volgens Basisregistratie Personen (BRP) wijkt af van adres volgens NHG.

T.a.v. transport hypotheekakte:

  • Discrepantie aan begin of eind van transactie tussen degene die het geld fourneert en degene die eigenaar wordt.

  • Op het moment van transport wordt de hypotheek doorgehaald. Het lijkt alsof (een deel van) de verkoopopbrengst voor verrekening wordt gebruikt. Dit is echter niet het geval. Op de afrekening van de notaris staat (“aflossing hoofdsom X: nihil”).

  • Waarborg wordt niet ingeroepen dan wel niet opgeëist (wijst op gelieerde partijen).

T.a.v. gebruik rekeningen:

  • Omschrijving ‘one of our clients’ op bankafschriften

  • Contante stortingen middels sealbags op rekeningen waarvoor geen dergelijke overeenkomst is afgesloten met de bank.

  • Sealbagstortingen op derdengeldenrekeningen (of andere rekeningen) van advocatenkantoren of notariskantoren (verschoningsgerechtigden).

  • Kosten voor contante geldtransporten in opdracht van de bank die worden doorbelast aan de cliënt.

  • Grote aflossing hypotheek zonder dat dat onderbouwd kan worden door verkoop vorige woning of andere bronnen.

  • Ontvangen aflossingen vanaf derdengeldenrekeningen van advocaten, terwijl geen sprake is van een boedel- scheiding of een faillissement.

  • Taxaties voor financieringsaanvraag die de waarde na verbouwing vermelden.

T.a.v. financierende partijen:

  • Financierende partij is een niet-financiële instelling.

  • Financierende partij is een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn

  • Financiering door verkoper.

  • De waarborgsom wordt bijeengebracht door anderen dan de juridische eigenaar of diens hypotheeknemer.

  • Financierende partij is een niet-zakelijke partij.

  • Financierende partij is onbekend.

  • Financierende partij is een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

T.a.v. financiering zelf:

  • Hypotheek is niet beschikbaar op datum van levering.

  • Financiering, waarbij geen hypotheek wordt gesteld.

  • Grote aankoop vindt plaats zonder financiering.

  • Koper blijft bedrag schuldig aan verkoper.

  • Financiering door verkoper, waarbij ten gunste van verkoper een hypotheek wordt gevestigd.

  • Financiering vindt plaats door verkoper tegen een hoge rente.

  • Niet betaalde interest, waar geen (juridisch) gevolg aan wordt gegeven (Dit kan duiden op een feitelijke macht en/of eigendomsverhouding die niet strookt met de geregistreerde juridische overeenkomsten).

  • Herfinanciering gaat niet naar de verkoper, de verkoper wordt uit andere bron betaald.

  • Financiering, waarbij geen hypotheek wordt gesteld.

T.a.v. geldstroom:

  • Geldstroom komt van een niet-financiële instelling.

  • Geldstroom komt vanuit (constructie met) offshore structuur en/of komt uit een land met een bankgeheim, waardoor de herkomst van gelden niet of onvoldoende inzichtelijk is.

  • Geldstroom komt van een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

  • Geldstroom is afkomstig van een anonieme bankrekening, zoals een coderekening.

  • Uitbetaling aan derde partij die niet betrokken is bij de akte.

  • Aflossing niet aan degene die oorspronkelijk heeft gefinancierd.

Financiering

T.a.v. ongebruikelijke geldstroom:

  • Geldstroom komt van een niet zakelijke partij.

  • Geldstroom komt van een vennootschap waarvan de aandelen aan toonder zijn.

  • Geldstroom afkomstig van de derdengeldenrekeningen van verschoningsgerechtigden.

  • Betalingen provisies, commissies, advieskosten.

Koop/verkoop

T.a.v. partijen:

  • De koper heeft geen kennis van het te kopen object/ de te kopen objecten.

  • Kopende partij ‘houdt’ voor een ander.

  • Levering aan verschillende rechtspersonen die door dezelfde persoon worden vertegenwoordigd.

  • Gebrek aan transparantie m.b.t. uiteindelijke koper (‘nader te noemen meester’).

  • Transacties tussen gelieerde partijen (privé/B.V., familieleden)

  • De personen in de koopovereenkomst komen niet allen terug in de akte van levering.

  • Koper in koopakte en in uiteindelijke leveringsakte verschillen, er is een partij bijgekomen (mutaties in partijen gedurende traject).

  • Betrokkenheid bij transport van een persoon die niet aanwijsbaar bij de transactie is betrokken.

T.a.v. transport vastgoed:

  • ABC-transactie met opvallende waardestijgingen.

  • Groot aantal transporten bij de notaris in een zeer kort tijdsbestek.

  • Naadloze aansluiting tussen taxatiewaarde en koopsom.

T.a.v. financiële afwikkeling:

  • Bij verkoop stort de notaris het aankoopbedrag op een door de verkoper opgegeven rekening, niet zijnde zijn eigen rekening of die van de kredietverstrekker (hypotheeknemer).

  • Notaris stort aanbetaling van cliënt terug op andere rekening(en).

  • Bij het niet doorgaan van de transactie omdat de koper niet afneemt, betaalt de verkoper een afkoopsom aan de partij die zou kopen.

Algemeen:

  • Een combinatie van een beperkt inkomen en een grote investering in vastgoed.

  • Verhouding koopsom t.o.v. huur is heel hoog.

  • Verlies op vastgoedtransactie na recente verkrijging.

  • Overdracht economisch eigendom.

  • Bij ABC-transactie: Verkoop B-C vindt plaats vóór A-B transactie (wijst op orkestreren, gelieerde partijen).

  • In het jaar voorafgaand aan de koop/verkoop door de institutionele belegger heeft een ABC-transactie plaats- gevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waar- de-stijgingen en/of dubieuze partijen.

  • In het jaar na de koop/verkoop door de institutionele belegger heeft een ABC-transactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • ‘Handelingsvrijheid’ vermogensbeheerder.

  • In het jaar voorafgaand aan de koop/verkoop door het pensioenfonds heeft een ABC-transactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • In het jaar na de koop/verkoop door het pensioenfonds heeft een ABC-transactie plaatsgevonden waarbij sprake is van onverklaarbare waardestijgingen en/of dubieuze partijen.

  • Commissiebetalingen/winstdelingen/aanbrengprovisies.

  • Provisiebetalingen zonder zichtbare tegenprestatie.

  • De verkoper factureert ten tijde van de verkoop aan koper voor advieskosten.

  • Bevoordeling sociaal netwerk (familielid/relatie). Betrokken partijen melden een verschillende koopsom. (Sommige partijen hebben het over de officiële koopsom, andere partijen bedoelen vermoedelijk de totale koopsom inclusief betalingen buiten de akte om.)

Koop/verkoop

  • Transactie wordt met terugwerkende kracht ongedaan gemaakt.

  • Grote afwaardering in het jaar van aankoop ten laste van de (fiscale) winst.

  • Zeer snelgroeiende vastgoedportefeuille.

  • Onverklaarbare waardesprongen (in verhouding tot verstreken tijdspanne).

  • Handelingsvrijheid’ vermogensbeheerder.

  • De naadloze aansluiting van de taxatiewaarde bij de koopsom op het moment van verkoop.

Gebruik/exploitatie van een pand

Algemeen:

  • Wijziging van beheerder vastgoed of andere adviseur kan duiden op wijziging van de ubo.

  • De als stroman naar voren geschoven koper, bestuurder en/of aandeelhouder heeft geen daadwerkelijke bemoeienis met exploitatie, maar komen alleen met een volmacht naar voren bij de notaris. Voorts heeft bijv. een belasting- adviseur of advocaat een relatief grote rol.

  • Criminelen zijn direct (loondienst) of indirect (verrichten van diensten, inzet sociaal netwerk) betrokken bij exploitatie in risicovolle sectoren.

  • Commissies voor het aanbrengen van werkzaamheden aan een partij buiten de directe keten.

  • Huurder wordt geïnformeerd over het vestigen van een hypotheek op het gehuurde.

  • Niet betaalde huren, waar geen (juridisch) gevolg aan wordt gegeven. (Dit kan duiden op een feitelijke macht en/of eigendomsverhouding die niet strookt met de geregistreerde juridische overeenkomsten.)

  • Verzekeringsclaims voor brand- en/of opstalverzekeringen, net voordat een grote verbouwing gaat plaatsvinden.

  • Contante huurontvangsten (op rekening van persoon die het betreffende pand niet in bezit heeft).

  • Grote contante opnamen.

  • Betalingen protectiegelden.

  • Een vreemde verhouding tussen ontvangen huren en getaxeerde waarde.

  • Huren die gezien de locatie/ pand opvallend hoog zijn (hiermee kan een te hoge taxatie worden bewerkstelligd en kan worden witgewassen).

  • De als stroman naar voren geschoven koper, bestuurder en/ of aandeelhouder heeft geen daadwerkelijke bemoeienis met exploitatie, maar komen alleen met een volmacht naar voren bij de notaris. Voorts heeft bijv. een belastingadviseur of advocaat een relatief grote rol.

  • Criminelen zijn direct (loondienst) of indirect (verrichten van diensten, inzet sociaal netwerk) betrokken bij exploitatie in risicovolle sectoren.

  • Commissies voor het aanbrengen van werkzaamheden aan een partij buiten de directe keten.

  • Huurder wordt geïnformeerd over het vestigen van een hypotheek op het gehuurde.

T.a.v. gebruik pand voor mensenhandel:

  • Er is geen arbeidsovereenkomst, de arbeidsvoorwaarden zijn slecht gedefinieerd of de arbeidsovereenkomst is opgesteld in een taal die de betreffende persoon niet machtig is.

  • Lijkt bang te zijn voor de man/vrouw die hem/haar begeleidt

  • De personen beschikken niet zelf over eigen identiteitspapieren

  • Slechte huisvesting

  • Er is sprake van hoge huren

  • Huur wordt inhouden op salaris

  • Ontbreken van huurcontracten

  • Vertoont tekenen van angst of lijkt zich ongemakkelijk te voelen,

  • vooral in de aanwezigheid van de supervisor,

  • Tijdens gesprek vertelt hij/zij tegenstrijdigheden

  • De persoon/personen lijken niet goed te weten waar men is/verblijft

  • Iemand anders voert steeds het woord, er lijkt sprake te zijn van controle/gezagsverhouding

  • De betalingen vinden onregelmatig en/of vaak te laat plaats.

  • Weet niet hoeveel hij/zij verdient.

  • Niet vrijelijk kunnen beschikken over (een deel)

  • van de eigen verdiensten, geen eigen bankrekening/ bankpas in bezit)

  • Inhouden boetes, (onduidelijke) kosten werkgever en/of borg

  • Verplicht om transport, levensmiddelen en/of andere diensten bij één aanbieder (werkgever) af te nemen

  • Illegaal verblijf.

  • Moet een buitensporige vergoeding terugbetalen voor werving, vervoer, huisvesting, eten, gereedschap of veiligheidsuitrusting en die vergoeding wordt rechtstreeks ingehouden op zijn/haar loon.

  • De terugbetalingsregeling voor voorschotten op het loon is onduidelijk of gemanipuleerd.

Gebruik/exploitatie van een pand

  • Personen verklaren lange werkdagen te moeten maken

  • Bevindt zich in een situatie waarin hij/zij op meerdere manieren van anderen afhankelijk is (hij/zij is bijvoorbeeld afhankelijk van de werkgever voor onderdak, eten, banen voor familieleden of voor andere behoeften).

  • Men beschikt niet over eigen inkomsten

  • Schaars gekleed en weinig bezit

  • Er zijn diverse telefoons en/of laptops in de woning

  • Wonen en slapen op de werkplek

  • Er lijkt een vorm van toezicht te zijn (een persoon in de woning aanwezig, of de telefoon gaat zeer regelmatig over tijdens pandcontrole)

  • Vertoont tekenen van angst of lijkt zich ongemakkelijk te voelen, vooral in de aanwezigheid van de supervisor,

  • Weet niet wat zijn/haar verblijfplaats of adres is.

  • Heeft regelmatig klanten, maar geen geld om bijv. huur te betalen

  • Wordt bij ziekte of zwangerschap gedwongen te werken

  • Huren de woning niet zelf

  • Alle vragen worden door de begeleidende persoon beantwoordt in plaats van door het potentiële slachtoffer.

  • De opmerkingen van het potentiële slachtoffer vertonen geen samenhang of komen ingestudeerd over, door middel van indoctrinatie.

Bijlage 3 categorieën van verwerkte gegevens

Van personen over wie wordt gemeld, kunnen onderstaande gegevens, afhankelijk van de inhoud van de melding/signaal worden verwerkt.

Fase 1/fase 2

De melding en de daarin opgenomen persoonsgegevens zoals naam, adres, beroep etc.

Of er sprake is van ondermijning:

  • eventuele aanwijzingen voor ondermijning uit het onderzoek

  • het eventuele vervolg dat aan het onderzoek wordt gegeven

Informatie uit de Kamer van Koophandel

Informatie uit het Kadaster

Bestemmingsplannen

Informatie afkomstig van het internet

Fase 3

Informatie uit de basisregistratie Adressen en Gebouwen

Informatie uit de basisregistratie personen

Informatie uit Squit/ RX Mission over vergunningen, intrekkingsbesluiten, inspecties en andersoortige beschikkingen

Informatie uit systemen van MSO over uitkeringen, subsidies, andersoortige beschikkingen (gesloten bron)

Informatie over subsidies, andersoortige beschikkingen (gesloten bron)

Informatie uit systemen van toezicht en handhaving over uitgevoerde controles of handhavingsaanschrijvingen

Informatie over gemeentelijke belastingen

Informatie uit meldpunten van zorg, overlast of klachten

Informatie uit systemen van veiligheid zoals eerder ontvangen bestuurlijke rapportages of bekende informatie uit het RIEC-systeem over het pand, adres of betrokken persoon in het kader van het vaststellen van recidive (gesloten bron).

Informatie (straatinformatie) bekend bij de regisseur buitengebied, bedrijvencontactfunctionaris en/of regisseur leefbaarheid.

Bijlage 4 criteria beoordeling zwaarte van het signaal

Het signaal wordt op zwaarte beoordeeld aan de hand van de hieronder genoemde criteria. De beoordeling van de zwaarte van het signaal wordt schriftelijk vastgelegd en gemotiveerd.

Een signaal wordt als zwaar aangemerkt indien:

Het signaal afkomstig is van de politie;

Het signaal afkomstig is van (één van de convenantpartners van) het RIEC;

Het signaal afkomstig is van een andere professional;

Het signaal bevat meerdere indicatoren zoals opgenomen in bijlage 2 van dit protocol;

Het signaal betrekking heeft op minderjarigen;

Het signaal betrekking heeft op een strafbaar feit;

Het signaal van recente datum is;

Het signaal betrekking heeft op een onderwerp waarvan een trend- en fenomeenanalyse is uitgevoerd;

Bij het signaal sprake is van recidive.

Signalen die voldoen aan één van deze criteria, worden aangemerkt als een zwaar signaal.