Regeling vervalt per 20-02-2029

Subsidieregeling projecten professionele kunst en cultuur

Geldend van 20-02-2025 t/m 19-02-2029

Intitulé

Subsidieregeling projecten professionele kunst en cultuur

Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;

gelezen de nota Cultuurvisie Amersfoort 2030 d.d.10 oktober 2017;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort;

overwegende dat het gewenst is een diversiteit aan culturele projecten te stimuleren die bijdragen aan de intrinsieke waarde van cultuur voor de gemeente Amersfoort en haar inwoners en de Amersfoortse culturele sector;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

SUBSIDIEREGELING PROJECTEN PROFESSIONELE KUNST EN CULTUUR

1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    BACK: Brede Adviesgroep Cultureel Klimaat;

  • b.

    Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort;

  • c.

    AGVV: Verordening (EU) 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort;

  • e.

    professioneel kunstenaar: iemand die van beroep kunstenaar is;

  • f.

    talent in ontwikkeling: talent met de potentie zich te ontwikkelen tot professioneel kunstenaar, dat is geselecteerd door professionals uit de cultuursector;

  • g.

    kunstdisciplines: beeldende kunst, podiumkunst, culturele festivals, letteren, urban art en dergelijke;

  • h.

    project: activiteit op het gebied van kunst en cultuur met een duidelijke begin- en einddatum.

2. Doel van de regeling

Het doel van de Subsidieregeling projecten professionele kunst en cultuur is om professionele kunst en cultuur binnen de gemeentegrenzen van Amersfoort te stimuleren en/of bij te dragen aan een kwalitatief hoogwaardig cultureel aanbod voor de inwoners van Amersfoort.

3. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de volgende activiteiten:

  • a.

    projecten op het gebied van kunstdisciplines uitgevoerd door een professionele kunstenaar;

  • b.

    projecten op het gebied van kunstdisciplines uitgevoerd door talent in ontwikkeling;

  • c.

    projecten op het gebied van kunstdisciplines uitgevoerd door een professionele kunstenaar en talent in ontwikkeling.

4. Indieningstermijn aanvraag

Het college stelt elk jaar een openstellingsbesluit voor de indieningstermijn vast.

5. Eisen aan de aanvrager

Subsidie kan enkel worden aangevraagd door:

  • a.

    een rechtspersoon zonder winstoogmerk;

  • b.

    een natuurlijk persoon die professioneel kunstenaar is, die:

    • -

      een geaccrediteerde kunstvakopleiding tot kunstenaar heeft gevolgd en afgerond óf

    • -

      3 jaar of langer als professioneel kunstenaar werkzaam is en staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

6. Eisen aan de aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend op het door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag voldoet aan alle eisen zoals gesteld in artikel 6 Asv. In aanvulling op artikel 6 Asv, wordt de aanvraag enkel in behandeling genomen als uit de aanvraag blijkt dat:

    • a.

      het activiteitenplan maximaal 8 A4 (ongeveer 4000 woorden) omvat;

    • b.

      de sluitende begroting maximaal 1 A4 omvat;

    • c.

      de aanvraag vergezeld gaat van een ondertekende en naar waarheid ingevulde verklaring staatssteun.

  • 3. Aanvragen die niet voldoen worden niet in behandeling genomen.

7. Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie wordt enkel verstrekt voor kosten van subsidiabele activiteiten die aansluiten bij artikel 53 van de AGVV.

  • 2. In aanvulling op artikel 10, tweede lid, van de Asv verstrekt het college in ieder geval geen subsidie voor:

    • a.

      kosten van activiteiten die redelijkerwijs kunnen worden gedekt uit de opbrengsten die met de activiteiten verband houden;

    • b.

      kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen;

    • c.

      kosten gemaakt na beëindiging van activiteiten met uitzondering van accountantskosten;

    • d.

      kosten van in natura geleverde diensten en goederen;

    • e.

      kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht;

    • f.

      kosten voor verblijf in het buitenland;

    • g.

      de productie van boeken, geluidsdragers en permanente beeldende kunstwerken in de openbare ruimte;

    • h.

      investeringen en niet projectgebonden materiaalkosten;

    • i.

      projecten in het kader van/of als onderdeel van een (kunstvak)opleiding;

    • j.

      onvoorziene kosten;

    • k.

      kosten die worden gemaakt voordat de aanvraag is ontvangen;

    • l.

      kosten voor een nieuw te bouwen ruimte of verbouwingskosten van een ruimte;

    • m.

      kosten die worden gemaakt door een samenwerkingspartij die voor de desbetreffende kosten een meerjarige subsidie of een begrotingssubsidie ontvangt van gemeente Amersfoort.

8. Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie van de gemeente Amersfoort bedraagt ten hoogste 60% van de totale kosten met een maximum van € 25.000,-.

  • 2. Een subsidie wordt niet verstrekt indien het totaal van de aangevraagde subsidiabele kosten lager is dan € 1.500,-.

9. Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt bij afzonderlijk besluit een subsidieplafond vast.

  • 2. Het college kan een subsidieplafond verlagen als:

    • a.

      het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd, en

    • b.

      de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

10. Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de Asv beslist het college afwijzend op de aanvraag als:

  • a.

    bij het project sprake is van een winstoogmerk, de activiteit primair een commercieel belang dient of een wervend karakter heeft;

  • b.

    sprake is van een benefiet- of ledenwervingsactiviteit;

  • c.

    sprake is van een project van politieke, religieuze of levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    het project bepaalde doelgroepen uitsluit;

  • e.

    gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld en/of de gelden niet doelmatig en doeltreffend besteed zullen worden;

  • f.

    de aanvraag niet minimaal 6 punten heeft behaald op de toetsingscriteria zoals beschreven in artikel 11, lid 5 en 6.;

  • g.

    het project al heeft plaatsgevonden of voor een belangrijk deel al is opgestart, voordat er subsidie is verleend;

  • h.

    het subsidieplafond is bereikt of door verstrekking van subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden en de aanvraag daardoor slechts gedeeltelijk zou kunnen worden gehonoreerd;

  • i.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;

  • j.

    aannemelijk is dat het project ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zou worden uitgevoerd;

  • k.

    aanvrager structurele subsidie ontvangt van de gemeente Amersfoort, hetzij via de begroting of via een subsidieregeling;

  • l.

    voor een (inhoudelijk) gelijksoortig project drie keer achtereenvolgens door het college subsidie is verleend onder deze regeling, of een voorganger van deze regeling;

  • m.

    ten aanzien van de aanvrager of één of meer van de samenwerkingspartners een bevel tot terugvordering uitstaat als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de AGVV;

  • n.

    de aanvrager of één of meer van de samenwerkingspartners een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder c, van de AGVV.

11. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. De tijdig ingediende en volledige aanvragen die voldoen aan de eisen van de Asv en aan artikel 5, 6 en 10 van deze subsidieregeling worden voorgelegd aan de BACK.

  • 3. Om tot een onderbouwd advies te komen, beoordeelt de BACK de aanvragen aan de hand van de onderstaande toetsingscriteria:

    • a.

      artistiek-inhoudelijke kwaliteit;

    • b.

      zakelijke kwaliteit;

    • c.

      belang voor de stad en/of de inwoner;

    • d.

      opgaven uit de Cultuurvisie: diversiteit, jongeren, talentontwikkeling, wijken & sociaal domein en innovatie van het cultuuraanbod.

  • 4. Voor elk van de criteria genoemd in het derde lid zijn maximaal 10 punten te behalen. Puntenscore wordt gedaan op basis van rapportcijfers van 1. zeer slecht tot 10. Uitmuntend. Elk criterium bestaat uit verschillende onderdelen. De BACK onderbouwt de door haar toegekende scores.

  • 5. De toetsingscriteria genoemd in derde lid houden het volgende in:

    • a.

      Artistiek-inhoudelijke kwaliteit

      Het criterium ‘artistiek-inhoudelijke kwaliteit’ is onderverdeeld in de volgende subcriteria:

      • -

        vakmanschap: uit de aanvraag blijkt dat de aanvrager of uitvoerder(s) van het project beschikt over de vaardigheid en het inzicht om kwalitatief hoogstaand werk te maken. Indien er sprake is van talent in ontwikkeling, blijkt uit de aanvraag een inzichtelijke selectieprocedure en selectiecriteria en wordt de selectie inhoudelijk toegelicht.

      • -

        oorspronkelijkheid: uit het project blijkt een heldere visie van de aanvrager(s) en dat het project van meerwaarde is binnen de betreffende kunstdiscipline.

      • -

        zeggingskracht: er wordt helder gemaakt wat de aanvrager wil bereiken en hoe dat wordt aangepakt. Uit de aanvraag blijkt dat de inhoud van het project relevant is voor de beoogde doelgroep.

    • b.

      Zakelijke kwaliteit

      Uit de aanvraag en/ of begroting blijkt dat:

      • -

        de kosten en inkomsten realistisch, onderbouwd en uitgelegd zijn;

      • -

        er realistisch budget is voor publiciteit en promotie;

      • -

        de betrokken professionele makers worden bekostigd voor hun diensten/werk volgens De gedragscode voor de culturele en creatieve sector | Fair Practice Code

      • -

        de betrokken talenten in ontwikkeling een financiële vergoeding, kennis en begeleiding, of een combinatie van beide ontvangen;

      • -

        het gevraagde bedrag in verhouding staat tot de te verwachte omvang van het project;

      • -

        het gevraagde bedrag in verhouding staat tot het te verwachte publieksbereik;

      • -

        er sprake is van een diverse financieringsmix, waarbij duidelijk is welke financieringsbronnen worden aangewend.

    • c.

      Belang voor de stad en/of inwoner

      Uit het projectplan blijkt:

      • -

        welk publiek wordt bereikt, op welke wijze het publiek benaderd wordt en wanneer en waar de presentatiemomenten in de stad zijn; Geef aan welk publiek je wilt bereiken, hoe je ze gaat benaderen en wanneer en waar de presentatiemomenten in de stad zijn;

      • -

        met welke partners wordt samengewerkt. Denk hierbij aan (Amersfoortse, culturele) instellingen of organisaties. Ook wordt vermeld welke professioneel kunstenaars erbij betrokken worden (namen) en eventueel welke talenten in ontwikkeling erbij worden betrokken en mogelijk andere onverwachte samenwerkingen;

      • -

        waar in Amersfoort het project voornamelijk plaatsvindt en waarom voor deze locatie is gekozen;

      • -

        in welke mate het project aanvullend is op het huidige bestaande culturele aanbod, wat de toegevoegde waarde van het project is en hoe het zich onderscheidt van het huidige culturele aanbod.

    • d.

      Opgaven uit de Cultuurvisie

      Uit de aanvraag blijkt op welke wijze het project bijdraagt aan één of meerdere opgaven uit de Cultuurvisie. De opgaven uit de Cultuurvisie zijn:

      • -

        Diversiteit;

      • -

        Jongeren;

      • -

        Talentontwikkeling;

      • -

        Wijken en sociaal domein;

      • -

        Innovatie cultuuraanbod.

  • 6. Op basis van de totaalscore stelt de BACK een voorstel voor een rangschikking op en adviseert het college gemotiveerd over de aan te brengen rangschikking.

  • 7. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten behaalt en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, dan vindt rangschikking van deze aanvragen plaats aan de hand van het behaalde aantal punten op het criterium als bedoeld in artikel 11, derde lid onder d. Indien het behaalde aantal punten op dat criterium gelijk is, vindt er een loting plaats om de rangorde te bepalen.

12. Bevoorschotting

  • 1. Subsidiebedragen boven de €5000,- worden voor maximaal 80% bevoorschot.

  • 2. De wijze van bevoorschotting wordt in de verleningsbeschikking opgenomen.

13. Verplichtingen

In aanvulling op de verplichtingen op grond van de Asv is de subsidieontvanger verplicht:

  • a.

    de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in te zetten voor de uitvoering van de activiteit;

  • b.

    het project te voltooien binnen maximaal 12 maanden na ontvangst van de subsidieverlening;

  • c.

    het project te tonen aan het publiek;

  • d.

    de norm zoals gesteld in artikel 8 lid 1 te behalen, waarbij ten hoogste 60% van de projectkosten en maximaal €25.000,- door gemeente Amersfoort wordt gesubsidieerd. Indien bij de verantwoording blijkt dat deze norm niet is gehaald, kan de subsidie met een evenredig bedrag lager worden vastgesteld;

  • e.

    het verkrijgen van de benodigde vergunning voor uitvoering van de activiteiten.

14. Slotbepalingen

  • 1. De Subsidieregeling projectsubsidies professionele kunst en cultuur, zoals vastgesteld op 15 februari 2024 wordt ingetrokken.

  • 2. De Subsidieregeling projectsubsidies professionele kunst en cultuur, zoals vastgesteld op 15 februari 2024 blijft van toepassing op subsidies die op grond van die subsidieregeling zijn verleend of vastgesteld.

  • 3. Deze subsidieregeling treedt in werking op 20 februari 2025.

  • 4. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling projecten professionele kunst en cultuur.

  • 5. Overeenkomstig artikel 3, derde lid, van de ASV, vervalt deze subsidieregeling op 20 februari 2029.

  • 6. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die voor de vervaldatum onder deze subsidieregeling zijn verstrekt.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 10 februari 2025.

De secretaris,

De burgemeester,

Toelichting subsidieregeling

Inleiding

Deze regeling betreft een projectsubsidieregeling zoals bedoeld in de Asv. De Asv is leidend en geldt naast de Subsidieregeling projecten professionele kunst en cultuur.

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor de volgende activiteiten:

  • a.

    Projecten op het gebied van kunstdisciplines uitgevoerd door een professionele kunstenaar;

  • b.

    Projecten op het gebied van kunstdisciplines uitgevoerd door talent in ontwikkeling;

  • c.

    Projecten op het gebied van kunstdisciplines uitgevoerd door een professionele kunstenaar en talent in ontwikkeling.

Artikel 1, Begripsbepalingen

sub a: De BACK is een door de gemeente Amersfoort ingestelde externe en onafhankelijke adviesgroep.

sub f: Voorbeelden van talent in ontwikkeling zijn startende bands die worden geselecteerd om podiumervaring op te doen, beginnende beeldend kunstenaars die worden geselecteerd om onder begeleiding toe te werken naar een expositie, jonge theatermakers die nieuwe producties creëren en presenteren, opkomende filmmakers die hun films ontwikkelen en vertonen op filmfestivals en nieuwe dansgezelschappen die hun choreografieën voor het eerst uitvoeren voor een breed publiek. Deze voorbeelden zijn ter illustratie. Coaching van talent in ontwikkeling (als zijnde een project) wordt hier niet onder verstaan.

sub g: De opgegeven lijst van kunstdisciplines is ter voorbeeld. Deze lijst is niet uitputtend, maar geeft wel een richting.

Artikel 3, Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

De activiteiten op het gebied van kunstdisciplines die in dit artikel zijn benoemd, komen voor subsidiëring in aanmerking.

Activiteiten die in ieder geval niet in aanmerking komen: reisbeurzen, artist in residency-programma’s (tenzij dit een kleiner onderdeel van een groter project betreft), kosten voor verblijf in het buitenland en projecten die geen duidelijke begin- en einddatum hebben, zoals boeken, geluidsdragers en permanente kunstwerken in de openbare ruimte.

Artikel 4, Indieningstermijn

Het college stelt bij afzonderlijk besluit een openstellingsbesluit vast, waarin vastligt in welke periode aanvragen kunnen worden ingediend. In principe wordt er uitgegaan van twee aanvraagrondes per jaar. Op de webpagina van de gemeente wordt kenbaar gemaakt wanneer de subsidieregeling wordt opengesteld en de aanvragen ingediend kunnen worden.

Het college kan besluiten het subsidieplafond en aantal rondes te wijzigen.

Artikel 5, Eisen aan de aanvrager

Indien een rechtspersoon aanvraagt, noemt hij in de aanvraag de naam/namen van de betrokken professionele kunstenaar(s).

Een professioneel kunstenaar binnen deze regeling is iemand die een geaccrediteerde kunstvakopleiding heeft afgerond en als zelfstandig kunstenaar werkzaam is of 3 jaar of langer als professioneel kunstenaar werkzaam is en staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

De professioneel kunstenaar dient dit aan te tonen via een cv. In het cv staat ten minste de volgende informatie:

  • Opleiding: de aanvrager geeft aan welke geaccrediteerde kunstvakopleiding de aanvrager heeft afgerond. Voorbeelden zijn de HKU, Artez, Herman Brood Academie, Deltion College, Academie voor Theater en Dans, Nederlandse Filmacademie, Utrechts Conservatorium en schrijversvakschool.

  • Werkervaring: de aanvrager maakt inzichtelijk welke relevante werkervaring is opgedaan. Te denken valt aan presentaties, exposities, podiumervaring. Hierbij zijn ook prijzen, publicaties en andere erkenningen relevant.

Artikel 6, Eisen aan de aanvraag

sub b: in een ‘sluitende begroting’ zijn de totale inkomsten gelijk aan de totale uitgaven. Daarnaast bestaat een begroting van het project uit een raming van de lasten, zonder opname van een post onvoorzien, en van de baten, zoals publieksinkomsten, subsidies en sponsoring met vermelding van de instanties of organisaties, waar subsidie is aangevraagd of waar een sponsorbijdrage wordt verwacht of is gekregen. De sluitende begroting moet op maximaal één A4 staan. Dit is exclusief de onderbouwing van de bedragen in de begroting.

Artikel 7, Subsidiabele kosten

lid 1: Subsidie binnen de subsidieregeling kan leiden tot staatssteun. Kosten van de subsidiabele activiteiten worden in overeenstemming met het staatssteunrecht verstrekt door toepassing van artikel 53 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EU) 651/2014 van de Europese Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard)

lid 2: Kosten die in een van de categorieën genoemd in artikel 7, tweede lid vallen, zijn niet subsidiabel. Deze kosten kunnen er wel zijn en moeten in dat geval ook in de begroting worden genoemd, maar moeten op een andere wijze gefinancierd worden.

Artikel 8, Hoogte subsidie

lid 1: de begroting mag voor maximaal 60% uit subsidie bestaan die is verstrekt door of namens het college van de Gemeente Amersfoort. Hierbij maakt het niet uit van welke afdeling bij deze subsidie is betrokken. Een subsidie van organisaties zoals Indebuurt033 worden aan het college toegerekend.

De totale gemeentelijke subsidie bedraagt maximaal 60% van de totale kosten van het project; zowel op begrotingsbasis als bij verantwoording. De aanvrager moet dus minimaal 40% van de kosten dekken door overige middelen. Indien bij de verantwoording blijkt dat deze norm niet is gehaald, kan een evenredig bedrag teruggevorderd worden.

Artikel 9, Subsidieplafond

lid 1: per openstellingsronde stelt het college het subsidieplafond van die ronde vast. Nadat het college hierover heeft besloten, wordt het subsidieplafondbesluit en het openstellingsbesluit bekend gemaakt op overheid.nl en gepubliceerd in het Gemeenteblad.

Artikel 10, Weigeringsgronden

sub f: het project moet minimaal een 6 scoren op zowel artistieke kwaliteit als zakelijke kwaliteit, anders wordt de aanvraag afgewezen.

sub g: het project wordt afgewezen als het project waarvoor de aanvraag wordt ingediend al heeft plaatsgevonden voordat er subsidie is verleend. Een project wordt ook afgewezen als het al voor een belangrijk deel is opgestart voordat er subsidie is verleend. Bijvoorbeeld als er al een betaling heeft plaats gevonden aan een locatie(s) of kunstenaar en/of artiest(en). Voorbereidingen voor een project, zoals het maken van een planning en inventariseren van locaties en mogelijke kunstenaars/ artiesten, vallen hier niet onder.

sub k: met structurele subsidie wordt bedoeld dat een instelling of aanvrager jaarlijks subsidie ontvangt, zoals bijvoorbeeld het geval is bij een basisinstelling of bij een instelling die meerjarige projectsubsidie ontvangt.

sub l: met (inhoudelijk) gelijksoortig projecten worden projecten bedoeld die in de hoofdlijnen overeenkomen. Dit zijn bijvoorbeeld jaarlijks terugkerende projecten die dezelfde projectnaam hebben (los van datum) en/of altijd op dezelfde locatie plaatsvinden.

Artikel 11, Wijze van verdeling

lid 2: De tijdig ingediende en volledige aanvragen worden getoetst aan de regeling. Als er documenten (of informatie) missen die wel bij aanvraag hadden moeten worden gevoegd, dan is de aanvraag niet volledig.

lid 4: Per criterium zijn er 10 punten te behalen. Elk criterium bestaat uit verschillende onderdelen. Dit betekent niet dat er per onderdeel gescoord wordt, maar dat het criterium als geheel wordt beoordeeld.

Als voorbeeld het criterium “opgave uit de cultuurvisie”: het projectplan hoeft niet op alle onderdelen te scoren, maar kan ook op een van de onderdelen uitblinken en zo hoog scoren.

De punten worden gebaseerd op de volgende rapportcijfers:

  • 1.

    zeer slecht

  • 2.

    slecht

  • 3.

    zeer onvoldoende

  • 4.

    onvoldoende

  • 5.

    twijfelachtig

  • 6.

    voldoende

  • 7.

    ruim voldoende

  • 8.

    goed

  • 9.

    zeer goed

  • 10.

    uitmuntend

lid 5 t/m 7: De beoordeling door de BACK vindt plaats op basis van expert review: de leden van de BACK zijn deskundig op het gebied van de artistieke en culturele stand van zaken binnen de verschillende toepassingsgebieden. De BACK beoordeelt de criteria op basis van hun kennis en expertise een gezamenlijk oordeel.

lid 5, sub a: artistieke-inhoudelijke kwaliteit:

Onder het criterium artistieke/inhoudelijke kwaliteit beoordeelt de BACK op basis van de indicatoren ‘vakmanschap’, ‘oorspronkelijkheid’ en ‘zeggingskracht’ de artistieke/inhoudelijke kwaliteit van de activiteit van het project.

  • -

    vakmanschap blijkt bijvoorbeeld uit de technische beheersing van instrumenten, spel, regie of choreografie; of uit de wijze waarop een curator, conservator of programmeur een tentoonstelling of festival samenstelt.

  • -

    oorspronkelijkheid houdt verband met de missie, visie en herkenbare artistieke signatuur van de aanvrager en/of uitvoerders van de activiteit, die onlosmakelijk verbonden is met het project. De oorspronkelijkheid en meerwaarde blijken bijvoorbeeld uit de mate waarin de activiteit zich onderscheidt ten opzichte van soortgelijke activiteiten.

  • -

    zeggingskracht gaat over het prikkelen, ontroeren, of aanzetten tot denken van het publiek door middel van de activiteit. De aanvrager moet datgene wat zij wil uitdrukken of bereiken, kunnen overdragen op het publiek.

lid 5, sub b: zakelijke kwaliteit:

Aan de hand van het projectplan en de begroting beoordeelt de BACK in hoeverre de aanvrager vanuit financieel, bedrijfsmatig en organisatorisch perspectief in staat is om de activiteit uit te voeren. Hierbij wordt nagegaan of de kosten en inkomsten op de begroting realistisch, onderbouwd en uitgelegd zijn.

Daarnaast wordt op basis van de begroting het beloningsbeleid beoordeeld. Uit het beloningsbeleid moet naar voren komen dat er sprake is van ‘eerlijke beloning’ (fair pay). Er wordt beoordeeld in hoeverre het beloningsbeleid aansluit bij de bestaande afspraken over honorering, zoals de geldende cao, andere collectieve afspraken, collectieve richtlijnen en auteursrecht; waarop de beloningsvormen zijn gegrond; en de verhouding tussen het aantal ingezette uren en het aantal gehonoreerde uren.

Onder een financieringsmix verstaan wij bijdrage van fondsen/bedrijven en commerciële inkomsten

lid 5, sub c: belang voor de stad en/of inwoner:

De meerwaarde van het plan voor wie en waar het plaats vindt wordt aan de hand van de punten beschreven in het plan en beoordeeld door de BACK.

lid 5, sub d: opgaven uit de Cultuurvisie:

  • -

    Diversiteit:

We willen jaarlijks veel variatie en afwisseling binnen het culturele klimaat in Amersfoort en een cultureel klimaat dat aansprekend is voor vele verschillende doelgroepen (naar leeftijd, naar leefstijl etc.). Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan een of meerdere van onderstaande doelstellingen:

  • Zorgen voor meer variatie en afwisseling in het Amersfoortse cultureel klimaat: het bevorderen van nieuw / andersoortig aanbod dan het huidige voor (deels) nieuwe doelgroepen.

  • Bijdragen aan een inclusieve samenleving: het bevorderen van de cultuurparticipatie van mensen die nu nog te maken hebben met barrières. We willen daarom de zichtbaarheid van uitingen van kunst en cultuur door minderheidsgroepen steunen en verbinden met reguliere cultuurdragers en een breder publiek.

  • -

    Jongeren:

We willen dat het culturele klimaat in Amersfoort jongeren voldoende mogelijkheden biedt om de door hen gewenste cultuurbeleving te hebben. We richten ons op jongeren van pakweg 16 jaar tot midden twintig. Behoeften zijn uiteenlopend en divers. Als rode draad staan beleving, ontmoeting en aansluiten op de leefwereld van jongeren centraal. We willen impulsen geven aan het verbeteren van het cultuuraanbod voor jongeren en hun cultuurbeleving. Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan één of meerdere van onderstaande doelstellingen:

  • Het stimuleren van jongeren rondom kunst en cultuur (voor en door jongeren).

  • Het huidige bestaand aanbod aantrekkelijker en/of toegankelijker maken voor jongeren: innovatie, inspelen op jongerentrends, extra of aanvullende programmering voor jongeren en/of het verbeteren van informatievoorziening.

  • Bevorderen van ontmoetingen rondom kunst en cultuur: jongeren onderling en/of met partijen die met jongeren werken rondom kunst en cultuur.

  • -

    Talentontwikkeling:

Wij willen dat Amersfoort een thuis is voor vele cultuurmakers, zoals kunstenaars, artiesten, theatermakers, acteurs, schrijvers, beeld- en filmmakers, festivalorganisatoren, productiehuizen etc. Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan een of meerdere van onderstaande doelstellingen:

  • Gericht op het opdoen van (podium)ervaring.

  • Gericht op het ontdekken en ontplooien van talenten.

  • Gericht op het ontdekken van talenten (scouting).

  • -

    Wijken & sociaal domein:

We willen een aantrekkelijk cultuuraanbod voor onze inwoners, waarbij Amersfoort ook een centrumfunctie voor de regio vervult. Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan een of meerdere van onderstaande doelstellingen:

  • Stimuleren of realiseren van wijk gebonden activiteiten.

  • Project bereikt een (of meer) specifieke doelgroep(en) in de wijk.

  • Realiseren van zichtbare productie (uitvoering, voorstelling) of product (tijdelijk kunstwerk) in de wijk.

  • Gebruik maken van een bekende/sterke partner in de wijk en zorgen voor voldoende draagvlak/netwerk van de aanvrager in de wijk.

  • -

    Innovatie cultuuraanbod:

We willen innovatie in het cultuuraanbod stimuleren. Door middel van innovatie kan worden ingespeeld op verschillende trends binnen de culturele sector. Ook kan innovatie worden gebruikt om het aanbod voor een breder publiek aantrekkelijk te maken (onder andere met het oog op de opgaven diversiteit en jongeren). Initiatieven op dit vlak moeten bijdragen aan een of meerdere van onderstaande doelstellingen:

  • Gebruik van technologie en digitalisering: deze hebben een grote invloed op de productie en consumptie van kunst en cultuur. Interactie, zelf doen en ontdekken worden steeds belangrijker, met behulp van bijvoorbeeld de smartphone, tablet, VR en social media.

Artikel 12, bevoorschotting

lid 1: 80% van de toegekende subsidie wordt uitbetaald bij verlening van subsidies boven de €5000,-, de overige 20% kan na de uitvoering van het project word en uitgekeerd, na indiening van de financiële en inhoudelijke verantwoording. Toegekende subsidies onder de €5000,- worden direct vastgesteld.

Artikel 13, verplichtingen

Subsidieontvangers moeten voldoen aan alle in dit artikel opgesomde verplichtingen. Deze verplichtingen zijn een aanvulling op de verplichtingen uit de artikelen 16 tot en met 19 van de Asv. Als er niet aan de verplichting voldaan wordt, krijgen de subsidieontvangers de mogelijkheid om als nog te voldoen aan de verplichtingen. Blijkt dit niet te kunnen of dat na een week geen geplande acties zijn ondernomen tot verbetering. Dan kan de subsidie lager worden vastgesteld of teruggevorderd.

sub a: indien de activiteit om welke reden dan ook niet uitgevoerd kan worden, dient de aanvrager de gemeente hier zo snel mogelijk van op de hoogte te stellen. In overleg met de aanvrager wordt gekeken op welke manier de activiteit wel kan plaats vinden om zo aan de verplichting te voldoen.

sub b: uit de planning bij het plan blijkt dat het project binnen 12 maanden afgerond is, tenzij met de aanvrager schriftelijk een andere planning is overeengekomen.

sub c: het tonen van het project aan de inwoners van Amersfoort kan op diverse manieren. Denk aan een optreden, een tentoonstelling of een andere publieksactiviteit op een publiek toegankelijke locatie. Dit kan zowel gratis aangeboden worden, als waarvoor toegang wordt geheven.

sub d: de aanvrager dient minimaal 40% van de totale kosten te dekken door overige middelen. Indien bij de verantwoording blijkt dat deze norm niet is gehaald, kan een evenredig bedrag teruggevorderd worden.