Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 11 februari 2025 tot vaststelling van een subsidieregeling brandbeheersing (Subsidieregeling natuurbrandbeheersing Noord-Brabant)

Geldend van 27-02-2025 t/m heden

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 11 februari 2025 tot vaststelling van een subsidieregeling brandbeheersing (Subsidieregeling natuurbrandbeheersing Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten in het Bestuursakkoord Noord-Brabant 2023-2027 hebben vastgelegd dat het een doelstelling van beleid is om de gevolgen van natuurbranden te verkleinen en onbeheersbare natuurbranden te voorkomen;

Overwegende dat deze subsidieregeling is opgesteld als aanbouwregeling voor nader door Gedeputeerde Staten te bepalen paragrafen ter invulling van de beleidsvoornemens ten aanzien natuurbrandbeheersing zoals vastgelegd in het Bestuursakkoord Noord-Brabant 2023-2027;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

§ 1 Bluswatervoorzieningen en opstelplaatsen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

adviesleidraad: Interregionale adviesleidraad bluswatervoorziening en bereikbaarheid 2022, vastgesteld in juni 2022 door de veiligheidsregio’s Brabant-Noord, Brabant-Zuidoost, Gelderland-Midden, Midden- en West Brabant, Zeeland en Zuid-Limburg en gepubliceerd op de website: www.vrbzo.nl;

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

bluswatervoorziening: fysieke voorziening die zich doorgaans bevindt op een opstelplaats, bestaand uit een kraan met behulp waarvan toegang tot water wordt verkregen met het doel natuurbranden te blussen;

natuurbrandbeheersingsplan: door een in bijlage 1 aangewezen coördinerende gemeente opgesteld plan waarin beleid is vastgelegd ter beheersing van natuurbranden binnen het werkveld van de coördinerende gemeente en waarin de maatregelen, processen en verantwoordelijkheden inzake dit beleid zijn benoemd en uitgewerkt;

opstelplaats: op de bodem gelegen verzwaard of verstevigd oppervlak met dragend vermogen, aangelegd onder en rondom een bluswatervoorziening.

Artikel 1.2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door een gemeente in de provincie Noord-Brabant.

Artikel 1.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die plaats vinden in een van de in bijlage 1 bedoelde natuurgebieden en die gericht zijn op:

  • a.

    de realisatie van een nieuwe bluswatervoorziening met opstelplaats;

  • b.

    het verzwaren of verstevigen van de opstelplaats van een bestaande bluswatervoorziening, ter verbetering van het dragend vermogen.

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    het project is gestart voor 1 juli 2024;

  • b.

    voor het project reeds subsidie of een bijdrage is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale regeling.

Artikel 1.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant, in een van de in bijlage 1 bedoelde natuurgebieden;

  • b.

    het project is gericht op het realiseren van een nieuwe bluswatervoorziening met opstelplaats of op het verzwaren of verstevigen van de opstelplaats van een bestaande bluswatervoorziening, ter verbetering van het dragend vermogen;

  • c.

    de subsidieaanvrager is de gemeente op het grondgebied waarvan de gesubsidieerde activiteiten plaats vinden;

  • d.

    het eindproduct voldoet aan de technisch-inhoudelijke eisen, vastgelegd in de hoofdstukken 2 en 3 van de Adviesleidraad;

  • e.

    het project kan uiterlijk binnen een jaar na verlening van de subsidie worden afgerond;

  • f.

    voor het gebied waar de gesubsidieerde activiteit plaats vindt is een natuurbrandbeheersingsplan opgesteld door de voor dit gebied aangewezen gebiedscommissie;

  • g.

    in het natuurbrandbeheersingsplan is afdoende onderbouwd dat de activiteit bedoeld in artikel 1.4, onder a of b een effectieve maatregel is ter beheersing van natuurbranden in het desbetreffende gebied;

  • h.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      een onderbouwing ten aanzien van de keuze van de locatie waar de in artikel 1.4, onder a of b bedoelde activiteit wordt gerealiseerd;

    • 2°.

      een advies van de brandweer ter plaatse waaruit blijkt dat de realisatie van de in artikel 1.4, onder a of b bedoelde activiteiten uit oogpunt van beheersing van natuurbranden in het gebied, noodzakelijk is;

    • 3°.

      een opgave van het aantal te realiseren bluswatervoorzieningen en de te verbeteren opstelplaatsen en een daarbij behorende kostenspecificatie.

Artikel 1.7 Subsidiabele kosten

Voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 gelden de volgende lumpsumbedragen:

  • a.

    voor de activiteit bedoeld in artikel 1.4, onder a: een bedrag van € 20.000;

  • b.

    voor de activiteit bedoeld in artikel 1.4, onder b: een bedrag van € 5.000.

Artikel 1.8 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend:

  • a.

    van 1 maart 2025 tot 1 juli 2025;

  • b.

    van 1 augustus tot 30 november 2025.

Artikel 1.9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4 voor de periode, genoemd in artikel 1.8, vast op:

  • a.

    een bedrag van € 260.000 voor aanvragen bedoeld in artikel 1.8, onder a;

  • b.

    een bedrag van € 260.000 voor aanvragen bedoeld in artikel 1.8, onder b.

Artikel 1.10 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt een vast bedrag per prestatie-eenheid als bedoeld in artikel 1.7, met een maximum van € 120.000 per aanvraag.

Artikel 1.11 Verdelingswijze

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5. De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 1.12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger rondt het project af binnen een jaar na verlening van de subsidie.

  • 2. Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal 6 maanden.

Artikel 1.13 Verantwoording

Bij subsidies tot € 120.000 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

  • a.

    foto- of videomateriaal van de stituatie voor en na het project;

  • b.

    facturen;

  • c.

    een proces verbaal van oplevering, voor zover aanwezig.

Artikel 1.14 Bevoorschotting en betaling

Gedeputeerde Staten verstrekken bij toekenning een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag.

Artikel 1.15 Subsidievaststelling

  • 1. Een subsidie tot € 25.000 wordt op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vastgesteld.

  • 2. Bij subsidies van € 25.000 tot €120.000 stellen Gedeputeerde Staten de subsidie op grond van artikel 21, tiende lid, van de Asv, vast overeenkomstig artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv.

Artikel 1.16 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden voor 1 juli 2027 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze regeling in de praktijk.

§ 2 Natuurbrandbeheersingsplan

Artikel 2.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Coördinerend gemeente: in bijlage 1 bij deze subsidieregeling aangewezen gemeente, die ten aanzien van het onderwerp natuurbrandbeheersing in een of meerdere natuurgebieden beleidsmatige werkzaamheden coördineert in samenwerking met de voor die natuurgebieden relevante actoren;

Natuurbrandbeheersingsplan: door een coördinerende gemeente in samenwerking met relevante actoren opgesteld plan waarin het beleid is vastgelegd ter beheersing van natuurbranden binnen het werkveld van de coördinerende gemeente en waarin de maatregelen, processen en verantwoordelijkheden inzake dit beleid zijn benoemd en uitgewerkt.

procesbegeleider: adviseur met deskundigheid op het gebied van begeleiding van bestuurlijke samenwerkingsprocessen.

Artikel 2.2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door een coördinerend gemeente.

Artikel 2.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het inhuren van een procesbegeleider die de totstandkoming van het natuurbrandbeheersingsplan coördineert en aanjaagt in samenwerking met de voor het desbetreffende natuurgebied relevante actoren.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    het project is gestart voor 1 januari 2024;

  • b.

    voor het project reeds subsidie of een bijdrage is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale regeling;

  • c.

    de aanvrager geen coördinerende gemeente is.

Artikel 2.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant, in een of meer van de in bijlage 1 bedoelde natuurgebieden;

  • b.

    het project kan uiterlijk binnen 1 jaar na toekenning van de subsidie worden afgerond;

  • c.

    het project is een voorbeeld voor anderen en is erop gericht resultaten uit het project te delen met andere gemeenten en inwoners van het gebied;

  • d.

    bij de aanvraag is minimaal één offerte voor een procesbegeleider gevoegd;

  • e.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in dit artikel;

    • 2°.

      het aantal gebieden waarvoor een procesbegeleider is of wordt ingehuurd.

Artikel 2.7 Subsidiabele kosten

Voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 geldt een lumpsumbedrag van € 5.000.

Artikel 2.8 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 maart 2025 tot 30 november 2025.

Artikel 2.9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.4 voor de periode, genoemd in artikel 2.8, vast op € 155.000.

Artikel 2.10 Verdelingswijze

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5. De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 2.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger rondt het project af binnen een jaar na verlening van de subsidie.

  • 2. Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal 6 maanden.

Artikel 2.12 Verantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

  • a.

    een natuurbrandbeheersingsplan;

  • b.

    facturen.

Artikel 2.13 Bevoorschotting en betaling

Gedeputeerde Staten verstrekken bij toekenning een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag.

Artikel 2.14 Subsidievaststelling

De subsidie wordt op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vastgesteld.

Artikel 2.15 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden voor 1 juli 2027 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze regeling in de praktijk.

§ 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling natuurbrandbeheersing Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 11 februari 2025

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Bijlage 1 behorende bij artikel 1.4 ,1.6 onder a, 2.1 en 2.6 onder a van de Subsidieregeling Natuurbrandbeheersing Noord-Brabant

afbeelding binnen de regeling

Gebiedscommissies natuurbrandbeheersing Noord-Brabant

afbeelding binnen de regeling

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling natuurbrandbeheersing Noord-Brabant

I. Algemeen

Het voorkomen van onbeheersbare natuurbranden heeft een hoge prioriteit en urgentie. Sinds 2016 vindt binnen de provincie Noord-Brabant intensieve bestuurlijke samenwerking plaats door gemeenten en andere relevante actoren ter voorkoming van onbeheersbare natuurbranden. Op verzoek van de commissaris van de Koning zijn in de provincie Noord-Brabant gebiedscommissies natuurbrandbeheersing gevormd. In deze gebiedscommissie werken gemeenten samen met de relevante actoren zoals onder meer de veiligheidsregio’s en de terreinbeheerder aan het gemeenschappelijke doel van natuurbrandbeheersing.

Een van de kerntaken van een gebiedscommissie is het schrijven van een natuurbrandbeheerplan waarin doelstellingen, de inrichting en het beheer van het gebied is samenhang met de doelstellingen voor natuurbrandbeheersing zijn vastgelegd. Daarnaast is het van belang dat binnen de aangewezen natuurgebieden een inhaalslag wordt gedaan met betrekking tot de aanleg van bluswatervoorzieningen met opstelplaatsen of de versteviging van bestaande opstelplaatsen. Ook hierin is een rol weggelegd voor de gebiedscommissie, die de effectiviteit van de aanleg of versteviging in het natuurbrandbeheersplan moet onderbouwen.

Met deze regeling wordt beoogd om het maken van natuurbrandbeheersplannen en de aanleg van noodzakelijke bluswatervoorzieningen of de versteviging van de opstelplaatsen te stimuleren. Daarom zijn in de paragraaf bluswatervoorzieningen en opstelplaatsen de voorwaarden vastgelegd waaronder gemeenten subsidie voor deze voorzieningen kunnen ontvangen. In de tweede paragraaf van deze regeling is uitgewerkt onder welke voorwaarden gemeenten subsidie kunnen verkrijgen voor het maken van natuurbrandbeheersingsplannen. Er is voor gekozen subsidie mogelijk te maken voor de inhuur van een procesbegeleider met het idee dat dit het meeste effect heeft op de uiteindelijke totstandkoming van de plannen.

Deze regeling is opgesteld als een aanbouwregeling. De verwachting is dat in de toekomst het beleid ten aanzien van natuurbrandbeheersing verder professionaliseert en dat vanuit meerdere invalshoeken de inzet van subsidie voor de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen als wenselijk wordt gezien. Door de opbouw en de structuur wordt deze ontwikkeling in de toekomst mogelijk gemaakt.

II. Artikelsgewijs

Artikel 1.6 Subsidievereisten

Het is belangrijk dat de effectiviteit van de maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd is onderbouwd. Om die reden is in artikel 1.6, onder g de eis gesteld dat deze onderbouwing moet worden gegeven in het natuurbrandbeheersingsplan. Omdat het natuurbrandbeheersingsplan tot stand komt in samenwerking met alle relevante actoren is hiermee geborgd dat de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd is afgestemd met de relevante actoren. Hiermee is er meer zekerheid dat de te subsidiëren activiteit over voldoende draagvlak beschikt en ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Overigens wordt dit laatste ook bewerkstelligt door de eis in artikel 1.6, onder h, derde onderdeel. Op grond hiervan moet de aanvrager ook aantonen dat uit een advies van de plaatselijke brandweer blijkt dat de realisatie van de voorgestelde maatregel noodzakelijk is uit oogpunt van brandbeheersing.

Artikel 1.8 Aanvraagtijdvak

Er zijn twee aanvraagtijdvakken in dit artikel opgenomen. Elk aanvraagtijdvak heeft haar eigen subsidieplafond, zoals vastgelegd in artikel 1.9. Op deze wijze wordt rekening gehouden met gemeenten die meer tijd nodig hebben voor de voorbereiding van hun aanvraag, bijvoorbeeld omdat het natuurbrandbeheersingsplan nog afgerond moet worden. Een gemeente zou dan eerst een subsidie op grond van de tweede paragraaf van deze regeling aan kunnen vragen en met de hulp van een procesbegeleider het natuurbrandbeheersingsplan kunnen afronden. Daarna kan dan met de onderbouwing hiervan in het natuurbrandbeheersingsplan, een subsidie worden aangevraagd in het tweede aanvraagtijdvak.

Artikel 2.2 Doelgroep

Subsidie voor een procesbegeleider kan alléén worden aangevraagd door de coördinerende gemeente. Op grond van de omschrijving in artikel 2.1 zijn betreft het hier de gemeenten die in bijlage 1 bij deze regeling zijn aangewezen en die ten aanzien van de het onderwerp natuurbrandbeheersing in een of meerdere natuurgebieden beleidsmatige werkzaamheden coördineert in samenwerking met de voor die natuurgebieden relevante actoren.

Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten

Het aanjagen van het proces om met alle relevante actoren te komen tot een natuurbrandbeheersingsplan is een intensief proces dat veel tijd en expertise kan kosten. Daarom is besloten gemeenten te ondersteunen door subsidie mogelijk te maken voor de inhuur van een procesbegeleider. De procesbegeleider moet de totstandkoming van het natuurbrandbeheersingsplan gaan coördineren en aanjagen in samenwerking met de voor het desbetreffende natuurgebied relevante actoren.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA