Maatschappelijk beleidskader 2024

Geldend van 18-02-2025 t/m heden

Intitulé

Maatschappelijk beleidskader 2024

De raad van de gemeente Purmerend,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 november 2023,

B E S L U I T:

  • 1.

    Akkoord te gaan met het stuk ‘Maatschappelijk beleidskader 2024’ waarin uitgangspunten staan voor de manier van (samen)werken, inzet en activiteiten voor inwoners.

Er was eens…

… een 50-pagina tellend maatschappelijk beleidskader van Purmerend, opgesteld in 2011. De aanleiding voor de totstandkoming van het stuk, betrof een flinke bezuinigingsopgaaf voor het maatschappelijk domein. De gemeente en de subsidieorganisaties zijn destijds gevraagd om met elkaar een overkoepelend beleidskader te formuleren, waarin samenhang tot stand zou komen. Het maatschappelijk beleidskader zou alle losse visies en notities vervangen.

Maar, de afgelopen jaren is gebleken dat er wel (weer) behoefte is aan losse visies en notities. Grotendeels omdat we daarmee inzoomen op de ontwikkelingen rond een inhoudelijk thema. In deze stukken wordt de samenhang met de praktijk opgehaald en beschreven om zo onze inwoners het best te kunnen ondersteunen. Zo heeft het maatschappelijk beleidskader in de loop van de jaren een andere functie gekregen dan oorspronkelijk bedoeld. De raad heeft gevraagd om een actualisatie van het beleidskader, waarna we eerst met de eigen organisatie en gesubsidieerde instellingen in gesprek zijn gegaan over de functie ervan. Uit al deze gesprekken bleek vooral dat er geen eenduidig beeld is over de koers en visie van de gemeente; beide zijn van invloed op onze manier van werken. Dit heeft invloed op de gesprekken die we met elkaar voeren over wat er moet gebeuren voor onze inwoners.

Belangrijkste conclusies uit de gesprekken: het proces rond het stuk destijds heeft positief bijgedragen aan de samenwerking tussen instellingen onderling (waar we nu nog steeds veel profijt van hebben) en er is behoefte aan meer duidelijkheid over de manier van werken. Uit de gesprekken kwam naar voren dat het tijd is voor de vervolgstap, net als het college bevestigt in het coalitieakkoord ‘Samen op koers’ (2022-2026):

  • We zetten de koers van de afgelopen jaren voort omdat we merken dat we daarmee kracht toevoegen aan de stad en de dorpen waar we trots op zijn. Een koers waarin ruimte is voor iedereen om initiatieven te nemen, verantwoordelijkheid voor de eigen omgeving te dragen en waarbij mensen hun lokale bestuur als ‘dichtbij’ ervaren. Een gemeente waarin we weten wat er speelt en de mensen kennen. Het is een koers waarbij we zien wat voor onze inwoners belangrijk is en waarbij maatwerk ook echt maatwerk is.

De effecten van ‘doen wat nodig is’ motiveren om hierop verder door te pakken. Toch merken we dat in de uitvoering van dit gedachtengoed verschillende opvattingen zijn en we – instellingen én gemeente – nog zoekende zijn. Onze conclusie is dat nog niet iedereen op dezelfde golflengte zit en hetzelfde beeld heeft van wat dit inhoudt. Het is aan de gemeente om hier meer duidelijkheid over te geven.

In dit vervangende stuk leest u vooral over de uitgangspunten die onze manier van werken kenmerken en waarover we met elkaar in gesprek moeten gaan én blijven, zodat we onze inwoners zo goed mogelijk kunnen ondersteunen. Het gaat over rollen en verwachtingen. Tezamen met de verschillende nota’s (die vooral aangeven wát er moet gebeuren) en de algemene subsidieverordening, sluit dit stuk goed aan door richting te geven aan hóe we werken.

Visie op de Purmerendse manier van werken

We moeten er chocola van maken

afbeelding binnen de regeling

Deze illustratie is een visualisering van de manier van werken voor onze inwoners naar aanleiding van alle gesprekken die hierover zijn geweest.

Inwoners maken de samenleving en zijn daarom het uitgangspunt bij alles wat we doen in de gemeente. De wijze waarop wij onze werkzaamheden organiseren, moet onze inwoners verder helpen. Processen en regels moeten de samenleving versterken, niet belemmeren. Het uitgangspunt is daarbij dat inwoners zelf verantwoordelijk zijn voor hun leven en de keuzes die ze daarin maken: dit wordt ondersteund door de gemeente en de processen en regels zijn volgend.

Vanuit dat verantwoordelijkheidsgevoel, is in onze samenleving ook oog voor elkaar en bereidheid om iets voor elkaar te doen. En die kracht wordt het meest gestimuleerd als inwoners ruimte ervaren en vertrouwen krijgen voor eigen initiatieven. De rol van het maatschappelijke veld is om deze energie te faciliteren, bijvoorbeeld door deze kracht te bundelen en te vergroten.

De gemeente is er voor alle inwoners. In het bijzonder voor diegene met een ondersteunings-behoefte of die kwetsbaar is. Niet per se omdat ze er vanuit wet- en regelgeving récht op hebben, maar omdat het ze verder helpt. Dit zien wij als onze maatschappelijke opgave: doen wat nodig is. En om dat te kunnen doen, staan we dichtbij inwoners en instellingen en zijn we nieuwsgierig naar wat er speelt: ‘van buiten naar binnen’, die vooral de volgorde van de werkwijze duidt. De situatie buiten, in de stad en de dorpen, is leidend en het verhaal en de situatie eromheen zijn daarbij belangrijk.

Omdat dit vaak maatwerk is, vraagt het soms om af te wijken van de norm en buiten de kaders te denken. Het vraagt om een flinke mate van flexibiliteit, omdat elke situatie om iets anders kan vragen. Verschillend per inwoner, gezin, instelling, straat, wijk, buurt, seizoen…

De afgelopen jaren hebben we gemerkt wat deze manier van werken oplevert en de effecten doen ons beseffen dat we hiermee verder willen. We zien dat deze werkwijze bijdraagt aan een samenleving waarin iedereen welkom is en zichzelf mag zijn.

De vervolgstap vraagt om meer duidelijkheid: het hele maatschappelijke veld – waar de gemeente onderdeel van is – staat voor dezelfde opgave en heeft daarin dus ook een (gezamenlijke) maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het resultaat voor onze inwoners is pas optimaal als het hele veld samenwerkt vanuit hetzelfde vertrekpunt en dezelfde uitgangspunten en elkaar versterkt in het aanbod.

Algemene uitgangspunten van ‘de Purmerendse werkwijze’

De Purmerendse manier van werken vertaalt zich in een aantal uitgangspunten, ook wel afwegingen te noemen. De uitgangspunten zijn in lijn met de ontwikkelingen die we zien in de stad. Deze ontwikkelingen worden ook opgenomen in stukken, zoals het coalitieakkoord, notities, visies en actuele memo’s. De onderstaande uitgangspunten tezamen met de verschillende stukken, versterken elkaar bij de realisatie (in willekeurige volgorde):

  • Vergroten van de leefbaarheid

  • Werken vanuit de context

  • Eigen kracht en verantwoordelijkheid

  • Contextgedreven organiseren

Vergroten van de leefbaarheid

Een gezellige, krachtige, bruisende en prettige samenleving om in te wonen, recreëren en ondernemen. Dat is waar gemeente Purmerend naar streeft. Het gaat hierbij ook om de mate waarin inwoners worden gestimuleerd of ‘geprikkeld’ om bij te dragen aan de leefbaarheid, want daarin zit een verantwoordelijkheid voor iedereen die deelneemt aan de samenleving. Leefbaarheid is voor een belangrijk deel synoniem aan welzijn. De mate waarin iemand mee kan doen, is belangrijk. Het gaat daarbij om: inzet van vrijwilligers en mantelzorgers, aansluiten bij de vragen vanuit instellingen, oog hebben voor elkaar en de omgeving.

Iedereen telt mee. Het aanbod moet daarom laagdrempelig en toegankelijk zijn en voor iedereen bereikbaar. We stimuleren dat mensen elkaar opzoeken en elkaar helpen vanuit menselijkheid en compassie. De inzet van vrijwilligers en mantelzorgers is waardevol voor een samenleving die uitgaat van de kracht die er is. Hierin zien we de rol van de gemeente als stimulerend en faciliterend: we doen wat nodig is voor de inwoners en instellingen. Niet op voorhand, maar in afstemming.

Wat is nodig? ‘Vergroten van de leefbaarheid’:

  • Iemand kan meedoen

  • Een laagdrempelig en toegankelijk aanbod

  • We gaan uit van de kracht in de samenleving

Werken vanuit de context

Weten wat er speelt en een vraagstuk benaderen vanuit de context. Dit houdt in dat we ons inleven in de situatie en goed begrijpen waar de vraag vandaan komt. Om de context goed in beeld te krijgen, is een open en nieuwsgierige blik nodig. Geen stereotypen en doelgroepen, want daarmee vertroebelt de aandacht voor het individu of de individuele situatie. Immers, niet iedere oudere is eenzaam, niet ieder gezin in de bijstand is arm, niet ieder kind met autisme moet naar het speciaal basisonderwijs, niet iedere wijk heeft dezelfde dynamiek. Per situatie bekijken we wat daarin helpt en vooral met wie dat het beste georganiseerd kan worden. Het gaat hierbij om samenwerking.

Het vraagt om een brede blik, soms een lange(re) adem en zicht hebben op wat er nodig is en gevraagd wordt, zodat we voorkomen dat we steeds pleisters plakken. Hiervoor is het nodig dat we doorlopend aanwezig zijn op de, soms onverwachtse, momenten die ertoe doen. Hierdoor herkennen we patronen en zien de ontwikkeling. De situatie buiten is leidend. We moeten ons realiseren dat werken vanuit de context ingewikkeld is, zeker in onze samenleving waarin we gewend zijn alles in systemen te gieten en onze mening snel klaar te hebben. Het betekent dat we continu aandacht moeten hebben voor de individuele situatie, maar wel in haar context. Onze manier van organiseren moet aansluiten bij wat de situatie nodig heeft. Dit vraagt om flexibiliteit. Het vraagt om met de poten in de klei te staan.

Wat is nodig? ‘Werken vanuit de context’:

  • Begrijpen waar de vraag vandaan komt

  • Een open en nieuwsgierige blik

  • De situatie buiten is leidend

  • Met de poten in de klei

Eigen kracht en verantwoordelijkheid

In de basis zijn volwassen inwoners verantwoordelijk voor hun eigen leven en de keuzes die daarin gemaakt worden. We gaan ervan uit dat mensen zich voor een groot deel van hun leven prima zelf redden, maar af en toe ergens een zetje nodig hebben. Onze werkwijze is daarom vraaggericht, zodat de verantwoordelijkheid bij de inwoner of instelling blijft. We willen graag dat mensen de regie houden over hun leven, daarom investeren we in de eigen kracht en versteviging van het eigen netwerk. We zien dat oplossingen het meest duurzaam zijn als ze dichtbij inwoners worden georganiseerd, dus zo natuurlijk mogelijk aansluiten bij hun leven.

Het is belangrijk dat wij – als maatschappelijk veld – accepteren dat hobbels bij het leven horen. Niet iedere vouw hoeft glad gestreken en niet ieder probleem hoeft opgelost te worden. De maatschappelijke lat ligt hoog en de norm is niet op iedereen toepasbaar. Soms is het beter om een stapje terug te doen. Soms lost het zich vanzelf op. Dit maakt inwoners en uiteindelijk de samenleving ook weerbaar. Dit schuurt tegen preventie aan, want voorkomen is beter dan genezen. We verwachten van ons maatschappelijke veld dat ze zich bewust zijn van deze contradictie: balanceren tussen interveniëren en ruimte bieden om het zelf op te lossen. Ook hiervoor is de context bepalend.

Zo bouwen we aan duurzame oplossingen, zodat inwoners en instellingen zich ook op lange termijn het best geholpen en gesteund voelen.

Wat is er nodig? ‘Stimuleren van zelfredzaamheid’:

  • Vraaggericht werken

  • Versterken van eigen regie en netwerk

  • Inzetten op weerbaarheid

  • Balanceren tussen interveniëren en ruimte bieden om het zelf op te lossen

Contextgedreven organiseren

We vragen van onze maatschappelijke organisaties en gemeentelijke uitvoerders om hun aanbod af te leiden uit de behoefte van onze inwoners en daarbij aan te sluiten bij wat er al is: in het eigen netwerk, in de buurt of bij een andere organisatie. Vaak betekent een goede ondersteuning dat we iets toevoegen aan wat er al is. Niet (onnodig) iets nieuws optuigen maar versterken of aansluiten bij wat al goed loopt, zodat het geld en de capaciteit zoveel mogelijk ten goede komt van onze inwoners. Wat is logisch, wat is haalbaar, wat is voorhanden, wat is nodig?

Alles wat we doen, wordt bekostigd door gemeenschapsgeld. We zijn het aan onze inwoners verplicht om daar verantwoord mee om te gaan. Vanuit de gedachte dat inwoners centraal staan bij hetgeen we doen, moeten we ons qua manier van organiseren laten leiden door de context in de stad. Contextgedreven organiseren qua logica, qua kosten, qua ruimte, qua tijd, qua kennis. Een afweging die hierbij plaatsvindt is tussen het wettelijke kader en het maatschappelijke probleem: wat gebeurt er als de gemeente deze activiteit niet (meer) subsidieert? En kunnen gesubsidieerde activiteiten (blijven) bestaan zonder - of met minder - subsidie van de gemeente?

Wetende dat we voor dezelfde maatschappelijke opgave staan, is samenwerking een must. Het gaat hierbij ook om rol en verantwoordelijkheden: niet het uniform wordt gevraagd, maar de expertise. We stimuleren dat tijd, ruimte en kennis goed worden benut. Ook vermindert dit mogelijk overhead. Het laatste is geen doel op zich, maar een logisch gevolg van deze manier van organiseren.

En tot slot, maar zeker niet onbelangrijk, betekent contextgedreven organiseren voor ons ook dat we de toekomst in de gaten houden. Niet alleen een duurzame oplossing voor de inwoner, maar óók voor de natuur en het milieu. Die staan onder druk en ook daarin hebben we een gezamenlijke opgave.

Wat is er nodig? ‘Contextgedreven organiseren’:

  • Toevoegen op dat wat er al is, niet (onnodig) iets optuigen

  • Samenwerking is een must

  • Stimuleren dat tijd, ruimte en kennis goed worden benut

  • Duurzame oplossingen voor de inwoner, de natuur en het milieu

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 21 december 2023

de griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

E. van Selm