Beleidsregels openbare oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Buren 2025 bij deelname aan de GO-RAL of een andere provinciale/regionale aanbesteding

Geldend van 15-02-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels openbare oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Buren 2025 bij deelname aan de GO-RAL of een andere provinciale/regionale aanbesteding

Het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Buren overwegende dat:

elektrisch rijden in opkomst is en er behoefte is aan infrastructuur om elektrische voertuigen op te kunnen laden;

de benodigde laadgelegenheden in veel gevallen in de openbare ruimte geplaatst worden;

het wenselijk is hiervoor kaders te stellen onder welke voorwaarden er wordt meegewerkt aan laadgelegenheden voor elektrisch rijden;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 18 in de Wegenverkeerswet 1994, artikel 2:10 lid 5 van de op dit moment Algemene plaatselijke verordening gemeente Buren.

besluit:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels openbare oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen gemeente Buren 2025

Zolang de gemeente deelneemt aan de provinciale aanbesteding van de provincies Overijssel en Gelderland (GO-RAL verder genoemd), gelden er andere eisen dan dat sprake is van een gewone concessie. Onderstaande artikelen gelden dan ook zolang de gemeente deelneemt aan de GO-RAL of een andere provinciale/regionale aanbesteding.

Doel

Het college beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en laadinfrastructuur nieuw en nog volop in ontwikkeling zijn. Met deze beleidsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van laadgelegenheden in de gemeente.

Het doel van deze beleidsregel openbare laadgelegenheden elektrische voertuigen gemeente Buren 2025 bij deelname aan de GO-RAL of een andere provinciale of regionale concessie, betreft het realiseren van oplaadinfrastructuur welke aansluit bij de behoefte van onze inwoners. Daarnaast is het van belang om te zorgen voor:

  • -

    eenduidige uitgiftecriteria: Particulieren/inwoners, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van oplaadinfrastructuur duidelijkheid te geven over de criteria en voorwaarden waaronder de gemeente medewerking verleent aan het plaatsen van oplaadinfrastructuur in de openbare ruimte en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • -

    informeren: Particulieren/inwoners, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van oplaadinfrastructuur te informeren over de te volgen procedure;

  • -

    transparantie: Aanvragen voor het plaatsen van oplaadinfrastructuur en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen op eenzelfde en gelijkwaardige manier te kunnen beoordelen en af te handelen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Aansluiting:

De verbinding tussen het elektriciteitsnet, meer specifiek de hoofdelektriciteitskabel en de laadgelegenheid

Aanvraag:

Verzoek aan het college tot het beschikbaar stellen van twee parkeerplaatsen en laadgelegenheid op grond die eigendom is van de gemeente Buren ten bate van een oplaadgelegenheid/-infrastructuur.

Aanvrager:

Concessiehouder die aanvraag namens de eigenaar en/of bezitter van een elektrisch voertuig indient. Dit kan van een bewoner zijn of een (werknemer van een) bedrijf.

Bedrijf:

Een bedrijf dat bij de Kamer van Koophandel is geregistreerd en een vestiging heeft op een adres in de gemeente Buren.

Beheerder:

Degene die de oplaadgelegenheid plaatst (installatieverantwoordelijkheid), beheert en onderhoudt. Aangewezen vanuit de GO-RAL of een andere provinciale of regionale concessie. Hieronder mede begrepen een door het college erkende initiatiefnemer met een lokaal innovatief initiatief op het gebied van laadgelegenheden in de openbare ruimte voor elektrische voertuigen.

Bewoner:

Inwoner van de gemeente Buren, blijkens inschrijving in de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP).

Bibob-onderzoek:

De Wet Bibob heet voluit ‘Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur’. Met de Wet Bibob wil de overheid voorkomen dat een bepaalde vergunning die zij afgeeft, wordt misbruikt voor criminele activiteiten. Bij het Bibob-onderzoek wordt onderzocht of de vergunning die de gemeente verleent of de persoon ‘met wie zij zakendoet’ betrouwbaar en integer is.

College:

Het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Buren.

Elektrische voertuigen:

Een personen- of bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 en nader bepaald in de Regeling voertuigen en die is geregistreerd bij de Rijksdienst voor Wegverkeer en die geheel of gedeeltelijk – met een minimaal volledig elektrisch bereik van 45 km – door een elektromotor wordt aangedreven, waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan deze batterij wordt opgeladen door middel van een voorziening buiten de auto. Dit kan een volledig elektrisch aangedreven auto zijn, plug-in hybride auto of een toekomstige innovatieve nieuwe variant met een batterij.

Exploitatie:

Zaken en werkzaamheden die het mogelijk maken dat alle activiteiten, die voor de instandhouding nodig zijn, uitgevoerd kunnen worden.

Gebruiker:

1. Een bedrijf en/of organisatie dat/die gevestigd is in de gemeente Buren en eigenaar en/of bezitter is van één of meerdere elektrische voertuigen of met één of meerdere werknemers in dienst die beschikt/beschikken over een elektrisch voertuig en voor minimaal 18 uur per week werkzaam is/zijn in de gemeente Buren.

2. Een bewoner die eigenaar en/of bezitter is van een elektrisch voertuig en woonachtig is in de gemeente Buren.

Interoperabiliteit:

De mogelijkheid om met een laadpas van verschillende serviceproviders gebruik te maken van een laadgelegenheid van verschillende aanbieders. Op deze manier kunnen elektrische voertuigen en laders van verschillende merken zonder problemen opladen.

Laadpas:

Een pas benodigd voor het gebruik van de laadgelegenheid, gebaseerd op landelijke afspraken op het gebied van interoperabiliteit.

Lokaal innovatief initiatief (initiatiefnemer):

Lokaal gedragen initiatieven van bewoners (uit de gemeente Buren) of van lokaal gevestigde bedrijven die voldoen aan de voorwaarden die de gemeente daaraan stelt.

Laadinfrastructuur:

Het geheel van laadgelegenheden, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of aan de weg bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen.

Laadgelegenheid:

Alle objecten waarmee opgeladen kan worden. Dit kan laden via een laadpaal, de weg, laadlantaarnpalen of andere technieken zijn.

Oplaadlocatie:

Een oplaadpunt in de openbare ruimte waar een laadgelegenheid en parkeerplaatsen uitsluitend ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen aanwezig zijn.

Oplaadpaal:

Openbare voorziening, inclusief alle daarbij horende en achterliggende installaties, waar een elektrisch voertuig kan worden opgeladen. Een oplaadpaal kan één of meer oplaadpunten bevatten (een oplaadpaal met een dubbele laadvoorziening heeft twee oplaadpunten). Het gaat tevens om slimme oplaadpalen die op termijn ook een rol kunnen spelen bij de buffering/opslag van energie. De benodigde bekabeling (voor de verbinding met het voertuig) maakt geen deel uit van de oplaadpaal. Dit begrip geldt ook voor andere toekomstige oplaadfaciliteiten, zoals bij opladen via een lantaarnpaal.

Oplaadpunt:

Een op de laadgelegenheid aanwezige voorziening die direct is verbonden op het stroomnetwerk dat door een netwerkbeheerder wordt beheerd en waarmee de beheerder afspraken heeft gemaakt. De gebruiker kan bijvoorbeeld via een laadpas zijn of haar voertuig van stroom voorzien bij dit oplaadpunt.

Serviceprovider:

Aanbieder van laaddiensten aan gebruiker(s), zoals de uitgifte van laadpassen zonder, en of met bijbehorende laadabonnementen.

Verlengd privaat oplaadpunt:

Een laadgelegenheid dat is aangesloten op een private meterkast en geplaatst is in de openbare ruimte.

Artikel 2 Aanvraag locatie laadgelegenheid

  • 1.

    Een aanvraag voor het beschikbaar stellen van een locatie ten bate van het plaatsen van één of meerdere laadgelegenheden of aan de openbare weg/openbare ruimte en het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij twee parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen, kan alleen worden ingediend door de aanvrager van laadgelegenheid (zoals bedoeld in de begrippenlijst).

  • 2.

    Een aanvraag voor het beschikbaar stellen van een laadgelegenheid voor het plaatsen bevat:

    • a.

      Een foto en tekening van de betreffende locatie waarop de exacte plek van de gewenste laadgelegenheid en de aan te wijzen parkeerplaats(en) zijn aangegeven met de correcte maatvoering;

    • b.

      Een aantoonbaar verzoek van tenminste één gebruiker bij een laadgelegenheid op verzoek. Bij een proactieve laadgelegenheid is dit niet van toepassing.

Artikel 3 Behoeftebepaling laadgelegenheid

  • 1.

    De aanvrager bij een laadgelegenheid op verzoek dient te voldoen aan:

    • a.

      Woonachtig in de gemeente Buren of werkgever in de gemeente Buren;

    • b.

      Een elektrische auto te hebben c.q. besteld te hebben.;

    • c.

      Geen mogelijkheid tot parkeren op eigen terrein te hebben.

  • 2.

    Het college verleent geen medewerking aan het realiseren van de gevraagde laadgelegenheden wanneer potentiële gebruikers mogelijkheden hebben om hun elektrische voertuigen op eigen terrein te (laten) parkeren en op te laden. Hieronder valt ook:

    • a.

      De situatie dat men woonachtig is in gebouwen die gerealiseerd zijn inclusief een parkeergelegenheid in het gebouw;

    • b.

      Wanneer men nog geen oprit/uitweg heeft maar wel in aanmerking kan komen voor een eigen oprit/uitweg.

Artikel 4 Locatiebepaling laadgelegenheid op verzoek van inwoners/werkgevers

Indien een laadgelegenheid op verzoek van inwoners wordt aangevraagd, dan beoordeelt de concessiehouder eerst of deze locatie geschikt is en of de aanvrager voldoet aan de gestelde eisen. Daarna komt de vraag naar de gemeente die bepaalt of de locatie passend is.

De gemeente toetst hierbij aan de volgende criteria:

  • a.

    De behoefte aan een laadgelegenheid die moet blijken uit de behoefte van gebruikers binnen een straal van hemelsbreed 250 meter van de aangevraagde locatie;

  • b.

    Er wordt geen laadgelegenheid geplaatst binnen een straal van 250 meter rond een bestaande laadgelegenheid, tenzij aantoonbaar is gemaakt dat dit vanwege de grote behoefte bij gebruikers noodzakelijk is. Of omdat de locatie goed toegankelijk is en daarmee meerdere laadgelegenheden bij elkaar rechtvaardigt. Of omdat er sprake is van een beschermd dorps/stadsgezicht waardoor er op andere plekken meer dichterbij elkaar komen te staan. Of in nieuwbouwwijken;

  • c.

    Een laadgelegenheid wordt bij de aanvraag alleen geplaatst op ondergrond in eigendom van de gemeente;

  • d.

    De laadgelegenheid moet voldoende vindbaar, zichtbaar en goed bereikbaar zijn;

  • e.

    De oplaadlocatie moet het gebruik door meerdere gebruikers mogelijk maken en niet impliceren dat de paal tot het eigendom van een individuele gebruiker behoort. Dit om te voorkomen dat er “privé-parkeerplaatsen” gecreëerd worden;

  • f.

    De laadgelegenheid moet beschikken over twee of meer aansluitpunten waardoor twee of meer parkeerplaatsen worden bediend;

  • g.

    De oplaadlocatie betreft bestaande parkeerplaatsen;

  • h.

    De doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel etc.) dient gewaarborgd te blijven;

  • i.

    De oplaadlocatie mag de veiligheid van het verkeer niet in gevaar brengen;

  • j.

    Er mogen geen belemmeringen zijn ten aanzien van ander straatmeubilair en/of (openbaar) groen of de verkeersveiligheid;

  • k.

    Het uiterlijk van de laadgelegenheid moet passen in het straatbeeld. De laadgelegenheid is sober vorm gegeven, heeft geen uitgesproken holtes, welvingen of scherpe punten;

  • l.

    Er mogen geen extra objecten worden geplaatst ten behoeve van aanrijbeveiliging;

  • m.

    De funderingsbevestiging mag niet zichtbaar zijn boven het straatwerk;

  • n.

    De oplaadlocatie mag het beheer van de openbare ruimte niet beperken;

  • o.

    De oplaadlocatie mag strategische ontwikkelingen en geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen niet belemmeren.

Artikel 5 Locatiebepaling proactieve laadgelegenheid

Bij het bepalen van een locatie van een proactieve laadgelegenheid (laadgelegenheid die door de gemeente wordt aangegeven) wordt getoetst aan:

  • a.

    de beschikbare netcapaciteit;

  • b.

    Zo min mogelijk verlies van groen;

  • c.

    Eigendom grond gemeente;

  • d.

    Toekomstige ontwikkelingen;

  • e.

    Beschikbaarheid van twee parkeerplekken

Artikel 6 Aanvraag vergunning, ontheffing en verkeersbesluit

  • 1.

    De gemeente plaats eerst een ontwerpbesluit welke 6 weken ter inzage ligt via Overheid.nl. Daarna wordt (indien er geen zienswijzen is ingediend) een verkeersbesluit gepubliceerd via Overheid.nl;

  • 2.

    Met de aanleg van de laadgelegenheid wordt niet eerder begonnen dan wanneer het verkeersbesluit onherroepelijk is. Dat wil zeggen wanneer er geen bezwaren zijn op het verkeersbesluit of de bezwaren ongegrond zijn verklaard;

  • 3.

    De concessiehouder dient voor het aansluiten van de oplaadgelegenheid op het bestaande elektriciteitsnetwerk deze aan te vragen bij de betreffende netbeheerder. Wanneer er gegraven dient te worden in de openbare ruimte ten behoeve van de aanleg en de aansluiting van de laadgelegenheid dan dient er een graafmelding te worden gedaan of er dient een vergunning te worden aangevraagd in naam van de aanvrager van de laadgelegenheid via http://meldpunt.opbrekingen.nl (MOOR). Dit wordt gedaan op kosten van de concessiehouder.

Artikel 7 Afstemming besluitvorming en inwerkingtreding rechtsgevolg

De vergunning voor het plaatsen van een laadgelegenheid kan pas worden gebruikt, nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.

Artikel 8 Plaatsing/aansluiten en beheer laadgelegenheid

De concessiehouder draagt, voor eigen rekening en risico, zorg voor:

  • 1.

    De realisatie, het beheer, onderhoud en exploitatie van de laadgelegenheid en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De kosten ter bescherming (bijvoorbeeld hekjes, biggenruggen e.d.) van de laadgelegenheid zijn ook voor rekening van de aanvrager;

  • 2.

    Het 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar zijn in geval van vragen, storingen of calamiteiten. De contactgegevens van de storingsdienst en helpdesk zijn duidelijk vermeld op de laadgelegenheid;

  • 3.

    Het 24 uur per dag, 7 dagen per week openbaar toegankelijk zijn van de laadgelegenheid in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van zijn/ haar elektrische voertuig;

  • 4.

    Het verzorgen van zoveel mogelijk actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het oplaadpunt;

  • 5.

    Het voldoen van de laadgelegenheid aan de nationale en internationale afspraken op het gebied van interoperabiliteit. Deze regels betreffen- onder ander – de uitwisselbaarheid van laadpassen, het gebruik van standaard stekkers en de onderlinge kostenverrekening van de geleverde diensten tussen Service Providers en aanvragers;

  • 6.

    Het laten voldoen van de laadgelegenheden aan de nationale en internationale standaarden en voorschriften, onder andere op het gebied van veiligheid;

  • 7.

    Maandelijks inzicht geven in het feitelijke gebruik van de laadgelegenheid. Het gaat hierbij om de verzamelde data die altijd in overeenstemming dient te zijn met de geldende privacywetgeving.

Artikel 9 Inrichting en beheer parkeerplaatsen

  • 1.

    Indien het college positief beslist op de aanvraag, treft het een verkeersbesluit om twee parkeerplaatsen bij een oplaadlocatie te reserveren voor elektrische voertuigen;

  • 2.

    De gereserveerde parkeerplaats(en) zijn niet kenteken gebonden;

  • 3.

    Indien toestemming wordt verleend, voorziet de concessiehouder de bijbehorende parkeerplaatsen van een verkeersbord E8C met onderbord OB504 die de parkeervakken aanduidt;

  • 4.

    De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit komen voor rekening van de gemeente. De kosten voor het plaatsen van een verkeersbord, op de aangewezen parkeerplaatsen en het onderhouden hiervan, zijn voor rekening van de concessiehouder;

  • 5.

    De gemeente stelt de locaties kosteloos ter beschikking aan de concessiehouder;

  • 6.

    In gebieden waar betaald parkeren of vergunninghoudersparkeren is ingevoerd of waar een maximale parkeerduur (blauwe zone) of enige andere restrictie geldt, geldt deze restrictie onverminderd ook voor de bestuurders van elektrische voertuigen;

  • 7.

    Voor een elektrische deelauto (meerdere gebruikers van één voertuig) kan een oplaadpunt op kenmerk (herkenbare groep voertuigen) gerealiseerd worden. Het is niet mogelijk om dit op kenteken te reserveren.

Artikel 10 Maximum aantal oplaadpunten

Door de aanvrager kan per woning maximaal één verzoek tot het plaatsen van een openbare laadgelegenheid worden ingediend. Wanneer een werkgever een laadgelegenheid aanvraagt kan deze maximaal 1 verzoek indienen.

Artikel 11 (Verlengd) Privaat Aansluitpunt

Er wordt geen medewerking verleend aan een verlengd privaat oplaadpunt (VPA) of een niet openbaar te gebruiken oplaadpunt in de openbare ruimte.

Artikel 12 Groene stroom

Om te bewerkstelligen dat elektrische voertuigen ook aan de bron geen CO2-uitstoot veroorzaken, mag de concessiehouder van de laadgelegenheid alleen gegarandeerd groene stroom (laten) leveren. De levering van groene stroom dient (ten minste met Garantie van Oorsprong) van Nederlandse bodem te zijn en dit dient jaarlijks door de aanvrager te worden aangetoond.

Artikel 13 Veiligheid

  • 1.

    De laadgelegenheid voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen;

  • 2.

    Vanuit veiligheid, maar ook vanuit toegankelijkheid, begaanbaarheid en kwaliteit van de openbare ruimte, is het niet wenselijk dat er kabels en andere leidingen door gebruikers over de openbare weg of in de openbare ruimte worden gelegd om elektrische voertuigen te laden;

  • 3.

    Het is niet toegestaan om op eigen initiatief een laadgelegenheid in de openbare ruimte of in het openbaar groen te plaatsen. Dit vanwege het beheer van de openbare ruimte en de verantwoordelijk van de gemeente in de openbare ruimte.

Artikel 14 Aansprakelijkeid

De concessiehouder is aansprakelijk voor alle schade in de breedste zin van het woord, die door het gebruik van de laadgelegenheid aan derden wordt veroorzaakt. De gemeente Buren is op geen enkele manier aansprakelijk voor eventuele schade die door de laadgelegenheid is veroorzaakt. De concessiehouder vrijwaart hiervoor de gemeente. De aanvrager verzekert zich voor eventuele schade voor minimaal een bedrag van € 1 miljoen per gebeurtenis en dient dit bij de aanvraag te tonen.

Artikel 15 Handhaving

  • 1.

    Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaatsen en kan indien nodig handhavend optreden. Het juiste gebruik is: een elektrisch voertuig met de kabel aansluiten op het oplaadpunt;

  • 2.

    Het voertuig dat van de laadgelegenheid gebruik maakt, mag alleen de parkeerplaats gebruiken om te laden. Bestuurders moeten hun elektrische voertuig direct weghalen als deze volledig is opgeladen (d.w.z. binnen 30 minuten). Wanneer een voertuig na 22.30 uur aan de laadgelegenheid wordt gekoppeld, moet deze de volgende ochtend voor 07.30 uur weg zijn bij de laadgelegenheid. Kabelgoten en dergelijke zijn niet toegestaan (wegen- en verkeerswet);

  • 3.

    Het college spant zich in om binnen wat haar taken hoort zorg te dragen voor het parkeerbeheer en toezicht, conform de standaard gemeentelijke werkwijze, op de oplaadlocaties bestaand uit onder andere handhavend optreden in het geval een niet elektrisch voertuig zich bevindt op een oplaadlocatie. Daarnaast wordt onder andere gehandhaafd op het fiscaal regime, parkeervergunning, blauwe zone en andere restricties die voor alle bestuurders van motorvoertuigen gelden.

Artikel 16 Intrekken/wijzigen toestemming/vergunning/ontheffing en verkeersbesluit

  • 1.

    Het college kan in geval een laadgelegenheid niet voldoet aan de veiligheidseisen, uitlokt tot geweld of een andere bijzondere omstandigheid het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn aangewezen, intrekken;

  • 2.

    Het college kan het verkeersbesluit tevens intrekken, wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de laadgelegenheid. Het is niet gewenst dat daardoor een of meerdere parkeerplaatsen (nagenoeg) geheel onbenut blijven. Echter dit kan alleen indien de concessiehouder hiermee instemt en de kosten op zich neemt;

  • 3.

    Het college kan de plaatsingsvergunning ook wijzigen of intrekken, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval gaat de gemeente met de concessiehouder in gesprek. Kosten hiervoor zijn afgesproken in de provinciale concessie.

Artikel 17 Afwijkingsbesluit bij bijzondere omstandigheden

In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten van de beleidsregels af te wijken.

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • -

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de elektronische bekendmaking op overheid.nl.

  • -

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel openbare oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Buren 2025 bij deelname aan de GO-RAL of een andere provinciale of regionale concessie’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college op 28 januari 2025,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Buren,

De secretaris, H. Verhoef

De burgemeester, H.M. Ostendorp