In beweging

Voorbeschouwing

Gezond leven wordt steeds belangrijker en sport vervult hierin een belangrijke schakel. Het vervult een rol bij de bevordering van de gezondheid, tegengaan van overgewicht en het stimuleert de algemene ontwikkeling van kinderen en jongeren. Maar bovenal is het beoefenen van sport voor veel van onze inwoners een sociale en leuke activiteit. Zeker wanneer men aangesloten is bij

een vereniging. De Rucphense buitensportverenigingen zijn een belangrijke spil in de Rucphense gemeenschap.

Sport in de gemeente Rucphen, buitensport in het bijzonder, is altijd in beweging. Terugkerende aandachtspunten zijn het op peil houden van de sportvoorzieningen, zoals de velden of banen, maar ook het op goede kwaliteit houden en verduurzamen van de accommodaties krijgt steeds meer aandacht. Dat is logisch in een tijd dat er steeds meer wordt geëist. Niet alleen wet- en regelgeving vraagt hierom, ook de gebruiker verwacht steeds meer van de te gebruiken accommodatie.

De gemeente Rucphen investeert in de buitensportaccommodaties. Niet alleen als het gaat over renovaties maar ook in het dagelijks beheer en onderhoud dat door de verenigingen uitgevoerd wordt. Duidelijke afspraken wie waarvoor verantwoordelijk is zijn hierbij essentieel. Het beleidsplan buitensport schept duidelijkheid en biedt mogelijkheden tot maatwerk door niet tot in detail vast

te leggen wat de werkzaamheden inhouden. Tijden veranderen en als gemeente, maar ook als vereniging, dienen we ons hier naar te voegen en naar te handelen.

Het beleidsplan buitensport schept kaders voor de komende 10 jaar. We zetten hiermee in op een document dat voor lange tijd een duurzame en solide basis biedt voor de samenwerking met de verenigingen.

 

1 In de basis

Beleidsuitgangspunten, trends & ontwikkelingen

Beleidsuitgangspunten

Hoe van zelfsprekend de verenigingen ook in de dorpen zijn, een duidelijke borging voor behoud en ontwikkeling is van belang. Het beleidsplan buitensport sluit aan en bouwt voort op landelijke wettelijke kaders en verschillende gemeentelijke beleidskaders en -uitgangspunten.

Nationaal Sportakkoord (2022)

Het akkoord zet de komende jaren in op de realisatie van een stevig fundament van voorwaarden. De voorwaarden hebben daarbij als doel: het kunnen sporten en daar plezier aan te beleven te verbeteren. Er wordt ingezet op de betekenis van sport. Eén van de speerpunten is de waarde van sport voor de maatschappij: energie, plezier en zingeving in het dagelijks leven door en van de sport zelf, maar ook een bijdrage aan het tegengaan van eenzaamheid en kansenongelijkheid,

of juist het bevorderen van gezondheid. Hierbij dient de drempel verlaagt te worden zodat meer mensen zich aangesproken en uitgenodigd voelen te gaan sporten en sport te beleven, bijvoorbeeld door meer succesverhalen te delen.

Het Nationaal Sportakkoord is een gezamenlijk initiatief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF) en het Platform Ondernemende Sportaanbieders (POS).

Herijkt Sportakkoord Rucphen | Sport verenigt én versterkt Rucphen(2023)

De ambities uit het nieuwe Nationaal Sportakkoord 2.0 zijn vertaald naar een (herijkte) lokale invulling voor de gemeente Rucphen. We zetten hierbij in op het verbeteren van het fundament om met plezier te kunnen sporten. Het doel is hierbij om uitnodigender te maken voor onze inwoners om een sport te gaan beoefenen. Dit beleidsplan is als onderdeel de praktische uitwerking onder de overkoepelende paraplu van het Herijkt Sportakkoord Rucphen.

Nota buitensportaccommodaties (2018)

Vastgelegd is de verantwoordelijkheid voor eerste aanleg, renovatie en (dagelijks) onderhoud van de sportaccommodaties van de buitensportverenigingen. Hoewel de gemeente het eigendom van de opstallen en het beheer en onderhoud van sportaccommodaties niet tot haar kerntaak acht, is de gemeente wel van mening dat zij een beperkte rol moet blijven spelen bij het onderhoud van de buitensportaccommodaties. De afspraken hierover zijn vastgelegd in de Nota Buitensportaccommodaties.

Sportveldrenovatieplan (2016)

Het sportveldrenovatieplan is de basis voor het uitvoeren van de werkzaamheden om de sportaccommodaties op het gewenste niveau te houden. Op basis van een meerjarenplanning worden werkzaamheden uitgevoerd. De uit te voeren werkzaamheden genoemd in het Sportveldrenovatieplan zijn afgerond.

  Trends &ontwikkelingen

Naast de beleidskaders is ook de dynamiek van een vereniging een belangrijk uitgangspunt. Voor de gemeente is hierin de maatschappelijke rol van de vereniging in de Rucphense gemeenschap van belang.

Maatschappelijke functie

Het belang van een goede sportinfrastructuur voor de samenleving is groot. De gemeente Rucphen telt een groot aantal verenigingen: ontmoetingsplekken waar begrippen als binding

en meedoen heel concreet worden ingevuld. Verenigingen, hoe groot of hoe klein ook, verbinden de inwoners van de kernen en zijn een spil in de Rucphense samenleving. De gemeente, welzijnsinstellingen maar ook de verenigingen zijn van mening dat de maatschappelijke rol en waarde groter kan worden.

Voldoende vrijwilligers

Als gemeente vinden we het belangrijk dat de verenigingen zelfwerkzaam en -redzaam zijn. Voldoende vrijwilligers, kwalitatief en kwantitatief, zijn hierbij essentieel. We constateren echter dat het vrijwilligersbestand aan het teruglopen is. Reden hiertoe zijn de toenemende individualisering en vergrijzing. De verenigingen in Rucphen sluiten hierbij aan op de landelijke tendens.

De gemeente ondersteunt verenigingen in hun uitdagingen, bijvoorbeeld door het, al dan niet in samenwerking met onze UR Voice, aanbieden van cursussen en trainingen voor besturen of individuele bestuurders. Het aangaan van deze uitdagingen is echter in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de verenigingen zelf. Door de verenigingen dient een actief wervingsbeleid gevoerd te worden om meer, en vooral jongere, vrijwilligers te krijgen. Daarnaast dient ook de vereniging zich ook aan te passen naar de mogelijkheden die de vrijwilligers bieden.

De verwachting is dat bij het doorzetten van deze trend de gemeente binnen enkele jaren de verenigingen extra dient te gaan ondersteunen.

Duurzaamheid

In lijn met de doelstellingen van NOC*NSF werken we met de sportverenigingen aan accommoda- ties die de verenigingen zelfstandig, toekomstgericht en duurzaam kunnen exploiteren en beheren. In onze optiek betekent dit een optimale winst voor mens, milieu en clubkas.

Binnen de doelstelling van dit beleidsplan is duurzaamheid dan ook een vanzelfsprekendheid. Het thema wordt dan ook niet als separate paragraaf toegevoegd maar vormt een wezenlijk onderdeel van alle ontwikkelingen bij de sportverenigingen. In overleg met de verenigingen wordt bij ont- wikkelingen ingezet om deze zo duurzaam mogelijk uit te voeren. Vigerende wet- en regelgeving wordt hierbij in acht genomen. Hierbij moet gedacht worden aan energiebesparing, -opwekking, watergebruik en onderhoud.

 2 Het speelveld

Definities & kaders

Naast de genoemde kaders en beleidsuitgangspunten zijn enkele definities van belang om de

reikwijdte van dit beleidsplan te duiden.

Definitie buitensport

Er zijn veel activiteiten die in de buitenlucht plaatsvinden. De buitensporten die in onze gemeente worden beoefend en onder dit beleidsplan vallen zijn: atletiek, handbal, hockey, padel, tennis, voetbal en wielrennen. Voor handbal geldt overigens dat dit landelijk wordt gezien als een binnensport, waarbij in de gemeente Rucphen een aanzienlijke buitenfaciliteit aanwezig is.

NOC*NSF is de basis

Het buitensportaccommodatiebeleid van de gemeente Rucphen richt zich op buitensporten die aangesloten zijn bij NOC*NSF. In dit beleidsplan zijn afspraken opgenomen die van toepassing zijn op de sportverenigingen die (een) sportveld(en) of ondergrond op een sportpark huren waarvan de ondergrond in eigendom van de gemeente is.

Het beleidsplan buitensport heeft betrekking op de volgendeverenigingen:

• Atletiek	AVR’90	Rucphen (Binnentuin)
  Handbal	H.V. Orion	Rucphen (Binnentuin)
  Hockey	H.C. Mistral	Rucphen (Binnentuin)
  Padel (*)	T.V. De Bocht	Rucphen
  	T.V. Rico	Rucphen (Binnentuin)
  Tennis	T.V. De Bocht	Rucphen
  	T.C. Hooghei	Zegge
  	T.V. Rico	Rucphen (Binnentuin)
  Voetbal	R.K.S.V. Rood– Wit	St. Willebrord
  	R.K.V.V. Schijf	Schijf
  	S.V. Sprundel	Sprundel
  	V.V. DIOZ	Zegge
  	V.V. R.S.V.	Rucphen
  Wielrennen	Willebrord Wil Vooruit	Rucphen (Binnentuin)

*Padel is als sport aangesloten bij de KNLTB (NOC*NSF)

Wanneer nieuwe buitensportverenigingen zich willen vestigen in onze gemeente wordt op het moment van aanvraag een afweging gemaakt. Hierbij wordt onder andere gekeken naar het aanbod in de regio en mogelijke inpassing binnen een bestaand sportpark.

Opzet navolgende hoofdstukken

In het hoofdstuk ‘de spelregels’ wordt de rol van de gemeente bij de buitensportaccommodaties omschreven. Bij ‘het spelverloop’ wordt dit verder geconcretiseerd op basis van een zestal uitgangspunten. In het hoofdstuk ‘winst’ wordt kort ingegaan op de financiële consequenties van het beleidsplan buitensport.

  3 De spelregels

De rol van de gemeente

In de inleiding is aangegeven dat gemeente van mening is dat zij een beperkte rol hoort te spelen bij het onderhoud en beheer van de buitensportaccommodaties. In dit hoofdstuk wordt deze rol verder toegelicht. Ook zijn in dit hoofdstuk relevante definities opgenomen.

Basissportvoorziening

Om te sporten zijn bepaalde voorzieningen noodzakelijk. Deze voorzieningen zijn voor iedere sport verschillend. De gemeente Rucphen vindt het belangrijk dat haar inwoners én de externe bezoekers van de sportparken veilig en verantwoord kunnen sporten en dat de sportparken voor iedereen toegankelijk zijn. De gemeente Rucphen zorgt voor de basissportvoorzieningen.

Definitie basissportvoorziening

De basissportvoorziening is de eerste inrichting die noodzakelijk is om op een veilige en verantwoorde manier de betreffende sport te kunnen beoefenen, volgens de normen zoals vastgesteld door NOC*NSF. Concreet gaat het hierbij om de sportvelden of -banen, veldinrichting inclusief de bijhorende verlichting, ondergrondse en automatische beregening en normatieve was- en kleedaccommodaties.

Definitie plusvoorzieningen

Plusvoorzieningen zijn voorzieningen die niet direct noodzakelijk zijn om op een veilige en verantwoorde manier de betreffende sport te beoefenen. Hierbij valt te denken aan een kantine, tribune, dug-outs, boven normatieve kleedaccommodaties en boven normatieve verlichting.

Overdracht opstallen

Sinds 2011 is de verantwoordelijkheid voor de opstallen overgedragen aan de verenigingen.

De verenigingen ontvangen sindsdien, naast de onderhoudsbijdrage voor de sportvelden, een jaarlijkse onderhoudsbijdrage voor de buitenschil van de was- en kleedaccommodatie. Door het opstellen van de compensatieregeling sport worden daarnaast de gemeentelijke belastingen gecompenseerd. Ten slotte betalen de verenigingen een symbolische huursom van €1,-.

Definitie opstallen

Onder opstallen worden verstaan o.a.: kantine, was- en kleedaccommodaties, afrastering sportveld, ballenvangers, vaste doelen, dug-outs, baan-/ veldverlichting, tribune, baanverharding, opslagruimten (container), kaartverkooploket, speeltoestellen, bestrating/verharding, overige gebouwen, drainage, hydranten en de volledige beregeningsinstallatie (incl. de bijhorende pomp en put), verlichtingsmasten en baanverharding.

Sportaccommodatie en sportpark

In dit beleidsplan komt zowel de term sportaccommodatie als sportpark terug. Hieronder zijn beide termen verder toegelicht.

Definitie sportaccommodatie

De basissportvoorziening en mogelijke plusvoorzieningen van een specifieke vereniging.

Definitie sportpark

Een afsluitbaar terrein dat is ingericht ten behoeve van sportbeoefening. Op een sportpark kunnen meerdere sportaccommodaties, van verschillende disciplines, gehuisvest zijn. De twee sportparken met meerdere sportaccommodaties in onze gemeente zijn De Molenberg en de Binnentuin te Rucphen.

 

4 Spelverloop

Uitgangspunten voor het accommodatiebeleid

Het accommodatiebeleid is vertaald in een aantal concrete uitgangspunten. Deze worden in dit hoofdstuk verder uitgewerkt.

Eigendom van de buitensportaccommodatie

Uitgangspunt:

De sportverenigingen zijn eigenaar van de sportaccommodaties, inclusief de aanwezige opstallen. Voor de omheining van het sportpark wordt een uitzondering gemaakt, deze blijft wel in eigendom (en beheer) van de gemeente. Ook de aanwezige beplanting blijft in eigendom van de gemeente.

Uitwerking:

• -

  De gemeente is en blijft eigenaar van de ondergrond van het sportpark;

• -

  Wanneer er een nieuwe basissportvoorziening wordt gerealiseerd:

  • -

    Zorgt de gemeente voor realisatie (van de basissportvoorzieningen) en worden de voorzieningen na oplevering overgedragen aan de vereniging;

  • -

    óf ontvangt de vereniging een gemeentelijke bijdrage, maximaal gelijk aan het gevraagde investeringsbedrag, om de basissportvoorziening te realiseren. Dit is een bedrag inclusief BTW. (Subsidiemogelijkheden dienen door de vereniging te worden aangevraagd en na verkrijging betaald te worden aan de gemeente als vermindering van de te maken kosten);

• -

  De vereniging is eigenaar van zowel de basissportvoorzieningen als de plusvoorzieningen;

• -

  De vereniging is eigenaar van de volledige beregeningsinstallatie (put, beregeningspomp en beregeningsinstallatie). Enkel op de sportparken waar meerdere verenigingen aanwezig zijn blijft van de beregeningsinstallatie de beregeningspomp en put in eigendom van de gemeente (De te maken kosten worden naar rato verdeeld over de gebruikmakende verenigingen);

• -

  De omheining van een sportpark valt niet altijd gelijk met de grens van de gehuurde ondergrond. Daarom is er voor gekozen om het eigendom bij de gemeente te houden;

• -

  Doordat de gemeente grote waarde hecht aan het behoud van de groene uitstraling van de sportparken is gekozen om de bosschages, bomen en grotere plantsoenen rondom het sportpark ook in eigendom van de gemeente te houden. Het beheer wordt, exclusief die bomen, uitgevoerd door de vereniging.

• E i g e n d o m s o v e r z i c h t

  Gemeente: - Ondergrond sportpark - Aanwezige beplanting - Omheining sportpark

  Vereniging: - Kantine - Was- en kleedaccommodaties - Drainage - Beregeningsinstallatie - Sportvelden (gras, kunstgras en asfaltbeton) - Baanverharding - Overige opstallen: - Afrastering sportveld - Dugouts - Slagplanken - Ballenvangers - Vaste doelen - Veld- en baanverlichting - Tribune - Opslagruimte (container) - Kaartverkooploket - Speeltoestellen - Wegen/ paden op het sportpark - Overige gebouwen en opstallen

 

Kwaliteit van de buitensportaccommodaties

Uitgangspunt:

De gemeente Rucphen wil dat de basissportvoorzieningen voldoen aan de minimale eisen zoals vastgesteld door NOC*NSF. De verenigingen kunnen dan op een veilige en functionele manier hun sport beoefenen.

Uitwerking:

• 1.

  De gemeente hanteert voor de realisatie van buitensportaccommodaties de normen van de VNG en NOC*NSF. Er wordt hierbij zowel gekeken naar het vereiste kwaliteitsniveau van de velden, banen en de kleedaccommodaties;

• 2.

  De normen van het NOC*NSF worden gehanteerd om te bepalen of een vereniging in aanmerking komt voor een investeringsbijdrage voor de realisatie van een basissportvoorziening;

• 3.

  De kwaliteit van de sportvoorzieningen is in overeenstemming met de daarvoor geldende minimumnormen vanuit het NOC*NSF, mits fysiek uitvoerbaar, zodat sportbeoefening binnen de daarvoor geldende regels kan worden beoefend. Na overdracht aan de vereniging is handhaving van deze kwaliteit de verantwoordelijkheid van de vereniging;

• 4.

  De gemeente voert minimaal elke vijf jaar een schouw uit m.b.t. de staat van de accommodaties die vallen onder de basis sportvoorziening;

• 5.

  De gemeente zorgt in samenspraak met de sportverenigingen dat de sportparken toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een beperking;

• 6.

  De gemeente is niet verantwoordelijk voor sport – en spelmaterialen;

• 7.

  De gemeente zorgt minimaal elke vijf jaar voor een schouw van de velden en/ of banen door een externe onafhankelijke partij.

Capaciteit

Uitgangspunt:

De capaciteit van de sportvoorzieningen is in overeenstemming met de normen volgens het NOC*NSF, zodat voldoende sportmogelijkheden worden geboden.

Uitwerking:

• -

  Het aantal en de omvang van de basissportvoorzieningen wordt afgestemd op de (toekomstige) vraag van de gebruikers. De actuele behoefte geldt als uitgangspunt, waarbij de normen van het NOC*NSF gelden als maatstaf. Dit wordt per vereniging bepaald;

• -

  Tot realisatie wordt overgegaan als er sprake is van voldoende gegarandeerd meerjarig toekomstig gebruik van de betreffende voorziening, er ruimte voor de gewenste realisatie is en er genoeg financiële middelen beschikbaar zijn. Hierbij is een “doorkijk” in de toekomstige ontwikkeling van de sportvereniging noodzakelijk. Verder worden per situatie plaatselijke factoren meegenomen in de beoordeling, zoals het algemeen belang;

• -

  Als blijkt dat er in de huidige situatie teveel voorzieningen zijn binnen een bepaald sportpark zal de gemeente:

  • -

    deze afstoten richting de vereniging en de bijdrage van het onderhoud en beheer niet langer continueren of;

  • -

    deze inzetten om capaciteitsknelpunten van andere basissportvoorzieningen op te lossen;

 

• -

  Als uit prognoses blijkt dat structurele toename van het gebruik te verwachten is, zal de gemeente:

  • -

    zoeken naar mogelijkheden voor medegebruik van andere sportvoorzieningen;

  • -

    als dat niet mogelijk is, is uitbreiden dan wel inbreiden een optie. Wanneer echter blijkt dat de extra capaciteit slechts tijdelijk nodig is, is dit niet aan de orde. De gemeente wil op deze manier kapitaalvernietiging voorkomen;

  • -

    Wanneer meer capaciteit nodig is, wordt in de eerste plaats gekeken naar nieuwe uit- en inbreidingtechnieken binnen de bestaande sportparken;

  • -

    Op verzoek van de vereniging kan worden beoordeeld of de omvang van de basissportvoorzieningen nog voldoet aan de normen van het NOC*NSF. Eventuele afwijkingen worden integraal afgewogen op basis van de beschikbare middelen.

Locatie

Uitgangspunt:

De gemeente richt zich op concentratie van lokale buitensportvoorzieningen zoveel mogelijk in de eigen kernen met als doel de leefbaarheid van de dorpen te behouden. Voor gemeentelijke/ bovenlokale sportvoorzieningen richt de gemeente zich op de Binnentuin met als doel het ruimtebeslag te beperken, een zo intensief mogelijk gebruik te bewerkstelligen en een kwalitatief hoogwaardige voorziening te maken.

Uitgangspunt:

• -

  Op basis van de benodigde capaciteit (op langere termijn) zal de gemeente beoordelen of de huidige locatie hiervoor voldoet;

• -

  Sporten met een lokale functie worden zoveel mogelijk in de kernen ondergebracht en behouden;

• -

  Er is sprake van een dorp overstijgende functie indien er van de betreffende sport één

vereniging is in de gemeente of de direct omliggende regio.

Diversiteit van het sportaccommodatieaanbod is altijd gewenst. De intentie is dat dit de vereniging en/ of initiatiefnemers zelf geagendeerd wordt. Naast nieuwe sporten geldt dit ook voor nieuwe concepten bij bestaande verenigingen.

Onderhoud, beheer en renovatie van de sportaccommodatie

Uitgangspunt:

De basissportvoorzieningen worden conform de eisen van het NOC*NSF onderhouden, teneinde de deelname aan sportactiviteiten op de gemeentelijke sportaccommodaties laagdrempelig en verantwoord te houden.

Uitwerking beheer en onderhoud

• -

  De gemeente Rucphen draagt bij aan het beheer en onderhoud van de basissportvoorziening. Taken ten aanzien van het dagelijks beheer en onderhoud zijn overgedragen aan de verenigingen (huurders). De vereniging ontvangt hiervoor een jaarlijkse onderhoudsbijdrage;

• -

  De uit te voeren beheer- en onderhoudswerkzaamheden worden in een logboek bijgehouden. Dit logboek wordt gedeeld met de gemeente en in het (minimaal) jaarlijks te houden overleg besproken;

• -

  Het beheer, onderhoud en vervanging en/ of renovatie van de plusvoorzieningen is de verantwoordelijkheid van de vereniging;

 

• -

  De verenigingen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van zowel de buitenschil als de binnenschil van de gebouwen, inclusief de aanwezige technische installaties;

• -

  Bij de eigendomsoverdracht heeft de gemeente het achterstallig onderhoud op peil gebracht tot de normatief benodigde kwaliteit;

• -

  De gemeente voert minimaal elke vijf jaar een schouw uit met betrekking tot de staat van de accommodaties die vallen onder de basis sportvoorziening;

• -

  De verenigingen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud aan bosschages en grotere plantsoenen welke direct voorkomen rondom het sportpark. De bomen blijven in beheer en onderhoud van de gemeente;

• -

  Verenigingen kunnen een advies inwinnen bij de gemeente m.b.t. het onderhoud;

• -

  Verenigingen sluiten zelf een opstal- en glasverzekering af;

• -

  Verenigingen zijn verantwoordelijk voor schade door diefstal en/ of vandalisme.

Uitwerking vervanging en/ of renovatie

• -

  Basissportvoorzieningen worden op basis van de economische afschrijving

opgenomen in de begroting. Daar waar noodzakelijk en/ of mogelijk worden zij aangepast aan de NOC*NSF eisen. Bijkomende kosten voor de verplaatsing of aanpassing van opstallen van de vereniging behoren tot de renovatie;

• -

  Vervanging of renovatie van een basissportvoorziening vindt pas plaats na het verlopen van de termijn van de economische afschrijving. Bij eerdere behoefte tot vervanging en of renovatie, tenzij gebreken aantoonbaar en herleidbaar zijn, is de vereniging zelf verantwoordelijk;

• -

  Twee jaar voorafgaand aan de beoogde vervanging en/ of renovatie tredengemeente

en vereniging in overleg en laten onafhankelijk onderzoek doen naar de noodzakelijkheid van de vervanging en/ of renovatie;

• -

  Bij noodzakelijkheid tot vervanging en/ of renovatie worden de beoogde kosten in de

financiële cyclus van de gemeente opgenomen;

• -

  Onder een ‘vervanging’ wordt verstaan het volledig verwisselen van de basissportvoorziening om te kunnen voldoen aan de eisen zoals gesteld door de NOC*NSF. Onder een ‘renovatie’ verstaan we het herstellen en/ of gedeeltelijk vernieuwen van de basissportvoorziening zodat voldaan wordt aan de eisen zoals gesteld door NOC*NSF;

• -

  De nieuwe of te vervangen en/ of te renoveren velden en/ of banen zullen qua afmetingen

zo veel mogelijk worden aangelegd volgens NOC*NSF eisen. De bestaande velden en/ of banen behouden hun afmetingen als geen renovatie is ingepland;

• -

  Schades ontstaan tijdens de vervanging en/ of renovatie worden vastgelegd en doorgegeven aan de vereniging en door of in opdracht van gemeente hersteld;

• -

  Vóór de vervanging en/ of renovatie worden afspraken gemaakt in kader van start werkzaamheden, duur van de werkzaamheden, voorzien oplever- en overdrachtsmoment en nazorgperiode;

• -

  Na overdracht is de vereniging weer verantwoordelijk voor beheer en onderhoud;

• -

  De vereniging draagt zorg voor registratie van voldoende en goed onderhoud na renovatie. Hiervoor wordt een logboek bijgehouden waarvan de gemeente jaarlijks een afschrift ontvangt;

• -

  De nieuwe, te vervangen en/ of te renoveren was- en kleedaccommodaties zullen zo veel mogelijk worden aangelegd volgens de richtlijnen vanuit NOC*NSF. Het gaat daarbij om de afmetingen en inrichting van de was- en kleedaccommodaties. De al gerealiseerde was- en kleedaccommodaties behouden hun afmetingen.

• -

  Bij de werkzaamheden omtrent de was- en kleedaccommodaties behoren sloop- en bestratingswerkzaamheden. De bestrating, onderdeel van de basissportvoorziening, wordt aangelegd om op een zo efficient mogelijke manier van de was- en kleedaccommodatie naar de sportfaciliteit te komen. Afhankelijk van de aanleiding van de werkzaamheden vallen hier ook grond- en kapwerkzaamheden onder. Benodigde vergunningen en/ of meldingen dienen door, en op kosten van, de vereniging aangevraagd te worden.

 

• -

  Als er binnen 1 jaar na de overdracht na de renovatie sprake is van tekortkomingen en/ of disfunctioneren van het veld zal, als zowel vereniging als gemeente dit bij overdracht

niet hebben geconstateerd of gemeld, de gemeente een onafhankelijke deskundige partij inhuren en hier onderzoek en uitspraak over laten doen. Als de tekortkomingen en/ of het disfunctioneren is toe te rekenen aan de renovatie, neemt de gemeente eventuele herstelkosten voor het veld voor haar rekening;

Onderstaand overzicht omvat de termijn van economische afschrijvingen:

Opstal en velden/ banenAfschrijvingstermijn

Was- en kleedaccommodatie 40 jaar

Verlichtingsinstallatie 15 jaar

Beregeningsinstallatie 15 jaar

Asfaltbetonbaan 15 jaar

Atletiekbaan 10 jaar

Kunstgrasveld (incl. drainage) 15 jaar

Natuurgrasveld (incl. drainage) 15 jaar

Padelbanen 8 jaar

Tennis 10 jaar

Wielerbaan (*) 25 jaar

(*) De wielerbaan betreft een openbare weg waarbij rijbaan en verlichting onder het wegbeheer en beheerplan openbare verlichting vallen.

Onderstaand overzicht omvat de gemeentelijke financiële verantwoordelijkheid (*) :

Opstal en velden/ banenBijdrage voor aanleg, vervanging en- of renovatie

Was- en kleedaccommodatie Eerste investering/ noodzakelijke uitbreiding/ vervanging

Verlichtingsinstallatie Eerste investering/ vervanging

Beregeningsinstallatie Eerste investering/ vervanging

Asfaltbetonbaan Eerste aanleg/ renovatie

Atletiekbaan Eerste aanleg/ renovatie

Kunstgrasveld (incl. drainage) Eerste aanleg/ renovatie

Natuurgrasveld (incl.drainage) Eerste aanleg/ renovatie

Tennis-/ padelbanen Eerste aanleg/ renovatie

Wielerbaan Eerste aanleg/ renovatie

(*) Horende bij de definitie basissportvoorziening. Voor de plusvoorzieningen is de vereniging zelf

verantwoordelijk.

Onderhoudsbijdrage velden en/ of banen

Van oudsher stelt de gemeente aan de sportverenigingen een jaarlijkse onderhoudsbijdrage beschikbaar voor het dagelijks onderhoud van de (groene) sportvelden en banen. De bijdrage voor de tennisverenigingen is gebaseerd op de bijdrage ten behoeve van het onderhoud van een feitelijke ondergrond.

Onderhoudsbijdrage gebouwen

Alle verenigingen ontvangen een jaarlijkse onderhoudsbijdrage voor de was- en kleedaccommodaties die vallen onder de basissportvoorziening. Voor de desbetreffende verenigingen wordt maatwerk toegepast.

 

Bijstelling onderhoudsbijdrage

De onderhoudsbijdrage wordt jaarlijks herzien. Op basis van de kengetallen van het CBS (Centraal bureau voor de statistiek) wordt de onderhoudsbijdrage jaarlijks geïndexeerd. Daarnaast wordt opgenomen of de bijdrage nog in verhouding staat de aanwezige sportfaciliteiten en bijhorende was- en kleedgelegenheden.

Vervanging van de sportaccommodatie

Een belangrijk punt bij het recht van opstal is hoe de financiële compensatie bij beëindiging wordt

geregeld. Dit wordt vastgelegd om discussie te voorkomen mocht dit zich voordoen.

Hierbij wordt uitgegaan van de volgende uitgangspunten:

Situatie 1: verplaatsing sportpark

Bij beëindiging van het recht van opstal door de gemeente compenseert de gemeente de vereniging door het realiseren van een vervangend sportpark met een vergelijkbare gebruikswaarde/restwaarde, rekening houdend met de feitelijke toestand van de opstallen.

Toelichting

Deze situatie zou aan de orde kunnen komen wanneer een sportpark op verzoek van de gemeente verplaatst moet worden. De basisinrichting van het sportpark wordt standaard door de gemeente verzorgd. Vaak hebben verenigingen echter zelf aanvullende opstallen geplaatst, die niet onder

de basisinrichting vallen. Daarom is in deze formulering gekozen voor de term ‘vergelijkbare gebruikswaarde’ om daarmee tot uitdrukking te brengen dat ook de relevante aanvullende opstallen terug zullen komen. Te denken valt aan kantines en tribunes.

Situatie 2: liquidatie vereniging

Bij liquidatie van de vereniging of beëindiging door de vereniging vervallen de opstallen ‘om niet’

aan de gemeente.

Toelichting

De tweede situatie regelt dat, wanneer een vereniging ophoudt te bestaan of de huur opzegt,

de opstallen automatisch naar de gemeente gaan zonder dat de gemeente daarvoor een financiële compensatie verleent. Als een vereniging liquideert is het wenselijk dat de gemeente de accommodatie in eerste instantie beschikbaar houdt voor het geval een nieuwe vereniging

ontstaat die wel mogelijkheden ziet om de sportbeoefening mogelijk te blijven maken. Wanneer de accommodatie niet langer voor sportbeoefening kan worden gehandhaafd, ligt het niet voor de hand dat de gemeente (en dus onze inwoners) geconfronteerd worden met het tegen betaling overnemen van opstallen die niet meer functioneel zijn in te zetten.

 

5 Winst

Financiën

In dit hoofdstuk wordt een basale omschrijving gegeven van de financiële impact van het

voorliggende beleidsplan buitensport.

De gemeentelijke bijdrage aan de verenigingen is voldoende

Jaarlijks wordt aan de verenigingen een bijdrage voor de velden en/of banen en de was- en kleedaccommodaties overgemaakt. Dit bedrag is in evenwicht met de uit te voeren

werkzaamheden door de vereniging zelf of, vanwege de aard van de werkzaamheden, door gespecialiseerde aannemers. We gaan hierbij uit van en sterke zelfwerkzaamheid en

-redzaamheid van de verenigingen.

Jaarlijks vindt indexatie plaats op basis van de gegevens van het CBS (Centraal bureau van de statistiek). Deze indexatie sluit aan bij de reële kostenverhoudingen waarmee de verenigingen te maken krijgen.

De middelen worden op het moment van de betreffende werkzaamheden aangevraagd

Door te werken met afschrijvingstermijnen wordt in beeld gebracht wanneer een renovatie dan wel vervangende nieuwbouw verwacht kan worden. Op basis van onafhankelijk onderzoek dient te worden aangetoond of renovatie dan wel vervangende nieuwbouw ook daadwerkelijk noodzakelijk is. Op basis van werkelijke kosten (inclusief BTW) worden binnen de gemeentelijke financiële cyclus middelen gevraagd.

Indien voor de werkzaamheden subsidiemogelijkheden zijn vraagt de vereniging die aan. De verkregen subsidie wordt aan de gemeente overgemaakt om op die manier de te maken kosten te verlagen.

Het groenonderhoud wordt door de vereniging uitgevoerd

Het groenonderhoud (met uitzondering van de bomen) op de sportaccommodaties kan door de verenigingen worden uitgevoerd. Hiervoor krijgen de vereniging een vergoeding. Deze vergoeding is vergelijkbaar met de door de gemeente te maken kosten voor het groenonderhoud.