Marktverordening gemeente Goes 2025

Geldend van 18-02-2025 t/m heden

Intitulé

Marktverordening gemeente Goes 2025

De raad van de gemeente Goes,

gelezen

  • -

    het voorstel van het college d.d. 6 december 2024

gelet op:

  • -

    artikel 147, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat:

  • -

    het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van en de veiligheid op de markt;

besluit:

  • -

    vast te stellen de Marktverordening gemeente Goes 2025.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes;

  • b.

    markt: de door het college op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet ingestelde warenmarkt in Goes;

  • c.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college een vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats op de markt;

  • d.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • e.

    standplaatsvergunning: de vergunning, zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid;

  • f.

    vaste standplaats: een standplaats die voor een bepaalde tijd ter beschikking is of wordt gesteld aan een vergunninghouder;

  • g.

    dagplaats: een standplaats die per (één) marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een handelaar, omdat deze standplaats niet als vaste standplaats is toegewezen of wordt ingenomen;

  • h.

    standwerkersplaats: een standplaats die op een marktdag ter beschikking wordt gesteld voor het standwerken;

  • i.

    standwerken: de activiteit waarbij de standwerker publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • j.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • k.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • l.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • m.

    Marktreglement: de door het college vastgestelde nadere regels betreffende het bepaalde in deze verordening, zoals bedoeld in artikel 3;

  • n.

    branche: de door het college in de bijlage bij het Marktreglement beschreven waren en producten of artikelgroepen, die op de markt mogen worden aangeboden;

  • o.

    marktgeld: het recht, zoals bedoeld in artikel 229, eerste lid, aanhef en onder a, van de Gemeentewet dat geheven wordt voor het gebruik van enig gedeelte van openbare gebouwen, terreinen, pleinen en straten, gedurende de op grond van deze verordening gehouden markten;

  • p.

    marktterrein: een door het college bij het instellen van de markt aangewezen en afgebakende ruimte in het openbaar gebied, die gedurende het door het college bepaalde tijdvak is bestemd voor het houden van een markt;

  • q.

    marktcommissie: de door het college ingestelde commissie, zoals bedoeld in artikel 5;

  • r.

    evenementenopstelling: een gewijzigde inrichting van de markt, waarbij de standplaatsen binnen de grenzen van het marktterrein in een specifieke (evenementen)opstelling worden geplaatst.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden aangewezen als vaste standplaats en standwerkersplaats.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3 Nadere regels (Marktreglement)

  • 1. Het college kan in nadere regels (Marktreglement) regels stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

  • 2. In het Marktreglement bepaalt het college in ieder geval:

    • a.

      de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden;

    • b.

      de grenzen van het marktterrein en de opstelling van de standplaatsen binnen de grenzen van het marktterrein;

    • c.

      de maximale afmetingen van de standplaatsen;

    • d.

      de branches waarvoor een standplaatsvergunning aangevraagd kan worden;

    • e.

      de termijn waarbinnen een standplaatsvergunning aangevraagd kan worden (aanvraagtermijn);

    • f.

      de procedure, waarbij de toewijzing van vrijkomende vaste standplaatsen plaatsvindt op basis van een door het college vast te stellen beoordeling en selectie (selectieprocedure);

    • g.

      de instelling, samenstelling en werkwijze van de marktcommissie en haar ambtelijke ondersteuning en de aspecten die de marktcommissie in haar advies betrekt;

    • h.

      met welke procedure en aan de hand van welke criteria wordt bepaald welke aanvrager voor een standwerkersplaats of dagplaats in aanmerking komt;

    • i.

      in welke gevallen het college aan de vergunninghouder een sanctie oplegt (sanctiematrix);

    • j.

      de wijze waarop een aanvraag tot wijziging van een vergunning ingediend moet worden.

  • 3. In het Marktreglement kan het college ten aanzien van het gedrag op het marktterrein nadere regels stellen die strekken tot bescherming van het belang van:

    • a.

      een veilige, ordelijke, eerlijke, ondernemers- en consumentvriendelijke markt;

    • b.

      afvalpreventie en het doelmatig inzamelen en scheiden van op de markt aanwezige afvalstoffen;

    • c.

      het waarborgen van de bruikbaarheid en het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte; en

    • d.

      het voorkomen en beperken van overlast, hinder en schade.

Artikel 4 Marktmeester

Het college wijst één of meer marktmeesters aan.

Artikel 5 Marktcommissie

Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden (marktcommissie).

Artikel 6 Algemene verboden

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

  • 2. Degene aan wie bij of krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

  • 3. Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein rond te lopen of te rijden met goederen ter promotie of verkoop.

  • 4. Van het verbod in het vorige lid kan het college ontheffing verlenen, voor zover het betreft de verkoop van eet- en drinkwaren, met uitzondering van alcoholhoudende dranken, ten behoeve van de vergunninghouders.

  • 5. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met een motorvoertuig of een ander voertuig op het marktterrein te rijden, met uitzondering van gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen. Onder dit verbod wordt niet verstaan: het aan de hand meevoeren van een fiets al dan niet met trapondersteuning.

  • 6. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt te venten of te flyeren.

  • 7. Het is verboden op de markt een artikel aan te prijzen als een geneesmiddel, zoals bedoeld in de Geneesmiddelenwet.

  • 8. Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren.

  • 9. Onder het voeren van propaganda, zoals bedoeld in het achtste lid, wordt niet verstaan: het aanprijzen van koopwaar op de markt.

Artikel 7 Verplaatsen, gewijzigd inrichten of afgelasten van de markt

  • 1. Als de jaarlijkse kermis plaatsvindt in de binnenstad van Goes worden de dinsdagmarkt en de zaterdagmarkt op de Oostwal gehouden.

  • 2. Het college kan 1 keer per kalenderjaar besluiten om in het geval van een evenement met een maatschappelijk belang eenmalig de dinsdagmarkt of eenmalig de zaterdagmarkt te verplaatsen naar de Oostwal.

  • 3. Het college kan 1 keer per kwartaal besluiten om in verband met een evenement de zaterdagmarkt gewijzigd in te richten volgens de evenementenopstelling.

  • 4. Van de bevoegdheid uit het vorige lid maakt het college geen gebruik, als het twee opvolgende weken van twee opvolgende kwartalen betreft.

  • 5. Het college kan in het geval van noodzakelijke (civieltechnische) werkzaamheden aan het marktterrein besluiten om de markt geheel of gedeeltelijk te verplaatsen, gewijzigd in te richten of af te gelasten.

  • 6. Als sprake is van geheel of gedeeltelijke verplaatsing, gewijzigde inrichting of afgelasting van de markt, wordt dit tijdig door de marktmeester aan de vergunninghouders van de markt meegedeeld.

  • 7. Bij onvoorziene omstandigheden beslist het college over een geheel of gedeeltelijke verplaatsing, gewijzigde inrichting of afgelasting van de markt.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over vergunningen

Artikel 8 Vergunningplicht

  • 1. Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2. Een standplaatsvergunning voor een vaste standplaats wordt verleend voor een termijn van 20 jaar.

Artikel 9 Persoonlijk karakter van vergunningen

Elke op grond van een bij of krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1. Het college weigert de standplaatsvergunning indien:

    • a.

      de aanvrager bij de aanvraag onjuiste gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      de aanvraag is ingediend buiten de termijn waarbinnen de standplaatsvergunning kon worden aangevraagd;

    • c.

      voor alle standplaatsen reeds een standplaatsvergunning is verleend;

    • d.

      het assortiment van aanvrager niet binnen één branche valt;

    • e.

      het maximale aantal standplaatsvergunningen is verleend voor de branche waarvoor de vergunning wordt aangevraagd;

    • f.

      verlening van de aangevraagde vergunning naar het oordeel van het college leidt tot een onaanvaardbare aantasting van de in artikel 3, derde lid, genoemde belangen;

    • g.

      de aanvrager minderjarig is en/of niet gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

  • 2. Het college kan de standplaatsvergunning weigeren, indien de marktcommissie daartoe adviseert.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan het college in zijn nadere regels bepalen in welke categorieën gevallen het college ter bescherming van de in artikel 3, derde lid, genoemde belangen, een standplaatsvergunning weigert of kan weigeren.

Artikel 11 Voorschriften en beperkingen; geen positieve beschikking bij niet tijdig beslissen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een bij of krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing. Deze voorschriften of beperkingen strekken slechts ter bescherming van één of meer van de belangen, zoals genoemd in artikel 3, derde lid.

  • 2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de bij of krachtens deze verordening te verlenen vergunningen en ontheffingen.

Artikel 12 Intrekken, wijzigen of schorsen van vergunningen

  • 1. Het college kan een bij of krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing intrekken, schorsen of wijzigen, indien:

    • a.

      op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking, wijziging of schorsing noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

    • b.

      gehandeld is in strijd met het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

    • c.

      de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    • d.

      ter verkrijging van de vergunning of ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • e.

      de vergunninghouder een natuurlijk persoon is: bij zijn overlijden;

    • f.

      de vergunninghouder daartoe een schriftelijk verzoek doet;

    • g.

      de vergunninghouder het verschuldigde marktgeld niet of niet tijdig voldoet;

    • h.

      de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

    • i.

      de vergunninghouder de marktmeester of toezichthouder belemmert in de uitoefening van zijn taak of de door de markmeester of toezichthouder gegeven aanwijzingen niet naleeft;

    • j.

      zich daartoe een situatie voordoet, zoals beschreven in de door het college vastgestelde sanctiematrix.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan het college in zijn nadere regels bepalen in welke categorieën gevallen het college ter bescherming van de in artikel 3, derde lid, genoemde belangen, een op grond van deze verordening verleende vergunning of ontheffing kan intrekken, wijzigen of schorsen.

Artikel 13 Dagplaatsen en standwerkersplaatsen

  • 1. Een standplaats waarvoor geen vaste standplaatsvergunning is verleend of waarvan de houder van de vaste standplaatsvergunning de standplaats niet inneemt, kan op schriftelijk verzoek als dagplaats worden aangewezen door het college.

  • 2. Het college wijst op de zaterdagmarkt geen dagplaatsen aan.

  • 3. Het college wijst op de dinsdagmarkt één of meer standplaatsen aan als standwerkersplaats.

  • 4. Indien de dagplaatshouder of de standwerker het verschuldigde marktgeld heeft betaald, verstrekt de marktmeester hem een afschrift van het betalingsbewijs.

Artikel 14 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder of een ontheffinghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien:

  • a.

    hij het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    hij zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    hij de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie;

  • d.

    de door de marktmeester gegeven aanwijzingen niet opvolgt;

  • e.

    de sanctiematrix dit voorschrijft.

Hoofdstuk 3 Overgangs-, straf- en slotbepalingen

Artikel 15 Overgangsbepalingen

  • 1. Vóór de inwerkingtreding van deze verordening verleende vaste standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd blijven gehandhaafd, zolang de betreffende vergunning wordt gebruikt door de natuurlijke persoon aan wie deze vergunning oorspronkelijk is verleend.

  • 2. Aanvragen om een vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening gemeente Goes 2011, maar waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

  • 3. De bestaande anciënniteitslijst wordt gelijkgesteld met de anciënniteitslijst onder deze verordening.

  • 4. De wachtlijst wordt met ingang van 1 januari 2025 afgeschaft.

  • 5. Het college vermeldt vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening geen nieuwe gegadigden meer op de wachtlijst.

  • 6. De inschrijvingen van gegadigden die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening op de wachtlijst staan vervallen met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 16 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening kan worden gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 17 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de marktmeester en de bij besluit van het college daartoe aangewezen personen.

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De Markverordening gemeente Goes 2011, met bijbehorende bijlagen, wordt ingetrokken.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Goes 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Goes in de openbare vergadering van 6 februari 2025.

de griffier,

drs. B.C. van Doornum

de voorzitter,

C.H. van den Bos