Regeling vervalt per 31-12-2027

Nadere regel subsidie deelname sport en cultuur gemeente Utrecht

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 14-02-2025 t/m 30-12-2027

Intitulé

Nadere regel subsidie deelname sport en cultuur gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;

  • gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrecht;

Gezien:

  • De beleidsnota financiële bestaanszekerheid ‘Gelijke kansen voor een zeker bestaan’ van 28 januari 2024;

  • Uitvoeringsprogramma Werk en Inkomen ‘Een zeker bestaan; samen aan de slag’.

  • Beleidsnota Sport en Bewegen 2025-2032 ‘Sport en bewegen, de basis voor een gezond Utrecht!’

  • Cultuurnota 2025-2028 ‘Kleur bekennen’

  • Beleidsnota gezondheid ‘Samen gezondheidsverschillen verkleinen’ (2024-2027)

  • Kadernota Cultuurparticipatie 2022-2030 'De Kracht van Cultuur"

  • Uitvoeringsprogramma Cultuurparticipatie 2024-2028

  • Utrechtse Onderwijs Agenda werkagenda 2024-2027

Overwegende dat:

  • Organisaties in de stad het mogelijk kunnen maken om subsidie aan te vragen om kinderen financieel te ondersteunen deel te nemen aan sport en cultuur.

Besluiten vast te stellen de volgende Nadere regel subsidie deelname sport en cultuur gemeente Utrecht

Artikel 1 Definities

Deze nadere regel verstaat onder:

  • Asv: de Algemene subsidieverordening Utrecht;

  • Awb : Algemene wet bestuursrecht;

  • B urgemeester en wethouders:burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • Eenmalig kennismakingaanbod: Aanbod dat op één enkele keer wordt aangeboden en geen onderdeel is van een reeks activiteiten.

  • Financiële bijdrage: een bedrag dat inwoners, direct dan wel indirect, ontvangen van de subsidieontvanger ten behoeve van sport- en cultuurdeelname.

  • Gezin met minderjarig ( e ) kind ( eren): de ouder(s) met het in Utrecht woonachtig eigen kind, stiefkind, of het pleegkind waarvoor de pleegouder een vergoeding ontvangt dat jonger is dan 18 jaar;

  • U-pas: een door of namens burgemeester en wethouders verstrekte pas die strekt ter bevordering van de deelname aan maatschappelijke, sportieve en culturele activiteiten;

  • Wettelijk Sociaal Minimum: Het sociaal minimum is het minimale bedrag dat een inwoner nodig heeft om in uw levensonderhoud te kunnen voorzien. De rijksoverheid heeft hiervoor een normbedrag opgesteld, dat ze ieder half jaar aanpast. Het sociaal minimum is meestal even hoog als een bijstandsuitkering.

Artikel 2 Doel

Deze nadere regel draagt bij aan het doel om:

Utrechtse gezinnen met minderjarige kinderen die een inkomen hebben tot maximaal 125% van het sociaal wettelijk minimum een financiële bijdrage ontvangen om mee te doen aan sport en cultuur.

Artikel 3 Eisen aan de subsidieaanvrager

De subsidie kan worden aangevraagd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 4 Vaststellen subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    De volgende activiteiten komen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      Het leveren van een financiële bijdrage aan gezinnen met minderjarige kinderen om deel te nemen aan sport in de periode van 1 januari 2025 tot 31 december 2027;

    • b.

      Het leveren van een financiële bijdrage aan gezinnen met minderjarige kinderen om deel te nemen aan cultuur in de periode van 1 januari 2025 tot 31 december 2027;

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie voor de volgende kosten:

    • a.

      Voor de bijdrage aan gezinnen met minderjarige kinderen die leven van een inkomen boven 125 % van het Wettelijke Sociaal Minimum;

    • b.

      Een financiële bijdrage voor eenmalig kennismakingsaanbod van sport en cultuur;

    • c.

      Van de activiteiten die zelf worden georganiseerd door de subsidieontvanger;

    • d.

      Voor een financiële bijdrage aan inwoners van 18 jaar en ouder.

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag van de subsidie wordt ingediend met e-Herkenning via www.utrecht.nl/subsidiedeelnamesportencultuur.

  • 2.

    Een rechtspersoon die in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is ingeschreven dient de aanvraag in met e-Herkenning.

  • 3.

    De subsidie kan worden aangevraagd voor maximaal 3 jaar (2025, 2026 en 2027).

  • 4.

    Bij de aanvraag worden de volgende documenten aangeleverd:

    • a.

      een activiteitenplan met daarin een omschrijving van de activiteiten en onderbouwing waarom dit bijdraagt aan de doelen van deze subsidie;

    • b.

      een financiële onderbouwing per kalenderjaar van de aanvraag aansluitend op het overzicht van de activiteiten. In deze onderbouwing staat per activiteit opgenomen welke personele en materiele middelen nodig zijn voor de activiteiten. Tevens is het gevraagde subsidiebedrag helder onderbouwd met daarbij – indien van toepassing – een sluitende begroting met daarin alle (overige) inkomsten;

  • 5.

    Als een aanvrager in de voorgaande drie jaar geen subsidie bij burgemeester en wethouders heeft aangevraagd of indien de onderstaande gegevens zijn gewijzigd, levert de aanvrager bij de aanvraag ook de volgende gegevens aan:

    • a.

      Kopie bankafschrift waarop in ieder geval het rekeningnummer en de naam van de aanvrager duidelijk zichtbaar zijn;

    • b.

      Een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      De statuten, als de aanvrager een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is.

Artikel 7 Indieningstermijn aanvraag

De subsidieaanvraag moet voor woensdag 12 maart 2025 9.00 uur zijn ingediend.

Artikel 8 Maximale subsidie

Per aanvraag kan er maximaal 150.000 op jaarbasis worden aangevraagd.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

  • 1.

    In afwijking van artikel 4, eerste lid, tweede volzin, van de Asv verdelen burgemeester en wethouders het budget over de aanvragen die volledig en tijdig zijn ontvangen op volgorde van het hoogste aantal punten.

  • 2.

    De volledig en tijdig ontvangen aanvragen worden beoordeeld op de volgende criteria:

    • a.

      Kwaliteit van het activiteitenplan met de volgende aandachtpunten:

      • i.

        Inhoudelijk en budgettaire onderbouwde (verwachtte) verdeling in de ratio aanvragen tussen sport en cultuur;

      • ii.

        Onderbouwing op welke wijze met de verwachte impact de deelname aan sport en cultuur van minderjarige kinderen door de aanvrager wordt gestimuleerd.

    • b.

      Eenvoud voor de inwoner voor het aanvragen van een financiële bijdrage, waarin o.a. wordt ingegaan op een onderbouwing hoe er wordt toegewerkt aan het sociaal partnerportaal van de U-pas;

    • c.

      Samenwerking met andere partijen, die ondersteuning aanbieden aan kinderen met weinig geld;

    • d.

      Zicht op het netwerk van sport- en cultuuraanbieders in de stad.

  • 3.

    Alle aanvragers worden voor in lid 2 genoemde criteria getoetst. Hierbij wordt volgende puntentelling per criterium gehanteerd:

  • 0 = voldoet niet aan het criterium

  • 10 = voldoet in beperkte mate aan het criterium

  • 20 = voldoet aan het criterium

  • 30 = voldoet in grote mate aan het criterium

  • 4.

    Op elk van de criteria moet in ieder geval tien punten gescoord worden. Als een aanvrager nul punten scoort op één van de vier criteria, wordt de aanvraag niet subsidiabel bevonden en geweigerd.

  • 5.

    Het totaal van de op grond van artikel 9 lid 3 toegekende punten geeft de eindscore per aanvraag. Op basis van de eindscores wordt een rangschikking opgesteld. Uit deze rangschikking blijkt welke aanvragen er binnen het budgettair kader gesubsidieerd kunnen worden.

Artikel 10 Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen binnen 6 weken over de aanvraag.

Artikel 11 Evaluatie

  • 1.

    Het beleid waarvoor de subsidie (beleidsnota financiële bestaanszekerheid ‘Gelijke kansen voor een zeker bestaan’) wordt ingezet, wordt periodiek geëvalueerd.

  • 2.

    De evaluatie kan leiden tot aanpassing van deze nadere regel.

  • 3.

    De evaluatie bestaat uit een trendanalyse en monitoring van de besteding van de verschillende armoederegelingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze nadere regel geldt van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad tot en met 31 december 2027.

Artikel 13 Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als: Nadere regel subsidie deelname sport en cultuur gemeente Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 11 februari 2025

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Michiel J. Ruis

Toelichting

Algemene toelichting

Burgemeester en wethouders hebben deze nadere regel vastgesteld met het doel om een groter aantal minderjarige kinderen uit gezinnen die leven van een inkomen onder 125 % van het Wettelijk sociaal Minimum deel te laten nemen aan sport en cultuur.

Uit de Minima Effect Rapportage blijkt al jaren dat gezinnen met kinderen moeilijk of niet kunnen rondkomen. We willen dat alle Utrechtse gezinnen met minderjarige kinderen voldoende financiële middelen en mogelijkheden hebben om mee te doen. Daarmee investeren we ongelijk voor gelijke kansen. Meedoen gaat verder dan alleen sport en cultuur, maar we weten dat deelname aan sport en cultuur voor kinderen met een lage SEP minder vanzelfsprekend is. Het opgroeien in armoede heeft grote impact op kinderen. Zo weten we dat kinderen in gezinnen met lage inkomens een minder goede gezondheid hebben en meer stress ervaren. Sport en cultuurparticipatie heeft vele voordelen, het draagt bij aan mentale en fysieke gezondheid en de sociaal- emotionele ontwikkeling van het kind. Via deze subsidie wordt de toegang voor kinderen uit gezinnen met een lage SEP tot sport en cultuur verhoogd, om zo meer kansen te creëren voor kinderen en om de positieve effecten van sport en cultuur te ervaren.

We bereiken niet alle inwoners met de U-pas. Ook voorziet de U-pas niet in de behoefte van alle inwoners. In sommige gevallen is er behoefte aan maatwerk, iets wat een generieke regeling als de U-pas niet kan bieden. Via deze regeling wordt de mogelijkheid geboden om een vangnet naast de U-pas in stand te houden. Daarmee komen we tegemoet aan verschillende behoeften van Utrechters. De subsidieaanvrager heeft de mogelijkheid om maatwerk te leveren.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In artikel 5 is opgenomen welke activiteiten wel en niet in aanmerking komen voor subsidie.

De subsidie is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2025 beschikbaar, waardoor kosten voor aanvragen vanaf 1 januari van het subsidiebedrag kunnen worden gedekt. Dit geeft de mogelijkheid om het subsidiebedrag in te zetten voor aanvragen die in de periode van 1 januari tot de datum van de beschikking binnen komen.

Inwoners met een inkomen van maximaal 125 % van het Wettelijk Sociaal Minimum hebben recht op de U-pas. De voorwaarde voor deze subsidie is gelijk hieraan. Er wordt daarom geen subsidie verleend voor de bijdrage aan gezinnen met minderjarige kinderen die leven van een inkomen boven 125 % van het Wettelijk Sociaal Minimum.

Een financiële bijdrage voor eenmalig kennismakingsaanbod wordt geen subsidie verleend. Kennismakingsaanbod is een belangrijke manier om kinderen in aanraking te laten komen met sport en cultuuraanbod en hen te laten ontdekken wat zij leuk vinden. Dit soort kennismakingsaanbod wordt gestimuleerd via andere subsidies.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

De subsidieaanvraag wordt door een inhoudelijke commissie van ambtenaren beoordeeld. Deze beoordeling is op 4 criteria.

Een van de criteria van de subsidie is eenvoud voor de inwoner. De veelvoud aan verschillende regelingen en de beschikbare fondsen, elk met eigen aanvraagproces en bewijslast, zorgt voor complexiteit voor de inwoner, waardoor zij niet altijd de ondersteuning vinden die zij nodig hebben. Een van de leidende principes uit het gemeentelijke armoedebeleid is meer eenvoud. Tegelijkertijd zien we het belang van fondsen in de stad die maatwerk kunnen bieden en kunnen functioneren als een vangnet naast de U-pas. Om zo veel mogelijk vast te houden aan het principe van eenvoud, is eenvoud een van de beoordelingscriteria in de nadere regel, daarin ligt de nadruk op een verdere integratie met de U-pas als voorliggende voorziening en via het sociaal partnerportaal. Fondsen bereiken gezinnen die wel recht hebben op de U-pas maar deze, om welke reden dan ook, niet aanvragen. We willen ervoor zorgen dat inwoners krijgen waar ze recht op hebben. Door het versterken van de samenwerking tussen fondsen en de U-pas kan worden gewerkt aan meer eenvoud en kan mogelijk het bereik van de U-pas worden verhoogd.

Als onderdeel van de aanbesteding van de U-pas is het sociaal partnerportaal ontwikkeld. Dit portaal geeft fondsen de mogelijkheid om hun regelingen aan inwoners aan te bieden via de U-pas, waardoor inwoners geen declaraties meer in te hoeven dienen bij de fondsen. Het sociaal partnerportaal gaat breder dan enkel sport en cultuur. Daardoor hebben inwoners toegang tot zo veel mogelijk regelingen via een centrale plek, namelijk de U-pas. Dit zorgt voor meer cohesie in het armoedebeleid en draagt bij aan het verder verstevigen van het bereik van de U-pas.

Artikel 11 Evaluatie

Het huidige beleid wordt periodiek geëvalueerd. Wat onder andere bestaat uit een trendanalyse en monitoring van de besteding van de verschillende armoederegelingen. De eerste evaluatie zal plaatsvinden na het U-pasjaar 1 juli 2025 – 1 juli 2026. Waardoor deze regeling mogelijk met ingang van 2028 wordt aangepast.