Verordening openbaar water Heemstede 2025

Geldend van 14-02-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-02-2025

Intitulé

Verordening openbaar water Heemstede 2025

De raad van de gemeente Heemstede;

gelezen het voorstel van het college van 10 december 2024;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor het gebruik en het verkeer op openbaar water;

rekening houdend met:

  • -

    de openbare orde en veiligheid op het water en zijn oevers;

  • -

    de volksgezondheid en het milieu;

  • -

    de veiligheid op het water en zijn oevers;

  • -

    de reinheid van het water en zijn oevers;

  • -

    het gebruik van het water;

  • -

    de bescherming van het water en zijn oevers als essentieel onderdeel van het dorpsgezicht en het landschap;

  • -

    de bewaking van rechten en vrijheden van anderen;

  • -

    redelijke eisen van welstand;

  • -

    de bescherming van de constructie van oevers en kunstwerken.

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Verordening openbaar water Heemstede 2025

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    afmeervoorzieningen: ogen, haken, palen en dergelijke om vaartuigen aan vast te leggen;

  • -

    ligplaats: een door het college vastgestelde locatie, waar een vergunninghouder (met in achtneming van de voorschriften uit de ligplaatsvergunning) een vaartuig mag afmeren;

  • -

    object: een voorwerp dat in, rond of op het water is aangebracht of afgemeerd en dat niet behoort tot enig andere in deze verordening bedoelde categorie;

  • -

    openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

  • -

    openbare grond: de gemeentegrond die voor iedereen toegankelijk is;

  • -

    omgevingsplan: het ter plaatse geldende omgevingsplan, als bedoeld in de Omgevingswet;

  • -

    rechthebbende: een ieder die over enig goed zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht;

  • -

    rondvaart: rondvaart met een vaartuig met schipper waaraan personen deelnemen;

  • -

    rondvaartboot: vaartuig bestemd voor het uitvoeren van rondvaarten;

  • -

    schipper: degene, die op een vaartuig met de leiding is belast of feitelijk de leiding in handen heeft;

  • -

    tijdelijke ligplaats: een door het college aangewezen locatie voor het tijdelijk afmeren van een vaartuig;

  • -

    vaartuig: elk soort van drijvend lichaam, dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het over het water dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren of stoffen, goederen of voorwerpen, al dan niet met het vaartuig één geheel uitmakend alsmede caissons, ketels, houtvlotten en dergelijke voorwerpen;

  • -

    vergunninghouder: houder van een ligplaatsvergunning;

  • -

    voorwerp: ieder object dat in, rond of op het water staat dan wel op de oever.

Artikel 2 Werkingssfeer

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het openbaar water binnen de grenzen van de gemeente Heemstede, met uitzondering van de Cruquiushaven en de gemeentelijke haven, zoals aangegeven in bijlage 1 van deze verordening.

  • 2. Deze verordening is niet van toepassing op een woonschip in de zin van de geldende Verordening liggeld woonschepen Cruquiushaven Heemstede en die op een ligplaats ligt die in het geldende omgevingsplan is aangeduid als ligplaats voor een woonschip.

Artikel 3 Verbodsbepaling

  • 1. Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • 2. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een vergunning of ontheffing kan het college voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Hoofdstuk 2 De ligplaatsvergunning

Artikel 5 Vergunningplicht en nadere regels

  • 1. Het is verboden om zonder ligplaatsvergunning van het college een ligplaats in te nemen aan openbare grond.

  • 2. Het college is bevoegd watersport- en scoutingverenigingen, voor wat betreft hun reguliere ligplaats(en), uit te zonderen van de vergunningplicht, als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats nadere regels stellen.

Artikel 6 Karakter en duur van de ligplaatsvergunning

  • 1. De ligplaatsvergunning is persoonsgebonden, ligplaats- en vaartuig gebonden of anderszins zaak gebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.

  • 2. De ligplaatsvergunning is overdraagbaar aan de (ex)-partner en alleen:

    • a.

      bij overlijden van de vergunninghouder;

    • b.

      na scheiding.

  • 3. In aanvulling op het tweede lid, is de ligplaatsvergunning ook overdraagbaar aan één van de kinderen na het overlijden van de langst levende ouder, als het kind in de gemeente Heemstede staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen.

  • 4. Een ligplaatsvergunning wordt voor onbepaalde tijd verleend. In bijzondere gevallen kan het college hier gemotiveerd van afwijken.

Artikel 7 Aanvraag ligplaatsvergunning

De aanvraag voor een ligplaatsvergunning gebeurt digitaal of schriftelijk.

Artikel 8 Wachtlijst ligplaatsvergunning

  • 1. Gegadigden voor het verkrijgen van een ligplaatsvergunning voor een vaartuig kunnen zich inschrijven op de wachtlijst, als zij in de gemeente Heemstede staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen.

  • 2. Personen die al in het bezit zijn van een ligplaatsvergunning en in aanmerking willen komen voor een ligplaats elders in het openbaar water, kunnen zich ook op de wachtlijst laten plaatsen.

  • 3. De volgorde op de wachtlijst wordt bepaald op basis van de datum en tijdstip van binnenkomst van de inschrijving.

  • 4. Het college stelt de vrijgekomen ligplaatsen periodiek beschikbaar aan de gegadigden op de wachtlijst.

  • 5. Toekenning van een vrijgekomen ligplaats gebeurt op volgorde van de langst geregistreerde die zijn belangstelling heeft geuit voor de vrijgekomen ligplaats.

  • 6. De registratie op de wachtlijst vervalt van rechtswege na de tweede aanbieding van een ligplaats.

  • 7. Als aan een gegadigde als bedoeld in het tweede lid een ligplaatsvergunning is verleend, vervalt van rechtswege de eerder aan deze gegadigde verleende ligplaatsvergunning.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt geweigerd als:

  • a.

    de locatie gelegen is in de wateren of gedeelten daarvan, zoals aangewezen in het Aanwijzingsbesluit als bedoeld in artikel 3, eerste lid;

  • b.

    de situatie ter plaatse niet geschikt is voor het betreffende vaartuig;

  • c.

    voor de ligplaats al een ligplaatsvergunning is verleend;

  • d.

    er al een ligplaatsvergunning is verleend op hetzelfde adres of dit adres al (een) vaartuig(en) heeft liggen aan zijn particuliere oever;

  • e.

    de aanvrager geen eigenaar is van het vaartuig;

  • f.

    het vaartuig belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water;

  • g.

    het ter plaatse geldende omgevingsplan het niet toestaat;

  • h.

    een aanvrager niet voldoet aan de bepalingen bij of krachtens deze verordening;

  • i.

    dit in het belang van de veiligheid, verkeersveiligheid, het milieu of de welstand noodzakelijk is;

  • j.

    de aanvrager niet in de gemeente Heemstede staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen;

Artikel 10 Intrekkingsgronden

  • 1. De ligplaatsvergunning wordt ingetrokken als de vergunninghouder dit verzoekt.

  • 2. De ligplaatsvergunning kan worden ingetrokken als:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      de gegevens in de vergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

    • c.

      niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen;

    • d.

      de vergunninghouder zijn betalingsverplichtingen inzake het verschuldigde liggeld niet nakomt;

    • e.

      de ligplaatsvergunning in strijd met wettelijke voorschriften is verleend;

    • f.

      dit noodzakelijk is ter uitvoering van wettelijke, Europeesrechtelijke of andere internationale verplichtingen;

    • g.

      het college van oordeel is dat het woon- en leefklimaat in de omgeving van het vergunde nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het vergunde;

    • h.

      de toestand van het vaartuig, waaronder in ieder geval begrepen de technische staat en uiterlijke staat van onderhoud, daartoe aanleiding geeft of als de technische staat en uiterlijke staat van onderhoud het uiterlijk aanzien van de gemeente schaadt of het landschap verstoort;

    • i.

      de ligplaats wordt onderverhuurd.

Artikel 11 Van rechtswege vervallen van een ligplaatsvergunning

Als de vergunninghouder niet meer staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen van de gemeente Heemstede vervalt de ligplaatsvergunning een jaar na de datum van uitschrijving uit de gemeente Heemstede van rechtswege.

Artikel 12 Tijdelijke ligplaatsen

Een tijdelijke ligplaats mag alleen worden ingenomen op aanwijzing van een door het college aangewezen persoon of team.

Hoofdstuk 3 De exploitatievergunning voor de verhuur van vaartuigen en rondvaarten

Artikel 13 Exploitatievergunning voor de verhuur van vaartuigen

  • 1. Het is verboden om zonder of in afwijking van een exploitatievergunning van het college een vaartuig te exploiteren voor de verhuur van vaartuigen.

  • 2. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing wanneer uitsluitend sprake is van doorvaart en er geen op de gemeente Heemstede gerichte activiteiten plaatsvinden.

  • 3. Het college kan het aantal te verlenen exploitatievergunningen voor de verhuur van vaartuigen beperken.

Artikel 14 Exploitatievergunning voor rondvaarten

  • 1. Het is verboden om zonder of in afwijking van een exploitatievergunning van het college een vaartuig te exploiteren voor rondvaarten.

  • 2. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing wanneer uitsluitend sprake is van doorvaart en er geen op de gemeente Heemstede gerichte activiteiten plaatsvinden.

  • 3. Het college kan het aantal te verlenen exploitatievergunningen voor rondvaartboten beperken.

  • 4. Het college kan bij het verlenen van de exploitatievergunning bepalen welke openbare wateren, al of niet met enige beperking, mogen worden bevaren, alsmede op welke plaatsen mag worden afgemeerd.

Artikel 15 Weigeringsgronden

Een vergunning, als bedoeld in artikel 13 en 14, eerste lid, wordt geweigerd als:

  • a.

    de situatie ter plaatse niet geschikt is voor het betreffende vaartuig;

  • b.

    voor de ligplaats al een ligplaatsvergunning is verleend;

  • c.

    het vaartuig belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water;

  • d.

    het ter plaatse geldende omgevingsplan het niet toestaat;

  • e.

    een aanvrager niet voldoet aan de bepalingen bij of krachtens deze verordening;

  • f.

    dit in het belang van de veiligheid, verkeersveiligheid, het milieu of de welstand noodzakelijk is.

Artikel 16 Intrekkingsgronden

  • 1. Een vergunning, als bedoeld in artikel 13 en 14, eerste lid, wordt ingetrokken als de vergunninghouder dit verzoekt.

  • 2. Een vergunning, als bedoeld in artikel 13 en 14, eerste lid, kan worden ingetrokken als:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      de gegevens in de vergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

    • c.

      niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen;

    • d.

      de vergunninghouder zijn betalingsverplichtingen niet nakomt;

    • e.

      de exploitatievergunning in strijd met wettelijke voorschriften is verleend;

    • f.

      dit noodzakelijk is ter uitvoering van wettelijke, Europeesrechtelijke of andere internationale verplichtingen;

    • g.

      het college van oordeel is dat het woon- en leefklimaat in de omgeving van het vergunde nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van het vergunde.

Artikel 17 Op- en afstapplaats rondvaarten

Een op- en afstapplaats voor rondvaartboten mag voor maximaal 30 minuten worden ingenomen. Na deze periode mag gedurende 30 minuten geen gebruik meer gemaakt worden van dezelfde op- en afstapplaats.

Hoofdstuk 4 Openbare orde en veiligheid

Artikel 18 Toepassingsbereik

Hoofdstuk 4 van deze verordening is niet van toepassing op water waarvan het beheer is overgedragen aan derden.

Artikel 19 Algemene afmeerregels

  • 1. De eigenaar of schipper van een vaartuig is verplicht ervoor te zorgen dat het vaartuig, zolang het een ligplaats inneemt, deugdelijk en behoorlijk is afgemeerd en dat ten gevolge van het meren van zijn vaartuig geen schade aan enig eigendom van derden kan worden veroorzaakt.

  • 2. Het afmeren mag een vlotte en veilige doorvaart niet belemmeren.

  • 3. Het is verboden met een vaartuig te liggen, te laden of te lossen in openbaar water, anders dan aan de daartoe bestemde gelegenheid.

  • 4. Het is verboden om vaartuigen vast te maken anders dan aan de daartoe bestemde ringen, meerpalen of andere voorwerpen welke bestemd zijn voor het vastmaken van vaartuigen.

  • 5. Het is verboden om een anker te gebruiken, tenzij de eigenaar of schipper van het vaartuig daartoe genoodzaakt is ter voorkoming van schade of aanvaring.

Artikel 20 Schade varen

  • 1. Het is verboden met zodanige snelheid te varen dat door golfslag of zuiging schade of letsel kan worden toegebracht aan derden.

  • 2. Wanneer een vaartuig schade heeft toegebracht aan een voorwerp, een werk of een inrichting, is de schipper verplicht hiervan onmiddellijk kennis te geven aan het college of een ambtenaar van politie.

Artikel 21 Losmaken vaartuig

Het is verboden zonder daartoe bevoegd te zijn enig vaartuig los te maken, te verleggen of te verhalen, daarvan trossen te kappen of los te gooien.

Artikel 22 Verplaatsen van vaartuigen

  • 1. Het college kan de eigenaar of schipper opdragen een vaartuig te verplaatsen of doen verplaatsen naar een andere ligplaats, als dit in het kader van de bescherming van de openbare orde, de veiligheid of het milieu in, op of aan het openbaar water noodzakelijk is.

  • 2. Als geen gevolg wordt gegeven aan het eerste lid, kan het college het vaartuig voor rekening en risico van de eigenaar of schipper verplaatsen of doen verplaatsen.

  • 3. In spoedeisende gevallen of als de eigenaar of schipper onbekend is, kan het college het vaartuig voor risico van de eigenaar of schipper direct verplaatsen of doen verplaatsen.

Artikel 23 Onbeheerd drijvende vaartuigen

De toezichthouders als bedoeld in artikel 38 zijn bevoegd onbeheerde vaartuigen, die in openbaar water worden aangetroffen, te (laten) meren of in bewaring te (laten) nemen voor rekening en risico van de eigenaren of beheerders.

Artikel 24 Verwaarloosde vaartuigen

  • 1. Het is verboden een vaartuig dat in onvoldoende staat van onderhoud is of in een kennelijke verwaarloosde toestand verkeert op het openbaar water af te meren of afgemeerd te houden.

  • 2. Het is verboden om een vaartuig in gezonken toestand te laten.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen over verwaarloosde vaartuigen.

Artikel 25 Voorwerpen in, rond of op openbaar water

  • 1. Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, in, rond of op openbaar water te plaatsen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water en oever of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.

  • 2. Het verbod, als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

Artikel 26 Toegang tot openbare trappen, steigers en boothelling

Het is verboden de toegang tot de in of aan de kademuren of andere oevers gebouwde openbare trappen, steigers of de boothelling te belemmeren of daarvan gebruik te maken, anders dan voor het in- of ontschepen van personen en niet voor langere tijd dan hiervoor nodig is of is aangegeven.

Artikel 27 Gebruik van verkeersobjecten

  • 1. Het is verboden om meerboeien en tonnen in het openbaar water, en tekens, lantaarnpalen, bomen of soortgelijke objecten in de openbare ruimte voor een ander doel te gebruiken dan waarvoor deze zijn bestemd.

  • 2. Het is verboden om afmeervoorzieningen, voor het afmeren bestemde voorwerpen of objecten voor een ander doel te gebruiken dan waarvoor zij bestemd zijn.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, als bedoeld in het eerste en tweede lid.

Artikel 28 Gebruik van bruggen

  • 1. Het is verboden voor onbevoegden om tijdens het openen, het geopend zijn en het sluiten van een brug zich te bevinden op het beweegbare gedeelte van een brug of op het aansluitende weggedeelte tot de slagboom.

  • 2. Het is verboden bruggen en de daarbij behorende objecten zoals aanvaarbescherming, remmingwerk, dukdalf of steiger ten behoeve van onderhoud, te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor zij zijn bestemd.

  • 3. Het is verboden voor onbevoegden om bruggen te bedienen of daarbij de gebruikte slagboom te openen en te sluiten.

Artikel 29 Overlast

  • 1. Het is verboden om:

    • a.

      overlast of hinder te veroorzaken, waaronder geluidshinder, in welke vorm dan ook;

    • b.

      op enigerlei wijze de rust te verstoren tussen 22.00 uur ’s avonds en 07.00 uur ’s morgens;

    • c.

      de oever, het water, de aanlegvoorziening, de steigers en dergelijke door vuilnis, olie, chemicaliën, bilgewater, etc. te verontreinigen;

    • d.

      een buitenboordtoilet te gebruiken of anderszins faecaliën en bijkomend afvalwater in openbaar water te storten;

    • e.

      onvoorzichtig om te gaan met vuur, daaronder begrepen het aan te water liggende vaartuigen uitvoeren van werkzaamheden, waarbij hoge temperaturen ontstaan, alsmede het onvoorzichtig omgaan met benzine, gas of andere ontvlambare stoffen;

    • f.

      motoren met ingeschakelde schroef te laten proefdraaien;

    • g.

      aan steigers of palen te spijkeren of enige andere voorziening te maken, waarvoor geen toestemming is verleend door het college;

    • h.

      aanpassingen aan de waterbodem of puinbestortingen te maken;

    • i.

      aanlegtouwen en dergelijke over het loopvlak van de steigers of voetpaden te bevestigen;

    • j.

      oevergroen te snoeien of te maaien of daar verharding aan te brengen;

    • k.

      een vaartuig op de openbare grond op te slaan;

    • l.

      zich zonder redelijk doel aan, op of in een vaartuig in het openbaar water vast te houden, te klimmen, te begeven of te bevinden;

    • m.

      anderszins de goede orde te verstoren.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a en b.

Artikel 30 Verbod op nachtverblijf

Het is verboden op een vaartuig te overnachten.

Artikel 31 Wedstrijden

  • 1. Het is verboden om in openbaar water wedstrijden met vaartuigen te houden.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 32 IJsbreken

  • 1. Het is verboden om met een vaartuig in openbaar water ijs te breken.

  • 2. Het verbod, als bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor:

    • a.

      het losmaken van ijs direct rond vaartuigen met de hand of met een voorwerp;

    • b.

      degene die handelt in opdracht van het college.

Hoofdstuk 5 Milieu en veiligheid

Artikel 33 Baggerverbod

  • 1. Het is verboden om, behoudens voor degenen aan wie daartoe van gemeentewege opdracht is verstrekt, zonder vergunning van het college in openbaar water te baggeren of op de waterbodem of in de baggerlaag met een beugel, haak, magneet of op andere wijze naar voorwerpen te zoeken of voorwerpen uit het openbaar water te halen of op het droge te brengen.

  • 2. Het verbod, als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het zoeken naar of het op het droge brengen van een kort tevoren, kennelijk zoekgeraakt voorwerp waarvan de herkomst vaststaat, als dit gebeurt met toestemming van de rechthebbende op dat voorwerp en dit geen bezwaar oplevert voor de veiligheid of het verkeer op het openbaar water.

Artikel 34 Verbouwings-, herstel en sloopwerkzaamheden

  • 1. Het is verboden om op of aan het openbaar water verbouwings-, herstel-, of (sloop)werkzaamheden te (laten) verrichten waardoor gevaar, schade of hinder kan ontstaan, of waarbij de te gebruiken of vrijkomende stoffen rechtstreeks in het openbaar water terecht kunnen komen.

  • 2. Het verbod, als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op het (laten) verrichten van werkzaamheden bij een bedrijf dat beschikt over een vergunning op grond van de Wet milieubeheer of de Waterwet.

  • 3. Het verbod, als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing bij noodreparaties.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 35 Opslaan van goederen

  • 1. Het is verboden om:

    • a.

      de oevers in gebruik te nemen voor het opslaan van goederen of voor welke andere doeleinden dan ook;

    • b.

      op de oevers goederen of stoffen, die in een vaartuig moeten worden geladen, of uit een vaartuig moeten worden gelost, op te slaan of te hebben binnen een afstand van 5 meter uit de oeverbeschoeiing.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 36 Stoffen in, rond of op het openbaar water

  • 1. Het is verboden om in, rond of op het openbaar water (gevaarlijke) (vloei)stoffen, rook, dampen en dergelijke op zodanige wijze te laten vrijkomen, dat daardoor gevaar, schade of hinder kan ontstaan.

  • 2. Degene die betrokken is bij een voorval in, rond of op het openbaar water met (gevaarlijke) stoffen dan wel restanten van die stoffen waardoor gevaar, schade of hinder voor de omgeving ontstaat of kan ontstaan, alsook degene die van een dergelijk voorval kennis draagt, is, onverminderd het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, verplicht hiervan onmiddellijk melding te maken bij het Hoogheemraadschap Rijnland, team Handhaving, of de politie.

  • 3. Degene die betrokken is bij het voorval is verplicht om onmiddellijk noodmaatregelen te treffen om verder gevaar, schade of hinder te voorkomen.

  • 4. Het is verboden om in, rond of op het openbaar water in de nabijheid van gevaarlijke stoffen dan wel restanten van die stoffen, handelingen te verrichten, dan wel zich zodanig te gedragen dat gevaar, schade of hinder kan ontstaan.

Artikel 37 Verplaatsen gevaarlijke stoffen

  • 1. Het is verboden om in, rond of op het openbaar water gevaarlijke stoffen dan wel de restanten van die stoffen te verplaatsen:

    • a.

      aan boord van een vaartuig dat niet behoorlijk aan de oever is afgemeerd;

    • b.

      tijdens onweer en bij naderend onweer;

    • c.

      als onvoldoende licht aanwezig is;

    • d.

      waarvan de verpakking zodanig is beschadigd dat deze stoffen (kunnen) vrijkomen;

    • e.

      als ze zijn verpakt, maar niet zijn voorzien van de etikettering die op grond van het gestelde bij of krachtens de Wet vervoer gevaarlijke stoffen geldt voor het ter vervoer aanbieden van gevaarlijke stoffen.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, als bedoeld in het eerste lid.

Hoofdstuk 6 Handhavingsbepalingen

Artikel 38 Toezicht

1. Met het toezicht op naleving van deze verordening zijn de bijzondere opsporingsambtenaren belast.

2. Het college kan daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.

Artikel 39 Nakoming bevelen

Een ieder is verplicht de door of namens het college gegeven (mondelinge) bevelen in verband met uitvoering van de bepalingen van deze verordening stipt en onmiddellijk op te volgen.

Artikel 40 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde kan worden bestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van ten hoogste de tweede categorie.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 41 Overgangsrecht algemeen

  • 1. Besluiten, genomen bij of krachtens de Verordening openbaar water Heemstede 2016 die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Aanvragen die zijn ingediend op grond van de Verordening openbaar water Heemstede 2016 en waarop nog niet is besloten bij de inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

  • 3. Vergunninghouders die in het bezit zijn van een ligplaatsvergunning en niet in de gemeente Heemstede staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen behouden tot drie jaar na inwerkingtreding van deze verordening hun recht hierop.

  • 4. Vergunninghouders die in bezit zijn van een ligplaatsvergunning aan openbare oever en in de gemeente Heemstede staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen en aan particuliere oever een vaartuig hebben liggen, of redelijkerwijs de mogelijkheid daartoe hebben, behouden tot drie jaar na inwerkingtreding van deze verordening hun recht op hun ligplaatsvergunning aan openbare oever.

  • 5. Een ligplaatsvergunning aan openbare oever als bedoeld in het derde en vierde lid vervalt van rechtswege drie jaar na inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 42 Overgangsrecht wachtlijst

  • 1. De wachtlijstplekken, zoals deze bestonden op de wachtlijsten in het voorkeurssysteem zoals bedoeld in artikel 6 van de Verordening openbaar water Heemstede 2016, worden omgezet naar een wachtlijstplek op de enkele wachtlijst op basis van volgorde van oorspronkelijke aanmelding.

  • 2. Gegadigden die al op de wachtlijst staan en niet in de gemeente Heemstede staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen verliezen met de inwerkingtreding van deze verordening het recht op een plek op de wachtlijst.

Artikel 43 Hardheidsclausule

Het college kan artikelen uit deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 44 Intrekken oude regeling

De Verordening openbaar water Heemstede 2016 wordt ingetrokken.

Artikel 45 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking, voor zover nodig met terugwerkende kracht, op 1 februari 2025.

Artikel 46 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening openbaar water Heemstede 2025.

Ondertekening

Vastgesteld door de raad op 30 januari 2025.

Bijlage 1 Plattegrond van de gemeentelijke haven

Behorende bij artikel 2, eerste lid, van de Verordening openbaar water Heemstede 2025.

afbeelding binnen de regeling