Regeling vervalt per 01-01-2029

Gemeenschappelijke Regeling Zonder Meer

Geldend van 01-01-2025 t/m 31-12-2028

Intitulé

Gemeenschappelijke Regeling Zonder Meer

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en de gemeente Zaanstad

samen te noemen ‘deelnemende gemeenten’,

Overwegende dat:

I. de decentralisatie van taken in het sociale domein hoge eisen stelt aan gemeenten en dat hieraan tegemoet gekomen wordt door lokaal maatwerk in regionaal verband mogelijk te maken met deze gemeenschappelijke regeling;

II. deze gemeenschappelijke regeling voort vloeit uit de uitgangspunten:

• de regionale samenwerking gaat in essentie over de gezamenlijke inkoop;

• de vormgeving van de samenwerking is zo licht mogelijk en de organisatie flexibel qua inhoud, zodat ook taken kunnen worden toegevoegd dan wel kunnen komen te vervallen;

III. de huidige gemeenschappelijke regeling per 31 december 2024 afloopt maar colleges op grond van een horizonbepaling in de Regeling kunnen besluiten om deze te verlengen;

IV. binnen afzienbare tijd de “Wet verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen” in werking treedt. Op grond van deze wet moeten jeugdhulpregio’s voor de organisatie van specialistische jeugdhulp een zwaardere gemeenteschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) treffen. De lichte vorm van de huidige gemeenschappelijke regeling is niet toereikend;

V. de deelnemende gemeenten de samenwerking op grond van deze gemeenschappelijke regeling willen voortzetten. Tot de inwerkingtreding van de nieuwe wet en tot de totstandkoming van een nieuwe vorm van samenwerking en een nieuwe gemeenschappelijke regeling, hebben de deelnemende gemeenten een juridisch kader nodig om de intergemeentelijke samenwerking in 2025 en verder te kunnen voortzetten;

VI. de deelnemende gemeenten de wens hebben uitgesproken om deze gemeenschappelijke regeling zonder meer opnieuw door colleges te laten vaststellen en te laten lopen van 1 januari 2025 tot maximaal 1 januari 2029 of tot het moment dat de nieuwe gemeenschappelijke regeling op grond van de nieuwe wet in werking treedt.

Besluiten:

de volgende gemeenschappelijke regeling vast te stellen:

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ZONDER MEER

Artikel 1 Reikwijdte/doelstelling samenwerking

  • 1.

    Deze regeling heeft betrekking op samenwerking op het gebied van taken die voortvloeien uit de decentralisaties op het terrein van het sociaal domein.

  • 2.

    De samenwerking richt zich op overleg en afstemming tussen de deelnemende gemeenten in de meest ruime zin, waarmee een strategische en sterke(re) positie wordt gecreëerd naar derden toe. Door gezamenlijke beleidsvoorbereiding- en uitvoering wordt de kwaliteit verbeterd en worden schaalvoordelen benut.

  • 3.

    De samenwerking richt zich indien gewenst op een gezamenlijke inkoop en contractmanagement, daar waar sprake is van afname van producten tegen een bepaalde prijs. Zie bijlage II van de Dienstverleningsovereenkomst voor specificering.

  • 4.

    Deze regeling respecteert bestaande samenwerkingsvormen van de deelnemende gemeenten maar sluit nieuwe samenwerking met anderen of aansluiting van de deelnemende gemeenten bij bestaande regelingen niet uit.

  • 5.

    Vanuit deze regeling kan, ter realisering van de doelstellingen uit dit artikel, samenwerking worden gezocht met derden.

Artikel 2 Afspraken

  • 1.

    Om de samenwerking zoals genoemd in artikel 1 verder vorm te geven zullen tussen de deelnemende gemeenten één of meerdere dienstverleningsovereenkomsten worden gesloten.

  • 2.

    De samenwerking met derden zoals genoemd in artikel 1 lid 5 kan plaatsvinden in de vorm van dienstverleningsovereenkomsten namens de deelnemende gemeenten.

Artikel 3 Toetreding, wijziging en uittreding

  • 1.

    Andere bestuursorganen kunnen tot deze regeling (GR en / of DVO) toetreden met unanieme instemming van de deelnemende gemeenten.

  • 2.

    Een wijziging van deze regeling (GR en / of DVO) wordt schriftelijk overeengekomen.

  • 3.

    Voor wijziging van deze regeling (GR en of DVO) is een goedkeurend besluit van alle deelnemende gemeenten noodzakelijk en toestemming van de gemeenteraden.

  • 4.

    In geval van fusie tussen twee partijen die deze GR ondertekenen, blijven de GR en onderliggende DVO’s onder dezelfde voorwaarden van kracht.

  • 5.

    Een deelnemende gemeente kan besluiten uit deze regelingen (GR en/of DVO) te treden.

  • 6.

    Een deelnemende gemeente die uit de regeling (GR en/of DVO) wenst te treden maakt haar voornemen tot uittreding bekend bij de overige deelnemende gemeenten middels een aangetekend schrijven.

  • 7.

    Een deelnemende gemeente kan uittreden uit de GR en /of DVO door toezending aan de overige deelnemende gemeenten van een daartoe strekkend besluit en na verkregen toestemming van haar gemeenteraad.

  • 8.

    Tenzij de deelnemende gemeenten een kortere termijn overeenkomen, kan de uittreding niet eerder plaatsvinden dan zes maanden volgend op de datum van bekendmaking van het in het zesde lid bedoelde uittredingsbesluit.

Artikel 4 Looptijd, periodieke evaluatie

  • 1.

    Deze regeling (GR) treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en loopt op 31 december 2028 af.

  • 2.

    De looptijd van de DVO’s worden in het de DVO geregeld.

  • 3.

    De deelnemende gemeenten treden uiterlijk 6 (zes) maanden voor het aflopen van de regeling met elkaar in overleg over de mogelijkheid van het voortzetten van de regeling.

  • 4.

    Minimaal één keer per jaar wordt bekeken of op basis van nieuwe inzichten, (externe) ontwikkelingen en/of nieuwe wetgeving dan wel op grond van de voortgang van de samenwerking de regeling wijziging behoeft of omgezet dient te worden in een andere rechtsvorm. Gelijktijdig wordt de samenwerking geëvalueerd.

Artikel 5 Geschillen

Onverminderd het bepaalde in artikel 28 Wet gemeenschappelijke regelingen, verplichten de deelnemende gemeenten zich om in geval van geschillen over de inhoud en uitvoering van deze regeling met elkaar in overleg te treden waarbij zal worden getracht dergelijke geschillen in der minne te beslechten.

Artikel 6 Bekendmaking regeling

Het gemeentebestuur van de gemeente Zaanstad draagt zorg voor de bekendmaking van de Regeling en vermelding hiervan in het GR-register.

Artikel 7 Slotbepaling

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treden de deelnemende gemeenten met elkaar in overleg.

Artikel 8 Citeertitel

Deze gemeenschappelijke regeling wordt aangehaald als: “Gemeenschappelijke regeling zonder meer”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door:

Het college van de gemeente Zaanstad,

In de vergadering van 19-12-2024

De secretaris, de burgemeester,

Het college van de gemeente Edam-Volendam,

In de vergadering van 12-12-2024

De secretaris, de burgemeester,

Het college van de gemeente Landsmeer,

In de vergadering van 12-11-2024

De secretaris, de burgemeester,

Het college van de gemeente Oostzaan,

In de vergadering van 12-11-2024

De secretaris, de burgemeester,

Het college van de gemeente Purmerend,

In de vergadering van 12-11-2024

De secretaris, de burgemeester,

Het college van de gemeente Waterland,

In de vergadering van 12-11-2024

De secretaris, de burgemeester,

Het college van de gemeente Wormerland,

In de vergadering van 12-11-2024

De secretaris, de burgemeester,