Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735467
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735467/1
Nadere Regels Jeugdhulp 2025 gemeente Lingewaard
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-03-2025
Intitulé
Nadere Regels Jeugdhulp 2025 gemeente LingewaardOp 4 februari 2025 heeft het college van burgemeester en wethouders de “Nadere Regels Jeugdhulp 2025” vastgesteld. Deze regels treden in werking op 1 maart 2025. Met de inwerkingtreding van deze nadere regels worden tegelijkertijd de oude nadere regels, “Nadere Regels Jeugdhulp 2021” van 19 oktober 2021, ingetrokken.
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE LINGEWAARD
Gelet op de Verordening Sociaal Domein gemeente Lingewaard 2025,
Gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb), Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Jeugdwet en de Archiefwet;
Gelet op de regionale inkoop voor jeugdhulp van de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling Sociaal Domein Centraal Gelderland;
Overwegende dat het noodzakelijk is om nadere regels voor de uitvoering vast te stellen over de wijze waarop het college omgaat met de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van zijn bevoegdheden in het kader van de Jeugdwet;
besluit vast te stellen:
de Nadere Regels Jeugdhulp 2025 gemeente Lingewaard.
Inleiding
De regels voor het aanvragen en toewijzen van jeugdhulp staan in de Jeugdwet en de Verordening Sociaal Domein gemeente Lingewaard 2025. Soms zijn de regels in de wet en de verordening te algemeen beschreven. In dat geval kan het College van Burgemeester en Wethouders nadere regels opstellen. Deze mogelijkheid is beschreven in artikel 10.1 van de verordening. In de nadere regels zijn de regels uit de wet en de verordening verder uitgewerkt. Deze regels moeten dus altijd samen met de wet en de verordening bekeken worden.
Artikel 1 Toelichting op de begrippen
-
1. In deze nadere regels gebruiken we sommige begrippen vaker. Onder de volgende begrippen verstaan we:
- -
Verordening: de Verordening Sociaal Domein van de gemeente Lingewaard 2025;
- -
Wet: de Jeugdwet.
- -
-
2. In de verordening staat een begrippenlijst in hoofdstuk 11. Die uitleg van de begrippen geldt ook voor de begrippen die wij in de nadere regels gebruiken.
Artikel 2 Specialistische zorg voor Ernstige Dyslexie
-
1. Als je op de basisschool zit, 7 jaar of ouder bent én er een vermoeden is van ernstige dyslexie (ED), kan je een aanvraag doen voor dyslexieonderzoek bij de gemeente.
-
2. Je meldt je eerst bij de gemeente met je Leerlingdossier Dyslexie voor het aanvragen van een dyslexie-onderzoek.
-
3. Als vervolgens uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van ED, dan wordt je behandeling vergoed volgens de regionale productbeschrijving1.
-
4. Het Leerlingdossier Dyslexie wordt bij een vermoeden van ED door je school gebruikt om alle informatie bij te houden.
Artikel 3 Zorg binnen Onderwijs
-
1. Als je zorg of hulp nodig hebt op school, kun je “Zorg binnen Onderwijs” (ZBO) voor persoonlijke verzorging en/of individuele begeleiding aanvragen. Voor je dat kunt doen, hebben we eerst een gesprek met alle betrokkenen. Dat zijn in ieder geval:
- a.
Jijzelf;
- b.
Je ouders of verzorgers;
- c.
De intern begeleider of zorgcoördinator van school en je leerkracht of mentor;
- d.
De gezinscoach of schoolmaatschappelijk werker en/of de jeugdconsulent;
- e.
Een orthopedagoog van Passendwijs of De Verbinding;
- f.
Eventueel de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de GGD.
- a.
-
2. Je vraagt daarna bij de gemeente ZBO voor persoonlijke verzorging en/of individuele begeleiding aan. Dat doe je door een aanvraagformulier in te vullen dat door de gemeente is vastgesteld. In je aanvraag moet je in ieder geval beschrijven:
- a.
welke doelen je wilt bereiken met de zorg;
- b.
waarbij je geholpen moet worden;
- c.
hoeveel uur per week zorg nodig is.
- a.
-
3. Om je aanvraag goed te kunnen beoordelen, kunnen we aanvullende informatie vragen. Bijvoorbeeld om te kunnen bepalen hoeveel uren en hoe lang je de ZBO nodig hebt. We houden daarbij altijd rekening met de gebruikelijke en bovengebruikelijke hulp en wat je zelf kunt (het begrip ‘gebruikelijke hulp’ leggen we uit in bijlage 1: gebruikelijke hulp en richtlijnen én in de verordening).
-
4. Je kunt in aanmerking komen voor persoonlijke verzorging op school wanneer:
- a.
Je een lichamelijke, verstandelijke, somatische of zintuigelijke beperking en/of een psychiatrische aandoening of beperking hebt. Een bevoegde professional moet dat vaststellen;
- b.
Je als gevolg daarvan jezelf niet voldoende kunt verzorgen;
- c.
Een hulpverlener je algemene dagelijkse activiteiten helemaal of voor een deel moet overnemen.
- a.
-
5. Je kunt in aanmerking komen voor begeleiding binnen het onderwijs als je matige2 of zware3 beperkingen hebt op tenminste één van de volgende vlakken:
- a.
Sociale redzaamheid: bijvoorbeeld de mogelijkheid hebben om sociale contacten te maken, je eigen leven vorm te geven en te organiseren;
- b.
Bewegen en verplaatsen: zelfstandig voortbewegen binnen- en buitenshuis;
- c.
Psychisch functioneren: stoornissen in denken, concentratie en waarneming;
- d.
Geheugen- en oriëntatiestoornissen: problemen met oriëntatie in tijd, plaats en persoon;
- e.
Probleemgedrag: destructief, grensoverschrijdend, agressief, dwangmatig gedrag.
- a.
-
6. Je krijgt in beginsel 2 tot 4 uur per week begeleiding bij gedragsproblemen (toezicht tijdens onderwijs). Het aantal uren hangt af van de mate waarin je gedragsproblemen jouw omgang met andere leerlingen moeilijker maken. Als je heel ernstige gedragsproblemen hebt kunnen we meer uren begeleiding inzetten. Of dit bij jou nodig is bepalen wij in afstemming met de gedragswetenschapper Jeugd van de gemeente.
-
7. Je krijgt schriftelijk bericht over de zorg die je op school ontvangt. Daarin staat per vorm van zorg beschreven hoeveel uren zorg je krijgt tijdens de schooluren. Je ontvangt de zorg tot je de doelen hebt gehaald of anders maximaal tot het einde van het schooljaar. Als je een blijvende beperking hebt, kan je voor een langere periode persoonlijke verzorging krijgen. Je hoeft dit dan niet ieder schooljaar opnieuw aan te vragen.
-
8. Eén keer per half jaar evalueren wij of de zorg die je krijgt nog past bij je situatie van dat moment. Als je je doelen eerder kunt halen, evalueren we eerder. We sluiten zoveel mogelijk aan bij de evaluatiecyclus die jouw school volgt.
-
9. Wanneer je in het nieuwe schooljaar nog steeds hulp nodig hebt, kunnen we je ZBO-indicatie verlengen. Je school plant dan op tijd een evaluatiegesprek in. Daarbij zijn in ieder geval aanwezig:
- a.
Jijzelf;
- b.
Je ouders of verzorgers;
- c.
De intern begeleider of zorgcoördinator van school en je leraar of mentor;
- d.
De gezinscoach of schoolmaatschappelijk werker en/of de jeugdconsulent;
- a.
-
Het evaluatieverslag dat jouw zorgaanbieder maakt over jouw voortgang is hierbij het uitgangspunt. Na het evaluatiegesprek kan je de verlenging voor ZBO aanvragen. Om alles op tijd te kunnen regelen ontvangen wij de aanvraag graag twee maanden voor afloop van het huidige schooljaar.
Artikel 4 Vervoer bij behandeling en/of begeleiding
-
1. Je ouders zijn zelf verantwoordelijk voor jouw vervoer naar en van de plaats waar je de behandeling of begeleiding krijgt. Ook wanneer dat onder schooltijd is.
-
2. Als je ouders zelf geen vervoer hebben, wordt verwacht dat zij vervoer via familie, kennissen of vrijwilligers regelen.
-
3. Als het vervoer leidt tot financiële problemen in jouw gezin of bij de mensen in jouw omgeving, kan de gemeente vervoer toekennen in de vorm van een kilometervergoeding. Voor deze kosten geldt:
- a.
Dat de minimale reisafstand van huis of school naar de locatie waar de behandeling/begeleiding plaatsvindt minimaal 6 kilometer is;
- b.
Dat per dag maximaal 400 kilometer voor vergoeding in aanmerking komen;
- c.
Dat de reisafstanden bepaald worden met de routeplanner van Google Maps;
- d.
Dat € 0,23 per kilometer wordt vergoed bij gebruik van een auto of taxi;
- e.
Dat de kilometervergoeding wordt aangepast zodra een ministeriële regeling daartoe aanleiding geeft.
- a.
-
4. Als het jouw ouders of mensen in jouw omgeving niet lukt om het vervoer naar jouw behandeling of begeleiding te regelen, onderzoekt de gemeente of er beschikbaarheid is bij een vervoerder. Als er beschikbaarheid is kunnen wij het vervoer regelen als dit naar onze mening echt nodig is. Dat kan een medische reden zijn of omdat er aantoonbare beperkingen zijn in de zelfredzaamheid van jou en/of jouw ouders. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de eigen kracht van ouders.
Artikel 5 Buitenschoolse Opvang Plus (BSO+)
-
1. Het kan zijn dat je meer hulp of zorg nodig hebt, waardoor je niet naar een reguliere Buitenschoolse Opvang kunt (geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang). In dat geval kan je mogelijk terecht op de BSO+.
-
2. De BSO+ kan beter bij je passen als je hulp nodig hebt:
- a.
op het gebied van gedrag;
- b.
op het gebied van cognitieve vermogens;
- c.
om medische redenen;
- d.
vanwege een lichamelijke beperking;
- e.
een combinatie hiervan.
- a.
-
3. De BSO+ wordt geleverd door een van de regionaal gecontracteerde aanbieders van dit product. Deze aanbieders hebben zich te houden aan de regionale productbeschrijving4.
-
4. Wij beoordelen om de 6 maanden samen met je ouders en de zorgaanbieder of je weer naar de reguliere BSO kunt.
-
5. Je ouders betalen de BSO vanuit de Wet kinderopvang op basis van hun inkomen. De gemeente vergoedt alleen de extra ondersteuning (de “plus”) vanuit de Jeugdwet. Alleen wanneer je ouders kunnen aantonen dat zij geen recht op kinderopvangtoeslag hebben, vergoedt de gemeente alle kosten voor BSO+.
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze Nadere Regels Jeugdhulp 2025 gemeente Lingewaard treden in werking op 1 maart 2025. Tegelijkertijd trekken wij de Nadere Regels Jeugdhulp 2021 gemeente Lingewaard in.
-
2. Deze Nadere Regels worden aangehaald als: Nadere regels Jeugdhulp 2025 gemeente Lingewaard.
Ondertekening
Vastgesteld door het College van B&W op 4 februari 2025,
de secretaris,
drs. I.P. van der Valk
de burgemeester,
dr. P.T.A.M. Kalfs
Bijlage 1 Gebruikelijke hulp
Gebruikelijke hulp is de dagelijkse verzorging of opvoeding die alle (pleeg)ouders/ wettelijke vertegenwoordigers aan hun kinderen bieden. Dit geldt ook als de ouder de gebruikelijke zorg vanwege een eigen aandoening, beperking, stoornis of handicap niet kan bieden.
Gebruikelijke hulp:
- •
Onder gebruikelijke hulp verstaan wij in ieder geval:
- -
Dat ouders ervoor zorgen dat zij hun kinderen een woonomgeving bieden waar zij fysiek en sociaal veilig zijn;
- -
Dat ouders zorg dragen voor een goede opvoeding, vaste regels en structuur;
- -
Dat ouders hun kinderen de verzorging, begeleiding en stimulans geven die nodig is bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid (ouderlijk toezicht). Dit is voor alle leeftijden gebruikelijke zorg. Dit toezicht wordt anders van aard naarmate een jeugdige ouder wordt en zich ontwikkelt.
- -
- •
Gebruikelijke hulp bij jeugdigen kan ook zorg zijn die niet standaard bij alle jeugdigen voorkomt. Het gaat dan om zorg die in plaats van gebruikelijke zorg komt, zoals sondevoeding in plaats van eten. Het kan ook gaan om zorg die samen met reguliere zorg kan worden geboden, zoals medicijnen toedienen.
- •
24 uur per dag zorg in de nabijheid is ook gebruikelijke hulp, afhankelijk van de leeftijd van de jeugdige (zie richtlijn). Hiermee bedoelen we dat zorg en toezicht de hele dag door nodig is, zonder dat het nodig is de hele dag bij te houden hoe de jeugdige zich gedraagt en welke handelingen je verricht (actieve observatie). Het gaat hier om het bieden van zorg die voor een groot deel bestaat uit meer passief toezicht. De zorg is wel nodig op zowel geplande als ongeplande momenten en ook steeds in de buurt van de jeugdige. Dit is gebruikelijke hulp omdat een jeugdige met een normaal ontwikkelingsprofiel tot een bepaalde leeftijd:
- -
niet zelf kan inschatten wat hij/zij nodig heeft aan zorg, of:
- -
niet zelf in staat is om op tijd om hulp te vragen als hij/zij die wel echt nodig heeft, of
- -
ook vaak op ongeplande momenten zorg of hulp nodig heeft voor handelingen die hij/zij zelf nog niet kan uitvoeren.
- -
Bovengebruikelijke hulp:
Niet onder gebruikelijke zorg valt permanent toezicht. Daarmee bedoelen we dat de jeugdige onafgebroken toezicht nodig heeft en dat de hele dag bijgehouden moet worden hoe de jeugdige zich gedraagt en welke handelingen bij de jeugdige worden uitgevoerd (actieve observatie). Dit kan nodig zijn om op tijd op te merken dat het gedrag of de gezondheidssituatie van de jeugdige uit de hand loopt. Door op tijd in te grijpen kan verergering van onveilige, gevaarlijke, (levens)bedreigende situaties op het gebied van gezondheid en/ of gedrag voor de jeugdige worden voorkomen. Bij een jeugdige die permanent toezicht nodig heeft kan er elk moment iets (ernstig) misgaan. Deze vorm van zorg noemen wij bovengebruikelijk en valt onder de Wlz.
Richtlijnen Gebruikelijke Hulp
Bij het beoordelen of hulp gebruikelijk is of bovengebruikelijk gebruiken wij de RICHTLIJNEN GEBRUIKELIJKE ZORG.
Volgens de Richtlijn is gebruikelijke zorg de zorg waarvan wij het in Nederland ‘normaal’ vinden dat je die aan je kinderen biedt. Daarbij gaat de richtlijn uit van de zorg voor kinderen en jongeren zonder beperkingen. En ten slotte houdt de richtlijn rekening met wat normaal is voor kinderen van verschillende leeftijden.
Bij jonge kinderen (tot ongeveer 10 jaar) vinden we de meeste zorg gebruikelijke zorg. De gemeente kan soms wel een indicatie voor extra zorg of hulp geven als er een diagnose is (zoals genoemd in artikel 4, lid 4a).
Om te beoordelen of zorg voor een jeugdige gebruikelijke zorg is, kijkt de gemeente naar:
- a.
de leeftijd van de jeugdige;
- b.
welke handeling(en) nodig zijn;
- c.
hoe vaak en de manier waarop de handeling uitgevoerd moet worden;
- d.
hoeveel tijd het kost om de handeling uit te voeren; en
- e.
de mogelijkheden van de ouders (kennis, vaardigheden en draagkracht).
Bij de beoordeling kijken we naar al deze elementen. Ook kijken we naar wat de jeugdige en zijn/haar ouders zelf kunnen. Als het om een korte periode gaat waarin de extra hulp of zorg nodig is, valt dit onder gebruikelijke hulp. Het gaat dan om een situatie van maximaal drie maanden, waarin de kans op herstel groot is. De jeugdige moet zich dan weer zelf kunnen redden met de gebruikelijke hulp van zijn/haar ouders.
Ouders zijn niet verplicht om de zorg te bieden die eventueel op school nodig is.
RICHTLIJNEN GEBRUIKELIJKE ZORG VAN OUDERS VOOR KINDEREN MET EEN NORMALE ONTWIKKELING PER LEEFTIJD.
Kinderen van 0 tot 3 jaar |
|
Kinderen van 3 tot 5 jaar |
Nb. Deze zorg voor kinderen van 3 tot 5 jaar is geen gebruikelijke zorg als door middel van een diagnose is vastgesteld dat een kind ernstig wordt beperkt in zijn ontwikkeling. |
Kinderen van 5 tot 12 jaar |
|
Kinderen van 12 tot 18 jaar |
|
RICHTLIJN BIJ (DREIGENDE) OVERBELASTING VAN PARTNER, OUDER, VOLWASSEN KIND EN/ OF ANDERE HUISGENOTEN.
Algemeen
De zorg voor een ziek kind of een zieke partner, kan zo zwaar worden dat van overbelasting sprake is. In de meeste gevallen is de boven gebruikelijke zorg die geïndiceerd is voldoende om deze overbelasting te voorkomen. Maar soms blijkt deze geïndiceerde zorg niet voldoende te zijn.
Beoordeling van overbelasting
Aan het indiceren van gebruikelijke zorg gaat het beoordelen van de overbelasting vooraf. Overbelasting wijst op een verstoring van het evenwicht tussen draagkracht en draaglast. Door tekortschieten van “coping mechanisme” kan er een aanpassingsstoornis bij de ouder(s)/ verzorger(s) optreden. Naast de aard en ernst van de overbelasting wordt ook onderzocht of deze komt doordat er iets met de ouder(s)/ verzorger(s) zelf aan de hand is (draagkracht vermindering) of dat deze gevolg is van ernst van de ziekte van het kind of de partner (draaglast verhoging).
Het kan zijn dat degenen van wie wordt verwacht dat zij taken overnemen, overbelast zijn (geraakt) en niet meer in staat zijn de gebruikelijke zorg te leveren. Het moet duidelijk zijn hoe de overbelasting zich uit en wat deze inhoudt. De met de overbelasting gepaard gaande klachten moeten duidelijk beschreven worden.
Klachten en symptomen bij overbelasting:
- •
Angst of gespannenheid; nervositeit, onrust, rusteloosheid, slecht slapen.
- •
Depressie; hopeloosheid, huilbuien, somberheid.
- •
Gedragsproblemen: negeren van normen en regels, onaangepast gedrag.
- •
Gecombineerd emotioneel en gedragsgestoord: depressie en/ of angst gecombineerd met gedragsstoornis of aangepast gedrag.
- •
Lichamelijke klachten, verminderde prestaties of concentratieproblemen.
Er moet een verband zijn tussen de overbelasting en de zorg die iemand (aan partner of kind) biedt. Bij overbelasting door een dienstverband van te veel uren of als gevolg van spanningen op het werk, zal de oplossing bij de werkgever gezocht moeten worden.
Noot
1https://inkoopsdcg.nl/home+inkoop/download+documenten+website/handlerdownloadfiles.ashx?idnv=2362658
Noot
2Matige beperking: kan dit slechts met veel moeite/iemand anders moet helpen. De activiteit moet regelmatig gedeeltelijk worden overgenomen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl