Verordening ex artikel 2.21 Activiteitenbesluit milieubeheer Maastricht

Geldend van 14-02-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening ex artikel 2.21 Activiteitenbesluit milieubeheer Maastricht

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, alsmede diens rechtsopvolger;

  • b.

    Buitenterrein: een open terrein behorende bij een inrichting, niet zijnde een terras zoals omschreven in artikel 1, onderdeel a van de Terrasverordening gemeente Maastricht;

  • c.

    Collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een beperkt aantal inrichtingen is verbonden;

  • d.

    Houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

  • e.

    Incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een beperkt aantal inrichtingen;

  • f.

    Inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • g.

    Unieke festiviteit: een collectieve festiviteit, die verband houdt met een bijzondere gebeurtenis met een bovenlokaal karakter;

  • h.

    Publieksvak: het voor een publiek toegankelijk gebied dat wordt aangestraald met, c.q. gelegen is binnen de reikwijdte van een geluidsinstallatie

Artikel 2 Horeca- en/of recreatie-inrichting

In deze verordening wordt verstaan onder `horeca- en/of recreatie-inrichting’, een inrichting type A of type B zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer waarbij sprake is van:

  • a.

    Een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek of een daaraan verwante inrichting waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;

  • b.

    Dansscholen en andere inrichtingen waar één of meer voorzieningen aanwezig zijn voor het dansen;

  • c.

    Muziekscholen, muziek oefenlokalen en andere inrichtingen waar één of meer voorzieningen aanwezig zijn voor het beoefenen van muziek.

Artikel 3 Aanwijzing collectieve festiviteiten

  • 1. De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door burgemeester en wethouders per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 2. Als collectieve festiviteiten worden in elk geval aangemerkt Carnaval (vrijdag tot en met dinsdag), de viering van Oud op Nieuw en Koningsdag.

  • 3. Het afwijken van de geluidsnormen, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, is beperkt tot 24:00 uur voorafgaand aan werkdagen en tot 01:00 uur voorafgaand aan zaterdag en zondag.

  • 4. In een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in één of meer delen van de gemeente Maastricht.

  • 5. In een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de aanwijzing slechts geldt voor horeca- en/of recreatie-inrichtingen.

  • 6. Burgemeester en wethouders maken de aanwijzing afzonderlijk bekend.

  • 7. Burgemeester en wethouders kunnen wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen.

Artikel 4 Incidentele festiviteiten

  • 1. Het is toegestaan in een horeca- en/of recreatie-inrichting maximaal 10 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden, waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing zijn.

  • 2. Van de festiviteiten als bedoeld in het eerste lid van dit artikel stelt de houder van de inrichting burgemeester en wethouders tenminste vijf werkdagen voor aanvang van de festiviteit (digitaal) in kennis.

  • 3. Van de maximaal toegestane 10 incidentele festiviteiten als bedoeld in het eerste lid van dit artikel mogen drie doordeweeks worden gehouden en zeven op vrijdag of zaterdag.

  • 4. Het is toegestaan in een inrichting, niet zijnde een horeca- en/of recreatie-inrichting maximaal drie incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden, waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing zijn mits:

    • a.

      Deze incidentele festiviteit een duidelijk kenbare relatie heeft met de aard van de inrichting en

    • b.

      De houder van de inrichting tenminste vijf werkdagen voor de aanvang van de festiviteit burgemeester en wethouders daarvan in kennis heeft gesteld.

  • 5. Het afwijken van de geluidsnormen, zoals bedoeld in het eerste lid, is beperkt tot 24:00 uur voorafgaand aan werkdagen en tot 01:00 uur voorafgaand aan zaterdag en zondag, alsmede in geval van unieke incidentele festiviteiten.

  • 6. Burgemeester en wethouders stellen een (digitaal) formulier vast voor het doen van de kennisgeving als bedoeld in het tweede en vierde lid onder b.

  • 7. De kennisgeving wordt geacht eerst te zijn gedaan wanneer:

    • a.

      Het (digitale) formulier:

    • b.

      Volledig en naar waarheid is ingevuld en

    • c.

      Tijdig is ontvangen.

  • 8. Indiening van het analoge kennisgevingsformulier dient te gebeuren op de plaats, die op dat formulier vermeld staat.

  • 9. Indiening van het digitale kennisgevingsformulier dient te gebeuren op de wijze zoals op de gemeentelijke website vermeld.

  • 10. De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer burgemeester en wethouders op verzoek van de houder van een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaan.

Artikel 5 Verboden incidentele festiviteit

  • 1. Het is verboden een incidentele festiviteit te organiseren, toe te laten dan wel feitelijk te leiden als:

    • a.

      De kennisgeving daarvan niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 is gedaan;

    • b.

      Gehandeld wordt in afwijking van de gegevens die bij de kennisgeving als bedoeld in artikel 4 zijn verstrekt;

    • c.

      De houder van de inrichting verzuimt te doen of na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om overmatige hinder te voorkomen;

    • d.

      Het maximaal toegestane aantal festiviteiten als vervat in artikel 4, eerste lid dan wel derde lid is overschreden.

  • 2. Van overmatige hinder als bedoeld in het eerste lid, sub c is sprake als ten tijde van een incidentele festiviteit het algemeen geldende maximaal toelaatbare geluidsniveau met meer dan 15 dB(A) LAr,LT wordt overschreden.

Artikel 6 Voorschriften collectieve en incidentele festiviteiten in horeca- en/of recreatie-inrichtingen

Het is verboden een incidentele of collectieve festiviteit binnen een horeca- en/of recreatie-inrichting te organiseren, toe te laten dan wel feitelijk te leiden als de houder van de inrichting verzuimt de hiernavolgende voorschriften na te leven:

  • a.

    Ten tijde van een incidentele of collectieve festiviteit dient het ten gehore brengen van extra muziek/geluid – hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer – op zondag tot en met donderdag uiterlijk om 24:00 uur en op vrijdag en zaterdag uiterlijk om 01.00 uur te zijn beëindigd;

  • b.

    Als sprake is van een reguliere ontheffing van het sluitingsuur, als bedoeld in artikel 2.22, derde lid Algemene plaatselijke verordening Maastricht (APV) dan wel er een collectieve ontheffing van het sluitingsuur geldt op basis van artikel 2.22, vijfde lid APV dient het ten gehore brengen van extra muziek/geluid – hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in artikel 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer – uiterlijk om 01.00 uur te zijn beëindigd;

  • c.

    Ten hoogste één keer per jaar is een incidentele festiviteit gedurende maximaal twee dagen achter elkaar toegestaan;

  • d.

    Ten tijde van een incidentele dan wel collectieve festiviteit mag de geluidwaarde binnen het publieksvak in de inrichting niet meer dan 100 dB(A) LAr,LT bedragen;

  • e.

    Ten tijde van een incidentele dan wel collectieve festiviteit mag de dB(C)-waarde in de inrichting niet meer dan maximaal 6, 10 en 14 dB verschillen van de toegestane dB(A)-waarde bij respectievelijk het pop-, dance- en housespectrum.

  • f.

    Ten tijde van een incidentele dan wel collectieve festiviteit, de Carnavalsperiode (van vrijdag vóór Carnaval tot en met Carnavalsdinsdag) uitgezonderd, mogen tijdens het ten gehore brengen van muziek en/of spraak via een geluidsinstallatie:

    • -

      De toegangsdeuren van de inrichting niet geopend zijn, anders dan voor het direct doorlaten van personen en/of goederen;

    • -

      De toegangsdeuren niet in geopende stand worden vastgezet, moeten ze zelfsluitend zijn uitgevoerd en dienen ze zacht te sluiten;

  • g.

    Ramen in de buitenwanden van de inrichting niet geopend zijn; tijdens carnaval mogen ramen en deuren open zijn en/of worden verwijderd;

  • h.

    Ten tijde van een incidentele dan wel collectieve festiviteit mogen tijdens het ten gehore brengen van muziek en/of spraak via een geluidsinstallatie ramen niet van een glasbezetting zijn voorzien die geheel of gedeeltelijk gebroken of beschadigd is;

  • i.

    Zowel ten tijde van een incidentele als van een collectieve festiviteit is het gebruik van geluidsboxen en/of andere geluidsvoorzieningen aan de gevels en/of in raam- c.q. deuropeningen van inrichtingen niet toegestaan;

  • j.

    In afwijking van het gestelde onder i. is het gebruik van geluidgevelboxen dan wel best beschikbare technieken (BBT), zoals line arrays of cardioïde basopstellingen, voor het produceren van (muziek)geluid toegestaan:

    • I.

      Voor horeca-inrichtingen, gelegen binnen de gebiedscategorie ‘horecaconcentratiegebied’, overig centrum en winkelzone, zoals dat in het horecabeleid is vastgesteld,

    • II.

      Van vrijdag vóór carnaval tot en met Carnavalsdinsdag met een gebruiksduur van:

      • -

        Vrijdag van 16:00 uur tot zaterdag 01:00 uur;

      • -

        Zaterdag 16:00 uur tot zondag 01:00 uur;

      • -

        Zondag 12:00 uur tot maandag 02:00 uur;

      • -

        Maandag 12:00 uur tot dinsdag 02:00 uur;

      • -

        Dinsdag van 12:00 uur tot 24:00 uur;

    • III.

      Indien de geluidgevelboxen en de toegepaste BBT een geluidsniveau van maximaal 85 dB(A) en 95 dB(C) aan de gevel van het meest nabij gelegen geluidgevoelig object niet overschrijden;

    • IV.

      Indien de inrichting binnen een afstand van 50 meter van de inrichting gebruik maakt van één muzieksignaal;

    • V.

      Indien gebruikte geluidsinstallaties die buiten aan een gevel van een inrichting bevestigd zijn of anderszins buiten opgesteld zijn, zijn voorzien van een verzegelde geluidslimiter.

  • k.

    In afwijking van het gestelde onder i en in aanvulling op het hiervoor gestelde onder j kunnen burgemeester en wethouders:

    • -

      Voor unieke festiviteiten, het gebruik van geluidboxen aan gevels van horeca-inrichtingen of van BBT onder nader te stellen voorwaarden maximaal drie keer per kalenderjaar toestaan;

    • -

      Incidenteel, voor gevallen waarbij zeer bijzondere hoogstaande (sport)prestaties geleverd zijn, het gebruik van geluidboxen aan gevels van horeca-inrichtingen of van BBT onder nader te stellen voorwaarden toestaan;

  • l.

    Muziekinstallaties, waarop geluidgevelboxen en BBT zijn aangesloten, dienen te zijn voorzien van een deugdelijke verzegeling;

  • m.

    Het gebruik van geluidgevelboxen en BBT in geval van unieke en incidentele, bijzondere festiviteiten als bedoeld in artikel 6 onder k is toegestaan van 12:00 tot 23:00 uur;

  • n.

    Geluidboxen en BBT als bedoeld in artikel 6 onder k mogen niet meer dan één dag per drie dagen gebruikt worden en niet direct voorafgaand aan of aansluitend op collectieve festiviteiten;

  • o.

    Vijf dagen voorafgaand aan een incidentele festiviteit dienen omwonenden in de directe omgeving van de inrichting schriftelijk in kennis gesteld te worden van aard, datum, aanvangstijd en duur van die festiviteit.

Artikel 7 Voorschriften incidentele festiviteiten in inrichtingen, niet zijnde horeca- en/of recreatie-inrichtingen

Het is verboden een incidentele festiviteit als bedoeld in artikel 4 binnen een inrichting, niet zijnde een horeca- en/of recreatie-inrichting, te organiseren, toe te laten dan wel feitelijk te leiden als de houder van de inrichting verzuimt de hiernavolgende voorschriften na te leven:

  • a.

    Ten tijde van een incidentele festiviteit dient het ten gehore brengen van extra muziek/geluid – hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer – uiterlijk om 01.00 uur te zijn beëindigd;

  • b.

    Ten tijde van een incidentele festiviteit mag het maximaal toegestane LAr,LT, zoals geldend op basis van het Activiteitenbesluit milieubeheer, op een afstand van 25 meter vanaf de grens van de inrichting met niet meer dan 15 dB(A) worden overschreden; daarbij mag bovendien geen sprake zijn van overmatige hinder als bedoeld in artikel 5, tweede lid van deze regeling;

  • c.

    Ten tijde van een incidentele festiviteit mogen tijdens het ten gehore brengen van muziek en/of spraak via een geluidsinstallatie:

    • -

      De toegangsdeuren van de inrichting niet geopend zijn, anders dan voor het direct doorlaten van personen en/of goederen;

    • -

      De toegangsdeuren niet in geopende stand worden vastgezet, moeten ze zelfsluitend zijn uitgevoerd en dienen ze zacht te sluiten;

    • -

      Ramen in de buitenwanden van de inrichting niet geopend zijn;

    • -

      Ramen niet van een glasbezetting zijn voorzien die geheel of gedeeltelijk gebroken of beschadigd is.

  • e.

    Ten tijde van een incidentele festiviteit is het gebruik van geluidsboxen aan de gevels en/of in raam- c.q. deuropeningen van inrichtingen niet toegestaan;

  • f.

    Vijf dagen voorafgaand aan een incidentele festiviteit dienen omwonenden in de directe omgeving van de inrichting schriftelijk in kennis gesteld te worden van aard, datum, aanvangstijd en duur van die festiviteit.

Artikel 8 Buitenterreinen behorende bij een inrichting niet zijnde een terras

  • 1. De aanwijzing van een collectieve festiviteit, als bedoeld in artikel 3, dan wel de kennisgeving van een incidentele festiviteit, als bedoeld in artikel 4 is niet van toepassing op een buitenterrein en /of een terras, behorende bij een inrichting.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het een aantal door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen inrichtingen toegestaan om op een buitenterrein – onder nader te stellen voorwaarden, waaronder in elk geval begin- en eindtijden, alsmede maximaal 70 dB(A)- en 80 dB(C)-geluidgrenswaarden Lar,LT, gemeten aan de gevel van het meest nabij gelegen geluidgevoelig object, een incidentele festiviteit als bedoeld in deze verordening te houden:

    • a.

      Tot een maximum van 3 per kalenderjaar van het totale op grond van artikel 4, eerste en derde lid toegestane aantal incidentele festiviteiten, mits dat buitenterrein niet behoort tot de openbare ruimte en dat terrein niet als regulier terras vergund is; en

    • b.

      De productie van muziek- of versterkt geluid op het buitenterrein maximaal 12 uur per dag duurt en uiterlijk om 23:00 uur is beëindigd.

Artikel 9 Buitensportterreinen

  • 1. De aanwijzing van een collectieve festiviteit, als bedoeld in artikel 3, dan wel de kennisgeving van een incidentele festiviteit, als bedoeld in artikel 4 is niet van toepassing op een buitensportterrein behorend bij een inrichting.

  • 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid is het elke vereniging, die ten tijde van het van kracht worden van deze verordening gehuisvest is binnen dezelfde sportaccommodatie, toegestaan om per jaar maximaal één incidentele festiviteit te houden op een tot de inrichting behorend buitenterrein van die sportaccommodatie, waarbij:

    • a.

      In afwijking van artikel 6, sub c elke afzonderlijke festiviteit op het buitenterrein maximaal 2 aaneengesloten dagen mag duren en;

    • b.

      Elke afzonderlijke festiviteit niet aansluitend aan een andere festiviteit mag plaatsvinden;

  • 3. Onverminderd het tweede lid van artikel 9 van deze regeling is het elke vereniging, die ten tijde van het van kracht worden van deze verordening niet over een eigen sportaccommodatie beschikt, toegestaan om gebruik te maken van een buitensportterrein behorend tot een sportaccommodatie van een andere daarop gehuisveste vereniging onder de voorwaarden dat:

    • a.

      De festiviteit gecombineerd met sport moet plaatsvinden;

    • b.

      Per jaar maximaal één festiviteit door een vereniging, die niet gehuisvest is binnen de inrichting, georganiseerd mag worden;

    • c.

      Het maximaal aantal te organiseren sportfestiviteiten van 1 per jaar bovenop die van de gevestigde verenigingen op het buitenterrein niet wordt overschreden;

    • d.

      In afwijking van artikel 6, sub c elke afzonderlijke festiviteit op het buitenterrein maximaal 2 aaneengesloten dagen mag duren;

    • e.

      Elke afzonderlijke festiviteit niet aansluitend aan een andere festiviteit op hetzelfde buitensportterrein mag plaatsvinden;

    • f.

      Elk van deze festiviteiten vooraf gemeld dient te worden bij de gemeente Maastricht, team Vergunnen van de afdeling Veiligheid & Leefbaarheid.

  • 4. Het is verboden een incidentele festiviteit als bedoeld in het tweede en derde lid van dit artikel te organiseren, toe te laten dan wel feitelijk te leiden indien de houder van de inrichting als genoemd in het tweede lid verzuimt de hiernavolgende voorschriften na te leven:

    • a.

      Ten tijde van een incidentele festiviteit op een buitenterrein – niet zijnde een terras – mag op de gevels van de nabijgelegen woningen een geluidniveau van 70 d(B)A en 80 dB(C) Lar,LT niet worden overschreden;

    • b.

      De productie van muziek- of versterkt geluid in het kader van een incidentele festiviteit op een buitenterrein duurt maximaal 12 uur per dag en dient uiterlijk om 23.00 uur te zijn beëindigd.

  • 5. Een incidentele activiteit als bedoeld in het eerste en tweede lid mag niet direct voorafgaand aan of aansluitend op een collectieve festiviteit plaatsvinden.

  • 6. Op een incidentele activiteit als bedoeld in het tweede en derde lid is artikel 4, derde en zesde tot en met tiende lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Strafbepaling

Overtreding van artikel 5, 6, 7, 8, 9, tweede lid en derde lid wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 11 vervallen oude regeling

De verordening ex artikel 2.21 Activiteitenbesluit milieubeheer Maastricht, vastgesteld bij Raadsbesluit van 10 maart 2020, wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ex artikel 2.21 Activiteitenbesluit milieubeheer Maastricht.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 28 januari 2025

De Griffier,

P. Peeters

De Voorzitter,

W.A.G. Hillenaar

Toelichting

Algemeen

De Verordening ex artikel 2.21 Activiteitenbesluit milieubeheer, die in 2020 is vastgesteld, is in de voorbereiding onderwerp geweest van een uitvoerig participatieproces. Bij dat proces zijn de betrokken stakeholders - KHN, afdeling Maastricht en Heuvelland, een afvaardiging van horecaondernemers en van burgers, alsmede politie en gemeentelijke handhaving - betrokken geweest. Bij de afronding van bedoeld participatieproces is aangekondigd dat een evaluatie van de regeling met de betrokken stakeholders zou plaatsvinden. Die evaluatie heeft – door de coronapandemie en andere omstandigheden later dan gepland - plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan is beoordeeld of en zo ja, welke wijzigingen van de verordening nodig werden geacht. Het resultaat van de evaluatie en de daarbij gemaakte afweging ligt met bovenstaande regeling voor.

Naast enkele redactionele verbeteringen zijn de navolgende inhoudelijke wijzigingen aangebracht ten opzichte van de Verordening uit 2020.

  • 1.

    Het maximale zendniveau voor incidentele en collectieve festiviteiten wordt teruggebracht van 103 naar 100 dB(A) LAr,LT (artikel 6 onder d) en wordt als geluidwaarde binnen het publieksvak aangeduid. De Omgevingsdienst Zuid-Limburg heeft deze maximale geluidwaarde geadviseerd om de woonomgeving beter tegen geluidhinder te kunnen beschermen. Daarnaast heeft deze norm een positief effect op de publieke gezondheid, waarbij gedacht moet worden aan de bescherming tegen gehoorbeschadiging.

  • 2.

    Naast de traditionele geluidgevelboxen zijn ook de Best Beschikbare Technieken in deze verordening geïntroduceerd. Daarbij moet gedacht worden aan line arrays en cardioïde basopstellingen (artikel 6 onder j).

  • 3.

    De methodiek van meten van muziekgeluid tijdens Carnaval is aangepast (artikel 6 onder j). Er wordt volgens deze regeling niet meer gemeten op 3 meter afstand van de geluidgevelbox of best beschikbare techniek voor geluidproductie, maar aan de gevel van de meest nabij gelegen woning. De meetmethode is om reden van praktische uitvoerbaarheid gewijzigd.

  • 4.

    De geluidnorm voor zwaar frequent geluid (basgeluid) is teruggebracht van 100 dB(C) naar 95 dB(C) (artikel 6 onder j). De Omgevingsdienst Zuid-Limburg heeft ter bescherming van de woonomgeving tegen geluidhinder geadviseerd om het verschil tussen de A-waarde en de C-waarde niet meer te laten zijn dan 10 DB. Aangezien de A-waarde 85 dB bedraagt om voldoende bescherming te bieden naar de woonomgeving toe is de C-waarde neerwaarts bijgesteld naar 95 dB(C).

  • 5.

    Het is in de nieuwe verordening toegestaan aan niet op een sportcomplex gevestigde, oftewel van buiten de inrichting komende (sport)vereniging om 1 x per jaar een buitenfeest gecombineerd met sport te organiseren (artikel 9, lid 3). In de praktijk blijkt hier uit een oogpunt van het bevorderen van sport en beweging behoefte aan te bestaan. Aan die behoefte – de combinatie van sporten/bewegen met een feestelijke afsluiting van een toernooi – wordt in deze verordening onder voorwaarden tegemoetgekomen.

  • 6.

    Voor festiviteiten op buitensportterreinen en op terreinen van nog door B en W aan te wijzen inrichtingen zijn maximale A- en C-geluidgrenswaarden van 70, respectievelijk 80 opgenomen in deze regeling (artikel 8 en 9).

Bijzonder

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet Er wordt hier verwezen naar het oude Activiteitenbesluit, omdat de nieuwe regels zijn opgenomen in artikel 2.24 Omgevingswet en artikel 5.67 tot en met 5.72 Bkl. In het Bkl staat dat in het omgevingsplan kan worden opgenomen dat bepaalde geluidswaarden zoals opgenomen in het omgevingsplan niet van toepassing zijn op bepaalde incidentele en collectieve festiviteiten. Omdat dit nog niet is geregeld in het omgevingsplan valt men terug op de regels zoals opgenomen in de Bruidsschat. Dit zijn de regels zoals die voorheen in het Activiteitenbesluit stonden. Dit wordt ook zo geadviseerd door de VNG.

  • f.

    Inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

    In de praktijk kan er onduidelijkheid ontstaan over de vraag waar de incidentele en collectieve festiviteit mag plaatsvinden. Oftewel op welke locatie het geluid hoger mag. Uitgangspunt in deze verordening is dat de hogere geluidwaarden toegestaan zijn binnen de inrichting. Tot de inrichting behoort ook het terras. Horecapand en terras vallen dus binnen de grens van de inrichting. Het buitenterrein van een inrichting grenst aan de inrichting of is zeer nabij de inrichting gelegen, maar is niet als terras vergund. Die buitenlocaties mogen op grond van artikel 8 bij uitzondering (maximaal 3 x per jaar) ook gebruikt worden voor festiviteiten. Om daarvoor in aanmerking te komen dient er wel een aanwijzingsbesluit door het college van burgemeester en wethouders genomen te worden. In het aanwijzingsbesluit van het college worden ook de grenzen van het buitenterrein nader aangegeven. Voor de aangewezen buitenterreinen gelden uiteraard wel de in deze verordening opgenomen geluidwaarden en voorwaarden.

    De duur van een festiviteit kan tot verwarring leiden als tijdens de festiviteit het tijdstip van 24:00 uur wordt overschreden, bijvoorbeeld bij de viering van oud op nieuw. In dat geval is sprake van een aaneengesloten festiviteit dat op grond van deze verordening geldt als één festiviteit.

Artikel 6 Voorschriften collectieve en incidentele festiviteiten in horeca- en/of recreatie-inrichtingen

Onder d:

Deze bepaling bevat op advies van de Omgevingsdienst een geluidnorm van 100 dB(A) LAr,LT en geldt binnen de inrichting binnen het publieksvak. De norm is bedoeld ter bescherming tegen gehoorbeschadiging en dient de publieke gezondheid. In het verleden zijn voor enkele horeca-inrichtingen maatwerkvoorschriften vastgesteld die in het kader van de reguliere bedrijfsvoering/exploitatie een hogere maximale geluidwaarde toestaan dan 100 dB(A). Dit maatwerk gaat als bijzondere regel voor op de algemene geluidnormering volgens artikel 6 onder d.

Onder j:

Tijdens de carnavalsdagen is de gehele binnenstad van Maastricht één groot evenemententerrein. Dit vloeit voort uit het feit dat carnaval een feest is met een regionale aantrekkingskracht op bezoekers. Bovendien is het een feest, dat traditiegetrouw in de buitenlucht gevierd wordt. Het gebruik van geluidgevelboxen en line arrays in het stadscentrum benadrukken het bijzondere karakter van dit feest buiten op straat en op de pleinen. Gedurende die 5 dagen van het jaar - van vrijdag vóór tot en met dinsdag na carnaval – geldt een apart geluidregiem. Niet dat de geluidnormering zo veel afwijkt, maar er wordt vanwege de massale drukte in de binnenstad wel anders gemeten in het kader van de controle en handhaving. Niet het geluid op 3 meter van de geluidsbox is bepalend voor de toegestane geluidnorm, maar de geluidwaarde aan gevel van de meest nabij gelegen woning wordt als meetpunt gehanteerd. Dat laatste wijkt af van de wijze waarop tijdens andere incidentele of collectieve festiviteiten wordt gemeten. Geluid meten met carnaval wordt op deze manier praktisch uitvoerbaar, terwijl op grond daarvan gecontroleerd kan worden of de geproduceerde geluidwaarden afkomstig van geluidsboxen en line arrays ook met carnaval binnen acceptabele grenzen blijven.

Onder sub I van artikel 6 onder j is sprake van de gebiedsaanduiding ‘‘horecaconcentratiegebied’, overig centrum en winkelzone, zoals dat in het horecabeleid is vastgesteld.’

Deze aanduiding is gebruikt in de Horecanota 2008 en omvatte de volgende gebieden/straatnamen:

Winkelzone

Wijcker Brugstraat (tussen brug en Wilhelminasingel)

Sint Servaasbrug

Maastrichter Brugstraat

Kleine Staat Grote Staat

Munstraat

Nieuwstraat

Spilstraat

Jodenstraat

Mariastraat

Hoenderstraat

Mosa Forum

Gubbelstraat (m.u.v. huisnummer 38,40 en 41)

Dominikanerplein

Dominikanerstraat

Leliestraat

Sporenstraat

Platielstraat

Sint Amorsplein

Achter het Vleeshuis

Vijfharingenstraat

Minckeleersstraat

Kersenmarkt

Maastrichter Smedenstraat

Havenstraat

Stokstraat

WolfstraatPlankstraat

Horecaconcentratiegebieden

Vrijthof Oost (nrs 1 t/m 17)

Vrijthof West (nrs 28 t/m 36)

Markt Noord

Markt West (nrs 1 t/m 10 en de nrs 22 t/m 28)

Markt Zuid

Gubbelstraat (nrs 38 t/m 41)

Boschstraat West (nrs. 104 t/m 112)

Boschstraat Oost (nrs. 105 t/m 115)

Bredestraat (nr 32)

Kesselskade

Overig centrum

Alle overige straten aan de binnenkant (vanuit het centrum) van de

volgende straten

Pr. Bisschopsingel

Hertogsingel

Statensingel

Maagdendries

Boschstraat

Bassin

Van Hasseltkade

Wilhelminabrug

Wilhelminasingel

Stationstraat (ten oosten van Wilhelminasingel)

Parallelweg (nrs 59 en 61)

Spoorweglaan (nrs. 1 t/m 6 en Stationslocatie en Kolonel)

Avenue Ceramique

J.F. Kennedysingel

Artikel 6 onder j sub I blijft vooralsnog van toepassing tot het moment waarop toekomstig Horecabeleid met een andere gebiedsaanduiding van kracht wordt.