Nadere regels 'Lokale aanpak isolatie voor slecht geïsoleerde woningen'

1. Aanvrager: een eigenaar van een bestaande woning die zich aanmeldt voor het project.

2. Beschikking: de brief van de gemeente waarin staat of iemand wel of niet mee mag doen met het project.

3. Bijstandsnorm: het bedrag dat iemand minimaal nodig heeft om van te kunnen leven (bedragen volgens de Participatiewet).

4. Biobased isolatiemateriaal: materiaal dat is gemaakt van natuurlijke hernieuwbare of gerecyclede bronnen, zoals vlas (planten) of schapenwol (dieren) of cellulose (oud papier).

5. Bouwdeel: onderdeel van de woning dat te isoleren is. Er zijn 4 bouwdelen; muur, ramen, dak en vloer.

6. Kadokaart: kaart waarmee je isolatiemateriaal kunt kopen bij een deelnemende bouwmarkt.

7. Energiecoach; een deskundige vrijwilliger die gratis en onafhankelijk advies geeft over de verduurzaming van woningen.

8. Energielabel: een onafhankelijk label dat laat zien hoe energiezuinig een woning is.

9. Isolatiebedrijf: een isolatiebedrijf dat gecertificeerd is volgens de standaard van de isolatiebranche.

10. Isolatiemaatregel: een maatregel die de isolatie van de woning verbetert.

11. Isolatiewaarde: een getal dat aangeeft hoe goed het isolatiemateriaal isoleert.

12. Soortenmanagementplan (SMP); in muren en onder daken leven verschillende beschermde dieren zoals vleermuizen en vogels. Als je gaat isoleren, verjaag of dood je deze dieren. Een SMP beschrijft welke dieren waar voorkomen en in een SMP staat ook waar nieuwe woonplaatsen komen voor die dieren.

13. Spaargeld: het totaalbedrag van al uw bankrekeningen (volgens Participatiewet, artikel 34). (Spaar-)geld van kinderen die nog thuis wonen tellen we niet mee.

14. Wachtlijst: lijst met aanvragers die zich hebben aangemeld, nadat alle beschikbare subsidie al is gereserveerd of lijst met aanvragers die niet voldoen aan de minimale oppervlakte-eisen.

15. WOZ-waarde; bedrag dat zegt hoeveel een woning waard is (volgens de wet Waardering Onroerende Zaken).

1. De subsidie kent 3 vormen. De aanvrager kiest zelf één gewenste vorm:

• a.

  Gratis maatregel; de aanvrager huurt een bedrijf in en de gemeente betaalt namens de aanvrager de subsidie aan het bedrijf. Deze vorm is alleen mogelijk bij een bepaald inkomen (zie artikel 5b)

• b.

  Inhuur; de aanvrager huurt een gecertificeerd bedrijf in voor de isolatiewerkzaamheden bij hem/haar thuis. Bij deze vorm ontvangt de aanvrager achteraf subsidie.

• c.

  Doe-het-zelf; de aanvrager vraagt een kadokaart aan. De aanvrager koopt met deze kaart isolatiemateriaal bij een deelnemende bouwmarkt (of online op een website gefaciliteerd via Regionaal Energieloket) en brengt het zelf aan in zijn/haar huis.

2. De aanvrager vraagt één keer subsidie aan. Dat mag voor één of meer bouwdelen zijn, zolang aan alle voorwaarden wordt voldaan en de kosten lager blijven dan het maximale subsidiebedrag (zie artikel 8a, 8b, 8c).

1. De aanvrager woont in de gemeente Rijssen-Holten.

2. De aanvrager is eigenaar van een bestaande woning.

3. Bij twee of meer eigenaren gelden deze gezamenlijk als aanvrager.

4. De aanvrager staat zelf ook ingeschreven op het adres van de woning.

1. De aanvrager heeft een inkomen dat lager is dan 150% van bijstandsnorm (volgens participatiewet) die geldt op het moment dat de aanvraag wordt gedaan.

2. De aanvrager heeft niet meer spaargeld dan het vermogen volgens Participatiewet, artikel 34.

Spaargeld van inwonende kinderen rekenen we niet mee.

1. De woning is bestemd voor permanente bewoning, het is geen recreatiewoning.

2. De woning is geen onderdeel van een Vereniging van Eigenaren (VvE).

3. De woning is gebouwd in of voor 1991.

4. De woning is slecht geïsoleerd. Als bewijs telt:

• a.

  Een vastgesteld energielabel D, E, F of G dat maximaal 10 jaar oud is. Na die vaststelling is er niets meer aan de isolatie verbeterd,

  of

• b.

  Een vastgesteld energielabel C dat maximaal 10 jaar oud is én ten minste 2 slecht geïsoleerde bouwdelen,

  of

• c.

  Geen vastgesteld energielabel én ten minste 2 slecht geïsoleerde bouwdelen.

5. De 4 bouwdelen zijn: muur, dak, vloer en glas. Je kunt niet voor alle delen subsidie aanvragen (zie artikel 5d), maar alle delen mogen wel meetellen voor het vaststellen van de slecht geïsoleerde bouwdelen (zoals genoemd bij lid 8b en 8c hierboven).

• a.

  Het dak telt als slecht geïsoleerd wanneer er:

  • geen of minder dan 9 cm isolatiemateriaal aanwezig is

    N.B. Een onverwarmde zolder met meer dan 5 centimeter isolatie op de vloer telt als goede dakisolatie.

• b.

  De muur telt als slecht geïsoleerd wanneer er:

  • helemaal geen isolatiemateriaal aanwezig is in of tegen de muur.

• c.

  De vloer telt als slecht geïsoleerd wanneer er:

  • Geen of minder dan 5 cm isolatiemateriaal aanwezig is.

    N.B. Hangen er thermokussens onder de vloer dan is telt de vloer als goed geïsoleerd.

• d.

  Het glas telt als slecht geïsoleerd wanneer:

  • het enkel, dubbel of HR-glas is.

6. De WOZ-waarde van de woning was op 01-01-2022 lager dan € 429.300.

7. Een aanvrager kan maar één vorm van subsidie aanvragen. Zie artikel 4 voor de verschillende mogelijkheden.

1a. De isolatiemaatregelen die onder deze subsidie vallen zijn:

• I.

  Vloer begane grond (vorm: gratis maatregel / inhuur / doe-het-zelf)

• II.

  Bodem kruipruimte (vorm: gratis maatregel / inhuur / doe-het-zelf)

• III.

  Zoldervloer (vorm: gratis maatregel / inhuur / doe-het-zelf)

• IV.

  Dak (binnenkant) (vorm: gratis maatregel / inhuur / doe-het-zelf)

• V.

  Glas (vorm: gratis maatregel / inhuur)

• VI.

  Isolatie gevel (binnenkant) (vorm: gratis maatregel / inhuur / doe-het-zelf

  Isolatie van de spouw (-muur), dak van buitenkant en gevel van buitenkant vallen niet onder deze subsidie

1b. Onder het isoleren van de gevel van binnenuit valt niet het isoleren van binnenmuren of scheidingswanden.

2. Het gebruik van biobased isolatiemateriaal wordt gestimuleerd met een bonussubsidie (zie artikel 8b). Biobased materiaal is gemaakt van natuurlijke hernieuwbare of gerecyclede bronnen, zoals vlas (planten) of schapenwol (dieren) of cellulose (oud papier).

3. Sommige isolatievormen sluiten elkaar uit, de aanvrager past niet beide methoden toe:

• a.

  Isoleren van vloer begane grond en bodem kruipruimte sluiten elkaar uit;

• b.

  Isoleren dak van binnenuit en zoldervloer sluiten elkaar uit;

4. De te isoleren bouwdelen hebben een minimaal oppervlak en het isolatiemateriaal heeft een minimale isolatiewaarde (voor glas geldt een maximale isolatiewaarde):

5. De gemeente plaatst aanvragers die niet voldoen aan de minimale oppervlakte- eis op een wachtlijst. Zolang de regeling loopt, kan de eerstvolgende aanvrager op de wachtlijst in aanmerking komen voor subsidie tot het maximum van 10% van het aantal verleende subsidies is bereikt. De gemeente beoordeelt aan het eind van elk kwartaal hoeveel subsidies zijn verleend en hoeveel aanvragers op de wachtlijst alsnog in aanmerking komen voor subsidie.

6. Sommige isolatievormen kennen aanvullende voorwaarden:

• a.

  Isoleren van de zoldervloer kan alleen gebeuren als deze zolder niet verwarmd is. Is de zolder wel verwarmd, dan isoleert de aanvrager het dak.

• b.

  Als er HR+++ (triple) glas wordt geplaatst, moeten er ook isolerende kozijnen geplaatst worden. Gebeurt dit niet dan vraagt de aanvrager het lagere subsidiebedrag voor HR++-glas aan.

1. De gemeente maakt de regeling bekend onder haar inwoners.

2. De aanvrager kiest op de gemeentelijke website een van de 3 subsidievormen.

3. In geval van een gratis maatregel

• De aanvrager vult op de al bestaande gemeentelijke projectwebsite ’1 gratis maatregel’ een aanvraagformulier in. Vervolgens schakelt de gemeente binnen 6 weken een energiecoach in die de geschiktheid van het huis controleert. Een isolatiebedrijf doet nog een eindcontrole en brengt een offerte uit welke de gemeente al dan niet goed keurt. De huiseigenaar geeft binnen 3 maanden opdracht voor uitvoering. De gemeente betaalt uiteindelijk de rekening namens de aanvrager. Zie voor meer informatie de Nadere Regels ‘1 gratis maatregel’.

4. In geval van inhuur bedrijf

• De aanvrager vult op de gemeentelijke projectwebsite een aanvraagformulier in. Na controle van de aangeleverde informatie en foto’s van de voor-situatie reserveert de gemeente binnen 6 weken wel of niet een subsidiebedrag (subsidieverlening). Zodra de werkzaamheden klaar zijn, vraagt de aanvrager een definitieve subsidie aan. Als alle gevraagde informatie en foto’s van de na-situatie zijn aangeleverd én als de aanvrager inderdaad heeft laten isoleren waar vooraf geld voor is gereserveerd, stuurt de gemeente binnen 6 weken een beschikking (subsidievaststelling) en betaalt vervolgens binnen 3 weken de subsidie uit.

5. In het geval van een kadokaart

• De aanvrager beantwoordt op de gemeentelijke projectwebsite een aantal vragen over de voorwaarden. Als men daaraan voldoet, verstuurt de gemeente een brief met een unieke code. Met die code vraagt de aanvrager vervolgens een kadokaart aan op de website van het Regionale Energieloket (REL). De aanvrager beantwoordt hier ook nog een paar vragen over de voorwaarden en levert foto’s aan van de voor-situatie. Het Regionale Energieloket controleert en beslist of de aanvrager een kadokaart krijgt (subsidieverlening). Met de kadokaart kan men vervolgens bij de deelnemende bouwmarkten, of online, isolatiemateriaal kopen. Na afronding van de werkzaamheden, levert de aanvrager foto’s van de na-situatie aan waarna het Regionaal Energieloket de subsidie vervolgens definitief vaststelt. Levert de aanvrager geen bewijs aan, dan vordert de gemeente het bedrag van de kadokaart terug.

6. Bij alle 3 de vormen van subsidie geldt dat de werkzaamheden binnen een bepaalde periode klaar moeten zijn (zie artikel 8a, 8b en 8c). Aanvragers krijgen voor die einddatum tenminste 1 herinnering.

7. Door middel van een steekproef worden de aanvragen gecontroleerd.

8. Het college van B&W is bevoegd om te beslissen op aanvragen.

1. Subsidie kan ook worden aangevraagd voor isolatiewerkzaamheden die zijn uitgevoerd op of na 1 januari 2023.

2. Een aanvullende voorwaarde is wel dat de aanvrager nog een (kopie) van de betreffende kassabon(nen) en/of rekening(en) heeft.

3. Wanneer gekozen wordt voor de subsidievariant ‘doe-het-zelf’ krijgt de aanvrager geen kadokaart, maar doet een aanvraag voor een subsidiebedrag.

1. De 3 verschillende subsidievarianten worden betaald vanuit een en hetzelfde subsidiebudget.

2. Het totale subsidieplafond is vastgesteld op € 2.412.500

3. Deelname gebeurt op volgorde van aanmelding;

• –

  In geval van een gratis maatregel is dat de datum waarop de aanvrager het aanvraagformulier indient.

• –

  In geval van inhuur bedrijf is dat de datum waarop de aanvrager het aanvraagformulier voor de reservering van het subsidiebedrag indient.

• –

  In geval van een kadokaart is dat de datum waarop de aanvrager met zijn/haar unieke code een kadokaart aanvraagt.

4. Als het beschikbare geld volledig is gereserveerd, komt de aanvrager op een wachtlijst te staan. Als eerder gereserveerd geld toch niet wordt uitgegeven, komt de eerstvolgende op de wachtlijst alsnog in aanmerking voor een subsidie.

1. Per woning is maximaal € 4.500 beschikbaar.

2. De aanvrager geeft, nadat hij / zij een positieve beschikking heeft gekregen van de gemeente, binnen 2 maanden opdracht aan het bedrijf.

1. Per woning is maximaal € 2.000 beschikbaar.

2. Wanneer biobased isolatiemateriaal wordt gebruikt, krijgt de aanvrager een bonusbedrag. Hierdoor kan het totale subsidiebedrag dat de aanvrager ontvangt hoger dan € 2.000 zijn.

3. Dit zijn de subsidiebedragen per vierkante meter:

4. De aanvrager vraagt binnen 6 maanden na de voorlopige beschikking, de definitieve beschikking aan. Dit kan als de isolatiemaatregelen zijn uitgevoerd.

1. De unieke code voor de kadokaart heeft geen einddatum. Tenzij het subsidieplafond is bereikt, dan kan de unieke code niet meer worden ingewisseld voor een kadokaart.

2. Een kadokaart is maximaal € 1.000 waard. Zijn de isolatiemaatregelen al eerder uitgevoerd, dan kan de aanvrager maximaal € 1.000 subsidie aanvragen.

3. Een kadokaart is 90 dagen geldig.

4. De aanvrager kan de kadokaart binnen die periode meerdere keren bij verschillende deelnemende bedrijven gebruiken.

5. Nadat het isolatiemateriaal is gekocht, levert de aanvrager binnen 60 dagen foto’s aan waarop te zien is wat hij/zij geïsoleerd heeft.

1. Deze Nadere Regels treden in werking op 17 februari 2025.

2. Deze Nadere Regels zijn van kracht (op aanvragen) tot en met 30 juni 2026.