Algemene subsidieverordening West Betuwe 2025

Geldend van 13-02-2025 t/m heden

Intitulé

Algemene subsidieverordening West Betuwe 2025

De raad van de gemeente West Betuwe;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 december 2024,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

Vast te stellen de Algemene subsidieverordening West Betuwe 2025

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht

  • b.

    aanvrager: een (rechts-)persoon die op de voorgeschreven wijze een aanvraag indient om subsidie te verkrijgen;

  • c.

    ontvanger: een (rechts-)persoon waaraan, al dan niet onder voorwaarden en verplichtingen, een subsidie wordt verleend

  • d.

    subsidieregels: een algemene regel die door burgemeester en wethouders bij besluit is vastgesteld en op basis waarvan subsidies worden toegekend;

  • e.

    jaar: een kalenderjaar, tenzij in deze verordening genomen besluiten is bepaald dat een boekjaar wordt bedoeld

  • f.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten

  • g.

    meerjarensubsidie: subsidie die voor maximaal vier kalenderjaren aan een ontvanger wordt verstrekt;

  • h.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschriften artikel 4 van deze verordening;

  • i.

    subsidiestaat: overzicht van verstrekte subsidies in een begrotingsjaar, zie artikelen 3 en 4;

  • j.

    burgemeester en wethouders: college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe;

  • k.

    raad: gemeenteraad van de gemeente West Betuwe;

  • l.

    programmabegroting: de door de gemeenteraad goedgekeurde begroting

  • m.

    verordening: Algemene subsidieverordening West Betuwe 2025

  • n.

    onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • o.

    verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PbEU C 326/47).

Artikel 2 Toepassingsgebied

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van subsidies (structureel en incidenteel) door burgemeester en wethouders met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening of wettelijke regeling een uitputtende regeling is getroffen en subsidies zoals bedoeld in art. 4.23, derde lid van de Awb.

  • 2. Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die vallen binnen de in de programmabegroting beschikbaar gestelde budgetten.

Artikel 3 Bevoegdheden raad en burgemeester en wethouders

  • 1. De raad stelt jaarlijks de programmabegroting vast en de meerjarenbegroting in de drie daarop volgende jaren.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen subsidieregels vast op grond van de door de raad vastgestelde beleidsnota’s.

  • 3. Burgemeester en wethouders bepalen op grond van het in lid 1 en lid 2 gestelde de jaarlijkse beschikbare subsidies.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks een overzicht van verleende subsidies vast dat wordt weergegeven in een subsidiestaat.

Artikel 4 Subsidieplafonds en minimum subsidiebedrag

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen voor één of meer beleidsterreinen of onderdelen daarvan een subsidieplafond vaststellen en wijzigen zoals staat in artikel 4:22 en 4:25 van de Awb. Het besluit tot vaststelling of wijziging van de subsidieplafonds wordt tijdig door burgemeester en wethouders bekendgemaakt.

  • 2. Indien de programmabegroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd is de verleningsbeschikking van de subsidie een voorlopige tot dat de programmabegroting is vastgesteld en goedgekeurd.

  • 3. Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie lager dan € 250.

Artikel 5. Staatssteunregels

  • 1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders in de subsidieregels afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2. Bij subsidieregels waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregel naar het desbetreffende steunkader.

  • 3. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

  • 5. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

Hoofdstuk 2 De aanvraag

Artikel 6 Algemene eisen die gelden voor de aanvrager en de activiteiten

Een structurele subsidie

  • 1.

    Een subsidie wordt, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid, alleen verleend aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2.

    Indien dit voortvloeit uit de aard van de activiteit kunnen burgemeester en wethouders in subsidieregels bepalen dat een subsidie ook kan worden verleend aan één of meer (groepen van) natuurlijke personen.

  • 3.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de aanvraag aan het volgende te voldoen:

    • a.

      activiteiten die passen binnen de doelstellingen die in diverse gemeentelijke beleidsnota’s zijn geformuleerd en in de programmabegroting zijn verwerkt;

    • b.

      die ten dienste staan van de gemeente of de inwoners van de gemeente;

    • c.

      die geen specifieke politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming beogen of feitelijk betreffen;

    • d.

      aannemelijk is dat de behoefte aan subsidiëring redelijk is en dat de uitgaven niet kunnen worden opgevangen in de begroting van de aanvrager;

    • e.

      aan te tonen dat er samen met de aangevraagde subsidie, voldoende financiële middelen zijn om de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, uit te voeren;

    • f.

      waar mogelijk zijn activiteiten af te stemmen op die van soortgelijke organisaties en met dergelijke organisaties samen te werken. Burgemeester en wethouders kunnen hiervoor verplichtingen stellen in de subsidieregels en/of in de verleningsbeschikking;

    • g.

      te voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen die in deze verordening en de subsidieregels staan

    • h.

      geen activiteiten te verrichten die in strijd zijn met de wet;

    • i.

      te voldoen aan de subsidie eisen, die burgemeester en wethouders stellen, die van toepassing zijn op de ontvanger.

  • 4.

    Bij een eerste aanvraag worden de volgende documenten overlegd tenzij burgemeester en wethouders in de Subsidieregels anders hebben aangegeven:

    • a.

      de statuten;

    • b.

      een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      de financiële verantwoording c.q. jaarrekening over het voorafgaande jaar met een balans per 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend; het dient inzichtelijk te zijn over welke eigen middelen de aanvrager de beschikking heeft;

    • d.

      een kopie van het bankafschrift van de bankrekening ten name van de aanvrager.

  • 5.

    De aanvraag wordt via een digitaal aanvraagformulier op de website van de gemeente ingediend en gericht aan burgemeester en wethouders.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders stellen subsidieregels op waarin aangegeven wordt waaraan de aanvraag moet voldoen;

  • 7.

    Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • Aanvragen die niet zijn ontvangen binnen de genoemde termijnen worden niet in behandeling genomen.

Een incidentele subsidie

  • 8.

    Incidentele aanvragen kunnen gedurende het gehele jaar uiterlijk 6 weken voor de activiteit worden aangevraagd met dien verstande dat het subsidieplafond voor het betreffende subsidiecategorie nog niet is bereikt. Indien het subsidieplafond is bereikt, worden de aanvragen niet meer in behandeling genomen. Het gaat hier om aanvragen van niet structurele aard.

  • 9.

    Voor het aanvragen van een incidentele subsidie gelden dezelfde bepalingen als onder ‘een structurele subsidie’ behoudens lid 4.

Artikel 7 Aanvraag meerjarige subsidie

  • 1. Een aanvraag kan voor de duur van maximaal van vier jaar worden aangevraagd als:

    • a.

      activiteiten structureel van aard zijn en in ieder jaar worden uitgevoerd;

    • b.

      gemaakte prestatieafspraken van bepaalde activiteiten over een langere termijn effect tonen;

    • c.

      de aanvrager burgemeester en wethouders onmiddellijk op de hoogte stelt wanneer zich bijzondere omstandigheden voordoen. Hiermee bedoelen we situaties als faillissementen, fusies, reorganisaties e.d.

    • d.

      de aanvrager jaarlijks rapporteert over de voortgang van de prestatieafspraken. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van deze jaarlijkse rapportage.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen in de subsidieregels.

Hoofdstuk 3 De weigeringsgronden

Artikel 8 Weigeringsgronden subsidies

  • 1. De subsidie kan naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen door burgemeester en wethouders worden geweigerd als:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet gericht zijn op het gewenste (gemeentelijke )beleid verwoord in diverse beleidsnota’s.

    • b.

      de te subsidiëren activiteiten niet aanwijsbaar of niet in overwegende mate ten goede komen aan de inwoners van de gemeente;

    • c.

      de subsidiegelden niet of in onvoldoende mate worden besteed aan de activiteiten waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • d.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met wettelijke bepalingen, het algemeen belang of de openbare orde;

    • e.

      als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van activiteiten waarvoor deze is aangevraagd;

    • f.

      wanneer de aangevraagde subsidie aangevraagd is met een winstoogmerk;

    • g.

      de financiële continuïteit of de continuïteit van de bedrijfsvoering van de aanvrager niet is gegarandeerd;

    • h.

      de aanvrager voor dezelfde subsidie reeds een subsidie heeft ontvangen in dat jaar;

    • i.

      de subsidieverlening in strijd is met het (Europese) recht;

    • j.

      de subsidieverlening niet is toegestaan tot dat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt; Staatssteun

    • k.

      subsidieverstrekking niet past binnen de op het betreffende beleidsterrein geldende beleid.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in de subsidieregels extra weigeringsgronden opnemen.

Hoofdstuk 4 Subsidieverlening en termijnen

Artikel 9 Verlening

  • 1. De beschikking tot subsidieverlening bevat een motivering waarom de subsidie wordt verleend, gedeeltelijk wordt verleend of wordt afgewezen.

  • 2. In de subsidiebeschikking wordt de omvang van de subsidie aangegeven voor activiteiten die in een aangegeven periode zullen plaatsvinden.

  • 3. In de subsidiebeschikking wordt aangegeven wat de verplichtingen zijn nadat de subsidie is verleend.

Artikel 10 Beslistermijnen

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor een structurele subsidie als bedoeld in de artikelen 6 en 7 uiterlijk 31 december voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt toegekend.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor incidentele subsidie als bedoeld in artikel 6 binnen 6 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3. In de subsidieregels kunnen burgemeester en wethouders andere termijnen stellen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen een beslissing op een aanvraag voor de duur van maximaal vier weken verdagen.

  • 5. Burgemeester en wethouders delen een besluit tot verdaging mee aan de ontvanger. Zij melden de reden voor de verdaging en geeft daarbij de termijn aan waarbinnen een beslissing wordt genomen.

  • 6. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen ontvanger

Artikel 11 Subsidies tot en met 5.000 euro

  • 1. Subsidies tot en met een bedrag van 5.000 euro worden door burgemeester en wethouders direct vastgesteld.

Artikel 12 Subsidies tussen 5.000 euro en 50.000 euro

  • 1. De ontvanger moet binnen acht weken na afloop van de periode waarin de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling indienen.

  • 2. De aanvraag bevat een inhoudelijk en financieel verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in de subsidieregels en/of de subsidiebeschikking andere regels ten aanzien van inhoudelijk verslag stellen en/of een andere termijn dan acht weken vaststellen.

  • 4. Voor meerjarige subsidieafspraken kunnen burgemeester en wethouders artikel 13, lid 1 van toepassing verklaren.

Artikel 13 Subsidies boven de 50.000 euro

  • 1. Burgemeester en wethouders sluiten een (meerjarige) overeenkomst met de ontvanger. In die overeenkomst worden onder andere afspraken gemaakt over de te leveren diensten/activiteiten en de daarbij behorende prestatieafspraken.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling dient uiterlijk acht weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht ingediend te zijn.

  • 3. Mede afhankelijk van de in de overeenkomst zoals bedoeld in lid 1 gemaakte afspraken geldt:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      de controleverklaring opgesteld door een onafhankelijke accountant.

  • 4. In de Subsidieregels en/of in de subsidiebeschikking kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen voor het verrichten van de in artikel 4:71 Awb lid 1 sub a, b, c, d, i en j genoemde handelingen toestemming aan de ontvanger(s) verlenen. Tevens kan bij de subsidieverlening worden bepaald, dat het in artikel 4:71 lid 1 sub e, f, g en h Awb van de geregelde vereiste van toestemming van overeenkomstige toepassing is.

  • 6. In aanvulling op het bepaalde in artikel 4:71, eerste lid, aanhef en onder c. van de Awb geldt dat de ontvanger zonder winstoogmerk op de voorgeschreven wijze de toestemming van burgemeester en wethouders behoeft voor het vervreemden of het bezwaren van roerende zaken met een boekwaarde van meer dan € 25.000,00 indien zij mede zijn verworven door middel van de subsidiegelden, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit de subsidiegelden.

  • 7. De ontvanger beheert de tot zijn beschikking staande middelen zorgvuldig en treft maatregelen om vermogensschade te voorkomen;

  • 8. Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften in de subsidiebeschikking opnemen over het verzekeren van de risico’s. De ontvanger sluit in ieder geval een adequate verzekering af tegen de risico's van wettelijke aansprakelijkheid en van brandschade.

  • 9. Het is een ontvanger, afgezien van degenen die vooraf formeel toestemming van burgemeester en wethouders hebben gekregen, niet toegestaan om jaarlijks bedragen van in totaal meer dan € 1.000,00 om niet aan één of meer derden ter beschikking te stellen.

Artikel 14 Andere inkomstenbronnen

Burgemeester en wethouders kunnen in het besluit tot subsidieverlening verplichtingen stellen met betrekking tot de hoogte en de wijze van vaststellen en innen van contributies, deelnemersbijdragen en eigen bijdragen door de ontvanger.

Artikel 15 Vergoeding van met subsidie behaald vermogensvoordeel

  • 1. Een object waar een subsidie voor is verleend, mag niet binnen een periode van tien jaar na realisering daarvan worden vervreemd, verhuurd, met hypotheek of andere zakelijke rechten worden bezwaard dan wel geheel of gedeeltelijk aan de in de aanvraag omschreven bestemming worden onttrokken, tenzij burgemeester en wethouders daar uitdrukkelijk toestemming voor hebben verleend.

  • 2. In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Awb, is de ontvanger aan burgemeester en wethouders een vergoeding verschuldigd die bij afzonderlijke beschikking wordt vastgesteld.

  • 3. De vergoeding bedraagt maximaal het bedrag waarmee subsidiëring door de gemeente heeft bijgedragen aan de vermogensvorming in verhouding tot de andere middelen die daaraan hebben bijgedragen.

  • 4. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de economische waarde van de eigendommen en de andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd is.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend verzoek bepalen dat geen vergoeding is vereist, indien de activiteiten of werkzaamheden van de ontvanger worden overgenomen en voortgezet door een rechtspersoon met gelijke of nagenoeg gelijke doelstellingen en de activa en passiva tegen boekwaarde worden overgenomen.

Artikel 16 Inlichtingen en verplichtingen

  • 1. De aanvrager en de ontvanger, doen zo spoedig mogelijk mededeling aan burgemeester en wethouders van (wijzigingen van) omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de beslissing op de aanvraag dan wel een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd.

  • 2. Een ontvanger werkt mee aan, door of namens de gemeente ingesteld onderzoek, dat is gericht op het verkrijgen van inlichtingen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid dan wel de controle op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van subsidies.

  • 3. De ontvanger is verplicht aan de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren inzage te verlenen in de administratie en aan hen ook alle inlichtingen te verstrekken die voor de subsidievaststelling van belang zijn.

Artikel 17 Algemeen bestuur

  • 1. De ontvanger, uitgezonderd natuurlijke personen, dient te blijven voldoen aan de bestuurlijke Code van de eigen branche of indien deze niet aanwezig is aan de voorwaarden die de gemeente voor goed bestuur kan stellen in de Subsidieregels.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een onderzoek instellen naar aanleiding van een aanvraag of verlening van een subsidie zoals genoemd de artikelen 2.4 en 2.5. van de Beleidsregel toepassing wet Bibob.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidie voorschriften verbinden inhoudende:

    • a.

      het betrekken van deelnemers en gebruikers bij het voorbereiden en uitvoeren van het beleid van de aanvrager;

    • b.

      het gebruik van gemeentelijke accommodaties dan wel accommodaties van (andere) organisaties die subsidie ontvangen;

    • c.

      Social Return bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten toe te passen;

    • d.

      diversiteit bij het bereik van de activiteiten;

    • e.

      duurzaamheid.

  • 4. De ontvanger zorgt ervoor dat alle inwoners van West Betuwe ongeacht hun beperking gebruik kunnen maken van de activiteiten, die worden aangeboden. Burgemeester en wethouders kunnen in subsidieregels hiervan afwijken. Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek van de aanvrager in een verleningsbesluit een ontheffing geven van deze verplichting voor een of meer jaren, mits de aanvrager aantoont dat het voldoen aan deze verplichting een onevenredige (financiële) inspanning vergt.

Hoofdstuk 6 De subsidievaststelling

Artikel 18 Tijdstip indienen aanvragen tot vaststelling van subsidies

  • 1. Indien na afloop van de gestelde termijn geen aanvraag tot vaststelling is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidie vaststellen.

  • 2. De ontvanger dient de subsidie te verantwoorden middels een jaarrekening inclusief een balans met toelichting, tenzij:

    • a.

      het totaal van de verleende subsidie aan een organisatie 50.000 euro of minder bedraagt per jaar, in welk geval de ontvanger mag volstaan met een financiële verantwoording

    • b.

      in de gemeentelijke regels ten aanzien van controle is opgenomen dat met een andere verantwoording mag worden volstaan

    • c.

      Burgemeester en wethouders op grond van artikel 20, lid 3 de ontvanger ontheffing hebben verleend van de verplichting om een controleverklaring en rapportage van de accountant bij te voegen

  • 3. In de financiële verantwoording of de jaarrekening dient de voor de vaststelling relevante informatie op een vergelijkbare wijze te zijn opgenomen als in de aanvraag tot subsidieverlening en dusdanig dat burgemeester en wethouders de subsidie kan vaststellen conform het bepaalde in artikel 20.

  • 4. In de balans met toelichting als onderdeel van de jaarrekening moet inzichtelijk zijn welk gedeelte van de reserves (waaronder eigen vermogen en bestemmingsreserves) zijn gevormd met subsidiegelden van de gemeente. Dit gedeelte van de reserves wordt geacht de egalisatiereserve te vormen als bedoeld in artikel 4:72 van de Awb.

  • 5. In de financiële verantwoording of de jaarrekening moet per verleende subsidie inzichtelijk zijn, wat de gerealiseerde kosten en inkomsten zijn. In het geval van een toerekening van algemene kosten aan subsidies moet een kosten verdeelstaat worden opgenomen.

  • 6. In de financiële verantwoording of de jaarrekening dienen de activiteiten financieel te worden verantwoord in gesubsidieerde en gerealiseerde aantallen zoals vermeld in de verleningsbeschikking, waarbij inzichtelijk is of de activiteiten tegen meer of minder kosten dan de subsidie zijn gerealiseerd.

  • 7. Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de in te dienen stukken aanwijzingen geven en verantwoordingseisen stellen. Burgemeester en wethouders kunnen hierin afwijken van het bepaalde in het eerste tot en met zesde lid van dit artikel.

Artikel 19 Accountantsonderzoek

  • 1. De jaarrekening en de balans met toelichting als bedoeld in artikel 18 dienen, behoudens het in het hierna in het derde lid genoemde geval, voorzien te zijn van een controleverklaring en rapportage van een accountant zoals aangegeven in de controleregels van de gemeente. Artikelen 4:78 en 4:79 van de Awb zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Bij het onderzoek betrekt de accountant tevens de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen, in overeenstemming met de door burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen, zoals in controleregels en de beschikking omtrent de reikwijdte en de intensiteit van de door de accountant uit te oefenen controle.

  • 3. Indien het totaal van de te verlenen subsidie aan een organisatie minder bedraagt dan 50.000 euro per jaar dan zijn de voorgaande leden niet van toepassing. In de beschikking kunnen burgemeester en wethouders een controle opnemen die daarvoor in de plaats komt. Burgemeester en wethouders kunnen ook andere organisaties voor één of meer jaren ontheffen van de in dit artikel geformuleerde verplichting om een controleverklaring/rapportage van een accountant bij te voegen.

  • 4. Een ontvanger en een door hem ingeschakelde accountant dienen medewerking te verlenen aan een onderzoek.

Artikel 20 Vaststelling van het subsidiebedrag

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie vast op basis van de ontvangen aanvraag tot vaststelling. De subsidie wordt lager vastgesteld in het geval de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet conform de verleningsbeschikking zijn gerealiseerd.

  • 2. Als de activiteiten conform de verleningsbeschikking zijn uitgevoerd tegen lagere kosten en/of met hogere inkomsten dan waarvoor subsidie is verleend, dan:

    • a.

      wordt de subsidie in geval van een specifieke subsidie voor eenmalige activiteiten lager vastgesteld

    • b.

      mag de ontvanger bij andere subsidies dan bedoeld onder lid 2a het verschil toevoegen aan haar reserves als egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 in de Awb. Deze toevoeging moet conform artikel 18 lid 4 zichtbaar zijn in de balans met toelichting.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in het eerste en het tweede lid afwijken in de Subsidieregels en in een besluit tot subsidieverlening.

Artikel 21 Beslistermijnen voor vaststelling

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een subsidie vast binnen zes maanden na de ontvangst van de in artikel 20 bedoelde complete verantwoordingen en jaarrekeningen. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor de duur van maximaal twee maanden verdagen.

  • 2. Een besluit tot verdaging wordt formeel meegedeeld aan de ontvanger, onder vermelding van de reden en de termijn waarbinnen de beslissing kan worden tegemoet gezien.

Hoofdstuk 7 Intrekken en wijzigen subsidieverlening en subsidievaststelling

Artikel 22 Intrekken en wijzigen van verleende of vastgestelde subsidies

  • 1. Als gebruik wordt gemaakt van artikel 4:48 of 4:50 van de Awb, dan kunnen de verleende voorschotten worden teruggevorderd.

  • 2. Voordat burgemeester en wethouders gebruik maken van de artikelen 4:48 tot en met 4:50 van de Awb, wordt de ontvanger in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen.

  • 3. Naast de in artikelen 4:49 en 4:50 van de Awb genoemde gronden voor intrekking of wijziging van een subsidieverlening voorafgaand aan de subsidievaststelling, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieverlening ook intrekken wanneer:

    • a.

      de organisatie bij rechterlijk vonnis geacht wordt geen rechtspersoon te zijn;

    • b.

      de organisatie bij rechterlijk vonnis wordt ontbonden;

    • c.

      bij de organisatie of bij derden conservatoir/executoriaal beslag is gelegd op het vermogen of een deel daarvan;

    • d.

      de organisatie failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

Hoofdstuk 8 Betaling en terugvordering

Artikel 23 Bevoorschotting en verrekening

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen voorschotten op de subsidie verlenen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen huurbedragen voor gemeentelijke accommodaties op een ontvanger rechtstreeks met voorschotten verrekenen.

  • 3. Voorschotten worden bij de vaststelling van de subsidie verrekend. Indien de ontvanger meer voorschot heeft ontvangen dan waarop hij op grond van het besluit tot subsidievaststelling recht had, wordt het meerdere in het besluit tot subsidievaststelling teruggevorderd.

  • 4. Indien een subsidie na intrekking of lagere vaststelling vanwege strijd met Europese regels inzake staatssteun wordt teruggevorderd, vordert burgemeester en wethouders ook de rente die de ontvanger heeft verkregen gedurende de tijd dat de subsidiebedragen en voorschotten onder hem rustte, terug. De hoogte van de rente wordt bepaald met inachtneming van de Europese regels over de omvang van die rente.

Hoofdstuk 9 Overige en slotbepalingen

Artikel 24 Hardheidsclausule

  • 1. Als een bij of krachtens verordening gestelde termijn voor een aanvrager of ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de te dienen belangen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

  • 2. In een subsidieregeling kan worden bepaald dat door burgemeester en wethouders van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een aanvrager of ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

  • 3. Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 25 Berekening uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1. Bij verstrekking van een subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijk steunkader.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen voor andere subsidies regels stellen betreffende tarieven en kostenbegrippen.

Artikel 26 Egalisatiereserve

  • 1. Bij de verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger van een per kalender- of boekjaar verstrekte subsidie die meer dan 50.000 euro bedraagt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de wet vormt.

  • 2. De ontvanger van een andere subsidie dan bedoeld in het eerste lid kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 27 Intrekking oude verordening

De Algemene Subsidie Verordening West Betuwe 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 28 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Meerjarige subsidies die een looptijd hebben tot na 28 januari 2025 worden geacht te zijn verleend op basis van de Algemene Subsidie Verordening West Betuwe 2020.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidie verordening West Betuwe 2025.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 28 januari 2025, nummer 2025-001,

de griffier,

Hans van der Graaff

de voorzitter,

Servaas Stoop