Verordening speelautomatenhallen Maastricht 2024

Geldend van 01-03-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening speelautomatenhallen Maastricht 2024

HOOFDSTUK I ALGEMEEN

Artikel 1 Belangen

Deze verordening is opgesteld in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de verkeersveiligheid, de brandveiligheid, de bescherming van de fysieke leefomgeving, het milieu, de zedelijkheid en de publieke gezondheid.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de Wet: De Wet op de kansspelen;

  • b.

    speelautomaat: een toestel als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder a van de Wet.

  • c.

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder b van de Wet

  • d.

    kansspelautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder c van de Wet;

  • e.

    hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d van de Wet;

  • f.

    laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoel in artikel 30, onder e van de Wet;

  • g.

    aanwezigheidsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 30 b van de Wet.

  • h.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek de gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid onder b van de Wet.

  • i.

    speelautomatenbesluit: Kb van 24 november 1986, Ftb585, zoals dit sedertdien, laatstelijk op 1 juni 2000, is gewijzigd;

  • j.

    ondernemer: een natuurlijke of rechtspersoon die een speelautomatenhal exploiteert dan wel wenst te gaan exploiteren

  • k.

    leidinggevende: een natuurlijk persoon, die daadwerkelijk met het dagelijkse toezicht en met de onmiddellijke leiding is belast;

  • l.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- en ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

HOOFDSTUK II SPEELAUTOMATENHALLEN

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 3 Exploitatieverbod

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen en/of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal twee speelautomatenhallen een exploitatievergunning verlenen.

  • 3. Een vergunning wordt voor ten hoogste 15 jaar verleend.

  • 4. Gezien de noodzaak de belangen genoemd in artikel 1 te borgen is in afwijking van artikel 4:20a, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht op deze verordening niet van toepassing.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. De ondernemer dient bij de vergunningaanvraag de navolgende bescheiden over te leggen:

    • a.

      een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen het adres en de kadastrale aanduiding van de beoogde locatie, de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond met het aantal speelautomaten en de plaats waar deze worden opgesteld;

    • b.

      een akoestisch rapport;

    • c.

      de personalia van de aanvrager/rechtspersoon en de leidinggevende(n), voorzien van een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

    • d.

      een bewijs dat de leidinggevende(n) de cursus verslavingspreventie met goed gevolg heeft (hebben) afgerond;

    • e.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

    • f.

      een bewijs waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over bedoelde inrichting te beschikken;

    • g.

      een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    • h.

      stukken waaruit het verdienmodel in relatie tot de geldigheidsduur van de vergunning van de inrichting genoegzaam blijkt;

    • i.

      stukken op grond waarvan de burgemeester een oordeel kan geven omtrent de criteria voor de verdeling van concurrente vergunningaanvragen.

  • 2. De burgemeester kan nadere eisen stellen aan de in te dienen bescheiden in het kader van de inrichting van de speelautomatenhal, openbare orde en veiligheid en de preventie van gokverslaving.

Artikel 5 Beslissingstermijn

De burgemeester beslist binnen 12 weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste 12 weken worden verdaagd. De beslissing wordt alleen verdaagd als de complexiteit van de aanvraag dat noodzakelijk maakt.

Artikel 6 Ontvankelijkheid

  • 1. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 4 gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem dat is meegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 2. Indien de vergunningaanvrager van de in het voorgaande lid bedoelde gelegenheid binnen de gestelde termijn geen gebruik maakt, kan de burgemeester besluiten de vergunningaanvraag niet te behandelen.

Titel 2 Regels ten behoeve van gelijke kansen om een speelautomatenhal te exploiteren

Artikel 7 Bekendmaking termijn van aanmelding

  • 1. De burgemeester maakt bekend dat een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal is vrijgekomen dan wel vrijkomt.

  • 2. De bekendmaking vindt in elk geval plaats op de gemeentelijke website.

  • 3. In de bekendmaking vermeldt de burgemeester in elk geval:

    • a.

      de termijn (start- en einddatum) van 6 maanden, waarbinnen een aanvraag moet worden ingediend;

    • b.

      de eisen waaraan een aanvraag moet voldoen;

    • c.

      de procedure hoe de vergunningen worden verdeeld;

    • d.

      het aantal speelautomaten dat maximaal geëxploiteerd kan worden;

    • e.

      de geldigheidsduur van de te verlenen vergunning.

Artikel 8 Indieningstermijn

  • 1. Een aanvraag moet binnen de vooraf bekendgemaakte termijn van 6 maanden worden ingediend.

  • 2. Een aanvraag die buiten de termijn is ontvangen wordt geweigerd, tenzij:

    • a.

      binnen de indieningstermijn geen enkele aanvraag is ingediend;

    • b.

      na afloop van de verdeelprocedure er gelet op het maximale aantal vergunningen nog ruimte is om een vergunning te verlenen.

Artikel 9 Indieningsvereisten ten behoeve van de verdeelprocedure

  • 1. Ten behoeve van de verdeelprocedure dienen aanvullend op de documenten voor een aanvraag als bedoeld in artikel 3 de volgende documenten ingediend te worden:

    • a.

      een ondernemersplan, dat in elk geval bevat:

      • i.

        de beschrijving van de bedrijfsexploitant(en), waaronder in ieder geval de persoonsgegevens, opleiding en ervaring in de branche;

      • ii.

        een beschrijving van de onderneming, zijn doelgroep als ook in welke behoefte wordt voorzien;

      • iii.

        een overzicht van te verrichten investeringen;

      • iv.

        de financiële haalbaarheid van de onderneming.

    • b.

      een preventieplan om verslaving te voorkomen, waar in elk geval wordt ingegaan op:

      • i.

        het toegangs- en deurbeleid;

      • ii.

        de wijze waarop personeel kennis en inzicht vergaart en behoudt over de speelautomaten, de herkenning van verslavingssymptomen en de kans op en de risico’s van verslaving;

      • iii.

        de wijze van eigen inzet en te treffen maatregelen ter voorkoming van verslaving als ook de samenwerking met verslavingszorg en/of andere partners;

    • c.

      een veiligheidsplan, dat in elk geval bevat:

      • i.

        een risicoanalyse met betrekking tot de openbare orde en veiligheid en het omliggende woon- en leefklimaat;

      • ii.

        de te nemen maatregelen ter bescherming van de openbare orde en veiligheid en het omliggende woon- en leefklimaat;

      • iii.

        de wijze van toezicht in de speelautomatenhal en de directe omgeving daarvan;

      • iv.

        een beschrijving van de bereikbaarheid van de speelautomatenhal, de aanwezige parkeervoorzieningen voor bezoekers en het te verwachten effect op het verkeer;

      • v.

        een afschrift van de huisregels.

    • d.

      een beschrijving of en in welke mate en omvang de onderneming bijdraagt aan of onderdeel uitmaakt van een breder leisure-concept, waarbij in elk geval de diversiteit in aanbod van vermaak en vrijetijdsbesteding wordt beschreven als ook de onderlinge afspraken en samenwerking in relatie tot een adequate exploitatie van het (gehele) leisure-concept en de zorg voor - en veiligheid van de bezoekers in de inrichting en de directe omgeving daarvan;

  • 2. Een aanvraag die niet voldoet aan de indieningsvereisten wordt na toepassing van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld.

Artikel 10 Procedure vergunningverlening

  • 1. De verlening van de vergunning(en) vindt plaats via het doorlopen van twee fasen:

    • a.

      fase 1: de toetsing aan de in artikel 14 van deze verordening genoemde weigeringsgronden en de Wet Bibob;

    • b.

      fase 2: een vergelijkende inhoudelijke toetsing van de aanvragen.

  • 2. Als binnen de indieningstermijn als bedoeld in artikel 8 van deze verordening evenveel of minder aanvragen dan het aantal te verlenen vergunningen zijn ingediend, blijft fase 2 achterwege.

  • 3. Als tijdens de fase 1-toets sprake is van een weigeringsgrond wordt de vergunning geweigerd in welk geval de aanvraag niet mee doet aan de fase 2-toets.

  • 4. Als sprake is van een aanvraag als bedoeld in artikel 8, lid 2 van deze verordening, geldt dat:

    • a.

      de aanvraag die als eerste is ingediend, als eerste wordt behandeld;

    • b.

      de fase 2-toets achterwege blijft.

Artikel 11 De vergelijkende inhoudelijke toetsing (fase 2)

  • 1. De vergelijkende inhoudelijke toetsing ziet op de beoordeling van de volgende criteria met bijbehorende wegingsfactor:

    Criteria

    Weging

    Ondernemingsplan

    25 %

    Preventieplan

    25 %

    Veiligheidsplan

    25 %

    Leisure-concept

    25 %

  • 2. Bij de beoordeling van het eerste lid kan de burgemeester advies inwinnen van deskundigen of deskundige instellingen en/of een expertisegroep instellen.

  • 3. Per in het eerste lid genoemd criterium beoordeelt de burgemeester de kwaliteit, de volledigheid en het te verwachten effect en kent punten toe conform de volgende verdeling:

     

    Rangorde beoordeling aanvragen

    Totaal aantal aanvragen in de toetsing

     

    Beste plan

    Een na beste plan

    Twee na beste plan

    Drie na beste plan

    Bij 2 aanvragen

     

    2 punten

    1 punt

    N.v.t.

    N.v.t.

    Bij 3 aanvragen

     

    3 punten

    2 punten

    1 punt

    N.v.t.

    Bij 4 aanvragen

     

    4 punten

    3 punten

    2 punten

    1 punt

    Bij 5 aanvragen

     

    Enz.

    Enz.

    Enz.

    Enz.

Artikel 12 Verlening vergunning

  • 1. De burgemeester verleent de vergunning aan de aanvrager met het hoogst aantal totaal opgetelde punten zoals toegekend volgens de systematiek in artikel 11, 3e lid.

  • 2. Als het totale aantal opgetelde punten bij meerdere aanvragen gelijk is, wordt de vergunning verleend aan de aanvrager die de meeste punten heeft verkregen voor het veiligheidsplan.

  • 3. Indien er geen noodzaak is tot een fase 2-toets, verleent de burgemeester de vergunning aan de aanvrager die voldoet aan de fase 1-toets.

Titel 3 Voorschriften, beperkingen, weigerings- en intrekkingsgronden vergunning

Artikel 13 Voorschriften en beperkingen

  • 1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam, c.q. worden de namen van de leidinggevenden vermeld.

  • 3. Aan de vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden ter bescherming van een of meerdere van de in artikel 1 van deze verordening genoemde belangen. Deze hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      de inrichting van de speelautomatenhal;

    • b.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • c.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • d.

      de deugdelijke toegangscontrole op de minimale leeftijd van 18 jaar;

    • e.

      de situering van de toegang van de inrichting;

    • f.

      de geldigheidsduur van de vergunning;

  • 4. De burgemeester is bevoegd ter bescherming van de in artikel 1 van deze verordening genoemde belangen de in lid 3 van onderhavig artikel bedoelde voorschriften en beperkingen, te wijzigen, aan te vullen en/of in te trekken.

Artikel 14 Weigeringsgronden

De vergunning wordt geweigerd, indien:

  • a.

    het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

  • b.

    een vergunningaanvraag dan wel twee aanvragen om een vergunning reeds is/zijn ingediend en nog bij de Burgemeester in behandeling is/zijn, waardoor het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen reeds is/zijn aangevraagd;

  • c.

    de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal in strijd is met het geldende omgevingsplan;

  • d.

    door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester vrees bestaat voor het ontstaan van ernstige aantasting van de openbare orde;

  • e.

    door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester het woon- en leefklimaat in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

  • f.

    de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

  • g.

    de stukken met betrekking tot het verdienmodel niet toereikend zijn om op grond daarvan de geldigheidsduur van de vergunning te kunnen bepalen;

  • h.

    de aanvraag betrekking heeft op een inrichting gelegen binnen een straal van 300 meter tot 1 kilometer van scholen en gebouwen waarin verslavingsgevoelige doelgroepen verblijven, tenzij het verslavingspreventieplan als bedoeld in artikel 9, lid 1, sub b de burgemeester op grond van de in dat plan aangevoerde gronden voldoende aanleiding geeft tot vergunningverlening.

  • i.

    de aanvraag betrekking heeft op een inrichting gelegen binnen een straal van 300 meter van scholen of gebouwen waarin verslavingsgevoelige doelgroepen verblijven.

Artikel 15 Intrekkingsgronden

  • 1. De burgemeester trekt de vergunning in indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend en dat op de aanvraag anders zou zijn beslist als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend zouden zijn geweest.

  • 2. De burgemeester kan de vergunning onder andere intrekken indien:

    • a.

      gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

    • b.

      de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan vierentwintig weken wordt onderbroken.

    • c.

      dit vanwege veranderde wetgeving of gewijzigde omstandigheden of inzichten van het bevoegd bestuursorgaan noodzakelijk is ter bescherming van het belang of de belangen genoemd in artikel 1 of in het belang of de belangen in verband waarmee het besluit genomen is;

  • 3. Intrekking van de vergunning geschiedt niet voordat de vergunninghouder bij aangetekende brief van dit voornemen in kennis is gesteld. Daarbij wordt hem medegedeeld, dat hij in de gelegenheid wordt gesteld door of namens de burgemeester te worden gehoord dan wel dat hij binnen een bepaalde termijn alsnog aan de gestelde eisen voldoet. De burgemeester kan hiervan afwijken indien onverwijlde spoed dan wel andere bijzondere omstandigheden daartoe noodzaken en/of ter waarborging van de belangen als bedoeld in artikel 1 van deze verordening.

Titel 4 Wijziging van persoonlijke situatie

Artikel 16 Wisseling van ondernemer

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden en door de erfgenamen voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, dient binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle ander gevallen van wisseling van ondernemer dient vóór de overname van de exploitatie van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te zijn verleend.

  • 3. De burgemeester kan in gevallen van bijzondere aard ontheffing verlenen van het bepaalde in het vorige lid.

Artikel 17 Wisseling van leidinggevende

  • 1. Indien een, overeenkomstig artikel 13, tweede lid, in de vergunning vermelde leidinggevende deze hoedanigheid heeft verloren, dient de ondernemer de burgemeester hiervan onverwijld schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2. De vergunning vervalt indien:

    • a.

      een overeenkomstig artikel 13, tweede lid in de vergunning vermelde leidinggevende deze hoedanigheid heeft verloren, behoudens indien binnen twaalf weken nadat zich zulks heeft voorgedaan een nieuwe aanvraag om een vergunning is ingediend.

    • b.

      van de overeenkomstig artikel 13, tweede lid in de vergunning vermelde leidinggevenden er minder dan twee overblijven, behoudens indien binnen twaalf weken nadat zich zulks heeft voorgedaan een nieuwe aanvraag om een vergunning is ingediend.

    • c.

      de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand in werking is getreden.

Titel 5 Bevoegdheden ambtenaren

Artikel 18 Toezicht en opsporingsbevoegdheid

  • 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ambtenaren aanwijzen die met het toezicht op de naleving van speelautomatenvergunningen zijn belast.

  • 2. De opsporing van de in artikel 14 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die conform artikel 142 van het Wetboek van strafvordering met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de akte en/of aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 19 Bevoegdheid binnentreden

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechtshebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren, met inachtneming van de algemene Wet inzake het binnentreden:

  • a.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Titel 6 Overgangs- en strafbepalingen

Artikel 20 Overgangsbepalingen

Vergunningen voor de exploitatie van een speelautomatenhal, die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening voor bepaalde tijd zijn verleend, blijven - behoudens in het geval van wijzigings- of intrekkingsgronden bij of krachtens de Wet of deze verordening - van kracht totdat de in de vergunning voorgeschreven tijdsduur is verstreken.

Artikel 21 Strafbepaling

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens Hoofdstuk II van deze verordening gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

HOOFDSTUK III SPEELAUTOMATEN

Titel 1 Nadere regels m.b.t. de aan de aanwezigheidsvergunning te verbinden voorschriften en beperkingen

Artikel 22 Algemene bepaling

  • 1. De aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten in een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 30b en 30c van de wet wordt uitsluitend gesteld op naam van personen die daarvoor een exploitatievergunning bezitten als bedoeld in de zin van artikel 30h, eerste lid, van de Wet en is niet overdraagbaar.

  • 2. Aan de aanwezigheidsvergunning kunnen onder andere de navolgende Voorschriften en beperkingen worden verbonden:

    • a.

      aangaande de wijze van werving en reclame die gericht is tot de speler(s);

    • b.

      voorwaarden die zien op de veiligheid van de speler(s);

    • c.

      voorwaarden om het toezicht op de naleving te vereenvoudigen;

    • d.

      voorwaarden betreffende het plaatsen van speelautomaten;

    • e.

      voorwaarden ter voorkoming van geluidsoverlast.

Artikel 23 Duur van de aanwezigheidsvergunning

  • 1. Een aanwezigheidsvergunning wordt ten hoogste verleend voor een periode van 4 jaar.

  • 2. Een aanwezigheidsvergunning komt te vervallen wanneer de verguntermijn voor de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal zoals bedoeld in artikel 2, lid 3 van deze verordening is verlopen of wanneer deze vergunning is ingetrokken.

Artikel 24 Beperkingen t.a.v. aantal en soort

De aanwezigheidsvergunning wordt slechts verleend voor een nader door de Burgemeester te bepalen aantal van maximaal 100 speelautomaten per speelautomatenhal, met dien verstande dat uitsluitend kansspelautomaten zijn toegestaan.

Artikel 25 Weigering aanwezigheidsvergunning

Een vergunning moet – naast het gestelde in artikel 30E van de wet – worden geweigerd:

  • a.

    als het maximaal aantal speelautomaten middels vergunningen voor die inrichting al is verleend;

  • b.

    de leidinggevende(n) de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 26 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening speelautomatenhallen en speelautomaten Maastricht 2024".

Artikel 27 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op die waarin zij is vastgesteld.

  • 2. Met ingang van deze datum vervalt de "Verordening Speelautomatenhallen en Speelautomaten Maastricht 2001", vastgesteld door de gemeenteraad bij zijn besluit van 15 december 2009.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van 28 januari 2025

De Griffier,

P. Peeters

De Voorzitter,

W.A.G. Hillenaar