Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften gemeente Olst-Wijhe

Geldend van 12-02-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften gemeente Olst-Wijhe

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders

  • b.

    bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan dat dient te beschikken op een bezwaarschrift;

  • c.

    verwerend orgaan: het gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • d.

    commissie: adviescommissies als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    indiener: degene die tegen een besluit van een gemeentelijk orgaan een bezwaarschrift heeft ingediend bij een bestuursorgaan;

  • f.

    <vervallen>;

  • g.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2: Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie, genaamd Bezwarenadviescommissie algemene aangelegenheden, ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften bij een bestuursorgaan.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 worden bezwaarschriften tegen gemeentelijke belastingen of de Wet waardering onroerende zaken behandeld door één of meer door het college aan te wijzen ambtenaren.

  • 3. In afwijking van lid 1 worden bezwaarschriften tegen besluiten beschermd wonen ggz behandeld door het college van de gemeente Deventer.

Artikel 3: Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college wijst voor de commissie een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4. Het college kan extra leden benoemen die via een roulatiesysteem worden ingezet.

  • 5. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

Artikel 4: Secretariaat

  • 1. Het secretariaat van de commissie wordt bekleed door een of meer door het college aan te wijzen ambtenaren.

  • 2. Het college kan een tweede secretaris aanwijzen en/of één of meer plaatsvervangers

  • 3. De secretaris en plaatsvervangend secretaris regelen onderling hun vervanging

  • 4. De (plaatsvervangend) secretaris regelt de vervanging van de (plaatsvervangend) voorzitter en de leden bij verhindering.

Artikel 5: Zittingsduur Bezwarenadviescommissie algemene aangelegenheden

  • 1. Voor de leden van de commissie wordt door het college een rooster van aftreden vastgesteld.

  • 2. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd.

  • 3. Leden kunnen maximaal twee maal worden herbenoemd, met dien verstande dat de zittingsduur van de leden maximaal acht jaar is.

  • 4. De aftredende leden blijven in hun functie totdat in de opvolging is voorzien of komen in samenspraak met de secretaris tot een einddatum van hun functie.

  • 5. De nieuwe leden treden in de plaats van de aftredende leden.

  • 6. Het college beslist in situaties waarin de verordening niet voorziet.

Artikel 6: Onvrijwillig ontslag

Het college ontslaat de leden van de commissie die door verwijtbaar handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengen in het in hen gestelde vertrouwen

Artikel 7: Informele behandeling

  • 1. Het verwerend orgaan onderzoekt of een bezwaarschrift zicht leent voor een informele behandeling.

  • 2. Het verwerend orgaan stelt de commissie bij het toezenden van de stukken op de hoogte van de uitkomst van de informele behandeling van een bezwaarschrift.

Artikel 8: Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de bevoegde commissie gesteld.

Artikel 9: Verstrekking van stukken aan de commissie

Het bestuursorgaan is verplicht aan de commissie alle stukken te overleggen die betrekking hebben op de zaak die onderwerp is van het bezwaarschrift.

Artikel 10: Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris, is in verband met de voorbereiding van de behandeling van een bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris, kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamer bij deskundigen, al of niet ambtenaren van de gemeente zijnde, advies of inlichtingen inwinnen en dezen indien hij dit nodig oordeelt voorts uitnodigen ter zitting te verschijnen.

  • 3. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 11: Procedurele vereisten

De hierna genoemde bevoegdheden zoals vermeld in de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie, die hiertoe de secretaris kan machtigen of mandateren.

  • artikel 2:1, tweede lid;

  • artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • artikel 6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • artikel 7:2, voor zover het betreft het uitnodigen voor de hoorzitting;

  • artikel 7:4, tweede lid;

  • artikel 7:6, tweede en vierde lid.

Artikel 12: Hoorzitting

  • 1. De secretaris van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerende orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over toepassing van artikel 7:3 van de Awb

  • 3. Als voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbende en het verwerend orgaan.

  • 4. De commissie kan voorts ambtenaren der gemeente en andere deskundigen ter zitting horen.

Artikel 13: uitnodiging hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie, of namens hem de secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan zo spoedig mogelijk maar ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen één week na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter, of namens hem de secretaris, op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in dit artikel (het eerste en tweede lid.)

Artikel 14: Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 15: Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 16: Openbaarheid van zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar, tenzij de commissie hoort over bezwaarschriften tegen individuele voorzieningen van bezwaarmakers.

  • 2. De commissie houdt de hoorzitting besloten als de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of als een belanghebbende hierom vraagt.

  • 3. Verder houdt de commissie de hoorzitting besloten als er gewichtige redenen zijn die zich tegen de openbaarheid van de hoorzitting verzetten. Belanghebbenden kunnen verzoeken om een besloten zitting.

Artikel 17: Verslaglegging

  • 1. Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de wet bestaat uit een digitale geluidsopname die op verzoek aan de belanghebbende(n) ter beschikking wordt gesteld.

  • 2. De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijke samenvatting van het besprokene wanneer een gerechtelijke instantie daarom verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

Artikel 18: Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verlangen van de andere leden van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan en de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19: Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de commissievoorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

Artikel 20: Het advies

  • 1. Indien een hoorzitting heeft plaatsgevonden vermeldt het advies de namen van de aanwezigen en de hoedanigheid waarin zij de hoorzitting hebben bijgewoond.

  • 2. Indien een hoorzitting achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden of indien belanghebbende(n) niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord wordt dit met opgave van redenen in het advies vermeld.

  • 3. Indien ter zitting nog nadere stukken zijn overgelegd wordt dit in het advies vermeld. Voor zover de voorzitter dat nodig oordeelt, worden deze stukken als bijlage bij het advies gevoegd.

  • 4. Het advies is gemotiveerd, omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift en wordt door de commissievoorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 5. Indien op grond van artikel 7:3 van de wet is afgezien van het horen van belanghebbende(n) wordt dat gemotiveerd vermeld in het advies van de commissie.

Artikel 21: Uitbrengen van het advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het in artikel 16 bedoelde audio verslag en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie of adviezen, aan het bestuursorgaan uitgebracht. Gelijktijdig wordt het advies aan belanghebbenden toegezonden.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt hij dat bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging wordt mededeling gedaan aan de belanghebbenden en aan het verwerend orgaan.

Artikel 22: Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks verslag uit. Dit verslag bevat een overzicht van aantal en aard van de in het verslagjaar behandelde bezwaarschriften. Tevens doet de commissie daar waar nodig (beleids)relevante constateringen dan wel aanbevelingen. Het verslag wordt ter informatie aangeboden aan de gemeenteraad.

Artikel 23: Vergoeding

De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de commissie een nader door het college te bepalen vergoeding.

  • 1.

    De (plaatsvervangend) leden van de commissie bezwaarschriften ontvangen per zitting een vergoeding. De vergoeding bedraagt 100% van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak maakt.

  • 2.

    De (plaatsvervangend) voorzitter van de commissie bezwaarschriften ontvangt per zitting een vergoeding. De vergoeding bedraagt 150% van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak maakt.

  • 3.

    De voorzitter en de leden ontvangen voor bijeenkomsten/vergaderingen waarbij zij vanuit hun deskundigheid aanwezig zijn en die geen hoorzitting(en) zijn een vergoeding van € 175,00.

  • 4.

    De bedragen in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel zijn niet bedoeld voor gemaakte reiskosten ingevolge artikel 96 lid 1 onder b van de Gemeentewet. Daarvoor ontvangen de commissieleden, per kilometer afstand tussen hun adres en de plaats waar de hoorzitting/vergadering is, het bedrag van 0,37 cent per kilometer. De afstand wordt berekend op basis van de snelste route volgens de ANWB-routeplanner.

  • 5.

    Het gestelde in lid 3 geldt ook op het moment dat een commissielid uit hoofde van zijn functie als voorzitter of lid van de commissie om andere redenen reiskosten moet maken.

  • 6.

    De in deze verordening bedoelde vergoedingen worden aan de rechthebbenden achteraf uitbetaald, in beginsel binnen een kalendermaand na de avond dat er hoorzittingen zijn gehouden

Artikel 24: Nadere regels

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 25: Inwerkingtreding en intrekking oude regeling

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking. Op die datum wordt ingetrokken de Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Olst-Wijhe, vastgesteld op 29 november 2021.

Artikel 26: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften gemeente Olst-Wijhe.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 3 februari 2025

De raad voornoemd.

de griffier

Anne-Marie Holleman

de voorzitter

Sietske Poepjes