Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735347
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735347/1
Subsidieregeling natuur- en milieueducatie
Geldend van 12-02-2025 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling natuur- en milieueducatieHet college van burgemeester en wethouders van Rotterdam,
gelezen het voorstel van de wethouder Welzijn, Samenleven, Sport en Digitale Inclusie van 4 februari 2025; M2501-1836;
gelet op de artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, 6, derde lid, 7, derde lid, 8, onderdeel k, en 12a, eerste en tweede lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
overwegende dat de Subsidieregeling natuur- en milieueducatie voor 2023 is vervallen, en een Uitvoeringsagenda Natuur- en Milieueducatie 2024-2026 is vastgesteld, waardoor het wenselijk is om een nieuwe subsidieregeling vast te stellen voor het subsidiëren van activiteiten in het kader van natuur- en milieueducatie;
besluit:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- -
jeugd: personen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar;
- -
NME: natuur- en milieueducatie.
Artikel 2 Toepassingsbereik
Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van jaarlijkse subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3 Activiteiten
-
1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente Rotterdam in de volgende categorieën:
- a.
categorie A: activiteiten op het gebied van NME met de focus op educatie, die bijdragen aan:
- 1°.
het stimuleren, versterken en verankeren van activiteiten op het gebied van natuur- en milieueducatie;
- 2°.
het stimuleren van een positieve houding van de jeugd voor natuur en milieu door belevend, ervaringsgericht, ontdekkend en spelenderwijs leren;
- 3°.
de jeugd bewust maken van het belang om op verantwoorde wijze om te gaan met de natuur en het milieu; en
- 4°.
kennis bij de jeugd op het gebied van de thema’s genoemd in het beleidskader NME heeft de toekomst; vernieuwing van natuur- en milieueducatie in Rotterdam, zoals vastgesteld door het college op 5 november 2013 en de Uitvoeringsagenda Natuur- en Milieueducatie 2024-2026, zoals vastgesteld door het college op 23 januari 2024.
- 1°.
- b.
categorie B: het houden en verzorgen van dieren op een kinderboerderij, waarbij de activiteiten:
- 1°.
bijdragen aan dierenwelzijn;
- 2°.
een recreatief en educatief karakter hebben, gericht op een laagdrempelig aanbod van kennismaking met dieren door de jeugd; en
- 3°.
worden uitgevoerd in de wijk Hoek van Holland of in de wijk Heijplaat;
- 1°.
- c.
categorie C: het opvangen en verzorgen van wilde vogels in een vogelopvangcentrum, waarbij de activiteiten:
- 1°.
bijdragen aan dierenwelzijn;
- 2°.
gericht zijn op de opvang en verzorging van wilde vogels; en
- 3°.
worden uitgevoerd in de wijk Hoek van Holland.
- 1°.
- a.
-
2. De activiteiten in categorie A en B dragen bij aan de ambities en doelstellingen van het beleidskader NME heeft de toekomst; vernieuwing van natuur- en milieueducatie in Rotterdam, zoals vastgesteld door het college op 5 november 2013 en de Uitvoeringsagenda Natuur- en Milieueducatie 2024-2026, zoals vastgesteld door het college op 23 januari 2024.
Artikel 4 Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon met volledige rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
-
1. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.
-
2. De btw over de gesubsidieerde kosten komt alleen voor subsidie in aanmerking indien de btw niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt:
- a.
voor activiteiten in categorie A: ten hoogste € 30.000 per aanvraag;
- b.
voor activiteiten in categorie B: ten hoogste € 12.000 per aanvraag;
- c.
voor activiteiten in categorie C: ten hoogste € 10.000 per aanvraag.
Artikel 7 Subsidieplafond
-
1. Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2025 bedraagt € 239.500.
-
2. Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2025 is uitgesplitst naar de volgende deelplafonds:
- a.
€ 210.000 voor categorie A;
- b.
€ 19.500 voor categorie B, onderverdeeld in de volgende subdeelplafonds:
- 1°.
voor de wijk Hoek van Holland: € 7.500;
- 2°.
voor de wijk Heijplaat: € 12.000;
- 1°.
- c.
€ 10.000 voor categorie C.
- a.
-
3. Voor de kalenderjaren 2026 en verder stelt het college jaarlijks het subsidieplafond, de deelplafonds en de subdeelplafonds vast door middel van aparte besluiten.
-
4. Het college kan de hoogte van het subsidieplafond, de deelplafonds en de subdeelplafonds wijzigen.
-
5. Het subsidieplafond wordt vastgesteld onder voorbehoud dat er voldoende middelen door de gemeenteraad op de begroting beschikbaar worden gesteld.
Artikel 8 Wijze van verdeling subsidies categorie A
-
1. Verstrekking van subsidie voor activiteiten in categorie A vindt plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het deelplafond is bereikt.
-
2. Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde aantal:
- a.
de mate van aantoonbare kennis van en ervaring van de aanvrager met NME-activiteiten in de gemeente Rotterdam:
- 1°.
ervaring van drie jaar of meer (40 punten);
- 2°.
ervaring van een tot drie jaar (10 punten);
- 3°.
ervaring van minder dan een jaar (5 punten);
- 1°.
- b.
het aantal kinderen dat de aanvrager met de activiteiten wil bereiken:
- 1°.
0 tot 100 kinderen (10 punten);
- 2°.
100 tot 250 kinderen (20 punten);
- 3°.
250 of meer kinderen (30 punten);
- 1°.
- c.
de activiteiten sluiten aan bij de vraag en behoefte van Rotterdamse basisscholen (10 punten);
- d.
met de activiteiten worden kinderen bereikt uit een wijk met een score onder het Rotterdamse gemiddelde op de sociale index van het meest recente gepubliceerde Wijkprofiel Rotterdam (10 punten) of uit meer van deze wijken (20 punten).
- a.
-
3. Indien aan twee of meer aanvragen hetzelfde puntentotaal is toegekend en het deelplafond met deze aanvragen overschreden zou worden, gaat de aanvraag met het hoogste puntenaantal voor het criterium, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, voor. Indien de aanvragen ook op dit criterium hetzelfde puntenaantal hebben behaald, gaat de aanvraag met het hoogste totale puntenaantal voor de criteria, bedoeld in het tweede lid, onderdelen b en c, voor. Indien de aanvragen ook hiervoor hetzelfde puntenaantal hebben behaald, wordt door middel van loting de plaats in de rangschikking bepaald.
-
4. Een aanvraag wordt alleen meegenomen in de rangschikking indien er in totaal minimaal 50 punten worden behaald.
Artikel 9 Wijze van verdeling subsidies categorie B
-
1. Het college verstrekt voor categorie B ten hoogste twee subsidies, bestaande uit één subsidie voor de wijk Hoek van Holland en één subsidie voor de wijk Heijplaat.
-
2. Verstrekking van subsidie voor activiteiten in categorie B vindt plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking per wijk, totdat het subdeelplafond is bereikt.
-
3. De rangschikking vindt plaats op basis van de mate van aantoonbare kennis van en ervaring met het houden en verzorgen van dieren op een kinderboerderij. De aanvraag van de aanvrager met de meeste aantoonbare kennis van en ervaring met het houden en verzorgen van dieren op een kinderboerderij, wordt bovenaan de rangschikking geplaatst.
Artikel 10 Wijze van verdeling subsidies categorie C
-
1. Het college verstrekt voor categorie C één subsidie voor de wijk Hoek van Holland.
-
2. Verstrekking van de subsidie voor activiteiten in categorie C vindt plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het deelplafond is bereikt.
-
3. De rangschikking vindt plaats op basis van de mate van aantoonbare kennis van en ervaring met het opvangen en verzorgen van wilde vogels in een vogelopvangcentrum. De aanvraag van de aanvrager met de meeste aantoonbare kennis van en ervaring met het opvangen en verzorgen van wilde vogels in een vogelopvangcentrum, wordt bovenaan de rangschikking geplaatst.
Artikel 11 Aanvraag
-
1. De aanvraag wordt ingediend via het digitale subsidieportaal op www.rotterdam.nl/subsidies met gebruikmaking van het daar beschikbare aanvraagformulier.
-
2. De aanvrager legt bij de aanvraag de volgende gegevens over:
- a.
een plan dat de volgende gegevens bevat:
- 1°.
de startdatum en looptijd van de activiteit;
- 2°.
de beschrijving van de soort activiteit en het aantal activiteiten;
- 3°.
een toelichting op welke wijze de activiteit bijdraagt aan één of meer van de doelstellingen, bedoeld in artikel 3, eerste lid;
- 1°.
- b.
een sluitende begroting, die de volgende gegevens bevat:
- 1°.
de uitgaven met een onderscheid in eenmalige of structurele kosten;
- 2°.
de eigen bijdrage van de subsidieaanvrager en de bijdrage per co- dan wel medefinancierder;
- 3°.
het aangevraagde subsidiebedrag;
- 1°.
- c.
indien aanwezig: de meest recente jaarrekening of het meest recente jaarverslag.
- a.
-
3. Indien de subsidieontvanger als btw-belaste ondernemer wordt aangemerkt, worden de in de subsidieaanvraag inbegrepen niet-verrekenbare btw-kosten onderbouwd of gespecificeerd.
-
4. Als een subsidieontvanger als btw-belaste ondernemer wordt aangemerkt, worden de volgende gegevens overgelegd:
- a.
een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als btw-belaste ondernemer is aan te merken;
- b.
een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare btw;
- c.
een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als belastingplichtige als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is aan te merken.
- a.
-
5. De aanvrager kan ten hoogste één keer per kalenderjaar een aanvraag om subsidie indienen.
Artikel 12 Aanvraagtermijn
-
1. Een subsidieaanvraag wordt uiterlijk op 1 oktober van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, ingediend via de website www.rotterdam.nl/subsidies onder gebruikmaking van eHerkenning.
-
2. Een subsidieaanvraag voor het kalenderjaar 2025 wordt uiterlijk 1 maart 2025 ingediend.
Artikel 13 Beslistermijn
Het college beslist binnen uiterlijk acht weken na sluiting van de aanvraagtermijn op de aanvraag om subsidie, welke termijn met ten hoogste twaalf weken kan worden verlengd.
Artikel 14 Aanvullende weigeringsgronden
-
1. Subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd, indien de activiteiten op grond van een andere subsidieregeling voor subsidiëring in aanmerking komen, tenzij sprake is van medefinanciering door het betreffende bestuursorgaan.
-
2. Subsidie wordt geweigerd indien de aanvrager voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd als subsidieontvanger is vermeld op de gemeentebegroting, als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 15 Verplichtingen subsidieontvanger
-
1. De subsidieontvanger vermeldt in publicaties, persberichten en presentaties dat de activiteit mede tot stand is gekomen dankzij een financiële bijdrage van de gemeente Rotterdam.
-
2. De subsidieontvanger meldt zijn aanbod van NME-activiteiten bij Stichting Natuurstad Rotterdam.
Artikel 16 Vaststelling subsidies tot € 25.000
Subsidies tot € 25.000 worden direct bij de verlening vastgesteld.
Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf € 25.000
-
1. Bij subsidies vanaf € 25.000 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college uiterlijk op 31 maart in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.
-
2. De btw wordt zichtbaar in de financiële verantwoording opgenomen en voor zover het afgeven van een accountantsverklaring noodzakelijk is, blijkt dit expliciet uit de accountantsverklaring.
Artikel 18 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.
Artikel 19 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling natuur- en milieueducatie.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 4 februari 2025.
De secretaris,
G.J.D. Wigmans
De burgemeester,
C.J. Schouten
Toelichting op de Subsidieregeling natuur- en milieueducatie
Algemeen
De centrale opgave voor het beleid op het gebied van Natuur- en Milieueducatie (NME) is het betrekken van Rotterdammers bij duurzaamheid en het bevorderen van een duurzame en gezonde levensstijl met behulp van een laagdrempelig aanbod van educatie, recreatie en participatie op het gebied van natuur en milieu. De belangrijkste doelgroepen zijn kinderen, jongeren en gezinnen.
Op 5 november 2013 heeft het college het beleidskader “NME heeft de toekomst; vernieuwing van natuur- en milieueducatie in Rotterdam” vastgesteld. De belangrijkste thema’s van het beleidskader zijn: basiskennis over natuur en milieu, energie, klimaat, groen afval, cradle to cradle, circulaire economie, voedsel en gezondheid en dieren en dierenwelzijn.
Op basis van een evaluatie van het beleidskader NME heeft het college, in aanvulling op voornoemd beleidskader, op 23 januari 2024 de Uitvoeringsagenda Natuur- en Milieueducatie 2024-2026 vastgesteld. De aandacht gaat hierbij vooral uit naar de jeugd. De activiteiten voor hen zijn gericht op het stimuleren van een positieve houding voor natuur en milieu door belevend, ervaringsgericht, ontdekkend en spelenderwijs leren. Hierdoor worden kinderen en jongeren bewust gemaakt van het belang om op verantwoorde wijze om te gaan met de natuur en het milieu.
Het beleidskader “NME heeft de toekomst; vernieuwing van natuur- en milieueducatie in Rotterdam” is te vinden op: https://rotterdam.raadsinformatie.nl/document/4133008/3.
De Uitvoeringsagenda Natuur- en Milieueducatie 2024-2026 is te vinden op: https://gemeenteraad.rotterdam.nl/Reports/Document/52aceee2-b8a3-47e6-95e4-286092060b12?documentId=fe42de38-4559-4106-b1eb-e5921952c69d
Er is een subsidiebudget beschikbaar voor het stimuleren, versterken en verankeren van diverse activiteiten van organisaties en bedrijven op het gebied van natuur- en milieueducatie. Duurzaamheid, gezondheid en dierenwelzijn gelden als onderliggende maatschappelijke doelstellingen. De Subsidieregeling natuur- en milieueducatie bevat de grondslag voor het subsidiëren van activiteiten in het kader van NME vanaf het kalenderjaar 2025.
Artikelsgewijs
Artikel 3 Activiteiten
De subsidiabele activiteiten zijn uitgesplitst in de volgende categorieën:
- -
categorie A: activiteiten op het gebied van NME met de focus op educatie;
- -
categorie B: het houden en verzorgen van dieren op een kinderboerderij; en
- -
categorie C: het opvangen en verzorgen van wilde vogels in een vogelopvangcentrum.
Voorbeelden van activiteiten die niet voor subsidie in aanmerking komen zijn:
- -
activiteiten in categorie A die niet bijdragen aan de ambities en doelstellingen van het beleidskader voor Natuur- en milieueducatie en de Uitvoeringsagenda Natuur- en Milieueducatie 2024-2026;
- -
activiteiten waarvoor een subsidie kan worden aangevraagd op grond van een andere subsidieregeling, zoals de Subsidieregeling bewonersinitiatieven Rotterdam.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Kosten zijn redelijk als:
- -
ze noodzakelijk zijn voor de subsidiabele activiteit;
- -
ze gebaseerd zijn op marktconforme prijzen en tarieven;
- -
de specificaties van aangeschafte goederen of diensten (en daarmee de kosten) niet hoger zijn dan nodig is voor de subsidiabele activiteit.
Aanvragers ontvangen geen subsidie voor dat deel van de kosten dat het college als niet redelijk beschouwt.
Artikel 8 Wijze van verdeling subsidies categorie A
De subsidieverstrekking voor categorie A vindt plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het deelplafond is bereikt.
Tweede lid, onderdeel a
Er wordt veel belang gehecht aan de mate van kennis van en ervaring met de uitvoering van NME-activiteiten in Rotterdam; er worden punten toegekend op basis van het aantal jaren aantoonbare kennis en ervaring.
Tweede lid, onderdeel b
Er worden punten toegekend op basis van het aantal kinderen dat de aanvrager met de activiteiten wil bereiken.
Tweede lid, onderdeel c
Er worden punten toegekend indien uit de aanvraag blijkt dat door de aanvrager vraaggestuurd NME-aanbod voor basisscholen wordt georganiseerd, dit houdt in dat er ingespeeld wordt op de vraag en behoefte van basisscholen.
Tweede lid, onderdeel d
Er kunnen punten worden toegekend indien er kinderen worden bereikt uit wijken met een score onder het Rotterdamse gemiddelde op de sociale index volgens de meest recente cijfers van het Wijkprofiel Rotterdam. Het Wijkprofiel Rotterdam en deze scores zijn gepubliceerd op de website https://wijkprofiel.rotterdam.nl/. (Cijfers: gemeente Rotterdam; OBI, Wijkprofiel).
Artikel 9 Wijze van verdeling subsidies categorie B
Voor categorie B verstrekt het college ten hoogste twee subsidies: één voor de wijk Hoek van Holland en één voor de wijk Heijplaat. De subsidies zijn bestemd voor deze wijken, vanwege het belang dat wordt gehecht aan de aanwezigheid van een kinderboerderij met lokaal NME-aanbod in deze kleine kernen.
Artikel 10 Wijze van verdeling subsidies categorie C
Voor categorie C verstrekt het college één subsidie, voor de wijk Hoek van Holland. De subsidie is bestemd voor deze wijk, vanwege het belang dat wordt gehecht aan de aanwezigheid van een vogelopvangcentrum in deze kleine kern.
Artikel 14 Aanvullende weigeringsgronden
Indien de aanvrager voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd als subsidieontvanger is vermeld op de gemeentebegroting, wordt de subsidie geweigerd; de activiteiten worden dan al gesubsidieerd door middel van een begrotingssubsidie. Dit betreft bijvoorbeeld Stichting Natuurstad Rotterdam.
De aanvraag om subsidie voor dat deel van de kosten dat het college als niet redelijk beschouwt kan worden geweigerd. Het is daarom belangrijk dat de aanvrager onderbouwt dat de kosten, die worden opgevoerd, redelijk zijn. Voor elke opgevoerde kostenpost moet worden onderbouwd, waarom deze kosten nodig zijn voor de activiteit(en). Er moet worden uitgelegd, waarom bijvoorbeeld niet wordt volstaan met een eenvoudiger, goedkoper product of dienst, met een lager ingeschaalde arbeidskracht of met minder uren.
Artikel 15 Verplichtingen subsidieontvanger
De subsidieontvanger is verplicht om zijn NME-aanbod te melden bij Stichting Natuurstad Rotterdam. Stichting Natuurstad Rotterdam zorgt er vervolgens voor dat het aanbod van de NME-organisaties op één centrale website vindbaar zijn. Door samen te werken kan er samenhang in het aanbod worden gecreëerd en wordt de diversiteit aan partners in de stad beter benut.
Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf € 25.000
Bij subsidies vanaf € 25.000, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college, uiterlijk op 31 maart in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend. Voor deze subsidies vanaf € 25.000 gelden de normen uit artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014.
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl