Algemeen huishoudelijk reglement opvanglocaties Oekraïense ontheemden gemeente Rijswijk

1. De opvanglocatie is een politiek/religieus neutrale locatie. Op een dergelijke opvanglocatie is eenieder vrij om zijn of haar geloof te belijden of politieke opvattingen te hebben. Anderen mogen echter op geen enkele wijze last hebben van iemands politieke of religieuze activiteiten. Het uitvoeren van religieuze activiteiten moet daarom plaatsvinden in de privésfeer of een daarvoor aangewezen ruimte en mag geen overlast veroorzaken voor andere bewoners van de opvanglocatie. Het is verboden om:

• a.

  politiek te bedrijven (zoals het houden van demonstraties en manifestaties) in de opvanglocatie;

• b.

  politieke of religieuze propaganda te verspreiden in de opvanglocatie;

• c.

  de opvanglocatie te gebruiken voor commerciële doeleinden.

2. Van iedere bewoner wordt verlangd dat hij/ zij de religieuze en politieke overtuigingen van anderen respecteert en geen spanningen of conflicten naar aanleiding van deze overtuigingen veroorzaakt.

1. Het is verboden om:

• a.

  andere personen op de opvanglocatie te laten wonen;

• b.

  kamers die niet aan bewoners zijn toegewezen in gebruik te nemen;

• c.

  sleutels na te laten maken van de opvanglocatie;

• d.

  te roken (zowel tabak als e-sigaretten) binnen de gebouwen van de opvanglocatie;

• e.

  lawaai te maken en muziek af te spelen tussen 22:00 en 08:00 uur op de opvanglocatie;

• f.

  op de opvanglocatie andere bewoners te hinderen in hun privacy of hun leefruimte te betreden zonder toestemming;

• g.

  zonder toestemming foto-, video- of geluidopnamen te maken van medebewoners, medewerkers, bezoekers en andere aanwezigen op de opvanglocatie;

• h.

  persoonlijke spullen te laten liggen in de gemeenschappelijke ruimten.

2. Alle bewoners zijn verplicht om:

• a.

  hun kamer schoon en leefbaar te houden;

• b.

  de gemeenschappelijke faciliteiten van de woonruimtes en de directe omgeving rond de woonruimte schoon- en opgeruimd te houden. Spullen die in de gemeenschappelijke ruimte worden gebruikt, dienen na gebruik weer schoongemaakt en op dezelfde plaats teruggelegd te worden;

• c.

  auto’s en/of (brom)fietsen op de daarvoor bestemde plekken te parkeren;

• d.

  bij het verlaten van de opvanglocatie de kamer af te sluiten.

• e.

  mee te werken aan eventuele inspecties van de opvanglocatie door de gemeentelijke en/of landelijke autoriteiten;

• f.

  de regels en afspraken van de gemeentelijke opvang na te leven;

• g.

  gevolg te geven aan aanwijzingen van het personeel;

• h.

  gedeelde faciliteiten, zoals douches en toiletten schoon achter te laten na gebruik.

3. De toegewezen kamer kan, bij wijziging van de samenstelling van het huishouden of noodzaak van de opvanglocatie, gewijzigd worden om een zo leefbaar en eerlijk mogelijke indeling van de kamers te behouden. Aan een (langdurig) verblijf op een vaste kamer kunnen geen rechten worden ontleend.

4. Om de opvangplekken zo efficiënt mogelijk in te zetten kan aan bewoners worden gevraagd om met anderen de kamer te delen of mee te werken aan een verhuizing binnen of buiten de opvang, waaronder ook een andere locatie in de regio. Bewoners worden hierbij eerst in de gelegenheid gesteld om zelf iemand binnen de bestaande opvang te vinden om de kamer mee te delen. Wanneer de bewoner hier niet in slaagt wordt de beschikbare plek door de gemeente ingevuld. Hierbij kan rekening worden gehouden met persoonlijke omstandigheden van de bewoner.

5. Bewoners van 75 jaar of ouder, bewoners met een ernstige (terminale) ziekte en/of bewoners die met een doktersadvies van een Nederlandse arts kunnen aantonen dat zij niet in staat zijn een kamer te delen, mogen alleen op een 2-persoonskamer verblijven.

1. Alle bewoners zijn verplicht om mee te werken aan eventuele inspecties van de opvanglocatie door de gemeentelijke autoriteiten.

2. Alle bewoners zijn verplicht om de regels en afspraken van de gemeentelijke opvang na te leven.

3. Alle bewoners worden geacht gevolg te geven aan aanwijzingen van het personeel.

1. Alle bewoners zijn verplicht zich te houden aan de geldende reglementen voorbrandveiligheid.

2. Het is voor bewoners verboden om:

• a.

  eigen gordijnen of wandkleden op te hangen;

• b.

  open vuur (bijvoorbeeld kaarsen, wierook, olielampen, etc.) aan te steken;

• c.

  ergens anders te koken dan op de vaste kooktoestellen in de keukens, indien deze in de opvanglocatie aanwezig zijn. Tijdens het koken moet altijd worden opgelet en in de buurt van het kooktoestel worden gebleven. Koken op een kooktoestel in de woonruimte is verboden;

• d.

  een brandmelder af te plakken, te verwijderen of op een andere manier onklaar te maken;

• e.

  een deurdranger te verwijderen of onklaar te maken;

• f.

  het brandalarm onnodig te activeren;

• g.

  een koelkast af te dekken.

3. Om ongehinderd bij brand te kunnen vluchten moeten de vluchtwegen altijd vrij zijn. Het is verboden om de gangen of vluchtroutes (met objecten) te blokkeren.

4. Wanneer het brandalarm afgaat, moet het gebouw direct worden verlaten.

5. In het geval van brand moeten altijd de instructies van de medewerkers van de opvanglocatie worden opgevolgd.

6. Zelfsluitende, brandwerende deuren mogen nooit worden opengehouden.

7. Enkel door het management goedgekeurde elektrische apparaten mogen worden gebruikt mits deze een CE-markering hebben.

8. Het is verboden benzine, alcohol of andere licht ontvlambare stoffen in de woonruimte te bewaren.

9. Bij het opladen van accu’s (voor bijvoorbeeld e-bikes) en powerbanks dient er ten allen tijden toezicht gehouden te worden.

10. Een medewerker kan in samenwerking met beveiliging en/of brandweer de woonruimte controleren, ook zonder toestemming.

1. Bezoekers die niet op de opvanglocatie wonen, moeten zich melden bij de receptie bij aankomst en afmelden als zij vertrekken.

2. Bezoek is alleen toegestaan wanneer er medewerkers aanwezig zijn en binnen de bezoekuren (of bezoektijden) van de opvanglocatie.

3. Huisregels gelden ook voor bezoekers, waarbij de bewoner verantwoordelijk en aansprakelijk is voor het gedrag van de bezoekers.

4. Journalisten, pers en media mogen uitsluitend na toestemming van de hotelmanager de locatie betreden.

1. Minderjarige kinderen mogen niet alleen op de opvanglocatie verblijven. De ouders of verzorgers zijn verantwoordelijk om het toezicht op hun kind(eren) te houden of dit met andere bewoners onderling te organiseren.

2. Ouders of verzorgers zijn verantwoordelijk voor de veiligheid en het handelen van minderjarige kinderen. Schade veroorzaakt door minderjarige kinderen wordt op de ouders/voogd verhaald.

3. Ouders of verzorgers zijn verantwoordelijk dat hun kinderen tussen de 5 en 18 jaar naar school gaan. Als kinderen niet naar school gaan, maakt de gemeente of school daarvan melding, met mogelijk een geldboete – opgelegd door de leerplichtambtenaar – tot gevolg.

4. Ouders of verzorgers wordt aangeraden gebruik te maken van de mogelijkheden voor kinderen om te leren fietsen en zwemmen.

5. Ouders of verzorgers kunnen via de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in aanmerking komen voor een vroege voorschoolse educatie indicatie.

1. Het hebben van een huisdier op de kamer is alleen mogelijk na toestemming van de medewerkers op de locatie. Deze toestemming kan worden ingetrokken wanneer de regels voor het hebben van huisdieren worden overtreden.

2. Het is niet toegestaan om andere huisdieren op de kamer te houden dan de huisdieren die bij aanvang van het verblijf aanwezig waren.

3. Per kamer mag maximaal één huisdier aanwezig zijn.

4. Een huisdier dat voor overlast zorgt, zoals het beschadigen van andermans eigendommen, geluidsoverlast veroorzaakt voor andere bewoners of agressief gedrag vertoont, kan de toegang tot de opvanglocatie en kamer worden ontzegd.

5. De algemene zorgplicht en overige bepalingen over het houden van huisdieren, zoals beschreven in de Wet dieren zijn op het houden van huisdieren in de opvanglocatie van toepassing.

1. Als een bewoner besluit voor een langere periode (langer dan 48 uur) de opvanglocatie te verlaten, dient dit gemeld te worden bij een van de medewerkers, ongeacht de reden van vertrek.

2. Bij onaangekondigd vertrek kunnen vanaf de dag van geconstateerd vertrek de verstrekkingen uit de RooO beëindigd worden.

3. Afwezigheid van de opvanglocatie met behoud van de opvangplek is geoorloofd voor maximaal 7 dagen achtereen. Voor afwezigheid langer dan 7 dagen is toestemming van de locatiecoördinator nodig.

4. Bij ongeoorloofd vertrek langer dan 7 dagen kan de opvangplek aan anderen vergeven worden.

5. De betrokkene kan bij terugkeer een andere plek in een andere opvanglocatie en/of andere gemeente toegewezen krijgen indien de betreffende opvangplek niet meer beschikbaar is.

6. Het college of gemandateerde is bevoegd om alle verstrekkingen op grond van artikel 7, eerste lid, sub b van de RooO is te beëindigen na een periode van afwezigheid van de ontheemde van 28 dagen.

7. Bij oneigenlijk gebruik van de verstrekkingen, waarbij blijkt dat de bewoner elders het hoofdverblijf heeft, kan het college of een gemandateerde de verstrekkingen beëindigen op grond van artikel 7 en 13 RooO.

8. Eénmaal per week, op een door de opvanglocatie toegewezen dag, is er een meldplicht op de opvanglocatie. Om de opvangplek te behouden, dient de bewoner zich te melden bij de medewerkers van de gemeente op deze dag tussen de toegewezen tijdstippen.

9. De meldplicht is een middel voor het locatiemanagement om de aanwezigheid vast te stellen en na te gaan of nog gebruik gemaakt wordt van de opvang.