Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735339
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735339/1
Besluit van Provinciale Staten van Zeeland houdende vaststelling van de Verordening betreffende de instelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie inzake de vervulling van de vacature van de commissaris van de Koning in Zeeland 2025
Geldend van 11-02-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 06-02-2025
Intitulé
Besluit van Provinciale Staten van Zeeland houdende vaststelling van de Verordening betreffende de instelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie inzake de vervulling van de vacature van de commissaris van de Koning in Zeeland 2025Provinciale Staten van de provincie Zeeland,
- •
Gelet op de relevante bepalingen in de Provinciewet
- •
Gelezen de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dd. 2 september 2024 m.b.t. het eervol ontslag van de commissaris van de Koning.
- •
Gelet op artikel 61 en 145 van de Provinciewet, de Archiefwet 1995, het Archiefbesluit 1995 en de circulaire "Procedureregels bij benoeming van een commissaris van de Koningin" van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 november 2005;
besluiten:
vast te stellen de verordening betreffende de instelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming van de commissaris van de Koning in de provincie Zeeland voorbereidt.
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a)
de commissaris van de Koning: de commissaris van de Koning in de provincie Zeeland;
- b)
de commissie: de Vertrouwenscommissie;
- c)
kandidaten: personen die naar het ambt van commissaris van de Koning van Zeeland hebben gesolliciteerd nadat de vacature is opengesteld;
- d)
de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
- e)
Provinciale Staten: Provinciale Staten van Zeeland;
- f)
Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Zeeland;
- g)
de voorzitter: de voorzitter van de commissie;
- h)
de secretaris: de secretaris van de commissie;
- i)
profielschets: de eisen en competenties die aan de te benoemen commissaris worden gesteld met betrekking tot de vervulling van het ambt, die het onderwerp van het in artikel 61, tweede lid, van de Provinciewet bedoelde overleg zijn geweest, door Provinciale Staten zijn vastgesteld en als leidraad geldt voor de selectie van kandidaten.
Artikel 2. Instelling en taak
- 1.
Er is een vertrouwenscommissie (hierna: de commissie) in verband met de vervulling van de vacature van de commissaris van de Koning in Zeeland.
- 2.
De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop het Koninklijk Besluit tot benoeming van de commissaris aan Provinciale Staten bekend is gemaakt.
Artikel 3 Taak commissie
De commissie is belast met het selecteren en beoordelen van kandidaten, en het voorbereiden van een aanbeveling van Provinciale Staten aan de minister, inzake de benoeming van de commissaris van de Koning.
Artikel 4. Samenstelling commissie
- 1.
De commissie bestaat uit ten hoogste zoveel leden als er op het moment van besluitvorming over deze verordening fracties zijn in Provinciale Staten, te benoemen door en uit Provinciale Staten.
- 2.
De commissie kiest uit haar midden een voorzitter.
- 3.
De commissie kent geen plaatsvervangende leden.
- 4.
In geval van ziekte kiest de commissie uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.
- 5.
In geval van langdurige ziekte van meer dan een maand of bij overlijden kan een lid van de commissie worden vervangen.
- 6.
Vervanging van een lid van de commissie of een adviseur kan tot het moment dat de kandidaten bekend gemaakt zijn aan de commissie.
Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning
- 1.
De Statengriffier is secretaris van de commissie.
- 2.
De statenadviseur bestuurlijk juridisch is plaatsvervangend secretaris van de commissie.
- 3.
De (plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.
- 4.
De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.
Artikel 6. Adviseur
- 1.
Provinciale Staten voegt op voordracht van Gedeputeerde Staten een gedeputeerde aan de commissie toe als adviseur in verband met de vervulling van de in artikel 2 genoemde taken.
- 2.
De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.
- 3.
De adviseur is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.
Artikel 7. Geheimhouding
- 1.
De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.
- 2.
De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Provinciewet.
- 3.
De commissie legt in elke vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 84 van de Provinciewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering of het gesprek. De voorzitter van de commissie ziet erop toe dat hieraan wordt voldaan.
- 4.
De geheimhoudingsplicht brengt mee dat aan Statenleden, die geen zitting (meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 11 van deze verordening, geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.
- 5.
De in dit artikel bedoelde geheimhouding brengt mee dat de leden van de commissie noch mondeling, noch schriftelijk inlichtingen over de kandidaten inwinnen bij of geven aan derden.
- 6.
De voorzitter van de commissie heeft de bevoegdheid een lid van de commissie te ontslaan indien de geheimhouding niet in acht wordt genomen. De voorzitter dient hierover na afloop van de procedure verantwoording af te leggen aan de Staten.
- 7.
De secretaris draagt er zorg voor dat alle schriftelijke informatie over kandidaten onder strikte geheimhouding wordt gedeeld met de leden van de commissie en ook weer wordt ingenomen.
- 8.
De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.
- 9.
Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de secretaris en de adviseur.
Artikel 8. Beoordeling kandidaten
- 1.
De commissie is belast met de beoordeling van kandidaten op basis van de door Provinciale Staten vastgestelde profielschets.
- 2.
De commissie voert gesprekken met de door de minister op grond van artikel 61, derde lid, van de Provinciewet geselecteerde kandidaten die zij in beginsel geschikt acht voor benoeming.
- 3.
De commissie kan besluiten om ook met een niet door de minister geselecteerde kandidaat een gesprek te voeren en kan hiertoe de minister verzoeken de bescheiden van andere kandidaten te overhandigen.
- 4.
Indien de commissie besluit met een door de minister in beginsel geschikt geachte kandidaat geen gesprek te hebben, dan stelt de commissie de minister daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte en betrekt het oordeel van de minister over deze kandidaat in haar eigen beoordeling.
- 5.
De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten.
Artikel 9. Vergaderingen en quorum
- 1.
De commissie vergadert zo vaak als de voorzitter of tenminste de helft van de leden dit noodzakelijk achten.
- 2.
De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoel van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht. De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen van de leden van de commissie in het verslag opgenomen.
- 3.
De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur van tevoren aankondiging aan de leden van de commissie en indien een adviseur aan de commissie is toegevoegd aan de adviseur.
- 4.
De commissie vergadert niet als niet ten minste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.
- 5.
Wanneer de commissie sollicitanten spreekt, dienen hierbij voorzieningen getroffen te worden ter bescherming van de privacy van de sollicitanten. Hierbij dient onder meer gedacht te worden aan de plaats en het tijdstip van de gesprekken.
Artikel 10. Inwinnen van inlichtingen
De commissie verschaft zich uitsluitend door tussenkomst van de minister informatie over kandidaten.
Artikel 11. Verslag
- 1.
De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming verslag uit aan Provinciale Staten en de minister door middel van een verslag van bevindingen.
- 2.
Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval:
- a.
een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;
- b.
een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.
- a.
Artikel 12. Contactpersoon bij de benoemingsprocedure
- 1.
De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.
- 2.
Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ gericht aan de voorzitter en gezonden naar het emailadres van de secretaris en door deze bewaard tot het moment van archivering.
- 3.
Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het emailadres van de secretaris verzonden.
Artikel 13. Onvoorziene gevallen
- 1.
In alle gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist de commissie.
- 2.
Zo nodig voert de voorzitter voorafgaand aan de beslissing als bedoeld in het eerste lid overleg met de minister.
Artikel 14. Archivering
- 1.
De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.
- 2.
De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de daartoe aangewezen archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.
Artikel 15. Inwerkingtreding /vervallenverklaring
Deze verordening treedt direct in werking na vaststelling en vervalt met ingang van de dag waarop het Koninklijk Besluit tot benoeming van de commissaris van de Koning aan Provinciale Staten bekend is gemaakt.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van Provinciale Staten van 6 februari 2025.
J.J. van Burg, plaatsvervangend-voorzitter
Drs. F.J. van Houwelingen MPA, statengriffier
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl