Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beekdaelen houdende regels omtrent gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Beekdaelen 2025

1. Als beheerder, ingevolge artikel 2 van de Verordening, belast met het beheer van de begraafplaatsen worden aangewezen de medewerkers van de gemeente Beekdaelen van de afdeling Ruimte met de functie: ‘Medewerker toezicht groen’.

2. De aanwijzing tot beheerder geschiedt tot wederopzegging dan wel tot beëindiging van het dienstverband.

1. De begraafplaatsen zijn dagelijks toegankelijk van 8.00 tot 20.00 uur gedurende de zomertijd en van 8.00 tot 17.00 uur gedurende de wintertijd.

2. De tijd van begraven en het bezorgen van as is op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur en op zaterdag 9.00 tot 14.00 uur.

3. Begraven en het bezorgen van as mag maximaal één uur duren.

4. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de tijden als genoemd in het tweede lid.

1. In een dubbeldiep graf kunnen maximaal 2 overledenen worden begraven en in een enkeldiep graf maximaal 1 overledene.

2. In een dubbel urnengraf kunnen maximaal 2 asbussen worden geplaatst en in een enkel urnengraf maximaal 1 asbus.

3. In een urnennis kunnen maximaal 2 asbussen / urnen worden geplaatst.

4. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de aantallen als genoemd lid 1 tot en met 3 van dit artikel. Dit ter beoordeling van en bepaling door de beheerder.

1. De afmetingen (lxb) van een grafoppervlak bedragen:

2. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de afmetingen als genoemd in lid 1 van dit artikel. Dit ter beoordeling van en bepaling door de beheerder.

1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek of een verduurzaamde houtsoort. De toe te passen materialen dienen minimaal de functie te borgen voor de periode waarvoor de grafrechten zijn verleend.

2. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

3. Gedenktekens moeten zodanig worden gefundeerd, dat verzakking niet mogelijk is. De steenhouwer moet zich ervan vergewissen of sprake is van een deugdelijke fundering. Eventuele verbindingen moeten vakkundig worden aangebracht.

4. Bij de vergunningaanvraag behoort een ontwerptekening te worden ingediend. Op deze ontwerptekening dient tenminste te worden vermeld:

• a.

  een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte- , breedte-, dikte- en lengtematen;

• b.

  de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

• c.

  de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

• d.

  de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

• e.

  het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

• f.

  het betreffende grafnummer.

5. Maatvoering van oude, bestaande gedenktekens kan afwijken van nieuw te plaatsen gedenktekens.

6. De vergunning kan worden geweigerd indien:

• a.

  het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats, of;

• b.

  de grafrechten niet zijn voldaan, of;

• c.

  indien niet voldaan wordt aan het bepaalde in dit artikel.

7. Het plaatsen van namen van leveranciers, ontwerpers of uitvoerders, op of nabij het gedenkteken, is niet toegestaan.

8. Indien bij plaatsing blijkt dat het gedenkteken niet voldoet aan de gestelde eisen zoals genoemd in dit artikel dan dient de rechthebbende deze te (laten) verwijderen op aanwijzing van het college.

9. Het tijdstip van plaatsing, herstel of vervanging van het gedenkteken dient ten minste twee werkdagen van tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder.

10. Indien beschadigingen ontstaan op of aan een gedenkteken moet de veroorzaker hiervan zich melden bij de beheerder van de begraafplaats.

1. Urnennissen en urnengraven zijn voorzien van een afsluitplaat. De rechthebbende dient deze laten voorzien van een inscriptie en/of belettering in/op de plaat aangebracht met een maximale diepte/dikte van 1 cm.

2. De afsluitplaat kan op afspraak met de beheerder afgehaald worden om te laten graveren. Dit dient voor het plaatsen van de asbus / urn gereed te zijn.

3. Plaatsing van de afsluitplaat geschiedt altijd door dan wel in opdracht van de beheerder.

4. Voor de tweede plaatsing van een asbus / urn in bestaande urnennis / urnengraf zorgt de gemeente dat een lege afsluitplaat tijdelijk wordt geplaatst.

1. Het plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende.

2. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Wanneer de rechthebbende dit nalaat en de grafbedekking het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt dan wel gevaar oplevert voor derden, kan de grafbedekking, door of in opdracht van de beheerder, worden verwijderd.

3. De verwijdering als bedoeld in het tweede lid vindt niet eerder plaats dan nadat de rechthebbende, door aanschrijving dan wel door plaatsing van een bordje bij het graf, op de hoogte is gesteld van de toestand van de grafbedekking.

4. Het is toegestaan op een graf (losse) bloemen en planten te plaatsen. De plantstrook dient in één lijn te liggen met de plantstrook van aangrenzende graven. Indien dit afwijkt zal de beheerder de nieuw te realiseren plantstrook aanduiden.

5. Grafbeplanting die buiten het graf, zonder toestemming of anders dan aangewezen is aangebracht of onvoldoende wordt onderhouden, kan door of in opdracht van de beheerder worden verwijderd.

6. De verwijdering als bedoeld in het vijfde lid vindt niet eerder plaats dan nadat de rechthebbende, door aanschrijving dan wel door plaatsing van een bordje bij het graf, op de hoogte is gesteld van de toestand van de grafbeplanting.

7. Gebruik van grind als grafbedekking is toegestaan onder de voorwaarde dat het grind wordt omsloten met opsluitbanden van 5 tot 10 centimeter boven het maaiveld. Dit ter beoordeling en goedkeuring van de beheerder.