Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735287
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735287/1
Regeling vervalt per 31-12-2029
Subsidieregeling versterking cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering Den Haag 2025
Geldend van 11-02-2025 t/m 30-12-2029
Intitulé
Subsidieregeling versterking cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering Den Haag 2025Toelichting
De Subsidieregeling stimulering cultureel ondernemerschap Den Haag 2020 liep af op 31 december 2024. Zoals aangegeven in het Beleidskader Kunst en Cultuur 2025-2028 (RIS315711) blijft de gemeente Den Haag culturele instellingen ondersteunen bij het verbeteren van hun bedrijfsvoering. In dat kader is er een aangepaste regeling opgesteld.
De Cultuurvisie (RIS315525) en het Beleidskader Kunst en Cultuur 2025-2028 benadrukken het belang van een sterke culturele sector en goede bedrijfsvoering. Dit is nodig om kwaliteit en continuïteit te waarborgen. Culturele instellingen worden in dat kader bijvoorbeeld ondersteund met meerjarige subsidies.
De Subsidieregeling versterking cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering Den Haag 2025 maakt incidentele investeringen in bedrijfsvoering mogelijk. Met deze subsidie krijgen culturele instellingen meer financiële ruimte om problemen aan te pakken. Het doel is om cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering te versterken, zodat er ruimte ontstaat voor innovatie en groei.
Besluitvorming
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling versterking cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering Den Haag 2025:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- apparatuurkosten: |
kosten voor de aanschaf van bedrijfsinventaris, waaronder meubels, apparatuur, machines, computers en software, die worden afgeschreven; |
- artistieke producties: |
het maken van beeldende kunst, muziek, theater, mode, letteren, spoken word, film, dans, design, games, urban, cultuureducatie en -participatie of een andere vorm van kunst of cultuur; |
- ASV: |
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020; |
- Awb: |
Algemene wet bestuursrecht; |
- bedrijfsvoering: |
bedrijfsvoering omvat alle processen, activiteiten en middelen, zoals financieel beheer, personeelsbeleid, governance, planning, administratie, communicatie, en de ontwikkeling en uitvoering van strategisch beleid, die binnen een culturele instelling worden ingezet om de organisatie efficiënt, effectief en duurzaam te laten functioneren; |
- Code Diversiteit & Inclusie: |
gedragscode van, voor en door de Nederlandse culturele en creatieve sector met als doel dat de culturele en creatieve sector de brede diversiteit van de Nederlandse samenleving representeert; |
- college: |
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag; |
- cultureel ondernemerschap: |
het combineren van artistieke of culturele activiteiten met een zakelijke aanpak; |
- culturele instelling: |
instelling die gericht is op beeldende kunst, muziek, theater, mode, letteren, spoken word, film, dans, design, games, urban, cultuureducatie en -participatie of een andere vorm van kunst of cultuur; |
- Fair Practice Code: |
gedragscode voor ondernemen en werken in de kunst-, cultuur- en creatieve industrie inhoudende regelingen en richtlijnen ter verbetering van het verdienvermogen en ontwikkelingsperspectieven voor werkenden op basis van de kernwaarden solidariteit, diversiteit, vertrouwen, duurzaamheid en transparantie; |
- Governance Code Cultuur: |
gedragscode die een normatief kader voor goed bestuur en toezicht in culturele instellingen biedt; |
- opstartkosten: |
kosten voor het oprichten of starten van een nieuwe culturele instelling; |
- reguliere bedrijfskosten: |
kosten die direct verbonden zijn met de activiteiten en kosten die vergelijkbare culturele instellingen ook maken om de organisatie normaal te laten functioneren. Dit omvat veelal kosten met een terugkerend karakter zoals bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, kosten voor: huur en onderhoud van gebouwen, regulier personeel, administratie en boekhouding, nutsvoorzieningen (zoals elektriciteit, water, internet), algemene marketing en communicatie, verzekeringen en belastingen. |
Artikel 1:2 Toepassingsbereik
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
- 1.
Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren van cultureel ondernemerschap en het meerjarig versterken van de bedrijfsvoering van culturele instellingen door het mogelijk maken van incidentele investeringen.
- 2.
Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is het realiseren van een vitale culturele sector in Den Haag.
Artikel 1:4 Activiteiten
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op het versterken van de bedrijfsvoering van culturele instellingen voor tenminste 3 jaar, door het verkrijgen of verbeteren van bijvoorbeeld vaardigheden, kennis, of apparatuur.
Artikel 1:5 Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan culturele instellingen die rechtspersoon zijn met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk en in Den Haag gevestigd zijn of waarvan tenminste 75% van de culturele activiteiten in Den Haag plaatsvinden.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.
- 2.
Voor subsidie in aanmerking komt de btw over de gesubsidieerde kosten voor zover die btw niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.
- 3.
Voor subsidie in aanmerking komen apparatuurkosten die maximaal 50% van de projectbegroting uitmaken en tot een maximum van € 10.000,-.
- 4.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. reguliere bedrijfskosten;
b. opstartkosten;
c. de kosten voor artistieke producties;
d. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;
e. de kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
- 1.
Een subsidie tot en met € 10.000,- kan voor 100% van de subsidiabele kosten worden toegekend.
- 2.
Een subsidie van meer dan € 10.000,- bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten van een aanvraag, met een maximum van € 40.000,-.
Artikel 1:8 Subsidieplafond
- 1.
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 2025 tot en met 2028 per kalenderjaar een subsidieplafond van € 250.000,-.
- 2.
Het college kan het subsidieplafond bij separaat besluit verhogen.
- 3.
Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV. Een verlaging van het plafond geldt ook voor reeds ingediende aanvragen.
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
- 1.
Het college verleent de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, waarbij de exacte tijd van ontvangst (dag, uur, minuut en seconde) bepalend is, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
- 2.
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.
- 3.
In geval van gelijktijdige indiening van aanvragen (zelfde dag, uur, minuut en seconde), wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag als eerst wordt behandeld.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Artikel 2:1 Aanvraag subsidie
- 1.
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als btw belaste ondernemer is aan te merken indien btw-onderdeel is van de te subsidiëren kosten en een specificatie van niet-verrekenbare btw indien btw-onderdeel is van de te subsidiëren kosten;
b. een concrete beschrijving van de meerjarige effecten van de activiteiten, voorzien van een onderbouwing, met in ieder geval de volgende elementen:
i. een duidelijke en haalbare doelstelling (bijvoorbeeld een stijging van de publieksinkomsten van 15% binnen twee jaar, een kostenbesparing van € 10.000,- per jaar ten aanzien handelingskosten, een verbeterde aansturing van de organisatie) die zoveel mogelijk SMART-geformuleerd is, inclusief een aanpak om de voortgang te monitoren; en,
ii. een onderbouwing van de haalbaarheid van de doelstelling waarbij expliciet wordt aangegeven op welke wijze de activiteiten bijdragen aan het behalen van de doelstelling;
c. indien het aangevraagd bedrag meer bedraagt dan € 20.000,- een nadere analyse, zoals een marktonderzoek, benchmarkanalyse of kosten-batenanalyse, in aanvulling op de onderbouwing van de haalbaarheid van de doelstellingen van de aanvrager; en,
d. een verklaring waarin de aanvrager aangeeft dat de Governance Code Cultuur, de Fair Practice Code en de Code Diversiteit & Inclusie onderschreven worden.
- 2.
De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.
- 3.
De aanvraag en de bijbehorende bijlagen worden zoveel mogelijk op een voor openbaarmaking geschikte manier en op een voor het algemeen publiek toegankelijke wijze opgesteld.
- 4.
Een aanvraag om subsidie wordt uitsluitend ingediend per e-mail.
Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden
Artikel 3:1 Weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als:
-
a. aan een aanvrager in een kalenderjaar op basis van deze subsidieregeling al € 40.000,- subsidie is verleend;
b. aan een aanvrager reeds € 40.000,- aan subsidie op basis van deze subsidieregeling is verstrekt voor vergelijkbare activiteiten en meerjarige effecten.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Artikel 4:1 Verplichtingen
Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
-
a. de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt; en,
b. de activiteiten moeten worden uitgevoerd binnen 12 maanden na verlening van de subsidie.
Artikel 4:2 Bevoorschotting
Bevoorschotting vindt plaats met 90% van de verleende subsidie in één keer.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 12 weken na het einde van de activiteiten.
Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden
- 1.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV bij een subsidieverlening van meer dan € 10.000,-; en,
c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.
- 2.
Het inhoudelijk verslag bevat in ieder geval:
a. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de gerealiseerde activiteiten;
b. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;
c. een reflectie op het proces en de (verwachte) resultaten; en,
d. minimaal 1.200 en maximaal 2.000 woorden.
- 3.
Het financieel verslag bevat in ieder geval:
a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven die aansluiten bij de posten in de begroting;
b. een toelichting op afwijkingen groter dan 10% op hoofdposten van de begroting; en,
c. indien van toepassing de niet verrekenbare btw.
- 4.
De verantwoording wordt separaat van eventueel andere gelijktijdig te verantwoorden subsidies op grond van deze of andere subsidieregelingen aangeleverd.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 6:1 Evaluatie
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk 1 september 2029.
Artikel 6:2 Inwerkingtreding
- 1.
Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.
- 2.
Deze regeling vervalt op 31 december 2029.
Artikel 6:3 Overgangsrecht
De bepalingen van de Subsidieregeling stimulering cultureel ondernemerschap Den Haag 2020 blijven van toepassing op subsidies die vóór 1 januari 2025 zijn verstrekt op basis van de Subsidieregeling stimulering cultureel ondernemerschap 2020.
Artikel 6:4 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling versterking cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering Den Haag 2025.
Den Haag, 4 februari 2025
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
Ilma Merx
de burgemeester,
Jan van Zanen
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl