Beleidsregels financiële toelage ontheemden Oekraïne gemeente Doesburg

1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Regeling: Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

• b.

  College: college van burgemeester en wethouders van Doesburg;

• c.

  Inkomsten: de netto-inkomsten uit arbeid in Nederland of een ander land, een loondervingsuitkering als bedoeld in artikel 1 sub j van de Regeling of een toeslag op grond van de toeslagenwet;

• d.

  Leefgeld: de maandelijkse financiële toelage, zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 sub b en artikel 12 van de Regeling;

• e.

  Belanghebbende: de ontheemde bedoeld in artikel 1 sub c van de Regeling, .

• f.

  Gezinsleden: de volgende leden van het gezin van de ontheemde die in verband met de tijdelijke bescherming in Nederland aanwezig zijn:

  • -

    echtgenoten of aan gehuwden gelijkgestelde partners;

  • -

    hun minderjarige kinderen, mits zij ongehuwd en van hen afhankelijk zijn;

  • -

    de vader, moeder, of een andere volwassene die volgens het recht of praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde ontheemde;

• g.

  Gemeentelijke opvangvoorziening: een opvangvoorziening als bedoeld in artikel 1 sub h van de Regeling;

• h.

  Particuliere opvangvoorziening: een opvangvoorziening als bedoeld in artikel 1 sub i van de Regeling;

• i.

  Vrijwilligerswerk: arbeid die verricht wordt zonder betaling van een loon of daarmee verglijkbare beloning;

• j.

  Locatiemanager: de persoon die belast is met het leidinggeven aan de Gemeentelijke opvangvoorziening;

• k.

  Richtlijn: de op 4 maart 2022 door de Raad van de Europese Unie vastgestelde Richtlijn Tijdelijke Bescherming.

1. Een recht op leefgeld bestaat jegens de belanghebbende, die

• a.

  in de gemeente is ingeschreven in de BRP, en

• b.

  verblijft in een gemeentelijke opvangvoorziening of een particulier opvangvoorziening

2. Geen recht op leefgeld bestaat jegens de belanghebbende:

• a.

  die verblijft in een door hemzelf gehuurde of gekochte woning;

• b.

  die tevens de Nederlandse nationaliteit bezit;

• c.

  van wie rechtens de vrijheid is ontnomen;

• d.

  aan wie de tijdelijke bescherming vanwege het bepaalde artikel 28 in de Richtlijn is geweigerd.

1. Het college verstrekt op aanvraag van de belanghebbende, leefgeld aan de belanghebbende en zijn gezin.

2. De aanvraag geschiedt via het daartoe vastgestelde formulier.

1. De hoogte van het leefgeld wordt bepaald conform artikel 10 van de Regeling voor een ontheemde die in een gemeentelijke opvang verblijft of artikel 12 van de Regeling voor een ontheemde die in een particuliere opvang verblijft.

2. Het leefgeld wordt verstrekt per volledige maand, zonder berekeningen naar rato van het aantal dagen in de maand waarin is vastgesteld dat de belanghebbende recht heeft op leefgeld.

1. Het leefgeld wordt beëindigd voor het hele gezin indien ten minste één van de meerderjarige gezinsleden inkomsten uit arbeid of uitkering verkrijgt.

2. Indien de inkomsten als bedoeld in het eerste lid lager zijn dan de hoogte van het voor de belanghebbende en diens meerderjarige gezinsleden geldende leefgeld, wordt het inkomen aangevuld tot de geldende hoogte van het leefgeld.

3. Indien een minderjarig kind inkomsten uit arbeid ontvang wordt het leefgeld voor dit kind niet beëindigd. Wanneer het kind meerderjarig wordt en voldoende inkomsten geniet zal conform artikel 7 lid 2 het leefgeld worden beëindigd.

4. Het leefgeld wordt beëindigd indien het gezin langer dan 28 dagen niet in de opvangvoorziening is verschenen. Deze termijn gaat vanaf de dag van constatering dat iemand afwezig is.

5. Indien één of enkele personen van het gezin vertrekken of langer dan 28 dagen niet in de opvangvoorziening zijn verschenen, wordt de hoogte van het leefgeld aangepast naar de situatie van het gezin dat nog wel in de opvangvoorziening verblijft.

6. De beëindiging of wijziging gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin van één of meer van de bovengenoemde omstandigheden is gebleken en de eerste inkomsten zijn ontvangen.

1. Bij beëindiging van het werk of de uitkering kan de belanghebbende een nieuwe aanvraag indienen voor het verkrijgen van leefgeld. Het leefgeld gaat dan in vanaf de maand volgend op de maand waarin het hernieuwde recht op leefgeld is vastgesteld.

2. Bij terugkeer in de gemeente na een verblijf langer dan 28 dagen kan de Belanghebbende opnieuw een aanvraag indienen. Het leefgeld gaat dan in vanaf de maand volgend op de maand waarin het hernieuwde recht op leefgeld is vastgesteld.

1. Het college verstrekt een vergoeding voor buitengewone kosten die een belanghebbende heeft gemaakt, mits voldaan is aan het bepaalde artikel 11 van de Regeling.

2. Onder buitengewone kosten wordt in ieder geval verstaan:

• a.

  reiskosten voor een verblijfsrechtelijke procedure;

• b.

  noodzakelijke medische kosten, tenzij de zorgverzekeraar deze kosten vergoedt.

1. De belanghebbende die vrijwilligerswerk verricht in en rondom een gemeentelijke opvangvoorziening als bedoeld in artikel 11a van de Regeling, krijgt een vrijwilligersvergoeding van €14,- per week.

2. De locatiemanager kan namens het college werkzaamheden aanwijzen en deze toewijzen aan belanghebbenden die op de gemeentelijke opvangvoorziening verblijven, met inachtneming van artikel 11a van de Regeling.

3. Belanghebbenden kunnen voorstellen doen aan de locatiemanager van een gemeentelijke opvangvoorziening voor werkzaamheden of het verzorgen van activiteiten. De locatiemanager beoordeelt, namens de het college, of de belanghebbenden in aanmerking komen voor de vrijwilligersvergoeding als bedoeld in het eerste lid.

4. De werkzaamheden of activiteiten bedoelt in lid 4 dienen exclusief te zijn gericht op of ten behoeve te zijn van belanghebbenden die hun verblijf hebben in Doesburg.

1. Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking hiervan.

2. Dit besluit wordt aangehaald als “Beleidsregels financiële toelage ontheemden Oekraïne gemeente Doesburg”.