Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735244
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735244/1
Beleidsregels Participatiewet “Samenwonen op proef”
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 08-02-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Beleidsregels Participatiewet “Samenwonen op proef”Intitulé
Beleidsregels Participatiewet “Samenwonen op proef”
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;
Overwegende dat
- –
Gaan samenwonen een spannende en ingrijpende beslissing is. Daarnaast heeft gaan samenwonen gevolgen voor de bijstandsuitkering. Immers deze is afhankelijk van de woonsituatie, inkomen en vermogen van de partner. Dit zijn factoren die stress kunnen veroorzaken en daarmee het succes op samenwonen verkleinen.
- –
Het college bij de uitvoering van de Participatiewet “de menselijke maat” hanteert en zo het mogelijk wil maken dat bijstandsgerechtigden in alle rust en zonder dat dit direct financiële gevolgen heeft voor de uitkering voor een periode van maximaal 6 maanden op proef kunnen samenwonen.
- –
Het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden uitkeringsgerechtigden van bovenstaande mogelijkheid gebruik kunnen maken
- –
het daarom wenselijk is voor dit doel beleidsregels vast te stellen.
gelet op:
- •
Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
- •
artikel 160 lid 1 onder a Gemeentewet;
- •
artikel 3 lid 3 en 4 Participatiewet;
- •
artikel 3 lid 3 en 4 IOAW;
- •
artikel 3 lid 3 en 4 IOAZ;
besluit tot het vaststellen van:
Beleidsregels Participatiewet “Samenwonen op proef”
Artikel 1 Begrippen
- 1.
Alle begrippen die in deze beleidsregels gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, IOAW, IOAZ en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
- 2.
Proefperiode: een periode van maximaal 6 maanden waarin de gemeente bijstandsgerechtigde(n) toestemming geeft om samen te wonen op proef, zoals bedoeld in deze regeling, zonder consequenties voor de uitkering;
- 3.
Bijstandsgerechtigde: de persoon met een uitkering op grond van de Participatiewet, de IOAW en IOAZ.
Artikel 2 Gezamenlijke huishouding
1. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.
2. Hoofdverblijf: bij de vaststelling waar iemand zijn hoofdverblijf heeft is niet de inschrijving in de BRP of het hebben van een (huur)woning op een ander adres dan het adres waar iemand hoofdzakelijk verblijft bepalend, maar de feitelijke situatie.
Gedurende de proefperiode als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van deze beleidsregels, gaat het college voor het vaststellen van het recht en de hoogte van de uitkering ervan uit dat de bijstandsgerechtigde en diens partner het hoofdverblijf hebben behouden zoals dit was voor de aanvang van de proefperiode.
Artikel 3 Proefperiode
- 1.
Het college kan op aanvraag aan één of aan beide personen die een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ ontvangt of ontvangen een proefperiode van maximaal 6 maanden toestaan;
- 2.
De proefperiode vangt niet eerder aan dan nadat de gemeente schriftelijk toestemming heeft verleend;
- 3.
De duur van de proefperiode bedraagt 6 maanden en eindigt eerder als betrokkene niet meer aan de voorwaarden van artikel 4 voldoen.
- 4.
Gedurende de proefperiode ontvangt de bijstandsgerechtigde een uitkering naar de norm die de belanghebbende ontving ten tijde van de aanvraag van de proefperiode, tenzij deze norm wijzigt wegens andere omstandigheden dan het samenwonen op proef;
- 5.
De inlichtingenplicht (art 17 lid 1 PW) ligt op de partner die de bijstandsuitkering ontvangt.
Artikel 4 Voorwaarden voor gebruik maken van proefperiode
- 1.
Beide partners vragen gezamenlijk vooraf in de gemeente waar de bijstandsgerechtigde(n) de uitkering ontvang(en) aan of ze op proef mogen samenwonen, ook als de partner geen uitkering heeft. Wanneer er sprake is van twee partners die ieder een bijstandsuitkering ontvangen in een andere gemeente, dan bestaat het recht op de proefperiode alleen wanneer beide gemeenten hierin toestemmen; en
Beide aanvragers houden hun eigen woonadres aan en blijven op dat woonadres ingeschreven staan in de BRP, en de woning beschikbaar houden voor eigen gebruik. Het is niet toegestaan de woning te (onder) verhuren.
Een eventuele verhuurder (wooncorporatie) is door de aanvrager op de hoogte gesteld van het tijdelijk niet voltijds bewonen van de woonruimte en akkoord met het tijdelijk niet voltijds bewonen van de woonruimte.
- 2.
Het voorgaande lid is wat betreft het beschikbaar houden van de woning niet van toepassing op de aanvrager die niet beschikt over woonruimte.
- 3.
Indien één van de partners voor een periode van langer dan 28 dagen ten tijde van de proefperiode in een inrichting als bedoeld in artikel 1 onderdeel f van de Participatiewet verblijft, eindigt het recht op de proefperiode. Wanneer de partner niet langer meer in de inrichting verblijft, kan de proefperiode opnieuw worden aangevraagd. Bij toekenning herleeft het recht op de proefperiode voor de periode dat van de oorspronkelijk toegekende proefperiode resteert. Dit geldt ook wanneer één van beide partners langer dan 28 dagen in het buitenland verblijft of is gedetineerd.
Artikel 5 Uitsluitingsgronden
Geen proefperiode wordt verleend indien:
a. aanvragers reeds voorbereidingen hebben getroffen voor een huwelijk of geregistreerd partnerschap;
b. één van de belanghebbenden in de periode van drie jaar voorafgaand aan de aanvraag van de proefperiode al gebruik heeft gemaakt van de proefperiode;
c. aanvragers bloedverwanten in de eerste graad zijn.
Artikel 6 Re-integratieverplichtingen
Tijdens de proefperiode samenwonen blijven alle verplichtingen van de Participatiewet, inclusief deelname aan re-integratie activiteiten, onverkort van toepassing.
Artikel 7 Onvoorziene situaties
In gevallen, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 8 Citeertitel
Deze regels worden aangehaald als:
Beleidsregels “Participatiewet Samenwonen op proef”
Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking één dag na publicatie en werken terug tot en met 1 januari 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college op 28 januari 2025.
Burgemeester en wethouders,
mevrouw Sjoukje Deelstra
secretaris
de heer Gert-Jan Kats
burgemeester
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl