Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735228
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735228/1
Protocol Geheimhouding ‘Openbaar tenzij..’ in de gemeente Rheden
Geldend van 11-02-2025 t/m heden
Intitulé
Protocol Geheimhouding ‘Openbaar tenzij..’ in de gemeente RhedenDe raad, het college en de burgemeester van de gemeente Rheden, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester van 10 december 2024;
gelet op de artikelen 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht, 23, 24, 54, 82, 83, 84, 87, 88 en 89 van de Gemeentewet, artikel 5.1 van de Wet open overheid, het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Rheden en artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht;
b e s l u i t e n :
vast te stellen het volgende protocol: Protocol Geheimhouding ‘Openbaar tenzij..’ in de gemeente Rheden
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1 Definities
In dit protocol wordt verstaan onder:
- a.
bestuursorgaan: de burgemeester van de gemeente Rheden, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden en de raad van de gemeente Rheden;
- b.
de burgemeester: de burgemeester van de gemeente Rheden;
- c.
de raad: de raad van de gemeente Rheden;
- d.
commissie: de in het Reglement van orde beschreven raadscommissies, bestuurscommissies of andere commissies als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet, waaronder de informatiebijeenkomsten, beeldvormende en oordeelsvormende vergaderingen, het Bestuurlijk Coördinatie Overleg (BCO), de Strategische agendacommissie (SAC) en de klankbordgroep;
- e.
geheim: geheimhouding zoals bedoeld in artikel 87, 88 en 89 van de Gemeentewet;
- f.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;
- g.
niet-openbaar: informatie in documenten die valt onder de uitzonderingen zoals genoemd in de Wet open overheid of andere wettelijke grondslagen;
- h.
vertrouwelijke informatie: uitsluitend mondelinge informatie in de informatievoorziening tussen het college, burgemeester, commissie en de raad, niet zijnde vertrouwelijke informatie op grond van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2 Geheimhouding is de uitzondering
In de informatievoorziening van het college of de burgemeester naar de raad en in de vergaderingen van de raad is openbaarheid het uitgangspunt en geheimhouding de uitzondering.
Artikel 3 Geheim en vertrouwelijk
Het college en de burgemeester gebruiken voor alle documenten die zij aan de raad of een commissie overleggen en die niet openbaar mogen worden, de term ‘geheim’. De term ‘vertrouwelijk’ wordt niet gebruikt, tenzij er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 15 van dit protocol.
Hoofdstuk 2 Geheimhouding
Artikel 4 Opleggen van de geheimhouding op schriftelijke informatie
- 1.
Geheimhouding kan worden opgelegd op schriftelijke informatie, die bij het betreffende bestuursorgaan berust.
- 2.
Als het college of de burgemeester geheime informatie aan de raad of een commissie overlegt wordt daarbij vermeld:
- a.
een toelichting waarin exact wordt aangegeven welke (passages van) stukken geheim zijn;
- b.
een gemotiveerde toelichting voor de noodzaak van geheimhouding, onder vermelding van de grond(en) uit artikel 5:1 eerste of tweede lid van de Wet open overheid;
- c.
de termijn tot welke de geheimhouding dient te gelden (de zogenaamde horizonbepaling). De geheimhouding vervalt dan automatisch wanneer deze termijn is verstreken. Is een dergelijke termijn niet te noemen dan wordt opgenomen ‘voor onbepaalde tijd’.
- a.
Artikel 5 Vermelding geheime status op documenten
- 1.
Op de geheime documenten wordt ‘geheim’ vermeld op de voorpagina en de volgende pagina’s. Bij digitale documenten wordt dit tevens vermeld in de bestandsnaam.
- 2.
Als de geheimhoudingsplicht rust op mondelinge informatie dan wordt die verplichting voorafgaand aan het delen van de mondelinge informatie uitdrukkelijk medegedeeld.
Artikel 6 Publicatie geheime documenten
Schriftelijke informatie waarop geheimhouding is gelegd wordt alleen gepubliceerd op het besloten deel van het raadsinformatiesysteem, te weten het overzicht ‘Mededelingen griffie/college’ en is alleen toegankelijk voor raadsleden, raadsvolgers, de medewerkers van de griffie, het college en de gemeentesecretaris.
Artikel 7 Delen van geheime informatie
- 1.
Geheime informatie wordt met alle raadsleden en raadsvolgers gedeeld. Geheime informatie die met een commissie wordt gedeeld waarin leden van de raad zitting hebben, moet ook met de gehele raad worden gedeeld.
- 2.
Het eerste lid is niet van toepassing als (een lid van) het college of de burgemeester tijdens een besloten commissievergadering of andere vergadering van de raad geheime informatie mondeling mededeelt met de aanwezigen.
- 3.
Als het college of de burgemeester geheimhouding heeft opgelegd en deze geheime informatie eerst aan de raad heeft verstrekt, dan kan deze geheime informatie worden gedeeld met derden als dat voor het dagelijks bestuur van de gemeente noodzakelijk is. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer deze informatie verstrekt moet worden voor een rechtszaak of ten behoeve van een onderzoek van de rekenkamer, de accountantsdienst of een door de gemeenteraad op grond van artikel 155a Gemeentewet ingestelde onderzoekscommissie. Bij het verstrekken van deze informatie wordt vermeld dat het hier gaat om een geheim documenten en dat geheimhouding in acht wordt genomen door eenieder die kennis van die informatie draagt, totdat de raad deze opheft. Zo nodig kan ervoor worden gekozen om de ontvanger van de geheime informatie een geheimhoudingsverklaring te laten tekenen.
Hoofdstuk 3 Vergaderen in beslotenheid raad en commissie
Artikel 8 Vergaderen in beslotenheid
- 1.
Vergaderingen van de raad en commissie zijn in beginsel openbaar. Ze worden in ieder geval in het openbaar aangekondigd en geopend, met uitzondering van de bijzondere raadsvergadering waarin tot aanbeveling voor (her)benoeming van de burgemeester wordt besloten. Deze vergadering is van begin tot einde besloten.
- 2.
Op de openbare agenda wordt een agendapunt dat met gesloten deuren moet worden besproken in algemene termen benoemd.
- 3.
De stukken, waarop geheimhouding is gelegd en die ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd, worden achter een slotje in het raadsinformatiesysteem (overzicht ‘Mededelingen griffie/college’) geplaatst, zodat deze alleen toegankelijk zijn voor raadsleden, raadsvolgers, het college, de burgemeester, de gemeentesecretaris en de medewerkers van de griffie.
Artikel 9 Het sluiten van de deuren
- 1.
Op verzoek van ten minste één vijfde deel van het aantal aanwezige leden dan wel als de voorzitter dit nodig oordeelt, worden de deuren gesloten.
- 2.
Als de deuren sluiten, dan mogen in beginsel raadsleden, raadsvolgers, collegeleden, functioneel betrokken ambtenaren en griffie aanwezig zijn.
- 3.
Als de deuren worden gesloten draagt de griffie er zorg voor dat de uitzending van de vergadering wordt stopgezet en dat de vergadering niet langer elders in het gemeentehuis is te volgen.
Artikel 10 Vergaderen achter gesloten deuren
- 1.
Nadat de deuren zijn gesloten geeft de voorzitter eerst het voorstel om met gesloten deuren te vergaderen in bespreking. In beslotenheid kan diegene, die een verzoek voor beslotenheid heeft gedaan, dit toelichten.
- 2.
Alleen als de raad of de commissie vervolgens in volstrekte meerderheid met inachtneming van de gronden van artikel 5.1 van de Wet open overheid hiertoe besluit zal daadwerkelijk met gesloten deuren worden vergaderd.
- 3.
Als de deuren worden gesloten besluit de raad of commissie wie er verder bij de vergadering aanwezig mogen zijn. Voor dit besluit geldt een gewone ofwel volstrekte meerderheid. De griffie registreert de namen van alle aanwezigen.
- 4.
Wordt besloten tot een besloten vergadering, dan geldt vanaf dat moment van rechtswege geheimhouding op alle woorden die gesproken worden, totdat het bestuursorgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd deze opheft.
Artikel 11 Verslag besloten vergadering
- 1.
Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar berusten bij de griffier.
- 2.
Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het vastgestelde verslag en de besluitenlijst.
- 3.
De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Hoofdstuk 4 Opheffing geheimhouding en besloten vergaderingen
Artikel 12 Opheffen geheimhouding
- 1.
Het bestuursorgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, is bevoegd om deze op te heffen.
- 2.
In afwijking van het eerste lid kan een door de raad ingestelde commissie opgelegde geheimhouding ook worden opgeheven door de raad.
- 3.
Wanneer de informatie waarop geheimhouding is gelegd ook aan de raad is verstrekt, kan alleen de raad die geheimhouding weer opheffen. Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
- 4.
Een verzoek tot het opheffen van geheimhouding kan worden gedaan door het college, de burgemeester of een raadslid en dient middels een gemotiveerd voorstel te worden ingediend bij het Bestuurlijk Coördinatie Overleg (BCO).
- 5.
Als een verzoek om informatie op grond van artikel 4.1 van de Woo betrekking heeft op informatie waarop geheimhouding rust wordt dit verzoek opgevat als verzoek om opheffing van de geheimhouding. In afwachting van het besluit op dit verzoek door de raad wordt de beslistermijn op het verzoek om openbaarmaking opgeschort.
- 6.
Beraadslaging over een voorstel als bedoeld in het vierde lid, dan wel een verzoek als bedoeld in het vijfde lid, kan alleen achter gesloten deuren plaatsvinden.
Artikel 13 Register geheime informatie en besloten vergaderingen
- 1.
De griffie houdt een register bij van alle vergaderingen of delen van vergaderingen die in beslotenheid zijn gehouden en van alle documenten die voor of tijdens besloten vergaderingen zijn overlegd en waarop geheimhouding is gelegd.
- 2.
Het register bevat in ieder geval:
- a.
de datum waarop de geheime documenten zijn verstrekt;
- b.
de datum van de vergadering waarin de geheimhouding is opgelegd;
- c.
de reden voor de geheimhouding;
- d.
de horizonbepaling of datum waarop de geheime status wordt beëindigd.
- a.
- 3.
Het register wordt in het raadsinformatiesysteem geplaatst.
- 4.
De griffie bewaakt de horizonbepalingen en zorgt ervoor dat indien geheimhouding kan worden opgeheven hiertoe een voorstel aan de raad wordt gedaan.
Artikel 14 Publicatie openbaar geworden informatie
Zodra een voorstel tot opheffing van geheimhouding is aangenomen plaatst de griffie de desbetreffende informatie op het openbare deel van het raadsinformatiesysteem, onder vermelding van het besluit tot opheffing van de geheimhouding.
Hoofdstuk 5 Vertrouwelijkheid en embargo
Artikel 15 Vertrouwelijkheid
- 1.
In afwijking van het bepaalde in artikel 3 kan de burgemeester of een wethouder de leden van het Bestuurlijk Coördinatie Overleg (BCO) mondeling vertrouwelijk informeren als het gaat om:
- a.
persoonlijke aangelegenheden;
- b.
interne aangelegenheden;
- c.
integriteitskwesties;
- d.
informatie met een hoge onzekerheidsmarge.
- a.
- 2.
Dat deze informatie vertrouwelijk is, wordt voorafgaand aan het delen ervan uitdrukkelijk medegedeeld.
Artikel 16 Onder embargo verstrekken van informatie
- 1.
Wanneer geheimhouding niet strikt noodzakelijk is, maar het wel zeer wenselijk is dat de informatie nog niet openbaar wordt, kan informatie door het college of de burgemeester ‘onder embargo’ worden verstrekt aan de raadsleden en raadsvolgers. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer het college binnenkort een persbericht uitdoet over een onderwerp waarover de raad iets eerder wordt geïnformeerd gezien de maatschappelijke impact.
- 2.
‘Onder embargo’ heeft geen juridische status en is uitsluitend bedoeld voor informatie waarop kort na het delen met de raad een persbericht volgt. De raad zal deze informatie onder zich houden totdat het persbericht is gepubliceerd.
- 3.
Op en in het stuk wordt duidelijk gemotiveerd dat de informatie ‘onder embargo’ wordt verstrekt en op welk moment het persbericht volgt.
Artikel 17 Citeertitel
Dit protocol kan worden aangehaald als ‘‘Protocol Geheimhouding ‘Openbaar tenzij..’ in de gemeente Rheden’.
Artikel 18 Bekendmaking
Dit protocol treedt in werking na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van het ‘Protocol Geheimhouding ‘Openbaar tenzij..,’ vastgesteld door de gemeenteraad op 28 juni 2018.
Ondertekening
Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders en de burgemeester d.d. 10 december 2024.
Velp, 10 december 2024
Burgemeester en wethouders voornoemd,
secretaris.
burgemeester.
Burgemeester voornoemd,
burgemeester.
Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 28 januari 2025.
De Steeg, 28 januari 2025
De raad voornoemd,
voorzitter.
griffier.
Bijlage Enkele relevante wettelijke bepalingen
Grondwet
Artikel 110
De overheid betracht bij de uitvoering van haar taak openbaarheid volgens regels bij de wet te stellen.
Gemeentewet
Artikel 23
- 1.
De vergadering van de raad wordt in het openbaar gehouden.
- 2.
De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.
- 3.
De raad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
- 4.
Indien met gesloten deuren wordt vergaderd, geldt een verplichting tot geheimhouding omtrent informatie die in die vergadering ter kennis van de aanwezigen komt. De verplichting duurt voort, totdat de raad haar opheft.
- 5.
Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad besluit de verplichting, bedoeld in het vierde lid, op te heffen.
- 6.
De raad maakt de besluitenlijst van zijn vergaderingen op de in de gemeente gebruikelijke wijze openbaar. De raad laat de openbaarmaking achterwege in de gevallen waarin een verplichting tot geheimhouding geldt of wanneer openbaarmaking in strijd is met het openbaar belang.
Artikel 24
In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over:
- a.
de toelating van nieuw benoemde leden;
- b.
de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de jaarrekening;
- c.
de invoering, wijziging en afschaffing van gemeentelijke belastingen, en
- d.
de benoeming en het ontslag van wethouders.
Artikel 82
- 1.
De raad kan raadscommissies instellen die besluitvorming van de raad kunnen voorbereiden en met het college of de burgemeester kunnen overleggen. Hij regelt daarbij de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze, daaronder begrepen de wijze waarop de leden van de raad inzage hebben in stukken waaromtrent door een raadscommissie geheimhouding is opgelegd. Deze inzage kan slechts worden geweigerd voor zover zij in strijd is met het openbaar belang.
- 2.
De burgemeester en de wethouders zijn geen lid van een raadscommissie.
- 3.
Bij de samenstelling van een raadscommissie zorgt de raad, voor zover het de benoeming betreft van leden van de raad, voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen.
- 4.
Een lid van de raad is voorzitter van een raadscommissie.
- 5.
De artikelen 19 en 21 tot en met 23 zijn van overeenkomstige toepassing op een vergadering van een raadscommissie, met dien verstande dat in artikel 19 voor «burgemeester» wordt gelezen «voorzitter van de raadscommissie».
Artikel 87
De raad, het college, de burgemeester en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid, een verplichting tot geheimhouding opleggen ten aanzien van informatie die bij dat orgaan berust.
Artikel 88
- 1.
De raad kan informatie ten aanzien waarvan krachtens artikel 23, vierde lid, een verplichting tot geheimhouding geldt of hij een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd, verstrekken aan het college, de burgemeester, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V.
- 2.
Het college kan informatie ten aanzien waarvan hij een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd, verstrekken aan de raad, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V.
- 3.
De burgemeester kan informatie ten aanzien waarvan hij een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd, verstrekken aan de raad, het college, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V.
- 4.
Een commissie als bedoeld in hoofdstuk V kan informatie ten aanzien waarvan zij een verplichting tot geheimhouding heeft opgelegd, verstrekken aan de raad, het college, de burgemeester en de rekenkamer.
- 5.
Indien het college of de burgemeester overeenkomstig het tweede of derde lid informatie verstrekt aan een commissie waarin leden van de raad zitting hebben, verstrekt het college of de burgemeester die informatie tevens aan de raad.
- 6.
Indien het college, de burgemeester of een commissie overeenkomstig het tweede, derde of vierde lid informatie verstrekt aan de raad, kan de raad die informatie verstrekken aan anderen. De raad kan regels stellen over het verstrekken van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding is opgelegd door het college, de burgemeester of een commissie en die tevens aan de raad is verstrekt.
Artikel 89
- 1.
Een verplichting tot geheimhouding wordt vermeld op het stuk ten aanzien waarvan de geheimhouding geldt. Indien de geheimhouding geldt ten aanzien van informatie anders dan in schriftelijke vorm, wordt de verplichting op een passende wijze kenbaar gemaakt.
- 2.
Een verplichting tot geheimhouding wordt in acht genomen door allen die van de informatie kennis dragen.
- 3.
Een verplichting tot geheimhouding duurt voort totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd haar opheft. Indien de verplichting tot geheimhouding is opgelegd door een commissie, kan die verplichting tevens worden opgeheven door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.
- 4.
Indien informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt aan de raad is verstrekt, duurt die verplichting in afwijking van het derde lid voort totdat de raad haar opheft.
- 5.
Een lid van de raad of van een door de raad ingestelde commissie als bedoeld in hoofdstuk V dat in strijd handelt met het tweede lid kan bij besluit van de raad ten hoogste drie maanden worden uitgesloten van het ontvangen van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt.
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 2:5
- 1.
Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
- 2.
Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.
Wet open overheid
Artikel 5.1. Uitzonderingen
- 1.
Het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:
- a.
de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;
- b.
de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;
- c.
bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
- d.
persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor de openbaarmaking van deze persoonsgegevens of deze persoonsgegevens kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt;
- e.
nummers betreft die dienen ter identificatie van personen die bij wet of algemene maatregel van bestuur zijn voorgeschreven als bedoeld in artikel 46 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de levenssfeer maakt.
- a.
- 2.
Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
- a.
de betrekkingen van Nederland met andere landen en staten en met internationale organisaties;
- b.
de economische of financiële belangen van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen, in geval van milieu-informatie slechts voor zover de informatie betrekking heeft op handelingen met een vertrouwelijk karakter;
- c.
de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
- d.
de inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;
- e.
de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
- f.
de bescherming van andere dan in het eerste lid, onderdeel c, genoemde concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;
- g.
de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;
- h.
de beveiliging van personen en bedrijven en het voorkomen van sabotage;
- i.
het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen.
- a.
- 3.
Indien een verzoek tot openbaarmaking op een van de in het tweede lid genoemde gronden wordt afgewezen, bevat het besluit hiervoor een uitdrukkelijke motivering.
Artikel 5.2. Persoonlijke beleidsopvattingen
- 1.
In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden verstaan ambtelijke adviezen, visies, standpunten en overwegingen ten behoeve van intern beraad, niet zijnde feiten, prognoses, beleidsalternatieven, de gevolgen van een bepaald beleidsalternatief of andere onderdelen met een overwegend objectief karakter.
- 2.
Het bestuursorgaan kan over persoonlijke beleidsopvattingen met het oog op een goede en democratische bestuursvoering informatie verstrekken in niet tot personen herleidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen herleidbare vorm worden verstrekt.
- 3.
Onverminderd het eerste en tweede lid wordt uit documenten opgesteld ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming door een minister, een commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten, een gedeputeerde, het college van burgemeester en wethouders, een burgemeester en een wethouder, informatie verstrekt over persoonlijke beleidsopvattingen in niet tot personen herleidbare vorm, tenzij het kunnen voeren van intern beraad onevenredig wordt geschaad.
- 4.
In afwijking van het eerste lid wordt bij milieu-informatie het belang van de bescherming van de persoonlijke beleidsopvattingen afgewogen tegen het belang van openbaarmaking. Informatie over persoonlijke beleidsopvattingen kan worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen herleidbare vorm worden verstrekt.
Artikel 5.6. Verstrekking van niet-openbare informatie wegens klemmende redenen
- 1.
Het bestuursorgaan kan, in geval informatie ingevolge de artikelen 5.1 en 5.2 niet openbaar gemaakt kan worden, besluiten de informatie uitsluitend aan de verzoeker te verstrekken, indien er klemmende redenen zijn om de verzoeker niettegenstaande de toepasselijke uitzonderingsgrond of -gronden de gevraagde informatie niet te onthouden.
- 2.
Het eerste lid vindt slechts toepassing voor zover dit niet in strijd is met een toepasselijke geheimhoudingsplicht.
- 3.
Het bestuursorgaan kan aan de verstrekking voorwaarden verbinden ter bescherming van een van de belangen, genoemd in de artikelen 5.1 en 5.2.
Wetboek van Strafrecht
Artikel 272
- 1.
Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl