BELEIDSREGEL WET AANPAK WOONOVERLAST GEMEENTE ASSEN

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGEL WET AANPAK WOONOVERLAST GEMEENTE ASSEN

Deze beleidsregel kwam tot stand in samenwerking met Politie, Actium, Omnia Wonen en Vaart Welzijn.

2017

Asser aanpak van ernstige overlast

1. Algemeen

1.1 Definitie ernstige overlast

De meeste overlastsituaties zijn zonder de Asser aanpak door bewoners zelf, eventueel met de hulp van een buurtwerker of wijkagent, op te lossen. Ernstige overlast kenmerkt zich door het structurele karakter, uitstraling naar het publieke domein en de gepleegde feiten zoals geluidshinder, intimidatie en zelfs geweldsincidenten. Wij gebruiken in Assen de volgende definitie:

Ernstige overlast is een last of hinder die wordt veroorzaakt door een patroon van wangedrag, waardoor het woon- en leefklimaat onacceptabel worden aangetast.

1.2 Vormen van overlast

In deze aanpak richten we ons op overlast die door meerdere huishoudens wordt ervaren. In conflicten tussen buren is buurtbemiddeling in eerste instantie een veelgebruikt middel.

De Asser aanpak van ernstige overlast kent een aantal vastomlijnde stappen en is ook toepasbaar bij andere vormen van overlast. Zo gebruikten we de basis hiervan ook voor de specifieke aanpak van problematische jeugdgroepen. Ook overlast als gevolg van criminele activiteiten, kunnen we volgens deze methodiek aanpakken. Als er sprake is van drugsoverlast, gebruiken we de Asser aanpak in combinatie met het gemeentelijk Drugsbeleid, waarin het handhavingskader staat beschreven.

De ervaring leert dat de meeste vormen van overlast te maken hebben met geluid, verbale agressie, alcohol gerelateerde overlast, te luide of te hard rijdende bromfietsen, hangjeugd en het vervuilen van de omgeving. In de meer ernstige situaties is er sprake van intimidatie, criminaliteit, drugs en geweld. De oplossing verschilt per casus.

1.3 Betrokken partners

Ernstige overlast pakken we integraal aan. De politie is in veel gevallen de eerste die meldingen van overlast ontvangt. Ook bij de woningcorporaties en de buurtteams van Vaart Welzijn wordt overlast gemeld. Wanneer de overlast een structureel karakter heeft, worden wij er vaak bij betrokken. In bepaalde situaties benaderen we meer organisaties, die een specialisme of bevoegdheid hebben die aanvullend is op die van de bovenstaande partners, zoals het Veiligheidshuis Drenthe of de GGZ.

1.4 Aansluiting op casusregie

Wanneer een inwoner meerdere problemen heeft in de persoonlijke levenssfeer, waarbij hij zelf de regie niet meer kan voeren en ondersteuning van meerdere organisaties nodig heeft, wordt binnen de gemeente Assen casusregie toegepast. Dit heeft als doel helderheid te verschaffen over regie en verantwoordelijkheden in het sociaal domein, zodat er samenhang in de hulp en ondersteuning aan de inwoner ontstaat en grotere problemen voorkomen worden. Ernstige overlast kan ook gesignaleerd worden door een casusregisseur. Op het moment dat de problemen van één huishouden ernstige overlast veroorzaken voor meerdere buurtbewoners en de openbare orde in het geding komt, zal er aansluiting plaatsvinden van casusregie op de Asser aanpak van ernstige overlast. Wanneer de casusregisseur iemand van het buurtteam is, licht deze in dit geval de beleidsregisseur veiligheid van de gemeente Assen in. Er wordt per casus bekeken of het eventueel nodig is dat de gemeente Assen de regie tijdelijk overneemt, de regie bij de casusregisseur van het buurtteam kan blijven, of dat de regie wordt overgedragen aan het Veiligheidshuis Drenthe of de OGGz. Ook is het mogelijk dat de melding van overlast binnenkomt bij Vaart Welzijn, maar dat er nog geen casusregie plaatsvindt op het betreffende huishouden. Ook in dat geval wordt contact gelegd met de beleidsregisseur veiligheid van de gemeente Assen, zodat we per casus kunnen bepalen wat de beste aanpak is.

1.5 Juridisch kader gedragsaanwijzing

Artikel 151d Gemeentewet vormt de juridische grondslag voor de specifieke gedragsaanwijzing:

Artikel 151d

  • 1.

    De raad kan bij verordening bepalen dat degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, er zorg voor draagt dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    De in artikel 125, eerste lid, bedoelde bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het in het eerste lid bedoelde voorschrift wordt uitgeoefend door de burgemeester. De burgemeester oefent de bevoegdheid uit met inachtneming van hetgeen daaromtrent door de raad in de verordening is bepaald en slechts indien de ernstige en herhaaldelijke hinder redelijkerwijs niet op een andere geschikte wijze kan worden tegengegaan.

  • 3.

    Onverminderd de laatste volzin van het tweede lid kan de last, bedoeld in de eerste volzin van dat lid, een verbod inhouden om aanwezig te zijn in of bij de woning of op of bij het erf. Het verbod geldt voor een periode van tien dagen. De artikelen 2, tweede lid, en vierde lid, aanhef en onder a en b, 5, 6, 8, eerste lid, aanhef en onder a en b, 9 en 13 van de Wet tijdelijk huisverbod zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de burgemeester bij ernstige vrees voor verdere overtreding de looptijd van het verbod kan verlengen tot ten hoogste vier weken.

De gemeenteraad heeft bij besluit van 7 december 2017 besloten om toepassing te geven aan de in artikel 151d, eerste lid, van de Gemeentewet bedoelde bevoegdheid. Het nieuw ingevoegde artikel 2:78 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gemeente Assen luidt als volgt:

Artikel 2:78 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet

  • 1.

    Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Als de burgemeester een last onder dwangsom of onder bestuursdwang oplegt naar aanleiding van een schending van deze zorgplicht kan hij daarbij aanwijzingen geven over wat de overtreder dient te doen of na te laten om verdere schending te voorkomen. De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van deze bevoegdheid.

  • 3.

    De last kan in ieder geval worden opgelegd bij ernstige en herhaaldelijke:

    • a.

      geluid- of geurhinder;

    • b.

      hinder van dieren;

    • c.

      hinder van bezoekers of personen die tijdelijk in een woning of op een erf aanwezig zijn;

    • d.

      overlast door vervuiling of verwaarlozing van een woning of een erf;

    • e.

      intimidatie van derden vanuit een woning of een erf.

2. Voor de inwoner: melden van overlast

2.1 Waarom zou u overlast melden?

Om een goed beeld te krijgen van de overlastsituatie, is het voor ons erg belangrijk dat inwoners overlast melden. De veronderstelling dat anderen wel melding maken van de situatie, kan ervoor zorgen dat er juist te weinig meldingen binnenkomen. Bovendien is het voor ons vaak lastig om de overlast zelf te constateren.

2.2 Hoe kunt u overlast melden?

Wanneer de overlast duidelijk beschreven wordt, kunnen wij gemakkelijker een aanpak op maat maken. Daar hebben we volledige informatie voor nodig. We vragen melders van overlast om de overlast bij te houden. Dit kan dan onderdeel uitmaken van het dossier en geeft ons inzicht of de overlast verminderd of stopt. De wijkmedewerkers van gemeente, woningcorporatie en politie kunnen de melders hierbij ondersteunen.

Overlast melden kan bij bijvoorbeeld via de wijkagent, door contact op te nemen met de woningcorporatie of via de buurtteams van Vaart Welzijn. Die gaan naar aanleiding van de melding(en) de situatie onderzoeken om een beeld te krijgen van de overlast. Gelukkig kunnen we het overgrote deel van deze meldingen gemakkelijk oplossen. Slechts een klein deel van de meldingen betreft ernstige overlast.

2.3 Wat kunt u verder doen?

Naast het melden van overlast, kunnen melders ook op andere manieren bijdragen aan het verbeteren van de situatie. Zo zullen we de melder altijd vragen of er al is gesproken met de veroorzaker(s) van de overlast. Mocht dit niet helpen, dan kan het zijn dat we inzetten op bemiddeling door een derde partij. Deze kan bijvoorbeeld een buurtbijeenkomst organiseren. Voor een goed verloop van de bemiddeling vragen wij de medewerking van de melder(s).

We verwachten een actieve houding van de melder. Andersom zal de melder door de betrokken partners continu worden meegenomen in het proces. Na binnenkomst van de melding nemen we contact op met de melder om de situatie te bespreken. Als we een goed beeld van de situatie hebben gevormd, lichten we de melder in over de aanpak van de betrokken partners en kunnen wederzijdse verwachtingen worden geuit. Na verloop van tijd geven we, als de situatie dat toelaat, een terugkoppeling over de aanpak aan de melder en zal er mogelijk nazorg plaatsvinden.

2.4 Wat kunt u van ons verwachten?

Inzet van de organisaties

Wij zullen bij een melding zorgvuldig te werk gaan en dan altijd onderzoek doen. Zo kijken we altijd of er nog meer overlastmeldingen zijn. Daarvoor raadplegen wij en onze partners elkaar.

Daarnaast zullen we contact opnemen met de melders. Ten eerste om aan te geven dat we de melding hebben opgepakt. We kunnen ook aanvullende informatie vragen aan de melder. Dat kunnen we nodig hebben om het beeld te kunnen completeren. In de meeste gevallen komt een medewerker binnen een week op gesprek bij de melder thuis of op een andere locatie. De afspraak die standaard wordt gemaakt, is over het vervolg van de aanpak. We geven melders altijd een terugkoppeling over genomen acties.

Het buurtteam raadt aan om eerst zelf actie te ondernemen en stuurt sterk aan op bemiddeling. De melder kan vervolgens meedenken over het vervolgproces. Vervolgstappen van het buurtteam kunnen het inzetten van bemiddeling of hulpverlening zijn. Daarnaast blijft het buurtteam de situatie monitoren door aanwezig in de wijk.

Bewonersbijeenkomsten

Om de overlast scherper te krijgen of om gezamenlijk afspraken te maken, kan het goed zijn om elkaar te ontmoeten. Een veelgebruikte vorm is een bewonersbijeenkomst. Bij een bewonersbijeenkomst is ruimte om de overlast toe te lichten en zullen wij, politie en eventueel woningcorporatie toelichten wat de aanpak is. Er worden afspraken gemaakt over het melden van overlast. Tot slot zoeken we naar vertegenwoordigers vanuit de straat of buurt, die contactpersoon voor gemeente en politie willen zijn.

Vertrouwelijkheid gegevens en informatie

We behandelen meldingen vertrouwelijk. Dit betekent dat we de overlastveroorzakers niet vertellen wie er melding heeft gemaakt van de overlastsituatie. Alleen in het uitzonderlijke geval dat de zaak voor de rechter moet komen, kan het zijn dat de gegevens van de melder inzichtelijk worden voor de overlastveroorzakers. Het is wettelijk verplicht om bij meldingen die worden meegenomen in de rechtszaak de identiteit van de melder te vermelden. Wanneer de melder dit niet wil, kunnen de meldingen die door deze melder zijn gemaakt niet door de rechter worden meegenomen in zijn overwegingen. Dit betekent niet per se dat er geen zaak meer is. Het is mogelijk dat er nog andere meldingen zijn, of constateringen van bijvoorbeeld de wijkagent.

Media

De wijze waarop we informatie verstrekken aan de media, wordt per situatie bekeken. Hierover maken we, wanneer dat mogelijk is, afspraken met de melders van overlast. We willen open en transparant zijn richting de media en de inwoners van de stad. Dat kan gaan om de aard en omvang van de overlast of over de wijze waarop gemeente, politie en woningcorporaties hier mee omgaan. We willen hier een uitzondering op maken als melders van overlast hier om vragen, om rust te creëren voor de melders. De wens van de melders weegt hierin voor ons zwaarder.

3. De aanpak van overlast

3.1 Stappenplan

  • 1.

    Binnenkomen van een melding;

  • 2.

    Navragen bij de melder en de omgeving;

  • 3.

    Contact opnemen met andere partijen over overlastmeldingen;

  • 4.

    Aanspreken van de veroorzaker;

  • 5.

    Aanpakniveau kiezen: door burgers zelf, door medewerkers of opschaling;

  • 6.

    Eventuele opschaling;

  • 7.

    Informeren van de burgemeester en het college.

3.2 Beeldvorming

Een melding van overlast is voor ons altijd aanleiding om nader onderzoek in te stellen. Ons doel is om het totaalbeeld duidelijk te krijgen. De stappen 1, 2 en 3 scharen we onder deze beeldvorming. Om een zo goed mogelijk totaalbeeld te krijgen moet duidelijk zijn waar en waaruit de overlast bestaat, wie de overlast veroorzaakt en wie de overlast wanneer ervaart.

De organisaties geven de beeldvorming op verschillende manieren vorm. De politie stuurt bij acute zaken vaak een auto naar de locatie van de melding. Wanneer het niet acuut is, wordt er later gevolg aan gegeven. Wanneer een melding bij een buurtteam van Vaart Welzijn binnenkomt, wordt geluisterd naar bewoners en nagegaan of het beeld van de melder klopt. Actium kiest geen partij bij een melding. Na een melding doet Actium onderzoek naar de melding en de situatie. Zo wordt contact opgenomen met de melder, gaat een medewerker eventueel op huisbezoek en kan hij contact opnemen met de buren. Ook kan de wijkconsulent informatie opvragen bij de partnerorganisaties. Omnia Wonen lost 80% van de meldingen telefonisch al op door bijvoorbeeld te vragen of de melder er zelf al iets aan gedaan heeft. De overige 20% wordt door een medewerker behandeld. Zij gaat in gesprek met de melder om de situatie te inventariseren en stuurt een brief naar de overlastveroorzaker.

3.3 Oordeelsvorming

Na de beeldvorming volgt de oordeelsvorming. Deze fasen zijn in de praktijk niet strikt gescheiden, er is dan ook niet een specifieke stap aan te wijzen onder deze fase. Op wijkniveau maken we de keuze of de overlast:

  • door inwoners zelf, eventueel met begeleiding, kan worden aangepakt;

  • opgepakt kan worden door medewerkers in de wijken, zoals Buurtmaatschappelijk werker of wijkagent;

  • vraagt om een opgeschaalde aanpak.

3.4 Aanspreken op gedrag

Een onderdeel van de Asser aanpak van ernstige overlast is altijd het aanspreken van de overlastveroorzaker op zijn of haar gedrag. Vaak wordt dat gedaan door de (wijk)agent. Het overlast gevende gedrag wordt uitgelegd en daarbij wordt vriendelijk gevraagd of daarmee gestopt kan worden. Afhankelijk van de aard van de overlast, kan er nog een keer gewaarschuwd worden door wijkmedewerkers.

3.5 Opschalen bij ernstige of voortdurende overlast

Medewerkers van een buurtteam schalen op bij hun eigen direct leidinggevende. Opschaling kan een verzoek om extra expertise of inzet van collega’s betekenen. Het kan ook inhouden dat afstemming gewenst is tussen de verschillende disciplines op een besluitvormend niveau. In dat geval is het van

belang dat een goed dossier wordt opgebouwd door de medewerkers. In het dossier zitten de meldingen die bij de politie zijn gedaan, aangevuld met meldingen van andere partners en een beoordeling van de buurtmedewerkers. Met het beeld dat op wijkniveau gemaakt is, kan een inschatting gemaakt worden wie betrokken moet worden bij de aanpak. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden van stedelijke netwerken en het veiligheidshuis.

3.6 Betrekken van het gemeentebestuur, burgemeestersbrief

In de regel zal de beleidsregisseur veiligheid de burgemeester informeren. De burgemeester maakt de afweging of het college van burgemeester en wethouders en mogelijk ook de gemeenteraad geïnformeerd moet worden. Wanneer dit het geval is, kan het college aanwijzingen geven en zal het op de hoogte gehouden worden van de aanpak, via de burgemeester. De burgemeester sluit met de politie kort welke openbare orde maatregelen nodig zijn.

Als mondeling waarschuwen niet werkt, dan ontvangt de overlastveroorzaker een brief van de burgemeester. De strekking van de brief is duidelijk: stop onmiddellijk met het veroorzaken van overlast, of er volgen maatregelen.

Een burgemeestersbrief wordt zorgvuldig voorbereid. We vragen de overlastdossiers van de politie en de woningcorporatie op. Van de meldingen maken we een verkorte weergave, die we in de brief verwerken. Daarna volgt een uitwerking van het gedrag dat niet meer getolereerd wordt. Tot slot volgt een vooraankondiging dat als de overlast niet stopt, maatregelen genomen zullen worden.

In toenemende mate blijkt de overlast veroorzaakt te worden door inwoners met psychische klachten die begeleidt worden door een zorginstelling. In dergelijke problematiek benaderen we de begeleidende hulpverleningsinstantie om mee te werken. Afspraken die we met deze instanties maken, komen terug in de waarschuwing. Als inwoners zorg mijden, maar nog niet bekend zijn bij hulpverlening, doen we melding bij het OGGz netwerk.

De burgemeestersbrief wordt uitgereikt door de wijkagent. De eerste reden hiervoor is dat de brief daadwerkelijk in handen komt van de overlastveroorzaker. Ten tweede kan de brief direct door de wijkagent worden toegelicht en is het met het oog op mogelijk geweld veiliger wanneer de wijkagent de brief overhandigd. Tot slot zal de wijkagent duidelijk maken dat wraakacties (bijvoorbeeld richting de directe omgeving), naar aanleiding van de brief niet zullen worden getolereerd.

Een kopie van de brief gaat naar de woningcorporatie en eventueel de begeleidende hulpverleningsinstantie. De woningcorporatie kan op basis van de waarschuwing ook zelf een juridische procedure starten. De hulpverleningsinstantie kan hun cliënt ondersteunen bij het voorkomen van overlast gevend gedrag.

3.7 Maatregelen

Als de overlast niet ophoudt na waarschuwingen en een eventueel begeleidingstraject, nemen we maatregelen. Voor de veroorzaker zijn deze vaak ingrijpend. De maatregelen zijn situationeel afhankelijk. Is er sprake van geluidsoverlast, gevaar voor de gezondheid, intimidatie of criminaliteit? Het onderscheid tussen een huurwoning en een koopwoning kan ook van invloed zijn op onze keuze voor een bepaalde aanpak. We hebben met de politie en woningcorporatie afgesproken om samen te bepalen welke maatregel of mix van maatregelen nodig zijn om een einde te maken aan de overlast.

3.7.1 Privaatrechtelijk

Woningcorporaties - gedragsaanwijzing

De woningcorporaties hebben een overeenkomst met hun huurder. Daarin zijn bepalingen opgenomen over wat wel en niet mag in de huurwoning. Overlast veroorzaken voor de omgeving is strijdig met de huurovereenkomst. De woningcorporatie kan daarom een civielrechtelijke procedure starten om het huurcontract te verbreken.

Beide woningcorporaties in Assen kijken per situatie welke aanpak nodig is. De melder wordt in beide gevallen aangemoedigd om zelf te overlastsituatie op te lossen, eventueel met bemiddeling van de woningcorporatie. De laatste stap is een ontruiming. Hiervoor levert de woningcorporatie een dossier aan, maar de rechter neemt het besluit.

Wanneer overlast nog niet zo heftig is dat de woningcorporatie de rechter vraagt om iemand uit huis te plaatsen, kan de gedragsaanwijzing ingezet worden. In het geval van een gedragsaanwijzing, vraagt de woningcorporatie in een kort geding om nakoming van de huurovereenkomst. De woningcorporatie bepaald dan de voorwaarden waaronder de nakoming moet plaatsvinden. Deze voorwaarden vormen de gedragsaanwijzing. Het is dus een positief middel: de huurder kan blijven wonen in de woning, maar dan moet hij zich wel houden aan de door de woningcorporatie bepaalde voorwaarden die de rechter heeft opgenomen in zijn vonnis.

Inwoners onderling

Inwoners kunnen ook zelf naar de rechter gaan en een civielrechtelijke procedure starten tegen overlastveroorzakers. De rechter kan bijvoorbeeld een bedrag bepalen, die bij een nieuwe overtreding door de veroorzaker moet worden uitgekeerd aan degene die last ondervindt.

3.7.2 Strafrechtelijk

Overlast die bestaat uit intimidatie of zelfs bedreigingen is strafrechtelijk vaak lastig te bewijzen. Andere vormen van overlast zijn juist wel gemakkelijk aan te pakken door de politie en justitie. Denk daarbij aan het in beslagnemen van geluidsapparatuur bij voortdurende overlast. Bij ernstige overlastsituaties gaat de politie, in overleg met justitie, altijd na welke maatregelen toegepast kunnen worden.

3.7.3 Bestuursrechtelijk

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders hebben ook mogelijkheden om overlast aan te pakken. Denk bijvoorbeeld aan een dwangsom. Per overtreding wordt dan een geldbedrag verbeurd verklaart. De burgemeester heeft in de wet ook aanwijzingsbevoegdheden en heeft de mogelijkheid om bijvoorbeeld in geval van drugsoverlast, panden of woningen te sluiten.

Wet aanpak woonoverlast – specifieke gedragsaanwijzing

Als de overlast nog niet voorbij is, gaan we over tot het opleggen van de specifieke gedragsaanwijzing. Bij de toepassing van deze bestuursrechtelijke herstelsanctie stellen we de betrokken bewoner als belanghebbende op grond van artikel 4:8 van de Awb in de gelegenheid zijn zienswijze rondom het opleggen van de gedragsaanwijzing naar voren te brengen. Hierbij houden we een termijn van twee weken aan, tenzij dit gezien de aard en/of ernst van de overtreding te lang is. Rekening houdend met die zienswijze zal de burgemeester besluiten de gedragsaanwijzing al dan niet (of in gewijzigde vorm) op te leggen. Daarin wordt precies omschreven wat we van de overlastgever verwachten, welke begunstigingstermijn daarvoor geldt en wat de gevolgen zijn wanneer hij niet, niet op tijd of niet volledig voldoet aan de opgelegde last. De last stemmen we af op de aard van de overtreding en op de individuele omstandigheden, waarbij belangrijk is dat het mogelijk moet zijn voor de betrokkene om tijdig aan de last te kunnen voldoen.

Wanneer we kiezen voor een gedragsaanwijzing, zal deze in beginsel de juridische vorm van een last onder bestuursdwang aannemen. We kunnen dan bijvoorbeeld overgaan tot het verwijderen van geluidsapparatuur, sluiting van de woning of het in beslag nemen van huisdieren. Het kan voorkomen dat we ervoor kiezen om een last onder dwangsom op te leggen. De specifieke gedragsaanwijzing is een ultimum remedium (laatste redmiddel), het wordt pas ingezet als overlast niet op een andere wijze kan worden tegengegaan. Het tijdelijk huisverbod (artikel 151, derde lid, Gemeentewet), waarbij een bewoner tijdelijk de toegang tot de woning wordt ontzegd, geldt als meest extreme vorm.

3.8 Aanpak van de fysieke omgeving

Het aanpassen van de omgeving kan bijdragen aan een oplossing van overlast gevende situaties. In de regel is de omgeving nooit de oorzaak van de overlast, maar versterkt het een gevoel van onveiligheid of is het een symptoom van de overlast. Dat kan gaan om onderhoud van gemeentelijk groen en grijs, maar ook om privaat bezit. Als de veiligheid of de gezondheid van de omgeving in gevaar is, kunnen we op beide terreinen ingrijpen. Als eigenaren van een perceel zich schuldig maken aan verwaarlozing van hun terrein of pand, kunnen we ook ingrijpen. De kosten worden dan verhaald op de eigenaar.

4. Monitoren en afronden

4.1 Monitoren en afronden

De ervaring leert dat in meer dan 50% van de overlastsituaties, de overlast stopt na de eerste formele waarschuwing door de burgemeester of de woningcorporatie. In de situaties waarbij de ernstige overlast blijft voortduren en de zaak voor de rechter komt, hebben wij en de woningcorporaties nog niet verloren. In alle gevallen kunnen we stellen dat woonoverlast eindig kan zijn, mits de samenwerking tussen overheidspartners en betrokkenen goed is.

Monitoren kunnen we op verschillende manieren uitleggen. Voor de wijkmedewerkers betekent dit controleren of de overlast niet terugkeert. Voor het bestuur is dit op de hoogte gehouden worden van de stand van zaken.

Wanneer de overlast niet langer ervaren wordt en de meldingen daarmee definitief zijn afgedaan, gaan we langs bij de melder en vragen we persoonlijk hoe de afhandeling is bevallen.

4.2 Tweede kans beleid

De woningcorporaties krijgen soms te maken met verzoeken van (voormalige) overlastveroorzakers, die graag in aanmerking wilden komen voor een nieuwe woning. Wij en de politie worden daarbij geconsulteerd. De woningcorporatie wil hier onder strikte voorwaarden aan meewerken. Het belangrijkste is dat de persoon niet alleen zegt, maar ook kan aantonen, dat hij of zij geen overlast meer veroorzaakt. Dan kan eventueel gekeken worden of en waar de aanvrager een woning kan krijgen. Het betreft dan altijd een huurcontract met aanvullende voorwaarden.

Inleiding

Wij hebben de Asser aanpak van ernstige overlast ontwikkeld in 2003. De aanleiding destijds was overlast die veroorzaakt werd vanuit verschillende woningen in één straat. In 2005 hebben we de aanpak beschreven en is deze de standaard geworden voor het bestrijden van overlast in Assen. Nu is het, mede vanwege de nieuwe Wet aanpak woonoverlast, tijd voor een actualisatie.

Met de Wet aanpak woonoverlast, die met ingang van 1 juli 2017 van kracht is geworden, is artikel 151d Gemeentewet ingevoerd. Het nieuwe wetsartikel bepaalt dat de gemeenteraad in een verordening de burgemeester de bevoegdheid kan geven om een gedragsaanwijzing te geven aan veroorzakers van overlast, in de vorm van een last onder dwangsom of bestuursdwang. De toekenning van de bevoegdheid leidt tot een extra mogelijkheid om woonoverlast effectief aan te pakken en is nieuw in onze aanpak. Wij sporen overlastveroorzakers op alle mogelijke manieren aan om te stoppen. De specifieke gedragsaanwijzing wordt pas ingezet als overlast niet op een andere wijze kan worden tegengegaan.

Deze beleidsregel heeft twee functies. Ten eerste bieden we inzicht aan inwoners van gemeente Assen in de stappen die we nemen in onze aanpak van ernstige overlast. We maken inzichtelijk in welke gevallen en onder welke voorwaarden de burgemeester zijn nieuwe bevoegdheid kan toepassen en beschrijven alle stappen die daaraan vooraf gaan. Ten tweede hebben we de beleidsregel bedoeld voor de partijen die een rol spelen in de aanpak. Alle basisafspraken hebben we hierin beschreven.

Onze doelstelling met de beleidsregel is door de jaren niet veranderd. Wij vinden dat Assen een veilige en prettige woon- en leefomgeving moet zijn voor de inwoners. Dat lukt niet altijd. Als ernstige overlast ontstaat, moet worden voorkomen dat de zaak escaleert of blijft voortduren. Wij verwachten dat bewoners met elkaar in gesprek gaan en de mogelijkheid hebben om elkaar aan te spreken op hun gedrag. Inwoners kunnen hierbij ondersteund worden door bijvoorbeeld buurtbemiddeling. In de meeste situaties betekent dit het einde van de overlast. De deelname van bewoners is noodzakelijk om de Asser aanpak te doen slagen. Dit begint met het melden van de overlast.

In het eerste hoofdstuk gaan we verder in op de Wet aanpak woonoverlast. Ook geven we aandacht aan andere algemene zaken als een definitie van ernstige overlast, vormen van overlast, de betrokken partners in onze aanpak en de aansluiting op casusregie. In het tweede hoofdstuk richten we ons tot de inwoner van Assen, waarna we in het derde hoofdstuk de aanpak van overlast stapsgewijs beschrijven. In het laatste hoofdstuk gaan we in op het monitoren van de overlastsituatie en het afronden van de aanpak.

Ondertekening

Bijlage Signaleringsformulier

Van

Buurtteam/anders….

Aan

Leidinggevende/Afstemmingsoverleg/Veiligheid/anders….

Betreft

Datum

Verzoek

In behandeling nemen / Consultatie / ter kennisname

Urgentie

Kan wel/niet wachten tot de volgende vergadering

Beschrijving overlastveroorzakers

Adres/Locatie

Betreft de volgende personen

NAW persoon 1 NAW persoon 2 Etc

Gedragingen die tot overlast leiden

Zijn de personen aanspreekbaar

Is het adres of zijn de personen eerder in beeld geweest?

Meldingen/signalen

Aantal meldingen

X aantal (sinds tijdsperiode dd -mm- jjjj)

Melders

Meldingen zijn binnengekomen bij

Melddesk / wijkmedewerkers / politie / anders nl.

Signalen worden bevestigd door

Wijkmedewerkers / Politie / anders nl.

Ondernomen acties

Naar aanleiding van de melding is contact opgenomen met de melder

Ja / Nee (toelichting waarom wel/niet)

De volgende zaken zijn toegezegd aan melder

Terugkoppeling melder, bezoek wijkmedewerker etc.

De volgende acties zijn inmiddels uitgezet intern en extern

Extra toezicht/onderhoud omgeving/ etc En hebben wel of niet het gewenste resultaat omdat..

Contact met de overlastveroorzakers zelf

Gesprekken etc.

Voorstel oplossingsstrategie Ook vooral gezien vanuit eigen kolom.