Verordening speelautomatenhallen Westerwolde 2025

Geldend van 08-02-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening speelautomatenhallen Westerwolde 2025

De raad van de gemeente Westerwolde;

Op het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 3 december 2024;

Gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit 2000 en artikel 149 Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen de volgende

"Verordening speelautomatenhallen Westerwolde 2025’

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • c.

    speelautomatenhal: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, aanhef en onder b, van de wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat: een automaat als omschreven in artikel 30, aanhef en onder b, van de wet;

  • e.

    exploitant: natuurlijk persoon of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • f.

    geïnteresseerde: natuurlijke persoon, rechtspersoon of samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid die in aanmerking wil komen voor een schaarse vergunning;

  • g.

    bedrijfsleider: natuurlijk persoon die met de algemene leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • h.

    beheerder: natuurlijk persoon die met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • i.

    speelautomaat: toestel als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder a van de wet;

  • j.

    kansspelautomaat: speelautomaat als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder c, van de wet;

  • k.

    exploitatievergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 2 eerste lid;

  • l.

    de raad: de gemeenteraad van Westerwolde;

  • m.

    aanwezigheidsvergunning: de vergunning tot het aanwezig hebben van kansspelautomaten zoals bedoeld in artikel 30b, eerste lid van de wet.

Hoofdstuk 2 Bepalingen ten aanzien van een speelautomatenhal

Artikel 2. Exploitatievergunning

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de exploitant en is niet overdraagbaar.

  • 3. De vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal valt onder het toepassingsbereik van de Wet Bibob.

Artikel 3. Maximumstelsel

  • 1. De burgemeester verleent maximaal één vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal.

  • 2. Een vergunning voor de vestiging en exploitatie van een speelautomatenhal is tijdelijk en wordt verleend voor een periode van maximaal tien jaar.

  • 3. Een vergunning zoals bedoeld in deze verordening kan alleen worden verleend indien het maximum aantal van één vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal nog niet is bereikt en er geen verdere geïnteresseerden zijn, of wanneer de aanvrager na het doorlopen van de ‘Beleidsregels aanvraag- en selectieprocedure schaarse vergunningen Westerwolde 2025’ in aanmerking komt voor het aanvragen van een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal.

  • 4. Na verloop van tien jaar komt de vergunning opnieuw beschikbaar en zal er een nieuwe aanvraag- en selectieprocedure worden opgestart.

Artikel 4. Verdeling schaarse vergunningen

Verdeling van een vrijgekomen vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal zal overeenkomstig het bepaalde in ‘Beleidsregels aanvraag- en selectieprocedure schaarse vergunningen Westerwolde 2025’ geschieden.

Artikel 5. Indieningsvereisten aanvraag exploitatievergunning

  • 1. De exploitant dient bij de aanvraag het volgende te overleggen:

    • a.

      de personalia van de aanvrager en tevens de personalia van de beoogd beheerder(s) en de bedrijfsleider(s), elk voorzien van een kopie van een geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel met het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel, niet ouder dan zes maanden;

    • c.

      een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) van de exploitant dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder(s) en de bedrijfsleider(s). Alsmede een Verklaring Omtrent het Gedrag van de rechtspersoon (VOG voor rechtspersonen: VOG RP);

    • d.

      een antwoord op de vraag of in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag de exploitant een vergunning voor een speelautomatenhal is geweigerd of een aan de exploitant verleende vergunning voor een speelautomatenhal is ingetrokken;

    • e.

      een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader van de Wet Bibob;

    • f.

      het document ‘Omschrijving speelautomatenhal’ waarin in ieder geval de volgende informatie dient te worden gegeven:

      • adres en kadastrale gegevens van de beoogde locatie, inclusief bewijs dat aanvrager kan beschikken over de voorgenomen locatie voor de speelhal;

      • een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal de kansspelen en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

      • een schriftelijk stuk waaruit blijkt dat de totale investering voor de beoogde exploitatie met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering.

    • g.

      het document ‘Plan preventieve gokverslaving’ waarin wordt beschreven welke maatregelen de aanvrager neemt ter preventie en bestrijding van gokverslaving en de wijze waarop hij de gedrags- en reclamecode voor kansspelen naleeft;

    • h.

      het document ‘Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid’ waarin wordt beschreven welke maatregelen de exploitant neemt ter bescherming van de openbare orde, veiligheid, het woon- en leefklimaat en de gezondheid waaronder de wijze waarop toegangscontrole plaatsvindt.

  • 2. Naast de vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal is er ook een aanwezigheidsvergunning speelautomaten vereist. Er kan bij gelijktijdige aanvraag gebruik worden gemaakt van één Bibob-vragenformulier voor deze twee vergunningverleningsprocedures.

  • 3. Het aanvraagformulier voor de vergunning en alle daarbij behorende stukken worden, uiterlijk acht weken na de datum waarop de uitnodiging om een aanvraag in te dienen is verzonden, ingediend.

Artikel 6. Voorschriften en beperkingen exploitatievergunning

  • 1. Aan de vergunning worden voorschriften verbonden. Deze hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      de openings- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      de toegangs- en leeftijdscontrole van de speelautomatenhal;

    • d.

      het aantal en type speelautomaten, alsmede het totaal aantal spelers bij volledige bezetting van de speelautomaten;

    • e.

      de exploitatie van de hal;

    • f.

      de inrichting van de hal;

    • g.

      de periode waarvoor de exploitatievergunning wordt verleend;

    • h.

      de wijze waarop de exploitant gokverslaving dient te voorkomen en bestrijden;

    • i.

      de wijze waarop de exploitant overlast vanuit en rondom de speelautomatenhal dient te voorkomen.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1. De vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal kan door de burgmeester worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2. Behoudens de in het eerste lid genoemde gronden en de in Titel VA van de wet genoemde gronden kan de vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal tevens worden geweigerd, indien:

    • a.

      de aanwezigheidsvergunning is geweigerd;

    • b.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • c.

      onvoldoende of onjuiste gegevens zijn ontvangen na de periode om de ontbrekende gegevens aan te vullen;

    • d.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • e.

      de exploitant, de bedrijfsleider of de beheerder(s) van de speelautomatenhal niet voldoet (voldoen) aan de eisen gesteld in artikel 4, van het Speelautomatenbesluit;

    • f.

      ten aanzien van de exploitant als natuurlijk persoon of de rechtspersoon faillissement is aangevraagd of een procedure van vereffening of surseance van betaling of akkoord aanhangig is aangemaakt;

    • g.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving, er gegronde vrees is dat het verlenen van de exploitatievergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid of het karakter van de winkelstraat/ winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • h.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende omgevingsplan;

    • i.

      de exploitant dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen), alsmede de beheerder(s) en de bedrijfsleider(s) één of meer bepalingen uit Titel VA van de wet in de vijf jaar, voorafgaande aan het moment van de aanvraag, heeft overtreden;

    • j.

      de exploitant onvoldoende heeft aangetoond te kunnen en zullen bijdragen aan preventie en bestrijding van gokverslaving;

    • k.

      ernstig gevaar bestaat dat de vergunning mede zal worden gebruikt om: uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benuttigen, of strafbare feiten te plegen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob.

  • 3. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder d.

  • 4. De vergunning kan ook worden geweigerd indien toepassing van de Wet Bibob hier aanleiding toe geeft.

Artikel 8. Wijzigingsgronden

  • 1. Indien een beheerder zijn hoedanigheid heeft verloren, dient de exploitant een aanvraag tot wijziging van het beheer in te dienen.

  • 2. Indien er bij deze wijziging tevens sprake is van een nieuwe beheerder dient bij de aanvraag tot wijziging de verklaring als genoemd in artikel 5, eerste lid, onder c te worden overgelegd, evenals een arbeidsovereenkomst afgesloten tussen de exploitant en de beheerder van de hal en een kopie legitimatiebewijs van de nieuwe beheerder.

  • 3. De exploitatievergunning vervalt indien geen aanvraag tot wijziging van het beheer is ingediend binnen 12 weken na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Indien de exploitatievergunning ingevolge het derde lid vervalt, zal de burgemeester toepassing geven aan de uitvoering van de procedure als bedoeld in artikel 4.

Artikel 9. Overlijden / wisseling exploitant

  • 1. Indien de exploitant komt te overlijden, dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen 12 weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen 4 weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

Artikel 10. Aanwezigheidsvergunning

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester één of meer kansspelautomaten aanwezig te hebben.

  • 2. Er wordt voor maximaal 100 kansspelautomaten een aanwezigheidsvergunning verleend.

  • 3. De aanwezigheidsvergunning kan uitsluitend op naam worden gesteld van de exploitant en is niet overdraagbaar.

  • 4. In de aanwezigheidsvergunning wordt het adres van de inrichting waar de speelautomaten worden geplaats vermeld.

  • 5. De aanwezigheidsvergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de plaatsing van speelautomaten die in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in artikel 30h van de wet en die voorzien zijn van een merkteken als bedoeld in artikel 30r van de wet.

  • 6. De aanwezigheidsvergunning is tijdelijk en wordt verleend voor een periode van maximaal vijf jaar.

Artikel 11. Intrekkingsgronden

  • 1. De burgemeester trekt de vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal in, indien:

    • a.

      de aanwezigheidsvergunning is ingetrokken;

  • 2. De burgemeester kan de exploitatievergunning en/of de aanwezigheidsvergunning intrekken, indien:

    • a.

      de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als in artikel 7, tweede lid, onder g;

    • b.

      de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

    • c.

      blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

    • d.

      gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en/of de in deze verordening gestelde regels;

    • e.

      toepassing van de Wet Bibob hier aanleiding toe geeft;

    • f.

      de exploitant of beheerder(s) van de speelautomatenhal strafbare feiten pleegt in de inrichting, dan wel toestaat of gedoogt dat in zijn inrichting strafbare feiten worden gepleegd.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 12. Strafbepaling

  • 1. Overtreding van het bepaalde in artikel 2 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Voor handhaving van de overige in deze verordening gestelde bepalingen en voorschriften kan respectievelijk bestuursdwang worden toegepast dan wel een dwangsom worden opgelegd. Daarnaast is op grond van artikel 35c van de Wet in sommige gevallen de burgemeester bevoegd om een bestuurlijke boete op te leggen.

Artikel 13. Toezicht

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast de buitengewone opsporingsambtenaren van de gemeente Westerwolde.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van de burgemeester aangewezen personen.

  • 3. Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan de ambtenaren:

    • a.

      voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      voor zover zij door het bevoegde bestuursorgaan belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

    • c.

      voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 14. Overgangsrecht

  • 1. De vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal die is afgegeven aan de huidige exploitant wordt bij inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken. Gelijktijdig wordt aan de huidige exploitant, in het kader van het overgangsrecht, een exploitatievergunning verleend met een looptijd van maximaal tien jaar.

  • 2. Na afloop van de termijn als bedoeld in het eerste lid komt de vergunning beschikbaar en zal de aanvraag- en selectieprocedure, zoals bedoeld in artikel 4, worden gevolgd.

Artikel 15. Citeerwijze

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening speelautomatenhallen gemeente Westerwolde 2025.

Artikel 16. Bekendmaking

Dit beleid zal worden bekendgemaakt door plaatsing in het Gemeenteblad en publicatie op overheid.nl.

Artikel 17. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening speelautomatenhallen Westerwolde 2025’.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening, vervalt de voorgaande verordening, te weten, ‘Verordening speelautomatenhallen Vlagtwedde 1995’.

Ondertekening