Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735117
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735117/1
Beleidsregel parkeervoorziening gehandicapten gemeente Renkum 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 07-02-2025
Intitulé
Beleidsregel parkeervoorziening gehandicapten gemeente Renkum 2025Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Renkum;
overwegende dat er behoefte bestaat aan duidelijke beleidsregels met betrekking tot het toekennen van individuele en algemene gehandicaptenparkeerplaatsen nabij woning en/of werk;
Gelet op artikel 13, lid 2 en artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 12 en de artikelen 49 t/m 55 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), de artikelen 85, 86 en 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RW 1990), en de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart van 2 juli 2001;
gelezen het voorstel van d.d. 21 januari 2025;
besluit vast te stellen de volgende: ‘Beleidsregel parkeervoorziening gehandicapten gemeente Renkum 2025’.
Artikel 1 Definities
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- a.
indicatieadvies: het advies van de door het college aangewezen medisch adviseur naar aanleiding van de medische keuring uitgevoerd ten behoeve van de gehandicaptenparkeerkaart;
- b.
RVV: Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990
- c.
ASVV 2021: Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom van het CROW;
- d.
parkeerplaats op eigen terrein:
- i.
een ruimte van minimaal 2,50m breed en 5.00m lang in de vorm van:
- •
een uitrit;
- •
ruimte vóór een individuele garage;
- •
ruimte op particuliere grond bij een woning die tijdens de aanleg bedoeld is of was als parkeergelegenheid;
- •
- ii.
een parkeerplaats in een collectieve parkeergarage die (mede) voor de woning van de aanvrager bestemd is; en
- iii.
een parkeerplaats op kenteken waarover de aanvrager kan beschikken.
- i.
- e.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;
- f.
weg: weg als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b van de Wegenverkeerswet 1994.
- g.
aanvrager: de persoon of de instelling die een individuele gehandicaptenparkeerplaats aanvraagt;
- h.
gehandicaptenparkeerkaart: de kaart die op grond van artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de Regeling gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt aan een instelling of een gehandicapte;
- i.
grootschalige openbare voorzieningen: voorzieningen met met meer dan 100 bezoekers per dag, zoals onder meer: middelbaar en hoger onderwijsinstellingen, centraal-stedelijk bestuur en gemeentelijke diensten (een hoofdbureau van politie, een ziekenhuis of openbare nutsbedrijven) waar een groot percentage gehandicapten ten opzichte van het totale bezoekersaantal komt.
- j.
individuele gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, aangeduid met verkeersbord E6 van bijlage I van het RVV met een onderbord met het kenteken van het voertuig;
- k.
instelling: zorgaanbieder in de zin van de Wet langdurige zorg, die zorg verleent als bedoeld in artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg;
- l.
motorvoertuig:
- i.
een motorvoertuig op meer dan twee wielen;
- ii.
een brommobiel (bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een gesloten carrosserie)
- iii.
een voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is.
- i.
- m.
Aangepaste woning: een woning die zo is ingericht dat mensen met een beperking er zelfstandig kunnen wonen.
Artikel 2 Aanvraag
- 1.
Een gehandicaptenparkeerplaats kan alleen schriftelijk (per post of digitaal) worden aangevraagd, hiervoor is een aanvraagformulier beschikbaar. Op dit aanvraagformulier machtigt de aanvrager het college om gebruik te mogen maken van het indicatieadvies, waaruit de geschatte maximale loopafstand (0 - 50/50 - 100) van de aanvrager blijkt.
- 2.
de aanvraag dient, naast het aanvraagformulier voor de gehandicaptenparkeerplaats, een geldige Europese gehandicaptenparkeerkaart te bevatten die nog minimaal een half jaar geldig is.
Artikel 3 Voorwaarden individuele gehandicaptenparkeerplaats
- 1.
Om in aanmerking te komen voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats bij het woonadres moet:
- a.
de aanvrager in de Basisregistratie Personen staan ingeschreven in de gemeente Renkum op het adres waarvoor de individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd;
- b.
de aanvrager reeds over een gehandicaptenparkeerkaart beschikken die nog minimaal zes maanden geldig is op de datum van aanvraag;
- c.
de aanvrager eigenaar zijn van een motorvoertuig of, blijkens een daartoe afgegeven verklaring, de beschikking hebben over een motorvoertuig;
- d.
de aanvrager niet de beschikking hebben over een parkeergelegenheid op, bij of nabij zijn woonadres en deze ook niet kunnen creëren, met dien verstande dat de parkeergelegenheid zich niet verder van de woning van de aanvrager bevindt dan de maximaal in het indicatieadvies vastgestelde loopafstand;
- e.
binnen de in het indicatieadvies bepaalde maximale loopafstand van de woning van aanvrager onvoldoende parkeergelegenheid beschikbaar zijn;
- f.
de inrichting en ligging van de individuele gehandicaptenparkeerplaats, op basis van de richtlijnen uit het ASVV 2021, (verkeers)technisch mogelijk zijn en mag de gehandicaptenparkeerplaats geen negatieve gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer.
- a.
- 2.
Indien de aanvrager houder is van een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers geldt in aanvulling op het eerste lid, dat het niet mogelijk is om in nabijheid van de woning veilig te stoppen en aanvrager te begeleiden bij het in of uitstappen binnen de maximaal in het indicatieadvies vastgestelde loopafstand, met dien verstande dat voornoemde loopafstand tot aan de voordeur niet groter is dan 100 meter. Als de aanvrager in een wooncomplex woont dan geldt als richtlijn de afstand tussen de parkeerplaats en de ingang van het complex. De afstand die binnen het wooncomplex wordt afgelegd, wordt niet meegeteld.
- 3.
Indien een individuele gehandicaptenparkeerplaats dient te worden gerealiseerd op een (particulier)terrein van een derde, dient aanvrager vooraf een schriftelijke toestemming van de eigenaar van dit terrein te overleggen.
- 4.
De werkgever is verantwoordelijk voor een parkeerplaats voor gehandicapten op het terrein van de werkgever. Alleen indien de werkgever geen ruimte op eigen terrein heeft, kan worden uitgeweken naar de openbare ruimte. Indien wordt uitgeweken naar de openbare ruimte geldt dat er een tijdsbeperking op de piek kan worden gelegd. Om hiervoor in aanmerking te komen dient de aanvrager een werkgeversverklaring te overleggen.
Artikel 4 aanleg individuele gehandicaptenparkeerplaats
- 1.
Aanwijzing van de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken geschiedt door middel van een verkeersbesluit (artikel 18 Wegenverkeerswet 1994) binnen 8 weken na de ontvangst van de aanvraag. Wanneer dit besluit niet binnen de gestelde termijn kan worden genomen, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld en wordt de termijn maximaal 1 keer verlengd met 8 weken.
- 2.
Een individuele gehandicaptenparkeerplaats ten behoeve van bestuurders wordt gerealiseerd door het aanbrengen van een kruisvak en door plaatsing van bord E6 van bijlage 1 van het RVV 1990 met een onderbord waarop het kenteken staat vermeld van het motorvoertuig van de aanvrager. Het kruisvak wordt aangebracht in de vorm van een markering. Is dit vanwege het soort bestratingsmateriaal of uit esthetisch oogpunt niet gewenst, dan wordt het kruisvak aangebracht in de vorm van een andere kleur/soort bestratingsmateriaal waarbij het kruisvak duidelijk afwijkt van de bestaande bestrating.
- 3.
Een algemene gehandicaptenparkeerplaats op de openbare weg dient conform het ASVV 2021 van het CROW:
- a.
als haaksparkeervak 3,50 meter breed (min 3,00 m) en 5,00 meter lang te zijn;
- b.
als langsparkeervak 3,50 meter breed (of 2,50 m + 1,20 m ruimte op het trottoir met oprit) en 6,00 meter lang te zijn.
- a.
Van deze maten wordt afgeweken indien de ruimte op straat niet toereikend is.
- 4.
Als gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt zo mogelijk een bestaande parkeerplaats aangewezen. In dat geval wordt de maatvoering van de plek alleen aangepast naar maximaal in het vorige lid bedoelde maten, voor zover dat ter plekke technisch mogelijk en voor de aanvrager noodzakelijk is.
- 5.
De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt zo mogelijk aangelegd binnen 1 maand na de dag dat het verkeersbesluit onherroepelijk is onder de voorwaarde dat de kosten voor de aanleg zijn voldaan. Wanneer de aanleg niet binnen deze termijn mogelijk is, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
Artikel 5 Algemene gehandicaptenparkeerplaats bij nieuwbouw
- 1.
Bij nieuwbouwlocaties moet het aantal geplande gehandicaptenparkeerplaatsen op eigen terrein in overeenstemming zijn met de richtlijnen uit het ASVV 2021.
- 2.
Bij nieuwbouw van publieke voorzieningen zoals bibliotheek, kerk en gemeentehuis moet minimaal 5% van de parkeerplaatsen een algemene gehandicaptenparkeerplaats zijn.
- 3.
Voor openbare bestemmingen die voor mensen met een handicap toegankelijk moeten zijn en voor aangepaste woningen, moet tenminste één algemene gehandicaptenparkeerplaats op minder dan 50 meter aanwezig zijn.
- 4.
Voor (openbare) parkeergarages en -terreinen vanaf 20 parkeerplaatsen (ook bij woongebouwen) moet één algemene gehandicaptenparkeerplaats worden aangelegd.
- 5.
Vanaf 50 parkeerplaatsen moet minimaal 2% uit algemene gehandicaptenparkeerplaats bestaan.
Artikel 6 Algemene gehandicaptenparkeerplaats bij groot- en kleinschalige openbare voorzieningen
- 1.
Bij grootschalige openbare voorzieningen dient tenminste één algemene gehandicaptenparkeerplaats in de nabijheid van de ingang te zijn.
- 2.
Het college kan beperkingen verbinden aan de tijdstippen waarop de algemene gehandicaptenparkeerplaats gebruikt mag worden. Deze tijdstippen dienen, zoveel mogelijk, aan te sluiten bij de openingstijden van de grootschalige openbare voorziening.
- 3.
Bij een kleinschalige openbare voorzieningen kan het college besluiten een algemene gehandicaptenparkeerplaats in de nabijheid van de ingang te realiseren, mits deze voorzieningen:
- a.
een sociaal-, maatschappelijke- of medische functie heeft;
- b.
naar het oordeel van het college een buurt overstijgende functie heeft;
- c.
de parkeerdruk in de directe omgeving (binnen 100 meter loopafstand) van de voorziening tijdens de uren dat de voorziening bezocht wordt hoger is dan 85%; en,
- d.
sprake is van een grote bezoekfrequentie van gehandicapten aan de voorziening binnen dagelijks aaneengesloten (korte) tijdsblokken.
- a.
- 4.
Bij bestaande voorzieningen worden alleen algemene gehandicaptenparkeerplaatsen aangelegd als er een geschikte ruimte is om parkeerplaatsen aan te leggen of aan te wijzen en er geen infrastructurele belemmeringen zijn. Ook het karakter van het gebied is van belang. In autoluwe gebieden worden bijvoorbeeld geen parkeerplaatsen aangelegd.
Artikel 7 Verkeerstechnisch onderzoek
- 1.
Bij het verkeerstechnisch onderzoek is dat wordt rekening gehouden met het aantal reeds beschikbare parkeerplaatsen, daarbij worden de gebruiksaspecten van de omgeving afgewogen tegen de noodzaak van een gehandicaptenparkeerplaats.
- 2.
Een aanvraag om een individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt afgewezen wanneer er, op basis van parkeerdruk, de mogelijkheid bestaat dat gebruik kan worden gemaakt van een reguliere, openbare parkeerplaats dichtbij de woning en daardoor naar het oordeel van het college een reële kans bestaat dat een individuele gehandicapten parkeerplaats niet wordt benut.
Artikel 8 Parkeergelegenheid op eigen terrein
- 1.
Indien een aanvrager over een parkeerplaats op eigen terrein beschikt welke hij, om welke reden dan ook, aan een derde ter beschikking heeft gesteld, wordt deze parkeerplaats voor de toepassing van deze beleidsregels als een parkeerplaats op eigen terrein voor de aanvrager beschouwd.
- 2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien de aanvrager in aanmerking wenst te komen voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats nabij zijn werkadres.
Artikel 9 Kosten
- 1.
De kosten voor het aanwijzen en aanleggen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats komen voor rekening van de aanvrager.
- 2.
De kosten voor het aanwijzen en aanleggen van een nieuwe individuele gehandicaptenparkeerplaats bij verhuizing binnen de gemeente Renkum alsmede de kosten voor het intrekken van de oude individuele gehandicaptenparkeerplaats, komen voor rekening van de aanvrager.
- 3.
De kosten voor de aanleg, verplaatsing en onderhoud van de algemene gehandicaptenparkeerplaats komen voor rekening van de gemeente Renkum.
- 4.
De kosten voor het wijzigen van het kenteken van een individuele gehandicaptenparkeerplaats, bijvoorbeeld in verband met de aanschaf van een nieuwe auto, worden in rekening gebracht bij de aanvrager.
- 5.
Bij een individuele gehandicaptenparkeerplaats met oplaadpunt voor elektrische voertuigen komen de gebruikerskosten voor rekening van de aanvrager.
- 6.
Het verkeersbord E6 (gehandicaptenparkeerplaats), onderbord OB309 (kenteken) en de bijbehorende flespaal blijven eigendom van de gemeente Renkum. Bij tussentijdse diefstal of vernieling van het bord verschaft de gemeente Renkum kosteloos een nieuw bord, onderbord en/of flespaal.
- 7.
De hoogte van de kosten voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van een GPP op kenteken zijn vastgesteld in de Legesverordening.
Artikel 10 Intrekkingsgronden
Het besluit tot toewijzen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt ingetrokken indien:
- a.
de aanvrager niet langer beschikt over een rechtsgeldige Europese gehandicaptenparkeerkaart;
- b.
de aanvrager niet langer beschikt over een motorvoertuig;
- c.
de aanvrager in de hoedanigheid van de bestuurder van het voertuig niet langer beschikt over een geldig rijbewijs;
- d.
de aanvrager alsnog een mogelijkheid heeft om op eigen terrein te parkeren;
- e.
de aanvrager conform artikel 3, vierde lid geen werkgeversverklaring kan overleggen;
- f.
de aanvrager is overleden;
- g.
de aanvrager de individuele gehandicaptenparkeerplaats verhuurd, verkoopt, voor andere doeleinden gebruikt of zonder toestemming van het college verwijderd of verplaatst;
- h.
de aanvrager verhuisd binnen of naar een andere gemeente.
Artikel 11 Overgangsrecht
Deze beleidsregel is van toepassing op aanvragen voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats die zijn ingediend na inwerkingtreding van deze beleidsregel.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na dag van bekendmaking op overheid.nl.
- 2.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel gehandicapten parkeervoorziening gemeente Renkum 2025.
Ondertekening
Aldus besloten op 21 januari 2025 te Oosterbeek .
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris,
M.J.J. (Marcel) Wagener
de burgemeester,
A.M.J. (Agnes) Schaap
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl