Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735107
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR735107/1
Verordening op de Adviesraad Participatiewet Amsterdam
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 07-02-2025
Intitulé
Verordening op de Adviesraad Participatiewet AmsterdamDe raad van de gemeente Amsterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2024;
gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet;
besluit de volgende verordening vast te stellen:
Verordening op de Adviesraad Participatiewet Amsterdam
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
cliënt: de persoon als bedoeld in artikel 7 van de Participatiewet of de ingezetene die geïndiceerd is als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet sociale werkvoorziening;
- b.
cliëntenorganisaties: cliënten die zich als groep laten vertegenwoordigen en organisaties die gezien hun statutaire doelstellingen de belangen van cliënten behartigen, werknemersorganisaties daaronder begrepen;
- c.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;
- d.
Adviesraad: Adviesraad Participatiewet Amsterdam;
- e.
wetten: Participatiewet en Wet sociale werkvoorziening.
Artikel 2 Instelling en taak Adviesraad
-
1. Er is een Adviesraad Participatiewet Amsterdam, bestaande uit cliënten en vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties. De Adviesraad is een adviescommissie als bedoeld in artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet.
-
2. De Adviesraad heeft als taak om vanuit het perspectief van cliënten gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het college over de uitvoering van de wetten.
-
3. De Adviesraad betrekt bij de uitvoering van haar taak cliënten of hun vertegenwoordigers en cliëntenorganisaties buiten de Adviesraad.
Artikel 3 Doelstelling
Met de instelling van de Adviesraad wordt beoogd de kwaliteit van de uitvoering van de wetten te bevorderen en het draagvlak bij de uitvoering te vergroten.
Artikel 4 Bevoegdheden
-
1. De Adviesraad is bevoegd om vanuit het perspectief van cliënten gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan het college over de uitvoering van de wetten. Dit betreft in ieder geval de voorbereiding, uitvoering, controle en evaluatie van gemeentelijk beleid, waaronder plannen, projecten en regelgeving.
-
2. De Adviesraad is bevoegd het college te adviseren bij het ontwikkelen en aanpassen van de informatievoorziening aan cliënten.
-
3. De Adviesraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere aangelegenheden die alleen op individuele cliënten betrekking hebben.
Artikel 5 Samenstelling
-
1. De Adviesraad bestaat uit ten minste zes en ten hoogste twaalf leden.
-
2. Het lidmaatschap van de Adviesraad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad, het college, een bestuurscommissie of enig ander bestuursorgaan van de gemeente of gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt. Ook zijn personen uitgesloten van lidmaatschap die lid zijn van een andere adviescommissie als bedoeld in artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet, of in dienst of in opdracht van de gemeente betrokken zijn bij de uitvoering van de Participatiewet of de Wet sociale werkvoorziening.
Artikel 6 Werving, selectie en benoeming leden
-
1. Het college benoemt de leden van de Adviesraad.
-
2. De werving en selectie van de leden van de Adviesraad geschiedt aan de hand van een door het college opgesteld functieprofiel. Het college betrekt de Adviesraad bij de totstandkoming daarvan.
-
3. Het college werft en selecteert de leden van de Adviesraad bij de eerste samenstelling van de Adviesraad.
-
4. Bij beëindiging van lidmaatschap van een lid van de Adviesraad, draagt een selectiecommissie een nieuwe kandidaat voor aan het college. De zetels in de selectiecommissie worden gelijk verdeeld tussen door het college aangewezen personen en leden van de Adviesraad.
-
5. Bij gebrek aan een voordracht door de selectiecommissie benoemt het college een lid zonder voorafgaande voordracht. Het college kan daartoe overgaan als zij herhaaldelijk schriftelijke verzoeken om een voordracht heeft gedaan, en de zittingstermijn van een lid binnen een maand eindigt of als vier maanden zijn verstreken na tussentijdse beëindiging van lidmaatschap.
-
6. Degenen wiens lidmaatschap van de Adviesraad of van de Participatieraad Amsterdam onder de Verordening op de participatieraad geëindigd is, kunnen niet worden benoemd.
-
7. Het college en de Adviesraad streven naar een gelijke verdeling van de zetels in de Adviesraad tussen cliënten en cliëntenorganisaties, waarbij ten hoogste één zetel per cliëntenorganisatie wordt vervuld. Daarnaast streven zij naar een diverse samenstelling van de Adviesraad qua achtergrond, stadsdeel en stadsgebied, en de doelgroepen van de wetten.
Artikel 7 Zittingstermijn leden
-
1. De zittingstermijn van leden van de Adviesraad is drie jaar.
-
2. De leden kunnen maximaal voor één termijn worden herbenoemd.
Artikel 8 Schorsing en intrekking benoeming
-
1. Bij disfunctioneren van een van de leden kan de Adviesraad het vertrouwen in dit lid opzeggen. In dat geval verzoekt de Adviesraad het college, onderbouwd, om het lid te schorsen.
-
2. Na schorsing van een lid door het college vindt overleg plaats tussen de voorzitter, genoemd in artikel 9, het betreffende lid, als van toepassing de betreffende cliëntenorganisatie waarvoor het lid werkzaam is, en één of meerdere andere leden van de Adviesraad.
-
3. Als na het overleg het vertrouwen niet is hersteld, verzoekt de Adviesraad schriftelijk en onderbouwd, het college om de benoeming van het betreffende lid in te trekken.
-
4. Het college kan de benoeming van een van de leden van de Adviesraad intrekken in geval van disfunctioneren van het betreffende lid of om andere zwaarwegende redenen.
Artikel 9 Onafhankelijk voorzitter
-
1. De Adviesraadsvergadering en de periodieke overleggen met het college worden voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. Dit geldt niet voor overleggen ter voorbereiding op deze periodieke overleggen. Die overleggen kunnen wel worden voorgezeten door de voorzitter als de Adviesraad en het college dat afspreken.
-
2. De voorzitter is geen lid van de Adviesraad en heeft bij besluitvorming alleen een adviserende stem.
-
3. De voorzitter heeft als taak om de vergaderingen te leiden, de processen en procedures te bewaken, erop toe te zien dat de inbreng en belangen van de leden worden meegewogen in de besluitvorming en de adviezen van de Adviesraad en de adviezen aan het college te sturen. Daarnaast bemiddelt de voorzitter in het geval van problemen in de samenwerking tussen leden van de Adviesraad onderling.
-
4. De werving en selectie van de voorzitter geschiedt door het college, aan de hand van een door het college opgesteld functieprofiel.
-
5. De voorzitter wordt door het college benoemd.
-
6. Bij afwezigheid van de voorzitter zorgt het college voor aanwijzing van een vervanger.
Artikel 10 Werkwijze
-
1. De Adviesraad voert zijn taken uit door het voeren van overleg in een periodieke interne vergadering, genaamd de Adviesraadvergadering, en door periodieke overleggen met het college die plaatsvinden op basis van de afspraken tussen het college en de Adviesraad, bedoeld in artikel 12.
-
2. De Adviesraad brengt gevraagde adviezen binnen zes weken na het adviesverzoek uit.
-
3. De Adviesraad kan het uitbrengen van een advies eenmaal voor maximaal vier weken schriftelijk uitstellen.
-
4. Het college hoeft te laat ingediende adviezen niet bij besluitvorming te betrekken.
Artikel 11 Huishoudelijk reglement
De Adviesraad stelt ten behoeve van zijn werkzaamheden een huishoudelijk reglement vast. Daarin wordt in ieder geval geregeld:
- a.
de frequentie van de Adviesraadsvergaderingen;
- b.
de wijze waarop leden onderwerpen voor de agenda van de overleggen kunnen aanmelden;
- c.
of buitenstaanders de Adviesraadsvergaderingen kunnen bijwonen en of en hoe zij inspraak kunnen hebben tijdens de vergadering;
- d.
de wijze van besluitvorming;
- e.
de wijze waarop samenwerking wordt gezocht met cliëntenraden binnen het sociaal domein en met andere cliënten of hun vertegenwoordigers, en cliëntenorganisaties;
- f.
hoe de samenwerking tussen de leden en de voorzitter, en de leden onderling, wordt geëvalueerd;
- g.
welke stappen worden ondernomen in het geval van problemen in de samenwerking tussen één of meerdere leden en de voorzitter, of tussen leden onderling, voordat het vertrouwen in een lid wordt opgezegd;
- h.
hoe wordt bepaald wie deelneemt in de selectiecommissie voor de voordracht tot benoeming van een nieuw lid.
Artikel 12 Afspraken college en Adviesraad
De Adviesraad en het college maken afspraken over in ieder geval:
- a.
de soorten gezamenlijke overleggen die gevoerd worden en de frequentie daarvan;
- b.
de wijze waarop de Adviesraad en het college onderwerpen voor de agenda van de gezamenlijke overleggen kunnen aanmelden;
- c.
de wijze van contact en uitwisseling van informatie, documenten en adviezen tussen de Adviesraad en het college;
- d.
de wijze waarop de samenwerking wordt geëvalueerd;
- e.
de samenstelling van de selectiecommissie en het proces van de werving en selectie voor de voordracht van een nieuw lid aan het college.
Artikel 13 Taken college
-
1. Het college zorgt voor een adequate en tijdige informatievoorziening aan de Adviesraad in verband met uit te brengen adviezen.
-
2. Het college weegt tijdig ingediende adviezen van de Adviesraad uitdrukkelijk mee bij besluitvorming.
-
3. Het college zorgt voor ondersteuning bij het uitvoeren van de taken van de Adviesraad door:
- a.
beschikbaar stellen van werk- en vergaderfaciliteiten, alsmede ICT-faciliteiten en kantoorbenodigdheden;
- b.
organiseren van de overleggen;
- c.
verslaglegging tijdens vergaderingen;
- d.
bijhouden van administratie;
- e.
schrijven van adviezen, het huishoudelijk reglement, het jaarplan en het jaarverslag naar de wensen van de Adviesraad;
- f.
uitleggen en toelichten van beleidsvraagstukken;
- g.
bevorderen van kennisontwikkeling over relevante onderwerpen;
- h.
leggen van verbinding met relevante organisaties, inwoners en cliëntenraden van andere gemeenten; en
- i.
bevorderen van intervisie en teambuilding.
- a.
Artikel 14 Kostenvergoeding leden Adviesraad
Aan de leden van de Adviesraad wordt ten behoeve van hun activiteiten een door het college te bepalen kostenvergoeding toegekend van ten hoogste de in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 genoemde bedragen per maand en per kalenderjaar.
Artikel 15 Evaluatie
-
1. Het college evalueert de samenwerking en het functioneren van de Adviesraad en deze verordening na het eerste jaar. Daarna vindt evaluatie eens per drie jaar plaats en vaker indien het college dat nodig acht.
-
2. De evaluatie wordt ter kennisname geagendeerd voor de betreffende commissie van de gemeenteraad.
Artikel 16 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Artikel 17 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de Adviesraad Participatiewet Amsterdam.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 29 januari 2025.
De voorzitter
Femke Halsema
De raadsgriffier
Jolien Houtman
Toelichting
Algemene toelichting
Deze verordening is gebaseerd op artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening. In deze artikelen is bepaald dat de raad een verordening vaststelt waarin is opgenomen hoe personen die geraakt worden door deze wetten worden betrokken bij de uitvoering daarvan. Er dient in ieder geval geregeld te worden de wijze waarop die personen, of hun vertegenwoordigers:
- -
vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;
- -
worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;
- -
deel kunnen nemen aan periodiek overleg;
- -
onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
- -
worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
Deze verordening heeft als doel om de vereiste cliëntenparticipatie vorm te geven. Het is gebruikelijk dat gemeenten dat doen door het instellen van een cliëntenraad of -panel. Er is gekozen voor een cliëntenraad, genaamd Adviesraad Participatiewet Amsterdam, die is vormgegeven als een adviescommissie als bedoeld in artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet.
Deze verordening heeft voorts als doel om ervoor te zorgen dat de Adviesraad zo goed mogelijk functioneert in het uitoefenen van haar taak. Op basis van ervaringen opgedaan in het verleden met een eerdere cliëntenraad op grond van de bovengenoemde wetsartikelen, en ervaringen van andere gemeenten met soortgelijke cliëntenraden, is ervoor gekozen om de Adviesraad zo veel mogelijk te ontzorgen bij het uitoefenen van haar activiteiten en de juiste randvoorwaarden te scheppen. Hierom dient het college de Adviesraad waar mogelijk te ondersteunen.
Voor de totstandkoming van deze verordening heeft het college op grond van de Algemene inspraakverordening relevante cliëntenorganisaties uitgebreid betrokken en gehoord bij het formuleren van haar uitgangspunten.
Waar in deze verordening bevoegdheden voor het college zijn opgenomen kunnen deze bevoegdheden ook namens het college worden uitgeoefend door directeuren, andere functionarissen, of personen van organisaties buiten de gemeente, als het college deze functionarissen of personen daartoe heeft gemachtigd.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 Instelling en taak Adviesraad
Dit artikel regelt dat cliënten en cliëntenorganisaties rechtstreeks kunnen meepraten over de uitvoering van de wetten door het college, en waarborgt dat er toegang is tot een brede achterban en voldoende deskundigheid om te adviseren over complexe strategische vraagstukken.
Lid 1
In de memorie van toelichting bij de Participatiewet wordt bij artikel 47 door de regering gesproken over de mogelijkheid voor gemeenten om een ‘cliëntenraad- of panel’ op te richten. Er is in artikel 2 van de verordening gekozen voor de benaming ‘Adviesraad Participatiewet Amsterdam’, omdat die benaming de doelstellingen van Participatiewet beter tot uiting brengt. Deze verordening ziet ook op de uitvoering van de vergelijkbare verplichting op grond van de Wet sociale werkvoorziening. Instroom in de Wet sociale werkvoorziening is niet meer mogelijk. Deze groep cliënten wordt in de loop van de tijd kleiner.
Lid 3
Het is de bedoeling dat de Adviesraad ook andere cliënten of hun vertegenwoordigers, en cliëntenorganisaties buiten de Adviesraad betrekt om goede adviezen uit te brengen. Hierom is het van belang dat er goed contact is met relevante personen en organisaties, die door de Adviesraad geraadpleegd kunnen worden. Het college ondersteunt de Adviesraad door te helpen dit contact tot stand te brengen en in stand te houden.
Artikel 4 Bevoegdheden
Lid 1
Onder de uitvoering valt ook de dienstverlening door het college aan cliënten.
Lid 3
De Adviesraad is niet bevoegd om te adviseren in individuele gevallen. Voor de behartiging van
belangen van individuele cliënten zijn andere mogelijkheden, zoals het klachtrecht en de mogelijkheid tot bezwaar en beroep. De Adviesraad kan uiteraard wel signalen van individuele cliënten meenemen in de advisering aan het college.
Artikel 6 Werving, selectie en benoeming leden
Lid 7
Bij de samenstelling wordt gestreefd naar een afspiegeling van het cliëntenbestand.
Artikel 7 Zittingstermijn leden
De mogelijkheid tot herbenoeming is voor één termijn, waardoor na die termijn andere personen in de gelegenheid worden gesteld in de Adviesraad zitting te nemen. Om deze reden kan iemand, na beëindiging van het lidmaatschap van de Adviesraad, of de voorganger daarvan, niet opnieuw lid worden van de Adviesraad.
Artikel 8 Schorsing en intrekking benoeming
Lid 2
Als het vertrouwen in een lid is opgezegd door een meerderheid van de Adviesraad, dan is het de bedoeling dat door een gesprek een serieuze poging gedaan wordt om het onderlinge vertrouwen te herstellen. Het is uiteraard niet de bedoeling dat dit pas het eerste constructief bedoelde gesprek is als sprake is van problemen in de samenwerking. In een dergelijk geval mag worden verwacht dat al in een eerdere fase, voordat het vertrouwen wordt opgezegd door de Adviesraad, een of meerdere gesprekken hebben plaatsgevonden, gericht op het herstellen van het onderlinge vertrouwen.
Artikel 10 Werkwijze
Leden 2, 3 en 4
Deze bepalingen zorgen ervoor dat de Adviesraad gevraagde adviezen binnen een redelijke termijn uitbrengt. Besluitvorming binnen de gemeente mag niet te lang worden opgehouden omdat de Adviesraad nog geen advies heeft uitgebracht.
Artikel 11 Huishoudelijk reglement
De verordening laat de Adviesraad zo veel mogelijk vrij in haar werkwijze en interne aangelegenheden. Voor het goed functioneren van de Adviesraad is het voor een aantal onderwerpen van belang dat zij zelf op voorhand regelt in een huishoudelijk reglement hoe die georganiseerd zijn. Deze onderwerpen zijn in dit artikel bepaald.
In de aanhef van het artikel wordt gesproken over ‘in ieder geval’. De Adviesraad kan ook andere onderwerpen regelen die haar aangaan.
Artikel 12 Afspraken college en Adviesraad
Voor het functioneren van de Adviesraad is van belang dat de Adviesraad en het college voor een aantal aangelegenheden afspraken maken.
In de aanhef van het artikel wordt gesproken over ‘in ieder geval’. De Adviesraad en het college kunnen ook over andere zaken afspraken maken die zij van belang achten voor een goede samenwerking.
Artikel 13 Taken college
Lid 1
In deze bepaling is vastgelegd dat de Adviesraad tijdig en adequaat geïnformeerd dient te worden, in overeenstemming met artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening.
Lid 2
Het college kan te laat ingediende adviezen van de Adviesraad meewegen in de besluitvorming, maar is daartoe niet verplicht.
Lid 3
Volgens artikel 47 van de Participatiewet moet bepaald worden hoe cliënten en cliëntenorganisaties worden ondersteund zodat zij hun rol effectief kunnen vervullen. Het doel van dit lid is dan ook om te zorgen dat het college de Adviesraad zoveel mogelijk ontzorgt. Uit ervaringen met soortgelijke adviesraden binnen de gemeente en van andere gemeenten blijkt dat het belangrijk is dat dit goed georganiseerd wordt, zodat de Adviesraad zich volledig op haar taak kan richten.
Artikel 15 Evaluatie
Het college kan voor de evaluatie een extern onderzoeksbureau inschakelen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl