VTH-Omgevingsuitvoeringsprogramma 2025 Gemeente Cranendonck

Geldend van 06-02-2025 t/m heden

Intitulé

VTH-Omgevingsuitvoeringsprogramma 2025 Gemeente Cranendonck

Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving gemeente Cranendonck

1. Inleiding

Voor u ligt het Vergunningen, Toezicht en Handhaving Omgevingsuitvoeringsprogramma 2025 van de gemeente Cranendonck (afgekort: VTH-Omgevingsuitvoeringsprogramma 2025 en hierna: uitvoeringsprogramma). Op grond van artikel 13.8 Omgevingsbesluit is het verplicht een uitvoeringsprogramma op te stellen. De invulling van dit programma, zoals dit ook geregeld wordt in het Omgevingsbesluit, is gebaseerd op de keuzes en prioriteiten zoals vastgesteld in het vergunningen-, toezichts- en handhavingsbeleid 2024-2027 van de gemeente Cranendonck (hierna: VTH-beleidsplan).

Zo is het VTH-beleidsplan op 12 december 2023 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck (hierna: het college) vastgesteld. De gemeenteraad van de gemeente Cranendonck heeft op 19 december 2023 kennisgenomen van het beleid. Op 19 december 2023 is het beleid aangeboden aan de Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant (hierna: GS).

Dit uitvoeringsprogramma geeft de planning van Vergunningen, Toezicht en Handhaving (hierna: VTH) weer voor het jaar 2025. Aan de hand van de gestelde prioriteiten wordt aangegeven welke werkzaamheden gepland zijn voor 2025 en hoe daaraan uitvoering wordt gegeven. Daarnaast worden de werkzaamheden van ketenpartners weergegeven in dit uitvoeringsprogramma. Denk hierbij aan de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (hierna: Odzob) en de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (hierna: VRBZO). Ook wordt de formatie van VTH voor 2025 weergegeven in dit uitvoeringsprogramma.

In hoofdstuk 2 van dit uitvoeringsprogramma leest u de actualiteiten en ontwikkelingen rondom VTH. Hoofdstuk 3 beschrijft de formatie van de medewerkers VTH binnen de gemeente Cranendonck. De werkzaamheden, capaciteit en prioritering van vergunningen komt aan bod in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 komen de werkzaamheden, de capaciteit en prioritering van Toezicht en Handhaving aan bod. Tot slot is een lijst van afkortingen opgenomen.

Bij een uitvoeringsprogramma hoort ook een jaarverslag VTH. Begin 2025 wordt het jaarverslag opgesteld waarin wordt opgenomen wat de resultaten zijn van de vergunningverlening en de uitgevoerde toezichts- en handhavingsacties in 2024. Hierbij wordt tevens bekeken op welke wijze uitvoering is gegeven aan het beleid.

2. Actualiteiten en ontwikkelingen

2.1 Algemeen

Afgelopen periode is duidelijk geworden dat er veel meldingen en verzoeken om handhaving worden ingediend. De beschikbare capaciteit van Toezicht en Handhaving wordt met name ingezet op deze handhavingsverzoeken. Verzoeken om handhaving moeten immers altijd in behandeling worden genomen, ongeacht de prioritering in het gemeentelijk beleid. Voor de afhandeling van meldingen wordt gekeken naar de prioritering zoals opgenomen in het VTH-beleidsplan.

De gemeente Cranendonck streeft naar een veilige en leefbare gemeente waarbij criminaliteit zoveel mogelijk wordt beperkt. Voor het uitvoeren van deze doelstellingen is een plan van aanpak opgesteld. Het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente richt zich hierbij op zeven prioriteiten namelijk;

  • De gemeenschappelijke vreemdelingen locatie Budel (AZC)

  • Ondermijning

  • Rampenbestrijding/crisisbeheersing

  • BIBOB

  • Zorg en Veiligheid

  • Digitale veiligheid

  • Mensenhandel

Het integraal veiligheidsbeleid en het VTH-beleidsplan hebben in gezamenlijkheid als doel om te zorgen voor meer veiligheid en leefbaarheid in de gemeente Cranendonck.

Voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet (hierna: Ow) en de Wet kwaliteitsborging (hierna: Wkb) op 1 januari 2024 heeft er een stijging plaatsgevonden van het aantal vergunningaanvragen op basis van Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht (hierna: Wabo). De druk van 2024 neemt in 2025 af, maar blijft nog steeds aanwezig. Ruim 75% van de vergunningsaanvragen welke in januari 2024 nog open stonden onder de Wabo is reeds afgehandeld. De overige aanvragen worden in 2025 nog afgehandeld. Ook voor (bouw)toezicht houdt dit in dat er in 2025 meer controles moeten plaatsvinden vanwege de verleende (en nog te verlenen) omgevingsvergunningen.

2.2 Implementatie Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging

2.2.1 Omgevingswet

Op 1 januari 2024 is de Ow in werking getreden. Van 2020 tot en met 2023 zijn hiervoor reeds voorbereidingen getroffen, zoals een aanbestedingstraject dat heeft geresulteerd in de aanschaf en inwerkingtreding van een nieuw VTH-systeem (Powerbrowser) ten behoeve van de afhandeling van vergunningen en toezichts- en handhavingstaken. Daarnaast zijn de medewerkers VTH opgeleid voor de Ow. Hoewel de Ow in werking is getreden zal er ook in 2025 nog behoefte zijn aan verdiepende opleidingen en/of cursussen, deze zullen individueel dan wel in groepsverband gevolgd worden.

De werkprocessen worden nog bijgeschaafd evenals dat ten aanzien van toezichts- en handhavingstaken brieven en sjablonen nog worden aangepast (vanuit systeembeheer). Voor 2025 wordt dit bekostigd uit de reguliere budgetten.

2.2.2 Wet kwaliteitsborging

Gelijktijdig met de Ow is de Wkb in werking getreden. Deze wet – die als doel heeft om de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren – heeft ingrijpende gevolgen voor het proces van bouwen, vergunningverlening en toezicht.

Private kwaliteitsborgers houden toezicht op het bouwproces van gevolgklasse 1 (met uitzondering van verbouw) en de aansprakelijkheid van aannemers is verruimd. Het bouwproces van deze activiteiten moet worden ingericht volgens toegelaten instrumenten. Wel geldt er (in veel gevallen) een meldingsplicht.

De Wkb is op 1 januari 2024 stapsgewijs in werking getreden, beginnend met nieuwe bouwwerken in gevolgklasse 1 met uitzondering van verbouw. Gevolgklasse 1 houdt in dat het bouwwerk beperkte persoonlijke gevolgen heeft. Denk hierbij aan woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen.

Hoewel de WKB voor verbouwwerkzaamheden en renovatie zou gelden vanaf 1 januari 2025 is dit uitgesteld naar 1 juli 2025.

Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van de Wkb zal een evaluatie plaatsvinden. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie volgen daarna (al dan niet gelijktijdig) de bouwwerken in de hogere risicoklassen (gevolgklasse 2 en 3). Onder gevolgklasse 2 worden de bouwwerken verstaan welke een reële kans op persoonlijke gevolgen hebben als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Hierbij valt te denken aan bibliotheken, gemeentehuizen, onderwijsgebouwen en woongebouwen tot 70 meter hoogte.

Gevolgklasse 3 betreft bouwwerken waar kans is op aanzienlijke persoonlijke gevolgen als niet aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan. Hieronder vallen bouwwerken zoals metrostations, voetbalstadions, ziekenhuizen en gebouwen hoger dan 70 meter.

Vooralsnog is de gemeente dus aan zet voor gevolgklasse 2 en 3. Gevolgklasse 2 zal sporadisch voorkomen, naar alle waarschijnlijkheid zullen in 2025 geen aanvragen worden ingediend uit gevolgklasse 3.

Daarnaast zullen er meldingen worden ingediend voor bouwwerken vallend in gevolgklasse 1. Deze meldingen moeten ingediend worden in plaats van het aanvragen van een omgevingsvergunning. Wij beoordelen de startmelding op diverse aspecten zoals:

  • -

    wat wordt er gebouwd?;

  • -

    wie is de kwaliteitsborger?;

  • -

    met welk instrument wordt gewerkt?;

  • -

    is er een risicobeoordeling?;

  • -

    is er een borgingsplan?

In de gereedmelding wordt gecontroleerd of de verklaring van de kwaliteitsborger aanwezig is.

In bepaalde gevallen geldt een uitzondering waardoor voor bouwwerken vallend in gevolgklasse 1 toch een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd in plaats van dat de bouw begeleid wordt door een kwaliteitsborger en er een melding ingediend moet worden bij de gemeente. Deze uitzonderingen zijn er bijvoorbeeld voor monumenten, als er een gebruiksmelding nodig is voor het brandveilig gebruik van het bouwwerk of wanneer een beroep wordt gedaan op een gelijkwaardige maatregel. In dat geval behandelen wij als gemeente de omgevingsvergunningaanvraag. Deze aanvragen kunnen net als andere aanvragen voor een omgevingsvergunning worden ingediend via het DSO.

In de gemeente Cranendonck geldt een aantal bijzondere lokale omstandigheden. Een bijzondere lokale omstandigheid is een lokaal risico waardoor het resultaat van een bouwactiviteit wellicht niet aan de bouwtechnische regels van het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl) voldoet.

Elke gemeente moet mogelijke bijzondere lokale omstandigheden kenbaar maken. De bijzondere lokale omstandigheden van de gemeente Cranendonck zijn kenbaar gemaakt op de website, namelijk op de pagina: https://www.cranendonck.nl/wet-kwaliteitsborging-voor-het-bouwen.

2.2.3 Powerbrowser

De VTH-applicatie Powerbrowser is eerder al aangepast aan de werkprocessen onder de Ow. Ook zijn de brieven en sjablonen waar de medewerkers van VTH mee werken, toegevoegd aan Powerbrowser. Waar nodig zullen de werkprocessen, brieven en sjablonen geoptimaliseerd worden, zoals hiervoor ook eerder aangehaald.

2.2.4 Digitaal Stelsel Omgevingswet

De gemeente Cranendonck is aangesloten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (hierna: DSO). De koppelingen zijn werkend en vastgesteld is dat aanvragen, meldingen en informatiemomenten ingediend en ontvangen kunnen worden via het DSO. Ook kan er door inwoners gebruikgemaakt worden van vragenbomen. Wanneer blijkt dat er over een specifiek onderwerp veel vragen inkomen, zullen de vragenbomen geoptimaliseerd of aangevuld worden.

2.3 Constructieve veiligheid

De constructieve veiligheid speelt een belangrijke rol in de gemeente Cranendonck. Voor het (op papier) toetsen van de constructie tijdens het behandelen van de omgevingsvergunning, voor zover deze niet onder toets door de kwaliteitsborger valt zoals bovenstaand is omschreven, maakt de gemeente Cranendonck gebruik van inhuur van externe experts.

De constructieve beoordeling in het werk zelf wordt uitgevoerd door de bouwtoezichthouders.

De VTH-taakuitvoering op het gebied van constructieve veiligheid van gebouwen is geborgd. Zo voldoet de gemeente Cranendonck aan de landelijke kwaliteitseisen. Ook vindt vergunningverlening voor de bouwactiviteit technische toets plaats volgens de eisen van wet- en regelgeving en vindt toezicht en handhaving plaats conform vastgesteld beleid. Er is sprake van voldoende functiescheiding op het gebied van vergunningverlening enerzijds en toezicht en handhaving anderzijds.

2.4 Wet open overheid

De Wet open overheid (hierna: Woo) is op 1 mei 2022 in werking getreden. Deze wet heeft de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) vervangen. Het doel van de Woo is om overheden en semi-overheden transparanter te maken. De wet draagt er zorg voor dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Dit vraagt het nodige van de medewerkers van VTH met betrekking tot informatiedeling, maar er is een projectgroep actief binnen het samenwerkingsverband A2-gemeenten om de Woo te implementeren en te onderhouden.

In 2025 zullen de medewerkers VTH Woo-verzoeken in behandeling nemen voor zover deze zien op de werkzaamheden van VTH. De verwachting is dat dergelijke verzoeken met enige regelmaat in 2025 worden ingediend. Deze verzoeken worden behandeld binnen de beschikbare capaciteit, waarbij voor ondersteuning een beroep gedaan kan worden op de projectgroep.

2.5 Samenwerkingen

2.5.1 Kwaliteitscriteria

Op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving wordt er samengewerkt met de gemeenten Heeze-Leende en Valkenswaard. Gezamenlijk vormen wij de A2-gemeenten. Deze samenwerking krijgt op diverse manieren vorm. Eén van die manieren is ‘het bij elkaar in de keuken kijken’, waarbij onderlinge kennis wordt uitgewisseld en wordt geleerd van elkaars werkwijzen. Deze vorm van samenwerking is een continu proces dat leidt tot de situatie waarin wordt voldaan aan de gestelde kwaliteitscriteria conform het Brabant-brede bodemniveau. De gemeenten zijn voornemens om de samenwerking steeds verder te intensiveren.

Mede door de samenwerking met de A2-gemeenten voldoet de gemeente Cranendonck aan de landelijke kwaliteitscriteria. Deze samenwerking vindt plaats op verschillende manieren.

Zo is er onderling overleg over casussen, wordt er gewerkt op andere locaties en worden de werkprocessen waar mogelijk op elkaar afgestemd.1

De sloopmeldingen worden in zijn geheel door de Odzob behandeld, vanwege de beperking in de capaciteit in Cranendonck binnen VTH. Hierdoor wordt op het gebied van sloopmeldingen voldaan aan de kwaliteitscriteria.

2.5.2 Buurtbemiddeling

In het geval van o.a. burenruzies wordt vanaf 2016 samenwerking gezocht met het sociaal team van de gemeente Cranendonck en met vrijwilligers. Met het team van buurtbemiddeling wordt gezocht naar een voor partijen acceptabele oplossing. Bij herkenning van een burenruzie wordt gezamenlijk gekeken naar de beste aanpak. Deze aanpak wordt in 2025 voortgezet.

2.5.3 Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

De reguliere controles op brandveiligheid zijn uitbesteed aan de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (hierna: VRBZO). De VRBZO controleert hoofdzakelijk grotere inrichtingen en evenementen, omdat hier de grootste risico’s liggen met betrekking tot brandveiligheid. Bij kleinere risico’s wordt volstaan met het geven van voorschriften. Er wordt niet alleen gekeken naar aantal of grootte, maar vooral uit risicobenadering zoals zelfredzaamheid, overnachting, bekendheid, gevaarlijke stoffen, complexe situaties, optreden brandweer, gelijkwaardigheid, bereikbaarheid etc. Voor omgevingsvergunningen is een risicomatrix gemaakt waarin wordt aangegeven in welke gevallen de VRBZO wil/moet adviseren. De VRBZO neemt ook deel aan de controles van het Dommelstroom Interventie Team (hierna: DIT).

Voor de planning van de VRBZO voor de gemeente Cranendonck in 2025 kan worden uitgegaan van de planning voor 2024. (zie bijlage 1 planning VRBZO Cranendonck 2024). Vooraf is niet exact in te schatten welke werkzaamheden daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden.

In de planning is te zien dat er 29 reguliere controles op objecten op de planning staan. Daarnaast dienen ook nog controles uitgevoerd te worden in het kader van B en C-evenementen en de klachtenafhandeling. De controles die op de planning staan vallen onder de C-klasse.

Een drietal objecten in de gemeente Cranendonck nemen extra tijd in beslag om te controleren. Ondanks de beperkte capaciteit zal de VRBZO deze drie objecten behandelen. Dat betekent dat er elders in de capaciteit moet worden geschoven.

De gemeente Cranendonck en de VRBZO hebben afspraken gemaakt voor duidelijke communicatie en evalueren frequent om zo de werkkwaliteit te verbeteren.

2.5.4 Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant

De gemeente Cranendonck is, samen met 20 andere gemeenten en de Provincie, oprichter en opdrachtgever voor de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (hierna: Odzob). Doel van deze gemeenschappelijke regeling is de verbetering van de kwaliteit van de vergunningverlening, het toezicht op de milieuvergunningen en de handhaving daarvan. De gemeente Cranendonck legt verschillende taken en opdrachten bij de Odzob neer, veelal op het gebied van milieu.

In het werkprogramma 2025 van de Odzob wordt omschreven welke taken zij verwachten uit te gaan voeren voor de gemeente Cranendonck. Het werkprogramma van de Odzob is ook bijgevoegd als bijlage (zie bijlage 2 werkprogramma ODZOB 2025 Cranendonck). Vooraf is niet exact in te schatten welke werkzaamheden uitgevoerd gaan worden. Dit is onder andere afhankelijk van het aantal meldingen en de ernst van de overtredingen.

Ook is dat afhankelijk van het aantal controles dat wordt uitgevoerd naar aanleiding van klachten of bestuurlijke prioriteiten. Dit werkprogramma is door het college vastgesteld, en is toegevoegd onder bijlage 2: werkprogramma.

Daarnaast voert de Odzob diverse verzoektaken uit voor de gemeente Cranendonck. Zo worden onder andere:

  • uitgebreide Aeriusberekeningen beoordeeld;

  • flora- en faunaonderzoeken beoordeeld;

  • wanneer wordt afgeweken van het omgevingsplan de onderbouwingen beoordeeld op milieuaspecten;

  • sloopmeldingen behandeld

  • omgevingsvergunningen behandeld.

Voor deze verzoektaken wordt gewerkt met de samenwerkingsfunctionaliteit (hierna: Swf) uit Powerbrowser en worden bepaalde omgevingsvergunning overgedragen door middel van het wijzigen van de behandeldienst. Het voordeel van deze Swf is dat vanuit de gemeente Cranendonck een actiefverzoek kan worden uitgezet en de reactie ook direct bij de zaak in Powerbrowser kan worden toegevoegd. Er zijn werkafspraken gemaakt met tussen diverse gemeenten in de regio Zuid-Oost Brabant, de Odzob, VRBZO en de GGD hoe bepaalde verzoeken worden uitgezet. De gemeente Cranendonck werkt ook via deze samenwerkingsafspraken.

afbeelding binnen de regeling

2.5.5 Regionaal operationeel kader milieutoezicht en vergunningverlening

Op grond van artikel 13.2 van het Omgevingsbesluit is de gemeente verplicht om beleid vast te stellen voor VTH. Voor de milieutaken moet dit beleid op regionaal niveau worden vastgesteld. Dit beleid is vastgesteld in samenwerking met de Odzob en de deelnemende gemeenten. Vanaf 1 januari 2020 is het Regionaal Operationeel Kader (hierna: ROK) van kracht. Dit zorgt ervoor dat milieutoezicht meer risicogericht plaatsvindt en vergunningen meer risicogericht worden getoetst. De toename van kosten door het ROK zijn stapsgewijs verwerkt in de gemeentelijke begroting.

2.5.6 Samen sterk in Brabant (hierna: SSiB)

De gemeente Cranendonck neemt deel aan dit project. Het team van SSiB is 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar in het buitengebied. De boa’s van SSiB zorgen ervoor dat gebruikers van het buitengebied het milieu niet te zwaar belasten. Daarnaast treden zij bij een overtreding op.

Bij besluit van 20 oktober 2022 zijn de natuurinspecteurs van SSiB, in dienst van of werkend in opdracht van de Odzob, aangewezen als toezichthouder voor de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Cranendonck 2023 (hierna: APV) en de Afvalstoffenverordening. Dit om de samenwerking te verbeteren en efficiënter op te kunnen treden.

2.5.7 Dommelstroom Interventie Team

De gemeente Cranendonck werkt samen met het DIT. Het DIT-team bestaat uit de gemeente, de politie, de VRBZO, de Odzob, de Belastingdienst, de Nederlandse voedsel- en warenautoriteit en Enexis. Het DIT voert controles uit om misstanden en ondermijnende criminaliteit aan te pakken.

Op het gebied van FTE is er geen verdeling gemaakt. Dat betekent dat afhankelijk van de situatie (acties/input van de gemeenten en bereidheid om er tijd in te stoppen) de tijd kan fluctueren in de praktijk.

Vanuit het DIT, maar ook vanuit de gemeente Cranendonck, worden casussen/adressen aangedragen waarbij het wenselijk is dat deze door meerdere disciplines tezamen worden opgepakt. De eerste stap die wordt gezet is het bepalen van welke disciplines bij de actie(s) aan moeten sluiten, denk hierbij bijvoorbeeld aan de Odzob, de VRBZO en de politie.

De DIT-coördinator verzamelt en inventariseert vervolgens de relevante gegevens van de te bezoeken locatie(s) bij de aangesloten disciplines en stelt een draaiboek op. Voordat een DIT-actie wordt uitgevoerd, vindt er een briefing plaats. De DIT-actie vindt plaats als omschreven in het draaiboek. Naar aanleiding van het locatiebezoek stelt iedere discipline de eigen bevindingen op schrift. Aan de hand daarvan wordt bepaald of en zo ja, welke actie(s) genomen moeten worden en door wie.

In 2025 staan vier actieweken gepland. Afhankelijk van het thema van de actieweek, de beschikbare capaciteit voor de voorbereiding en de juridische afhandeling van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden zal de gemeente Cranendonck deelnemen aan deze actieweken. Er is geen structurele oplossing voor de juridische afwikkeling van mogelijke overtredingen die tijdens de acties worden geconstateerd. Deze afwikkeling zal in de reguliere bedrijfsvoering van Handhaving moeten worden meegenomen.

2.5.8 Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA)

De ontvangstlocatie van het COA in Budel is, na de locatie in Ter Apel, de grootste ontvangstlocatie in Nederland. De ontvangstlocatie bestaat sinds 2014 en biedt plaats aan veel asielzoekers. Voor het strijdige gebruik ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend.

Op 8 februari 2018 is een bestuursovereenkomst afgesloten tussen de gemeente en het COA. Deze overeenkomst heeft een looptijd van 10 jaar en eindigt op 8 februari 2028.

Op 19 december 2019 hebben de gemeente en het COA een samenwerkingsovereenkomst met elkaar opgesteld, met als doel om er zorg voor te dragen dat het COA op locatie een duurzame huisvesting gaat realiseren, oftewel de herontwikkeling van het terrein. Deze herontwikkeling tot een Gemeenschappelijke Vreemdelingen Locatie (hierna GVL) is echter niet meer in lijn met het besluit van de gemeenteraad van 8 maart 2022. Daarom zijn er onderhandelingen gestart over nieuwe afspraken met het COA. Deze zijn nog niet afgerond.

Voor de aanhoudende overlastproblematiek te kunnen monitoren en bijsturen, is er een overlegstructuur opgezet in de vorm van een kernteam, in samenwerking met alle ketenpartners. Dit resulteert in een permanente monitoring van zich voordoende incidenten en het naar aanleiding hiervan handelen: proactieve communicatie is hierbij een belangrijk middel.

In het kader van de openbare orde en veiligheid heeft het Rijk financiële middelen ter beschikking gesteld om de overlast tegen te gaan (SPUK Overlastgevende asielzoekers). Deze financiële middelen worden met name ingezet op toezicht (en handhaving), die significant meer aandacht vraagt als gevolg van de aanwezigheid van de GVL.

2.5.9 Overleg met (andere) handhavingspartners

Ingevolge de vereisten van artikel 13.4 (e.v.) van het Omgevingsbesluit voert de gemeente structureel overleg met de andere handhavingspartners. Dit overleg wordt in ieder geval gehouden met de:

  • -

    Provincie, onder andere in het kader van het jaarlijkse gemeentelijke uitvoeringsprogramma;

  • -

    A2-gemeenten, met name in het kader van de versterking van de samenwerking op diverse gebieden;

  • -

    Odzob, onder andere in het kader van het jaarlijkse werkprogramma;

  • -

    Politie, zes wekelijks in het driehoeksoverleg, tweewekelijks operationeel en waar nodig incidenteel;

  • -

    VRBZO, onder andere in het kader van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma van deze instantie;

  • -

    DIT, maandelijks tussen de gemeentelijke DIT-deelnemers*;

  • -

    COA, wekelijks kernteamoverleg in het kader van Openbare Orde en Veiligheid.

2.6 Borgen financiële middelen (artikel 13.10 Omgevingsbesluit)

De in te zetten capaciteit is afgestemd op de noodzakelijk uit te voeren werkzaamheden zoals genoemd in dit uitvoeringsprogramma. Indien nodig wordt het uitvoeringsprogramma aangepast en/of worden de middelen aangevuld als de omstandigheden of bestuurlijke keuzes/prioriteiten daarom vragen.

Voor de uitvoering van de reguliere taken die in dit uitvoeringsprogramma zijn opgenomen, zijn de financiële middelen geborgd. De bijdrage voor de kosten van de afdeling VTH (met name loonkosten en personele- en organisatiekosten) wordt gedeeltelijk gedekt door het opnemen van de daarvoor overeengekomen gemeentelijke bijdrage in de gemeentelijke begroting. Wij zijn ons ervan bewust dat we met de beschikbare capaciteit weloverwogen keuzes moeten maken.

Voor omgevingsvergunningen is een bedrag opgenomen in de begroting van € 220.820,- waarvan € 187.600,- voor ingeleend personeel, €100,- voor aanschaf en materiaal en €33.120,- voor advieskosten algemeen. Een bedrag van € 24.190, - is begroot voor vergunningen bijzondere wetten en de APV.

In de begroting is Toezicht en Handhaving tezamen opgenomen met integrale veiligheid. Gezamenlijk zijn de volgende bedragen opgenomen: €58.806,- waarvan €8.330,- voor onderzoeken (bodem, milieu, akoestisch ed.), €41.641,- voor algemene/overige uitgaven en €8.835,- voor advieskosten algemeen.

Voor tussentijds door de gemeente op te starten projecten waarvoor inzet van medewerkers VTH is gewenst, moeten in de projectbegroting de benodigde middelen vrijgemaakt worden. In dit uitvoeringsprogramma is daar geen rekening mee gehouden, omdat hier binnen de huidige capaciteit geen ruimte voor is. Per project zal bekeken moeten worden welke mogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld door het inhuren van extra personeel of het financieel deelnemen in het project.

Omdat een gedeelte van de beschikbare kennis niet (meer) aanwezig is bij de gemeente Cranendonck, is het noodzakelijk extern expertise in te huren. Dit gebeurt onder andere bij de Odzob. Een gedeelte van deze uitbesteding is verplicht omdat het basistaken zijn die uitgevoerd moeten worden door de Odzob. Daarnaast zijn enkele taken vrijwillig aan de Odzob uitbesteed. Met deze taken is in de begroting rekening gehouden.

Voor de werkzaamheden van de Odzob zijn de volgende bedragen opgenomen in de begroting 2025:

afbeelding binnen de regeling

De bedragen en inschattingen die in de begroting zijn gemaakt, worden vertaald in het werkprogramma. Het werkprogramma wordt naar de gemeente Cranendonck gestuurd. Vooraf is niet exact in te schatten welke taken de Odzob voor de gemeente Cranendonck uitvoert.

Dit kan inhouden dat andere kosten gemaakt moeten worden dan in de begroting is opgenomen. Gedurende het jaar wordt gemonitord of er grote verschillen zijn ten opzichte van de opgenomen bedragen in de begroting.

3. Formatie VTH

Met ingang van 1 januari 2025 bedraagt de formatie van VTH 18,55 FTE. Eén FTE betreft 1400 uren.

Vaste capaciteit

Flexibele inzet

Capaciteit totaal

Vergunningverlening en ondersteuning

3,78

0,5

4,28

Vergunningverlening APV & bijzondere wetten

1,53

0,0

1,53

Juridische capaciteit vergunningen

1,0

0,0

1,0

Toezicht

4,0

2,5

6,5

Juridische capaciteit handhaving**

3,0

0,28

3,28

Teamleider Dommelstroom Interventieteam

0,0

0,18

0,18

Administratie VTH

1,78

0,0

1,78

Capaciteit totaal*

15,09

3,46

18,55

*Het betreft capaciteit c.q. formatie. Daadwerkelijke inzetbaarheid kan anders zijn (door bijv. ziekte).

** Flexibele inzet van 20 uur per week voor de duur van zes maanden.

Adresonderzoeken en DIT controles dienen binnen reguliere werkzaamheden Toezicht en Handhaving uitgevoerd te worden.

Naast de bovenstaande FTE worden ook taken uitgevoerd door de Odzob en de VRBZO. Het betreft een flexibele inzet die wordt ingezet afhankelijk van het aantal meldingen, klachten en aanvragen. In hoofdstuk 2.5 wordt aangegeven welke taken de Odzob en de VRBZO in ieder geval gaan uitvoeren.

Het team wordt aangestuurd door één teammanager. Deze teammanager heeft kennis en kunde op bovenstaande terreinen waardoor naast afstemming ook inhoudelijke aansturing van VTH kan plaatsvinden. De rol van deze teammanager draagt bij aan de doelmatigheid en efficiëntie van VTH.

4. Vergunningen

4.1 Algemeen

De medewerkers van vergunningen behandelen omgevingsbewust de vergunningaanvragen en verzorgen informatieverstrekking en uitleg over wet- en regelgeving binnen dit vakgebied. In 2025 wordt er nog gedeeltelijk onder de oude regelgeving gewerkt (Wabo). Zo zijn er nog aanvragen uit 2023 en daarvoor in behandeling. Oorzaken hiervan zijn de grote hoeveelheid aanvragen eind 2023, opschortingen en aanvullingen op aanvragen.

Daarentegen wordt er voornamelijk onder de huidige regelgeving (Ow) gewerkt.

De werkprocessen zijn reeds aangepast aan de nieuwe wetgeving en zullen waar nodig bijgestuurd worden. De software (Powerbrowser) is geïmplementeerd in samenwerking met onder andere de Odzob.

Naast de basistaken worden de volgende taken uitgevoerd door de vergunningverleners:

  • input leveren voor het nieuwe Omgevingsplan;

  • participeren in diverse gemeentelijke overleggen (vergunningenkamer en intaketafel);

  • (digitaal) bijwonen van informatiemomenten vanuit provincie en VNG;

  • voorlichting en advisering;

  • projecten;

  • behandelen en beantwoorden van Woo-verzoeken;

  • behandelen en beantwoorden van informatieverzoeken;

  • begeleiden en verkennen van initiatieven;

  • key-user Powerbrowser;

  • opstellen van beleid;

  • maken van planschadeovereenkomsten en overeenkomsten nadeelcompensatie.

4.1.1 Vergunningen

De taken van de medewerkers van vergunningen zijn voor een groot deel afhankelijk van externe factoren. Het aantal aanvragen is afhankelijk van initiatieven van burgers en bedrijven en kan mede worden bepaald door de ruimtelijke ambities van de gemeente. Ook intensief toezicht kan tot meer aanvragen leiden.

In 2024 hebben we gemerkt dat er nog onwetendheid bestond ten aanzien van de Ow. Zo werden er activiteiten los aangevraagd, terwijl dit niet de bedoeling was van gemachtigde en initiatiefnemer. Gedurende het jaar is er door goede afstemming meer kennis ontstaan over aanvragen onder de Ow. We verwachten daarom in 2025 dat aanvragen op de juiste manier worden ingediend. Uiteraard bepaalt de aanvrager of activiteiten samen of los worden aangevraagd.

4.1.2 (Woning)bouwprogramma’s

Gelet op de gemeentelijke (woning)bouwprogramma’s wordt verwacht dat het aantal omgevingsvergunningen voor bouwprojecten in 2025 niet verder toeneemt. Het woningbouwprogramma is vastgelegd in De Woonvisie Cranendonck.

Op 9 maart 2023 is de woondeal Zuidoost Brabant getekend. De regio zet zich, in samenwerking met corporaties en marktpartijen, in voor de realisatie van minimaal 45.135 woningen in de periode 2022 tot en met 2030. Elke gemeente neemt een fair share van deze opgave. Voor Cranendonck betekent dat een netto opgave van 555 woningen. De woondeal wordt op dit moment herijkt waarbij de opgave wellicht naar boven wordt bijgesteld.

De nieuwbouwopgave dient uit twee derde betaalbare woningen te bestaan. De gemeenteraad van Cranendonck heeft op 25 april 2023 de Actualisatie Woonvisie Gemeente Cranendonck vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de woningbouwproductie dient te bestaan uit:

  • Minimaal 20% sociale huur

  • Minimaal 20% sociale koop

  • Minimaal 10% betaalbare koop

  • Minimaal 16% middenhuur

Door de toename van het aantal kleinere en oudere huishoudens wordt vooral gestuurd op nul-tredenwoningen, appartementen en andere kleinere woningtypen.

4.1.3 Milieu

In 2025 staan we opnieuw voor ingrijpende ontwikkelingen die het werkveld van vergunningverlening beïnvloeden. De effecten van de Ow worden steeds zichtbaarder, en de transitie binnen de veehouderij blijft volop in beweging. Deze veranderingen zijn nauw verbonden met bredere maatschappelijke trends, zoals een vernieuwde kijk op de leefomgeving, hervormingen in de agrarische sector en een meer inclusieve dialoog met bedrijven, inwoners en maatschappelijke organisaties.

De problematiek rondom stikstof en verduurzaming van de landbouw speelt in deze regio een grote rol en heeft direct invloed op de behandeling van vergunningaanvragen. Door fungerende wet- en regelgeving liggen veel aanvragen stil. Daarnaast speelt de Ow een rol bij de invulling van het onderwerp gezondheid bij vergunningverlening. De beleidsonderwerpen Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS), Schone Lucht Akkoord, circulaire economie en energie werken de komende jaren door in de vergunningverlening en afhandeling van meldingen.

Verder gaat ook de uitvoering van de beëindigingsregelingen door, met een focus op de impact van de piekbelasters-regeling in Cranendonck. In 2025 zal het aantal omgevingsplanwijzigingen, omgevingsvergunningaanvragen, intrekkingsverzoeken van milieuvergunningen, controles en sloopmeldingen toenemen.

Tot slot zijn er vanaf 2025 nieuwe initiatieven. Specifieke projecten rondom circulaire economie, duurzame energie, energiebesparing en reductie van CO2 worden belangrijker om zo de ontwikkeling van duurzame bedrijventerreinen te bevorderen. Toezicht bij bedrijven op circulaire economie en energiebesparings –en informatieplicht gaat daarom toenemen. Daarnaast zal ook in 2025 toezicht starten op de Werkgebonden Personen Mobiliteit, regelgeving gericht op CO2 reductie van woon-werkverkeer en zakelijk verkeer van werknemers van bedrijven met tenminste 100 werknemers.

Het complexer worden van dossiers vraagt ook in 2025 om extra expertise. Daarom wordt beroep gedaan op de Odzob voor specialistische ondersteuning, zoals eerder ook toegelicht.

4.1.4 Klimaat en energie

De gemeente Cranendonck is bezig met het project “Heesakker Aardgasvrij”. Mogelijk zorgt dit voor extra vergunningaanvragen in 2025. Ook wordt er gewerkt aan een grote gemeente brede isolatieopgave waar mogelijk vergunningen voor aangevraagd gaan worden. Dit is afhankelijk van de ontwikkelingen rondom de wet- en regelgeving voor beschermde soorten. Daarnaast zien we een toename in het aantal aanvragen voor het plaatsen van zonnepanelen op de grond bij bijvoorbeeld woningen. Aanvragen voor kleine zonnepanelen initiatieven op de grond worden getoetst aan de beleidsregels kleine zoninitiatieven. De aanvragen op het gebied van klimaat en energie worden beoordeeld binnen de bestaande capaciteit.

4.1.5 Cultureel erfgoed

In de nabije toekomst wordt nieuw erfgoedbeleid vastgesteld. Uit dit beleid volgen nieuwe kaders voor vergunningverlening voor bescherming en instandhouding van cultureel erfgoed binnen de gemeente Cranendonck.

De kaders zijn opgesteld in nieuwe regels die geïmplementeerd gaan worden in het Omgevingsplan. Deze regels hebben voornamelijk betrekking op het behoud en bescherming van cultureel erfgoed (cultuurhistorie en archeologie) in de fysieke leefomgeving, met de nadruk op de omgeving van het waardevol erfgoed.

Op korte termijn zullen de beleidsregels worden vastgelegd in de erfgoedverordening als lokale regelgeving.

Welstand vormt samen met het cultureel erfgoed, stedenbouw en het landschap de basis voor ruimtelijke kwaliteit binnen de fysieke leefomgeving. In samenhang met de regels uit het erfgoedbeleid zal ook de welstandskaart ge-updatet worden. Een vervolg kan zijn dat de toetsingscriteria voor welstand bij het nemen van bouwbesluiten gewijzigd gaat worden.

4.1.6 Opleiding

De medewerkers VTH zullen op diverse gebieden kennis moeten blijven vergaren, onder andere vanwege de Ow en de Wkb. Daarom is er ruimte voor het volgen van trainingen en opleidingen. Per medeweker wordt bekeken of scholing wenselijk is. Dit kan individueel plaatsvinden (bijvoorbeeld door het volgen van de ABW-opleiding) of gezamenlijk.

4.1.7 VTH-beleidsplan

Vanaf 2024 is een nieuw VTH-beleidsplan van toepassing. De prioriteiten in de taakuitvoering voor vergunningen zijn bepaald in dit beleidsplan. Op grond hiervan worden de zaken op basis van thema’s, locatie en risico getoetst volgens de vastgestelde toetsingsniveaus. Deze toetsingen worden op zaakniveau uitgevoerd en geregistreerd.

4.1.8 Omgevingsplan

Net als alle andere gemeenten maken ook wij een Omgevingsplan. De medewerkers van vergunningen zullen worden gevraagd om hiervoor input aan te leveren. Ook nemen de medewerkers van vergunningen deel aan de werkgroep welke keuzes maakt in het kader van het Omgevingsplan. In 2025 worden wederom stappen gemaakt voor het aanpassen van een gedeelte van het grondgebied van de gemeente Cranendonck.

4.1.9 Vergunningenkamer, intaketafel en VTH-overleg

In de vergunningenkamer en intaketafel worden plannen besproken die niet passen binnen het Omgevingsplan. In de vergunningenkamer wordt onderzocht of een ontheffing van het omgevingsplan kan worden verleend, bijvoorbeeld door een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (hierna: Opa) of Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (hierna: Bopa). De vergunningenkamer bestaat uit medewerkers van vergunningen, ruimtelijke ordening en waar nodig andere expertises zoals handhaving. https://www.knooppunt.nu/Projects

Grootschalige plannen die niet passen binnen het geldende Omgevingsplan worden voorgelegd aan de intaketafel of (regionale) omgevingstafel. Dit zijn integrale overleggen waar ruimtelijke initiatieven worden beoordeeld en onderzocht op haalbaarheid en wenselijkheid. Wanneer er een positief advies van de intaketafel komt, is een wijziging van het Omgevingsplan nodig of een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit (binnenplans of buitenplans). Het voordeel voor de initiatiefnemer is dat hij in een vroeg stadium een integrale afweging heeft ontvangen van zijn voorgenomen plan; dit is ook in de lijn met de Ow. Deze taken voeren de vergunningsverleners uit binnen de reguliere tijd voor omgevingsvergunningen.

Tweewekelijks wordt 10 uur besteed aan de vergunningenkamer en 7 uur aan de intaketafel (inclusief voorbereiding). Deelname aan de (regionale) omgevingstafel zal sporadisch zijn en dus niet uit te drukken in uren per week.

Daarnaast sluiten de medewerkers van vergunningen aan bij het afdelingsoverleg dat iedere zes weken plaatsvindt. Tijdens het afdelingsoverleg wordt onder andere aandacht besteed aan de (verbeteringen voor) gehanteerde programma’s en het (beter) inregelen van de administratieve taken.

4.1.10 Key-user overleg Powerbrowser

Het applicatiebeheer van Powerbrowser is in de A2-samenwerking belegd bij het team functioneel beheer. Echter, er wordt ook input gevraagd van de vakafdelingen. De procesbeheerder (ook wel key-user) is kennishouder van een proces en daarmee de contactpersoon op de afdeling voor de applicatie leverancier en/of de functioneel beheerder. De key-users hebben de volgende rollen:

  • signaleren als het proces wijzigt en dit tijdig aangeven;

  • problemen en wensen signaleren en afstemmen met de functioneel beheerders;

  • meedenken over de doorontwikkeling van werkprocessen en inrichting;

  • wijzigingen communiceren met de collega gebruikers.

Twee medewerkers van vergunningen zijn aangesteld als key-user. Hiervoor wordt onder andere deelgenomen aan een key-user overleg welke iedere twee weken plaatsvindt. Tijdens het key-user overleg wordt samen met de functioneel beheerder en key-users uit de gemeente Heeze-Leende en Valkenswaard overlegd over mogelijke aanpassingen aan Powerbrowser.

4.1.11 (Digitaal) bijwonen van informatiedagen vanuit provincie en VNG

Wanneer er informatiedagen of momenten worden georganiseerd die relevante raakvlakken hebben in het kader van vergunningverlening worden deze (digitaal) bijgewoond door in ieder geval één medewerker uit voornoemd vakgebied. Ingeval het informatiedagen of momenten voor andere disciplines betreft, worden deze in de organisatie doorgestuurd naar de betreffende medewerkers.

4.1.12 Voorlichting / Informatieverzoek

De potentiële aanvrager of een persoon welke meer informatie wil hebben kan bij een medewerker vergunningen algemene informatie alsook de voor een specifiek perceel geldende informatie opvragen. Door een medewerker wordt onder andere aangegeven waar bepaalde informatie staat, hoe het Omgevingsplan moet worden bekeken, welke regels van toepassing zijn op de situatie en welke vervolgstappen genomen kunnen worden. De voorlichting betreft geen vergunningaanvraag. De verzoeker krijgt geen toestemming om iets te doen. Het gaat enkel om het verstrekken van (algemene) informatie. Daarnaast wordt er altijd geattendeerd op de mogelijkheid een adviseur te benaderen voor de vervolgstappen.

Wanneer een initiatiefnemer gebruik wil maken van de vergunningsvrije bouwmogelijkheden dan kan de initiatiefnemer, zonder tussenkomst van de gemeente, direct aan de slag gaan. Indien een dergelijk plan niet door de gemeente is beoordeeld, is dit op eigen risico.

4.1.13 Verkennen initiatief

De gemeente adviseert initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen en bouwplannen om plannen in een vroeg stadium met de gemeente te bespreken. Dat noemen we ‘idee verkennen’.

De gemeente behandelt het plan op hoofdlijnen. Vervolgens krijgt de initiatiefnemer te horen in hoeverre de gemeente het plan wenselijk en haalbaar acht. Idee verkennen is dus een quickscan om als initiatiefnemer in een vroeg stadium een inschatting te kunnen maken of er binnen de gemeente draagvlak is voor het plan. Tijdens het idee verkennen kunnen er twee conclusies zijn, namelijk:

  • -

    het plan voldoet aan het Omgevingsplan. De initiatiefnemer krijgt hierover dan een schriftelijke reactie;

  • -

    het plan voldoet niet aan het Omgevingsplan. De gemeente gaat dan onderzoeken of van de regels kan worden afgeweken. Afhankelijk of het een grote of kleine wijziging is worden er meer of minder disciplines betrokken. De gemeente houdt de initiatiefnemer op de hoogte welke stappen doorlopen worden, bijvoorbeeld dat het plan wordt voorgelegd bij de vergunningenkamer of intaketafel. Het doel is om het plan en de (on)haalbaarheid duidelijk te krijgen. Wanneer het initiatief besproken wordt in de intaketafel is er een nauwe samenwerking tussen de vergunningverlener en de secretaris van de intaketafel. De intaketafel wordt gezamenlijk voorbereid en de secretaris communiceert de informatie naderhand met de indiener.

4.1.14 Advisering aan provincie

Voor sommige grote bedrijven in onze gemeente is de provincie het bevoegd gezag. Het college wordt dan om advies of advies met instemming gevraagd. Het aantal zaken is beperkt (ongeveer 5 per jaar). Deze taken voeren de medewerkers van vergunningen uit binnen de reguliere tijd voor omgevingsvergunningen.

4.1.15 Tweewekelijks overleg portefeuillehouder

Elke twee weken vindt er een overleg plaats waarbij de portefeuillehouder en de vergunningverleners aanwezig zijn. Indien nodig kunnen de teammanager Omgeving & Veiligheid of andere betrokken medewerkers ook aansluiten bij dit overleg. Het overleg is geïnitieerd om de portefeuillehouder in een vroeg stadium bij de lopende vergunningsaanvragen te betrekken.

4.2 Werkzaamheden en capaciteit

Hieronder wordt weergegeven welke werkzaamheden in 2025 worden verwacht voor de medewerkers van vergunningen en hoeveel uren hiervoor nodig zijn.

Ook wordt weergegeven hoeveel uren er beschikbaar zijn aan de hand van het aantal FTE’s en of het haalbaar is om de te verwachten werkzaamheden uit te kunnen voeren binnen de beschikbare capaciteit.

4.2.1 Vergunningverlening

In onderstaande tabel wordt een schatting weergegeven van het aantal producten/vergunningen in 2025.

Activiteit

Producten

Soort

Kengetal

Uren ‘25

Balieafspraken + informatieverzoeken

275

Product

1

275

Idee verkennen

20

Product

10

200

Omgevingsvergunning technische toets

40

Vergunning

27

1080

Omgevingsvergunning Opa

100

Vergunning

30

3000

Omgevingsvergunning Bopa

38

Vergunning

57

2166

Omgevingsvergunning overige activiteiten

22

Vergunning

15

330

Mer-procedure

0

Product

0

0

Intrekkingen

3

Besluit

4

12

Opleggen maatwerkvoorschriften

5

Besluit

2

10

Woo-verzoek

6

Product

5

30

Adviesverzoeken

10

Product

5

50

Verwerken gegevens Odzob

420

Product

1

420

Totaal

939

7.573

Voor de omgevingsvergunningen zijn er twee vergunningverleners in vaste dienst. Per januari 2025 komt hier een zij-instromer bij vanuit het traject Ruimte voor groei. Ook is er sprake van een ondersteuner op het gebied van onder andere brandveiligheid.

Daarnaast is er een administratief medewerker en is er een persoon ondersteuning voor vergunningen. Het totale FTE (zodra de inhuur vervangen is voor vaste formatie) bedraagt 4,56 Een FTE betreft 1400 uren. In totaal zijn er 6.384 uren beschikbaar. Dit is onvoldoende om bovengenoemde werkzaamheden uit te kunnen voeren. Hierdoor wordt extra ingehuurd bij de Odzob.

4.2.2 Prioritering

Voor vergunningverlening is door middel van een risicoanalyse in kaart gebracht welke vormen van vergunningverlening prioriteit hebben. Daarbij is naar voren gekomen dat de volgende zaken een hoge prioriteit hebben:

Woongebouwen, appartementen, kamerverhuur

1

Infrastructurele werken

1

Bedrijfsmatige bouwwerken met hoge gebruiksintensiteit (o.a. horeca)

1

Deze zaken krijgen bij de vergunningverlening de meeste aandacht en worden op het hoogste niveau getoetst.

Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Het wettelijk kader biedt op het ogenblik aan gemeenten de ruimte om – op basis van een risicoanalyse – te variëren in intensiteit van toetsing van (verschillende typen bouwwerken) aan het Bbl.

Variatie in de intensiteit van toetsing is noodzakelijk om de beschikbare capaciteit effectief in te zetten. Om te bepalen met welke intensiteit een bepaald onderdeel binnen het Bbl wordt getoetst (toetsingsniveau) hebben wij in het VTH-beleidsplan, overeenkomstig de systematiek van het toezicht, prioriteiten bepaald door effect (van eventuele regelovertreding) af te zetten tegen de kans dat iets dergelijks zich voordoet.

De volgende prioriteiten stellen wij aan Bbl-toetsen:

Woongebouwen, appartementen, kamerverhuur

1

Infrastructurele werken

1

Bedrijfsmatige bouwwerken met hoge gebruiksintensiteit (o.a. horeca)

1

Bedrijfsgebouwen (kantoor / industrie) > één bouwlaag

2

Particuliere grondgebonden (één)gezinswoningen

2

Projectmatige grondgebonden (één)gezinswoningen

2

Bedrijfsgebouwen (kantoor / industrie) < of = één bouwlaag

2

Mantelzorgwoningen

2

Publiek toegankelijke bouwwerken

2

Gevelwijzigingen, aan/uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen, dakkapellen

3

Bedrijfsmatige vrijstaande bijgebouwen

3

Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde

4

Bouwwerken geen gebouwen zijnde

4

Bedrijfsmatige bouwwerken geen gebouwen zijnde

4

In de tabel hieronder wordt aangegeven op welk niveau het Bbl wordt getoetst:

afbeelding binnen de regeling

Steekproefsgewijs worden toetsen met een lagere prioriteit toch op een hoger niveau getoetst. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de bouwplannen met een lagere prioriteit van voldoende niveau blijft.

Daarnaast moet worden opgemerkt dat niet voor alle bouwwerken de gemeente een toetsing hoeft uit te voeren. Wanneer de Wkb bepaalt dat een kwaliteitsborger de toetsing aan de regelgeving uit het Bbl doet, bijvoorbeeld omdat het gaat om de nieuwbouw van een woonhuis (gevolgklasse 1 niet zijnde verbouw) dan vindt er bij de gemeente geen toetsing plaats. Meer informatie over de Wkb staat in paragraaf 2.2.2. De gemeente signaleert wel in aanvragen of de Wkb van toepassing is.

Overige toetsen

Alle overige toetsen zoals de toets aan het omgevingsplan en welstand worden volledig getoetst. Hier wordt geen prioritering voor gemaakt of toegepast.

4.2.3 Juridisch

Op basis van de voorgaande jaren is een inschatting gemaakt van het aantal te verwachten juridische procedures. Hoewel (wederom) een lichte afname aanwezig lijkt te zijn, worden procedures omvangrijker.

Hier dient wel bij opgemerkt te worden dat een reëel schatting lastig is. De uiteindelijke omvang van een zaak, specifiek de inhoud, is hier met name bepalend. Daarentegen worden procedures inzake bezwaar, voorlopige voorzieningen en (hoger) beroep altijd opgepakt; er worden geen keuzes gemaakt.

Activiteit

Producten

Soort

Kengetal

Uren ‘25

Bezwaar vergunning

25

Product

30

750

Voorlopige voorziening vergunning

5

Product

30

150

Beroep vergunning rechtstreeks

5

Product

35

175

Beroep vergunning na bezwaar

10

Product

30

300

Hoger beroep vergunning

5

Product

30

150

Woo-verzoeken

5

Product

30

150

Totaal

55

1675

5. Toezicht & handhaving

5.1 Algemeen

De (juridisch) medewerkers van toezicht & handhaving zijn verantwoordelijk voor de uitvoer van de toezicht- en handhavingstaken. Denk hierbij onder andere aan het uitvoeren van (her)controles, het opstellen van brieven en (voorgenomen) besluiten, inclusief invorderingsprocedures en het vertegenwoordigen van de bestuursorganen in bezwaar-, beroeps- en verzoekschriftprocedures. Sluitingen van woningen en panden op grond van de Opiumwet vallen ook onder het taakgebied van toezicht en handhaving.

Naast voornoemde taken worden ook andere taken uitgevoerd die verband houden met toezicht en handhaving, zoals:

  • juridische ondersteuning en integrale afstemming met andere organisatieonderdelen (zoals toezicht, vergunningen, veiligheid en milieu);

  • bijwonen van informatiedagen van externe partners;

  • participeren in diverse gemeentelijke overleggen (vergunningenkamer, intaketafel, VTH-overleg, handhaving specifieke overleggen);

  • (digitaal) bijwonen van informatiedagen vanuit provincie en VNG;

  • voorlichting(en);

  • grote ruimtelijke ontwikkelingen;

  • het behandelen en beantwoorden van Woo-verzoeken en informatieverzoeken;

  • DIT;

  • LAA-controles.

5.1.1 Verzoeken om handhaving, ambtshalve handhaving en meldingen

Het overgrote deel van de werkzaamheden van de (juridisch) medewerkers handhaving komt voort uit formele handhavingsverzoeken. Het betreft in dat geval extern aangedragen handhavingszaken. Ontvankelijke verzoeken om handhaving moeten altijd worden opgepakt en behandeld worden binnen een redelijke termijn. Deze termijn bedraagt 8 weken en kan worden verlengd indien meer onderzoek nodig is voor het nemen van een besluit op het handhavingsverzoek. Sporadisch is er tijd en capaciteit voor hoog geprioriteerde ambtshalve casussen.

Kenmerkend voor de gemeente Cranendonck is dat er relatief veel meldingen worden ingediend. We zien dat de afgelopen jaren veel meldingen (en verzoeken om handhaving) worden ingediend. Vaak gaat dit om langslepende trajecten waar al het nodige aan vooraf is gegaan. Voor de behandeling van meldingen is de prioriteitenlijst, zoals opgenomen in het VTH-beleid, van toepassing.

5.1.2 Damocles-sluitingen

De (juridisch) medewerkers handhaving houden zich naast verzoeken om handhaving ook bezig met het sluiten van woningen/lokalen en bijbehorende erven op grond van artikel 13b Opiumwet. De burgemeester is bevoegd om woningen/lokalen en bijbehorende erven te sluiten. Na ontvangst van de bestuurlijke rapportage die door de politie wordt opgesteld, dient er een besluit te worden genomen. Het uitvoeren van het besluit, oftewel het sluiten van de woning of het pand, behoort tot de taken van de toezichthouders, alsook het toezicht houden op een gesloten woning/lokaal/erf.

Het is vooraf lastig in te schatten hoeveel sluitingen er in 2025 op grond van artikel 13b Opiumwet zullen plaatsvinden.

5.1.3 Milieu

Handhavingszaken die (voornamelijk) milieugericht zijn, worden overgedragen aan de Odzob of gezamenlijk opgepakt. De Odzob wordt door de gemeente in kennis gebracht van de situatie en voorzien van de benodigde stukken. Deze taak is opgenomen in het werkprogramma van de Odzob.

5.1.4 Cultureel erfgoed

Er dient extra inzet te worden verkregen voor de naleving van besluiten op het gebied van cultuurhistorie. Als voor cultuurhistorisch waardevolle objecten of gebieden voorwaarden in de vergunningen of ruimtelijke planprocedures worden gesteld, dient dit door een (bouw)toezichthouder gecontroleerd te worden. Bij het niet naleven van deze voorwaarden/regels dient gestart te worden met een handhavingstraject. Er is 0,5 fte in de begroting toegekend onder andere voor het toezicht op omgevingsvergunningen én cultureel erfgoed binnen de fysieke leefomgeving.

Toezicht op de archeologische werkzaamheden wordt uitgevoerd door de gemeente in samenspraak met de archeologische deskundige van de Odzob. Archeologische onderzoeksrapporten worden beoordeeld door de archeologisch deskundige van de Odzob of de gemeente.

Verder is de landelijke handhavingsstrategie van toepassing op overtredingen die kenbaar worden op het gebied van cultureel erfgoed. Uitgangspunt bij handhaving is het in stand houden van waardevolle gebieden en objecten. Alle signalen met betrekking tot aantasting daarvan, zoals landschapselementen, historische bebouwing of houtopstanden die op basis van bijvoorbeeld de bomenlijst als waardevol of monumententaal zijn aangemerkt, worden opgepakt om schade zo veel mogelijk te beperken.

5.1.5 Opleiding

Ook in 2025 zullen verschillende medewerkers (o.a. handhaving) cursussen volgen met betrekking tot de Omgevingswet. De (juridisch) medewerkers handhaving zorgen ervoor dat ze op de hoogte blijven van de actuele ontwikkelingen door het volgen van webinars en het bijhouden van de jurisprudentie (en overzichtsuitspraken). Op meerdere momenten per jaar worden er cursussen gevolgd.

Een van de toezichthouders zal in 2025 starten met de opleiding Ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht (ABW 1). Hierdoor beschikken we in de toekomst over twee bouwtoezichthouders, waardoor zij elkaar onderling kunnen vervangen.

5.1.6 VTH-beleidsplan

Vanaf 2024 is het nieuwe VTH-beleidsplan van toepassing. De prioriteiten in de taakuitvoering voor toezicht en handhaving zijn bepaald in dit beleidsplan. Meldingen worden aan de hand van deze prioriteitenlijst opgepakt.

5.1.7 Idee verkennen, vergunningenkamer en intaketafel

Bij (mogelijke) handhavingszaken wordt in beginsel aangestuurd op de mogelijkheid van ’idee verkennen’. De gemeente behandelt het plan op hoofdlijnen. Vervolgens krijgt de initiatiefnemer te horen in hoeverre de gemeente het plan wenselijk en haalbaar acht. Idee verkennen is een quickscan om als initiatiefnemer in een vroeg stadium een inschatting te kunnen maken of er binnen de gemeente draagvlak is voor het plan. Indien blijkt dat het plan niet voldoet aan het Omgevingsplan, wordt ingezet op de vergunningenkamer óf de intaketakel. Dit hangt af van de omvang van het initiatief.

Indien wordt ingezet op de vergunningenkamer, dan zullen de (juridisch) medewerkers handhaving de dossiers aandragen voor een legalisatietoets. Daarnaast wordt in sommige gevallen besproken hoe een bepaalde regel uit het omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan) moet worden geïnterpreteerd. Tijdens het overleg wordt een integraal oordeel gevormd over de voorgelegde handhavingszaken. Van de vergunningenkamer worden verslagen gemaakt. Deze verslagen worden op de Teamomgeving van de gemeente geplaatst. Op die manier werken medewerkers van Vergunningen, RO en Handhaving nauw samen.

Grootschalige plannen die niet passen binnen het omgevingsplan worden niet via de vergunningenkamer behandeld, maar worden voorgelegd aan de intaketafel (voorheen regiekamer). In het geval een handhavingszaak is ingebracht in de vergunningenkamer, maar door de intaketafel behandeld dient te worden, zorgt de secretaris intaketafel hiervoor.

De (juridisch) medewerkers handhaving sluiten, indien sprake is van een handhavingstraject op een locatie, aan bij bovenstaande overleggen om toelichting te geven op het handhavingstraject. Daarnaast sluiten de medewerkers van toezicht & handhaving ook aan bij het afdelingsoverleg dat iedere zes weken plaatsvindt. Tijdens het afdelingsoverleg wordt onder andere aandacht besteed aan de (verbeteringen voor) gehanteerde programma’s en het (beter) inregelen van de administratieve taken.

5.1.8 Handhavingsspecifieke overleggen

De (juridisch) medewerkers handhaving voeren specifieke overleggen die gericht zijn op bespreking van de lopende zaken.

Driewekelijks overleg portefeuillehouder

Elke drie weken vindt er een overleg plaats waarbij de portefeuillehouder en de (juridisch) medewerkers handhaving aanwezig zijn. Indien nodig kunnen de teammanager Omgeving & Veiligheid of andere betrokken medewerkers ook aansluiten bij dit overleg. Het overleg is geïnitieerd om de portefeuillehouder in een vroeg stadium bij de lopende handhavingszaken te betrekken.

Tweewekelijks overleg veiligheid

Elke twee weken vindt er een overleg plaats waarbij de burgemeester, de medewerker van Openbare Orde en Veiligheid (hierna OOV), de medewerker Rampen en Crisis, de (juridisch) medewerkers handhaving, de teammanager Omgeving & Veiligheid en een notulist aanwezig zijn. Tijdens dit overleg worden de casussen besproken die verband houden met de veiligheid van de openbare orde binnen de gemeente Cranendonck, waarvan de burgemeester portefeuillehouder is.

Maandelijks regulier veiligheidsoverleg

Iedere maand vindt er een overleg plaats waarbij de burgemeester, de medewerker van OOV, de medewerker Rampen en Crisis, de (juridisch) medewerkers handhaving en de politie aanwezig is. In dit overleg worden de cijfers van de strafbare feiten die hebben plaatsgevonden in de gemeente Cranendonck besproken, alsook de actuele veiligheidscasussen.

5.1.9 (Digitaal) bijwonen van informatiedagen vanuit provincie en VNG

Wanneer informatiedagen worden georganiseerd die relevante raakvlakken hebben in het kader van Toezicht & Handhaving worden deze (digitaal) bijgewoond door in ieder geval één medewerker uit voornoemd vakgebied. Ingeval het informatiedagen voor andere disciplines betreft, worden deze in de organisatie doorgestuurd naar de betreffende medewerkers.

5.1.10 Informatie verstrekken

In het geval van een lopende handhavingszaak of klacht kunnen de betrokkenen informatie inwinnen bij de medewerkers Handhaving. Het komt regelmatig voor dat de burger niet bekend is met de stappen in een handhavingstraject en hierover geïnformeerd wil worden. Het is echter ook mogelijk dat men vragen heeft die specifiek zijn gericht op het perceel waar de handhavingszaak loopt of waar de klacht tegen gericht is.

5.1.11 Grote ruimtelijke ontwikkelingen

In de afgelopen jaren hebben we geconstateerd dat gedurende projecten met een grote ruimtelijke ontwikkeling vaak veel handhavingscapaciteit moet worden ingezet, zowel op het gebied van toezicht als op het gebied van juridische handhaving. Mogelijk zal dit ook in 2025 bij projecten met grote ruimtelijke ontwikkelingen gebeuren. Dergelijke projecten kennen politieke en bestuurlijke druk waardoor deze projecten veel aandacht vragen.

5.1.12 Ontwikkelen en bijscholing

Het is van belang om ons in 2025 te blijven ontwikkelen en verbeteren daar waar nodig is. Dit dient binnen het reguliere opleidingsbudget plaats te vinden.

5.1.13 Ondermijning

De ‘onderwereld’ is voor haar illegale activiteiten afhankelijk van diensten in de ‘bovenwereld’. De vermenging van deze onder- en bovenwereld heet ondermijning. Meerdere factoren maken de gemeente Cranendonck aantrekkelijk voor ondermijnende criminaliteit. Met name de geografische ligging van de gemeente speelt hierin een rol. Cranendonck heeft een aantrekkelijke infrastructuur als het gaat om snel-, lucht-, spoor- en waterwegen.

Daarnaast ligt de gemeente dicht bij de grens met België en Duitsland. Bovendien is er (relatief) veel industrie en heeft de gemeente een groot buitengebied.

Ondermijning is een onderwerp dat landelijk, regionaal en lokaal veel aandacht krijgt. Dat ondermijning ook in Cranendonck een onderwerp is dat aandacht verdient, zien we onder andere aan het aantal aangetroffen hennepkwekerijen en het aantal gevallen van voorbereidingshandelingen in de afgelopen jaren. De burgemeester kan in die gevallen gebruik maken van zijn bevoegdheid om over te gaan tot sluiting van een woning of lokaal en/of bijbehorende erven. De Damocles-sluitingen worden uitgevoerd binnen de reguliere taken. Het toezicht houden op de sluitingen van de woningen/panden heeft impact op de capaciteit.

5.1.14 Meld Misdaad Anoniem (MMA)

De gemeente Cranendonck is sinds 2021 aangesloten bij het meldpunt Meld Misdaad Anoniem (hierna: MMA). Deze meldingen vormen een belangrijk middel in de gezamenlijke aanpak van (ondermijnende) criminaliteit. Aansluiting bij MMA draagt bij aan een betere informatiepositie van gemeenten. Daarnaast helpt dit in de integrale samenwerking met de politie en/of het Regionaal Informatie en Expertisecentrum (hierna: RIEC). Ook krijgen de gemeenten een beter zicht op mogelijke problemen die de veiligheid in de buurt kunnen aantasten. Inkomende meldingen worden doorgestuurd naar de politie en worden in het tweewekelijks overleg Veiligheid besproken.

5.1.15 Landelijke handhavingsstrategie

Bij handhavingszaken wordt gebruik gemaakt van de Landelijke handhavingsstrategie Omgevingsrecht (hierna: LHSO). Deze strategie is voor Cranendonck vastgesteld in het VTH-beleidsplan. Binnen deze strategie kan ook strafrechtelijke handhaving aan de orde zijn. Als hier sprake van is, vindt er overleg plaats met de politie.

5.1.16 Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA) en Basisregistratie personen (BRP)

Door middel van de LAA wordt ervoor gezorgd dat de adreskwaliteit in de BRP wordt vergroot en daarmee adresgerelateerde fraude wordt voorkomen, dan wel bestreden. Een belangrijk onderdeel van de betreffende aanpak vormen de adresonderzoeken (enkele tientallen per jaar). In 2024 hebben we gemerkt dat door toename van de overige geprioriteerde werkzaamheden het uitvoeren van deze onderzoeken niet volledig lukt binnen de bestaande capaciteit. Nu het gaat om wettelijke taken is het niet uitvoeren ervan geen optie. In 2025 bekijken we in samenspraak met team Dienstverlening de mogelijkheden om de uitvoering van deze onderzoeken extern te beleggen.

5.1.17 Project inventarisatie industrieterreinen

In het VTH-beleidsplan is aangegeven dat er enkele projecten wenselijk zijn, waaronder het project inventarisatie industrieterreinen. In 2024 is een start gemaakt. Gezamenlijk met het DIT zijn een aantal locaties bezocht op het industrieterrein in Maarheeze, het Rondven. Afhankelijk van de beschikbare capaciteit van alle partners voor de voorbereiding en de juridische afwikkeling van de daaruit voortvloeiende werkzaamheden wordt dit project verder opgepakt.

5.1.18 Klimaat en energie

Om aan de energievraag te voldoen van de komende jaren zal Enexis meer transformatorhuisjes gaan plaatsen in Cranendonck. Dit zal de komende jaren in samenspraak met de gemeente gebeuren, maar zal leiden naar meer aanvragen.

5.2 Werkzaamheden en capaciteit

Hieronder wordt weergegeven welke werkzaamheden in 2025 worden verwacht voor de medewerkers van toezicht & handhaving en hoeveel uren hiervoor nodig zijn. Ook is er in onderstaande tabellen kritisch gekeken naar de beschikbare capaciteit en is onderzocht of er voldoende FTE beschikbaar is om alle taken uit te voeren.

5.2.1 Toezichthouders/boa’s

In de hiernavolgende tabellen wordt het aantal geschatte controles en producten weergegeven per onderwerp. Voor sommige onderwerpen is dit lastig in te schatten. Dit hangt ook af van het aantal meldingen dat wordt ingediend door de inwoners. In de eerste tabel staan de aantallen voor het toezicht met betrekking tot de Wkb, in de tweede tabel het toezicht in de openbare ruimte, gevolgd door het toezicht op de ruimtelijke ordening in de derde tabel, het toezicht op de Alcoholwet in de vierde tabel en tot slot het toezicht m.b.t. het GVL.

Wkb

Activiteit

Producten

Soort

Kengetal

Uren ‘25

Informatiemoment start bouw

100

Ontvangstbevestiging

1,5

150

Informatiemoment bouw gereed

100

Ontvangstbevestiging

1,5

150

Startmelding

100

melding

5

500

Gereedmelding

75

melding

5

375

Totaal

375

1175

Het blijft voor 2025 nog steeds lastig om een inschatting te maken van het aantal controles met betrekking tot de Wkb. Dit hoewel het voor toezicht weliswaar al aan de orde is, maar er tot op heden nog geen meldingen met betrekking tot de Wkb zijn ingediend en daarmee ook geen controles hebben plaatsgevonden.

Binnen Cranendonck hebben we één vaste bouwtoezichthouder (1,0 fte) en beschikken we vanaf 2025 tijdelijk (voor de duur van twee jaar) over een extra bouwtoezichthouder (0,5 fte). Deze toezichthouders voeren een gedeelte van de controles uit met een andere toezichthouder. Daarnaast dienen zij de bijbehorende administratieve werkzaamheden uit te voeren, zoals controlerapportages. De bouwtoezichthouders beoordelen ook de start- en gereedmeldingen en de informatiemomenten waarbij de bouwtoezichthouder ondersteund wordt door de juridisch administratief medewerker.

Ruimtelijke ordening

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘25

Soort

Controle op strijdig gebruik met het omgevingsplan door bedrijven

10

6

60

Controle

Controle op bewoning in strijd met het omgevingsplan

20

6

120

Controle

Controle op strijdig gebruik met het omgevingsplan door particulieren

40

6

240

Controle

Controle op Bopa’s

40

6

240

Controle

Controle op Opa’s voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden zonder vergunning

8

6

48

Controle

Controle op Opa’s voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

10

6

60

Controle

Klachtenafhandeling

30

3

90

Product

Totaal

158

618

Toezicht bouw

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘25

Soort

Controle op omgevingsvergunningen

20

3

60

Controle

Controle op Wkb meldingen

200

3

600

Controle

Toezicht op Bbl

90

3

270

Controle

Toezicht brandveiligheid

2

6

12

Controle

Toezicht bouwen zonder vergunning

30

4

120

Controle

Toezicht BAG

15

6

90

Controle

Toezicht WOZ

250

0,5

125

Product

Totaal

607

1277

Openbare ruimte

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘25

Soort

Behandeling klachten/meldingen

300

2

600

Product

Controle afval/vuilnis (inclusief dumpingen)

60

1

60

Controle

Controle loslopende honden/Hondenpoep

15

1

15

Controle

Controle parkeren

300

1

300

Controle

Controle reclame

6

1

6

Controle

Controle evenementen

13

16

208

Controle

Controle overige APV/omgeving/overlast

20

1,5

30

Controle

Ondermijnende criminaliteit

35

10

350

Controle

Totaal

749

1569

Alcoholwet

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘25

Soort

Controle vergunning Alcoholwet

2

2

4

Controle

Controle inrichtingseisen Alcoholwet

3

2

6

Controle

Controle paracommercie

3

2

6

Controle

Controle schenken onder 18

6

1

6

Controle

Totaal

14

22

GVL en GVL-gerelateerd

Activiteit

Producten

Ken

getal

Uren ‘25

Soort

Toezicht GVL

400

8

3200

Controle

Totaal

400

3200

Het aantal geschatte uren gelet op bovenstaande schema’s betreffen gezamenlijk ca. 8661 uren. In 2024 zijn er vier boa’s belast met controles op onder andere bovengenoemde onderwerpen. Iedere boa heeft 1 FTE. Eén FTE betreft 1829 uren. Gezamenlijk hebben zij 7316 uren te besteden. Dat is naar alle waarschijnlijkheid onvoldoende om alle bovenstaande geschatte werkzaamheden uit te voeren, hetgeen de noodzaak om te prioriteren onderstreept.

5.2.2 Prioritering

Vanwege de grote diversiteit en omvang van de taken op het gebied van Toezicht en Handhaving kunnen we met de beschikbare capaciteit niet alle zaken (tegelijk) aanpakken. Verspreid over de tijd en capaciteit moeten daarom keuzes gemaakt worden. Daarom zijn (door middel van een risicoanalyse) per thema waarbinnen Toezicht en Handhaving een rol speelt, risico’s in kaart gebracht. De risico’s bepalen voor een groot deel de bestuurlijke prioriteit.

In het VTH-beleidsplan is een (nieuwe) prioriteringslijst opgenomen voor toezicht en handhaving. Een concept prioriteringslijst is eerder besproken met de gemeenteraad. Na de verkregen feedback is onderstaande prioriteringslijst opgesteld.

Verzoeken tot handhaving worden te allen tijde opgepakt en behandeld. Overige meldingen/klachten en daaruit vloeiende werkzaamheden worden uitgevoerd aan de hand van de prioriteringslijst zoals opgenomen in het VTH-Beleidsplan.

Onderstaande onderwerpen hebben de hoogste prioriteit en worden met voorrang opgenomen ten opzichte van meldingen met een lagere prioriteit. De tabel geeft geen volgorde in prioritering aan; alle zaken in de tabel zijn hoog geprioriteerd en hebben in die zin geen voorrang op elkaar.

Onderwerp

Toezicht op drugsgerelateerde onderwerpen

Toezicht op ondermijnende criminaliteit

Toezicht op azc-gerelateerde overlast

Toezicht op grote/risicovolle evenementen en festiviteiten (geluid/eindtijden)

Toezicht verleende Ow-vergunningen

Beoordeling van de start- en gereedmeldingen

Toezicht op slopen (asbest) zonder melding

Toezicht op strijdig gebruik door particulieren

Toezicht op strijdig gebruik door bedrijven

Toezicht op bouwen zonder vergunning (n.a.v. een melding)

Toezicht op bewoning in strijd met het Op

Toezicht op Bbl (brand)veiligheid

Toezicht op exploitatievergunning

Toezicht op illegale bewoning arbeidsmigranten

Toezicht op (leegstand) woonadressen/Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

Toezicht op parkeerexcessen

Toezicht op verbranden van afvalstoffen/stoken van vuur

Toezicht op afval/vuilnis (inclusief dumpingen)

Toezicht op voorwerpen op/aan de weg (hinderlijk/gevaarlijk)

Toezicht op omgevingsplanactiviteiten met betrekking tot het uitvoeren van werken of werkzaamheden zonder of in strijd met de vergunning

Bouwtoezicht na calamiteiten

5.2.3 Juridisch

In onderstaande tabel wordt weergegeven welke juridische werkzaamheden in 2025 worden verwacht door de (juridisch) medewerkers handhaving en hoeveel uren hiervoor nodig zijn. Ook wordt weergegeven hoeveel uren er beschikbaar zijn aan de hand van het aantal FTE’s en of het haalbaar is de verwachte werkzaamheden uit te kunnen voeren binnen de beschikbare capaciteit.

Activiteit

Producten

Soort

Ken

getal

Uren ‘25

Aanschrijving/ waarschuwingsbrief / dringend verzoek

35

Product

10

350

Voornemen lod/lob

30

Product

25

750

Besluit lod/lob

30

Besluit

20

600

Intrekking besluit

3

Besluit

5

15

Voornemen afwijzen handhavingsverzoek

10

Product

20

200

Besluit afwijzen handhavingsverzoek

10

Besluit

10

100

Voornemen tot invordering

8

Product

6

48

Invorderingsbesluit/ besluit tot afzien van invordering

8

Besluit

8

64

Aanmaning

5

Product

3

15

Bezwaar (incl. beslissing op bezwaar)

12

Product

35

420

Voorlopige voorziening

5

Product

24

120

Beroep

6

Product

30

180

Hoger beroep

3

Product

30

90

Damocles voornemen LOB

6

Product

20

120

Damocles besluit LOB

6

Besluit

22

132

Damocles bezwaar

5

Product

30

150

Damocles voorlopige voorziening

3

Product

24

72

Damocles beroep

3

Product

30

90

Damocles hoger beroep

1

Product

30

30

Woo-verzoeken

5

Product

30

150

Totaal

194

3696

Er wordt een stijging in het aantal aanschrijvingen/waarschuwingen verwacht ten opzichte van vorig jaar.

De gemeente Cranendonck heeft drie (juridisch) medewerkers handhaving in dienst. Allen hebben 1 FTE. Eén FTE betreft 1829 uren. De (juridisch) medewerkers handhaving hebben gezamenlijk 5487 uren. De verwachtte werkzaamheden zoals bovenstaand zijn weergegeven, kunnen naar alle waarschijnlijkheid worden uitgevoerd. Het aantal uren aan zowel interne als externe overleggen per week, belafspraken, afspraken met inwoners op kantoor en het volgen van webinars/cursussen, worden in bovenstaand schema niet weergegeven, evenmin het aanwezig zijn bij DIT-acties en andere neventaken.

Ondertekening

Op 21 januari 2025 vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders

Lijst met afkortingen

APV

Algemene plaatselijke verordening gemeente Cranendonck

Boa

Buitengewoon opsporingsambtenaar

BOPA

Buitenplanse omgevingsplanactiviteit

BRP

Basisregistratie personen

COA

Centraal Orgaan opvang Asielzoekers

College

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cranendonck

DIT

Dommelstroom Interventie Team

DSO

Digitaal Stelsel Omgevingswet

GVL

Gemeenschappelijke vreemdelingen locatie

GS

Gedeputeerde Staten

LAA

Landelijke aanpak adreskwaliteit

LHS

Landelijke handhavingsstrategie

LOB

Last onder bestuursdwang

LOD

Last onder dwangsom

Odzob

Omgevingsdienst Zuidoost Brabant

OOV

Openbare Orde en Veiligheid

OPA

Binnenplanse omgevingsplanactiviteit

Ow

Omgevingswet

PB

Powerbrowser

RIEC

Regionaal Informatie en Expertise Centrum

RO

Ruimtelijke Ordening

SSiB

Samen sterk in Brabant

VNG

Vereniging van Nederlandse gemeenten

VRBZO

Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

VTH

Vergunningen, Toezicht en Handhaving

VTH-beleid

Vergunningen-, toezichts- en handhavingsbeleid 2024-2027 van de gemeente Cranendonck

Wabo

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wkb

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Wnb

Wet natuurbescherming

Woo

Wet open overheid

WOZ

Wet waardering onroerende zaken

Bijlage 1 Planning VRBZO Cranendonck 2024

afbeelding binnen de regeling


Noot
1

De werkprocessen worden verder geharmoniseerd door een uniforme inrichting voor lokale processen in PowerBrowser in de drie gemeenten.