Financieringsstatuut 2025

Geldend van 05-02-2025 t/m heden

Intitulé

Financieringsstatuut 2025

Burgemeester en wethouders,

Overwegende dat uitvoeringsregels nodig zijn voor:

  • -

    het omgaan met financiering en het betalingsverkeer in het kader van de bedrijfsvoering;

  • -

    regels nodig zijn voor het verstrekken van geldleningen en gemeentegaranties;

  • -

    de uitvoering van de publieke taak;

gelet op de wet Fido, de uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en gelet op artikel 18 lid c van de Financiële verordening 2023 Best.

Besluiten

met ingang van de datum van dit collegebesluit

  • 1.

    tot het vaststellen van het Financieringsstatuut 2025 (BL25-00101);

  • 2.

    tot het intrekken van Financieringsstatuut 2016 (BL16-16305).

Inleiding

Als uitvloeisel van de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de Financiële verordening 2023 stelt het college regels voor de uitvoering van de financieringsfunctie binnen onze gemeente vast.

Het betreft regels voor het omgaan met financiering in het kader van de bedrijfsvoering, het toekennen van bevoegdheden rondom het afsluiten van financieringen en het verrichten van het betalingsverkeer en het stellen van regels voor geldleningen en gemeentegaranties voor de uitvoering van de publieke taak.

Met de regels in dit Financieringsstatuut wordt de basis gelegd om qua bedrijfsvoering:

  • 1.

    op efficiënte en beheersbare wijze om te gaan met alle geldstromen binnen onze gemeente;

  • 2.

    op basis van een onderbouwde visie financieringskeuzes te kunnen maken;

  • 3.

    tijdig te kunnen beschikken over de benodigde financieringsmiddelen voor de publieke taak;

  • 4.

    optimale resultaten te halen uit tijdelijk overtollige financieringsmiddelen;

  • 5.

    te zorgen voor minimale kosten voor financieringsmiddelen;

  • 5.

    op transparante wijze met financiering op te gaan;

  • 6.

    verantwoordelijk met het beheer van publiek geld om te gaan;

  • 7.

    transparant om te gaan met het verstrekken van gemeentelijke geldleningen en gemeentegaranties.

Dit Financieringsstatuut 2025 vervangt het Financieringsstatuut 2016. De grootste wijzigingen zijn:

1. Er worden regels gesteld voor zowel het verstrekken van gemeentelijke geldleningen als gemeentegaranties

In de Financiële verordening 2023 is opgenomen dat regels gesteld worden vanwege het verstrekken van geldleningen en gemeentegaranties. In dit Financieringsstatuut wordt voorzien in basisregels voor het verstrekken van geldleningen en gemeentegaranties in het kader van de publieke taak*.

Met de regels (verwezen wordt naar artikel 11 t/m 14) wordt ook invulling gegeven aan de wettelijke eisen vanuit de Mededingingswet / Wet Markt en overheid. Met de regels in dit financieringsstatuut:

  • -

    Leggen we privaatrechtelijke kosten voor de werkzaamheden neer bij de geldnemer;

  • -

    Streven we naar marktconforme tarieven ter voorkoming van het benadelen van commerciële partijen;

  • -

    Kunnen we een integrale kostprijs doorberekenen vanwege het verstrekken van gemeentegaranties of gemeentelijke geldleningen.

*onder de publieke taak van de gemeente vallen alle taken die de wetgevende macht aan de gemeente heeft toebedeeld of die de gemeenteraad zelf van maatschappelijk belang acht.

2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn aangepast vanwege het actuele organisatiemodel

Vanaf 2024 is onze organisatie gewijzigd, waardoor verantwoordelijkheden en bevoegdheden anders moeten worden belegd. In dit financieringsstatuut zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden overeenkomstig het nieuwe organisatiemodel belegd. Verwezen wordt naar artikel 18 en 19.

3. Mandaten voor verantwoordelijkheden voor het aantrekken van kort geld ( rentetypische looptijd < 1 jaar) is vanwege de voortgang van het betalingsverkeer anders belegd.

Voor de korte termijn is het vanwege de continuïteit van het betalingsverkeer belangrijk dat snel kan worden geschakeld bij niet geraamde financieringstekorten. Eerder is dit door u onderkent en is in aanvulling op het Financieringsstatuut 2016 een mandaat gegeven aan de ambtelijke organisatie om maximaal € 5.000.000 aan te trekken zonder tussenkomst van het college. In dit Financieringsstatuut is dit besluit verwerkt. Verwezen wordt naar artikel 19.

4. Instellen van een adviserend financieringsberaad (artikel 20) door de ambtelijke organisatie met de portefeuillehouder financiën.

In dit financieringsstatuut wordt voorgesteld om tenminste 1x per jaar een financieringsberaad te houden. Eerder was er de verplichting op basis van het Financieringsstatuut 2016 tenminste elk half jaar een collegevoorstel te doen vanwege de financieringsrapportage. Met de portefeuillehouder Financiën. Standaard wordt na afronding van de begroting een liquiditeitsprognose opgesteld. Op basis van deze prognose kunnen in samenhang met de actuele rentevisie financieringsbeslissingen worden voorbereid.

Aanvullend kan een extra financieringsberaad worden ingelast, als daar aanleiding toe is. Het financieringsberaad bestaat tenminste uit de portefeuillehouder financiën, de teamleider financiën en de treasurer. Veel afwegingen en keuzes voor de korte termijn kunnen in dit beraad worden gemaakt. Zo nodig kan de portefeuilehouder de keuzes vanuit het financieringsberaad toelichten in het college. Voordeel van deze werkwijze is dat het college minder wordt belast met zaken die ook ambtelijk kunnen worden afgedaan. Het college wordt alleen ingeschakeld wordt als dit op grond van artikel 18 en 19 van dit Financieringsstatuut nodig is.

5. Uitzondering op 4-ogenprincipe bij betalingsverkeer: invoering van gelimiteerde bankpassen

Op 19 november 2024 is besloten om aan diverse ambtenaren gelimiteerde betaalpassen toe te kennen, om kleine betalingen efficiënt te kunnen doen. Artikel 17 lid c formaliseert dit collegebesluit. Voor alle overige betalingen blijft het zogenaamde 4-ogenprincipe van kracht. Dit betekent dat die betalingen door tenminste 2 ambtenaren wordt geautoriseerd.

Artikel 1. Begrippenkader:

In dit statuut wordt verstaan onder:

AFM: toezichthouder op financiële markten, geldt voor alle financiele instellingen met een bankvergunning.

Aanvrager gemeentelijke lening/ gemeentegarantie: maatschappelijke instelling die voor een gemeentelijke lening / gemeentegarantie in aanmerking wenst te komen

de schatkist van het Rijk: een bankrekening bij het Rijk waarop onze tegoeden worden aangehouden.

Comptabele: functionaris die verantwoordelijk is voor de eindcontrole op betalingen en het verzenden van betalingen (2e autorisatie betalingen).

Deposito: verstrekte geldlening met een looptijd van <= 1 jaar om tegen een vaste rentevergoeding financieringsoverschotten te beleggen.

EMU-saldo: rapportage aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waarbij volgens een Europese standaard gerapporteerd wordt over het saldo van inkomende en uitgaande geldstromen van de gemeente.

Financieringsbehoefte: de hoeveelheid geld die op een bepaald moment nodig is.

Financieringsbeleid: alle keuzes die samenhangen met het voldoen aan onze financieringsbehoefte en het uitzetten van tijdelijke financieringsoverschotten.

Financieringsfunctie: alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van en het toezicht houden op alle geldstromen en vermogens-waarden, inclusief de beheersing van de hieraan verbonden risico’s.

Financieringsparagraaf (begroting): wettelijk verplichte paragraaf in de P en C cyclus waarin wordt ingegaan op verwachte ontwikkelingen en op verwachte beleidskeuzes in het kader van financiering.

Financieringsparagraaf (rekening): wettelijk verplichte paragraaf in de P en C cyclus waarin verantwoording wordt afgelegd aan de gemeenteraad over gemaakte beleidskeuzes in het kader van financiering.

Geldnemer: ontvanger van een geldlening of garantie op een geldlening.

Geldgever: verstrekker van een geldlening of garantie op een geldlening.

Geldstromenprognose: overzicht waarin alle geldstromen die in de gemeente omgaan, gerangschikt zijn in de tijd. Op deze wijze kan de toekomstige financieringsbehoefte worden voorspeld en kan daarop financieringsbeleid worden toegepast.

Financieringsrapportage: Rapportage over het gevoerde financieringsbeleid. In deze rapportage worden ook adviezen voor het te voeren financieringsbeleid voor de komende periode meegenomen.

Gemeentegarantie: instrument waarbij de gemeente aan de geldverstrekker toezegt om betalingsverplichtingen over te nemen als de partij die de lening aangaat niet meer aan de betalingsverplichtingen voldoet/kan voldoen.

Interne controle: administratieve beheersingsmaatregelen tijdens het proces ter borging van de rechtmatigheid.

Kasgeldlimiet: begrenzing voor de korte schuld die toegestaan is gebaseerd op het begrotingstotaal. Structurele overschrijding van de limiet verplicht de gemeente om kortlopende schulden te consolideren (om te zetten in lange schuld). Doelstelling hiervan is om renterisico’s op de korte schuld te beheersen.

Kassier: functionaris die verantwoordelijk is voor het invoeren van betaalopdrachten, de controle daarvan en het doorgeleiden van betaalopdrachten naar de comptabele (1e autorisatie betalingen).

Koersrisico: het risico van waardedaling van financieringsproducten of verlies van opbrengsten over de financieringsproducten door daling van de onderliggende waarden.

Kredietrisico: het risico van waardedaling op een verstrekte lening vanwege een onvoldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij.

Kredietwaardigheid: de mate waarin een tegenpartij in staat is om aan toekomstige betalingsverplichtingen te voldoen.

Liquiditeitsrisico: de risico’s van mogelijke wijzigingen in de geldstromenprognose waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

P&C cyclus: samenhang van instrumenten waarmee de doelstellingen zowel beleidsmatig als financieel kunnen worden gepland, uitgevoerd en verantwoord. Er zijn 2 soorten instrumenten, planningsinstrumenten (de begroting en de kaderbrief) en verantwoordingsinstrumenten (de tussentijdse rapportages en de jaarrekening.

Projectfinanciering: een afzonderlijke geldlening ter financiering van een bepaald project.

Prudent karakter: de wijze waarop de gemeente met geld en vermogensbestanddelen omgaat, moet gericht zijn op de uitvoering van de publieke taak. Als uitvloeisel hiervan is bankieren niet toegestaan.

Publieke taak: alle zaken waarvoor in de begroting budgetten zijn opgenomen of worden toegekend. De gemeenteraad bepaalt de publieke taak.

Raamovereenkomst: overeenkomst waarbij vooraf kredietafspraken met de financiële tegenpartij zijn gemaakt (automatisch tarief voor financieringstekorten).

Rekening courant: bankrekening voor de administratie van het betalingsverkeer.

Rentecompensatiecircuit: door zowel de kredietfaciliteiten als het betalingsverkeer te bundelen binnen een financiële instelling, worden rentebaten en rentelasten met elkaar verrekend.

Renterisico: het gevaar dat veranderingen in de rente gevolgen heeft voor te behalen financiële resultaten.

Renterisiconorm: limiet voor de lange schuld, gebaseerd op het begrotingstotaal.

Bedoeld als instrument om het renterisico op lange schulden te beheersen, door middel van spreiding van toekomstige renteherzieningsmomenten.

Rentetypische looptijd: de looptijd van een renteafspraak voor een financieel product ook wel aangeduid als rentevastperiode.

Rentevisie: voorspelling van de renteontwikkeling in de toekomst.

Totaalfinanciering: alle geldstromen worden verzameld in een geldstromenprognose. Op basis daarvan worden financieringsmiddelen aangetrokken.

Treasurer: functionaris die verantwoordelijk is voor de voorbereiding, coördinatie en de uitvoering van werkzaamheden in het kader van financieringsbeleid.

Valutarisico: het risico dat koersschommelingen van valuta tot nadelige resultaten leidt.

Artikel 2. Doelstellingen van het financieringsbeleid

Bij de uitvoering van financieringsbeleid gelden de volgende doelstellingen:

  • a.

    het voorzien in de financieringsbehoefte van de gemeente;

  • b.

    het verkrijgen van duurzame toegang tot de financiële markten;

  • c.

    het beschermen van gemeentelijk vermogen tegen risico’s;

  • d.

    het minimaliseren van kosten bij het beheren van geldstromen en vermogensposities;

  • e.

    het maximaliseren van opbrengsten bij het beheren van geldstromen en vermogensposities;

  • f.

    het op basis van de publieke taak financieel ondersteunen van derden.

RISICOBEHEERSING

Artikel 3. Algemeen risicobeheer

De volgende uitgangspunten gelden voor het risicobeheer:

  • a.

    het uitzetten van middelen uit hoofde van de financieringsfunctie mag niet gericht zijn op het verkrijgen van inkomen door het lopen van risico. De uitgangspunten van de wet Fido en dit financieringsstatuut waarborgen dit:

  • b.

    er worden geen derivaten gebruikt;

  • c.

    bij het risicobeheer wordt getoetst aan het renterisico (artikel 4), het koersrisico (artikel 5), het kredietrisico (artikel 6), het geldstromenrisicobeheer (artikel 7), het valutarisico (artikel 8) en de richtlijnen voor de interne controle en verantwoordelijkheden (artikel 17 en 18);

  • d.

    de financieringsfunctie is centraal ingericht om geldstromen optimaal op elkaar af te stemmen.

  • e.

    Uitgegaan wordt van totaalfinanciering.

Artikel 4. Renterisicobeheer

Naast de wettelijke kaders zoals vastgelegd in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, gelden de volgende uitgangspunten voor het renterisicobeheer:

  • a.

    leningen en uitzettingen binnen de schatkist van het Rijk worden afgestemd op de geldstromenprognose;

  • b.

    de rentetypische looptijd van leningen en uitzettingen binnen de schatkist worden afgestemd op de geldstromenprognose;

  • c.

    bij leningen en uitzettingen worden gebaseerd op een actuele rentevisie;

  • d.

    als afgeleide van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm worden gespreid op basis van rentetypische looptijden van geldleningen.

Artikel 5. Koersrisicobeheer

De volgende uitgangspunten gelden voor het koersrisicobeheer:

  • a.

    uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij het Rijk of decentrale overheden, overeenkomstig de bepalingen in de wet Fido;

  • b.

    bij het uitlenen en aantrekken van gelden wordt uitgegaan vaneen actuele geldstromenprognose;

  • c.

    uitsluitend de volgende producten zijn toegestaan voor het betalingsverkeer en het uitzetten en aantrekken van financiële middelen: de raamovereenkomst de rekeningcourantverhouding met de financiële instelling, geldleningen, kasgeld, deposito’s en daggeld.

Artikel 6. Kredietrisicobeheer

De volgende uitgangspunten gelden voor het kredietrisicobeheer:

  • a.

    bij het uitlenen van gelden worden zo mogelijk zekerheden of garanties geëist;

  • b.

    het uitlenen van gelden vinden uitsluitend plaats in het kader van de publieke taak of in het kader van de bedrijfsvoering in de schatkist of bij (decentrale) overheden;

Artikel 7. Geldstromenrisicobeheer

De volgende uitgangspunten gelden voor het geldstromenrisicobeheer:

  • a.

    de risico’s op geldstromen worden beperkt door leningen aan te trekken en uit te zetten op basis van een actuele, meerjarige geldstromenprognose (liquiditeitenplanning) met een looptijd van minimaal 4 jaar;

  • b.

    een geldstromenprognose wordt ten minste jaarlijks opgesteld;

  • c.

    elk besluit om een geldlening aan te trekken of uit te zetten is gebaseerd op een actuele geldstromenprognose en rentevisie.

Artikel 8. Valutarisicobeheer

Overeenkomstig wet en regelgeving worden alle aan te trekken of uit te zetten leningen uitgevoerd in de valuta euro (€).

FINANCIERING

Artikel 9. Uitgangspunten bij het aantrekken van langlopende leningen (met een rentetypische looptijd >= 1 jaar)

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het aantrekken van langlopende geldleningen:

  • a.

    leningen worden uitsluitend aangetrokken ter financiering van de publieke taak;

  • b.

    alvorens een langlopende geldlening wordt aangetrokken, worden bij (minimaal) 2 instellingen op basis van gelijke condities schriftelijk offertes opgevraagd;

  • c.

    de langlopende geldlening als bedoeld onder lid b wordt gegund aan de instelling die de laagste (rente)kosten in rekening brengt;

  • d.

    getoetst wordt aan de renterisiconorm voordat een geldlening wordt aangetrokken.

Artikel 10. Uitgangspunten bij het aantrekken van kortlopende leningen (met een rentetypische looptijd < 1 jaar)

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd bij het aantrekken van kortlopende geldleningen:

  • a.

    kortlopende financieringstekorten worden primair opgenomen binnen de raamovereenkomst met de financiële instelling;

  • b.

    voor een tekort binnen de raamovereenkomst gelden de richtlijnen van de wettelijke kasgeldlimiet;

  • c.

    er kan voor gekozen worden om kasgeld aan te trekken buiten de raamovereenkomst.

  • d.

    getoetst wordt aan de kasgeldlimiet voordat een geldlening wordt aangetrokken.

Artikel 11. Verstrekken van gemeentelijke leningen en gemeentegaranties

  • a.

    Verstrekte leningen in het kader van bedrijfsvoering (tijdelijk overtollige middelen) worden verstrekt aan de schatkist van het Rijk of aan medeoverheden.

  • b.

    Het college verstrekt alleen gemeentelijke geldleningen en gemeentegaranties op basis van artikel 2 lid 1 van de wet Fido en de Financiële verordening 2023 Best, artikel 8: verwezen wordt naar de artikelen 12, 13 en 14.

  • c.

    Gemeentelijke geldleningen en gemeentegaranties worden onder verwijzing naar artikel 5 van de Financiële verordening 2023 Best, behandeld als ware het investeringskredieten in het kader van het budgetrecht;

  • d.

    Tenminste elke 4 jaar worden de risico’s van alle uitstaande gemeentelijke geldleningen en gemeentegaranties beoordeeld en besproken in het financieringsberaad.

  • e.

    De portefeuillehouder informeert het college over significante wijzigingen in de risico’s.

Artikel 12. Kaders voor gemeentelijke leningen en gemeentegaranties voor de publieke taak

  • a.

    Rentetarieven worden vastgesteld voor de volledige looptijd van gemeentelijke geldleningen. De rente is gelijk aan de rente die door de BNG Bank wordt gehanteerd per 1e van de maand voor leningen met de afgesproken looptijd / leningsoort. Ter opslag van risico en kosten wordt 1% extra gerekend.

  • b.

    Bij elke gemeentelijke geldlening of gemeentegarantie wordt € 850 doorbelast ter dekking van de incidentele kosten voor de (privaatrechtelijke) werkzaamheden vanwege het afsluiten van de gemeentelijke geldlening of gemeentegarantie.

  • c.

    De tarieven zoals bepaald onder a. en b. worden tenminste elke 4 jaar opnieuw berekend.

  • d.

    Voor de beoordeling van toekenning van een gemeentelijke leningen of gemeentegarantie worden door de aanvrager in elk geval de volgende stukken overlegd:

    • -

      een schriftelijke gemotiveerde afwijzing van de geldlening door ten minste 1 bij de AFM geregistreerde financieringsinstelling;

    • -

      documenten met motivatie vanwege afgewezen/toegekende subsidies en/of afgewezen/toegekende borgstellingen van derden.

    • -

      de laatst vastgestelde jaarrekening met exploitatieoverzicht, inclusief toelichting van maximaal 1 jaar oud;

    • -

      een meerjarig exploitatieoverzicht met toelichting van het volgende jaar + minimaal 3 jaar daarna (niet ouder dan 6 maanden), waaruit blijkt dat de exploitatie sluitend is inclusief de lasten van de gewenste lening;

    • -

      een investeringsplan, van de investering(en) waar de aanvraag betrekking op heeft;

    • -

      overige door het college noodzakelijk geachte informatie en documenten.

  • e.

    gemeentelijke geldleningen en de onderliggende leningen waarop gemeentegarantie rust, worden uitsluitend aflossingsvrij, lineair of annuïtair verstrekt.

  • f.

    de looptijd van gemeentelijke geldleningen en gemeentegaranties is gelijk aan de verwachte economische levensduur van de investering waarvoor de lening wordt verstrekt;

  • g.

    daar waar mogelijk en/of noodzakelijk worden door de aanvrager voor zijn rekening zekerheden gesteld vanwege de gemeentelijke geldleningen en gemeentegaranties.

  • h.

    alle kosten die samenhangen met het verkrijgen van een gemeentelijke geldlening of gemeentegarantie zijn voor rekening van de aanvrager;

  • i.

    de kosten vanwege het afsluiten van een gemeentelijke geldlening of gemeentegarantie alsmede notariskosten kunnen naar keuze worden meegefinancierd.

  • j.

    Nadere afspraken worden vastgelegd in de overeenkomst van geldlening

Artikel 13, vervroegde aflossingen

  • 1. Per kalenderjaar kan éénmaal maximaal 20% van de hoofdsom boetevrij worden afgelost.

  • 2. Nadere afspraken worden vastgelegd in de overeenkomst van geldlening

Artikel 14, oversluiten van gemeentelijke geldleningen

  • 1. Het oversluiten van alle verstrekte gemeentelijke geldleningen is toegestaan per de 1e van elke maand.

  • 2. De nieuwe rente bij voortzetting van de lening is gelijk aan de restant looptijd van de lening en wordt ook bepaald per de 1e van de maand van oversluiten van de lening.

  • 3. Aanvullend geldt dat de rente voor de restant looptijd minimaal 1% lager moet zijn dan de afgesproken rente.

  • 4. Bij het oversluiten van een gemeentelijke geldlening wordt oversluitrente in rekening gebracht, volgens onderstaande rekenmethode:

Restant leningsbedrag (-/- toegestane boetevrije aflossing cf artikel 13) x (nieuwe rente -/- contract rente) x restant looptijd = bruto te betalen oversluitrente.

De bruto te betalen oversluitrente wordt vervolgens op basis van de oorspronkelijke maandelijkse termijnen contant gemaakt op basis van de Netto Contante Waarde methode (NCW methode).

Artikel 15. Relatiebeheer met financiële instellingen

Realisatie van gunstige en marktconforme voorwaarden voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    de kredietwaardigheid van de financiële relatie waarmee een rekeningcourantverhouding wordt aangegaan moet minimaal AA zijn, overeenkomstig de uitgangspunten van de wet Fido.

  • b.

    Financiële relaties moeten onder toezicht van de Nederlandse Bank en de Autoriteit Financiële Markten vallen, respectievelijk onder het toezicht van de Europese Economische Ruimte.

  • c.

    Tussenpersonen moeten geregistreerd staan bij de Autoriteit Financiële Markten en daarvan een vergunning als makelaar hebben ontvangen.

GELDSTROMENBEHEER

Artikel 16. Beheersing kosten van geldstromen

Om de kosten van geldstromen te minimaliseren wordt/worden:

  • a.

    het gebruik van liquide middelen wordt beperkt door geldstromen op elkaar en op de geldstromenprognose af te stemmen en te concentreren binnen één rentecompensatiecircuit;

  • b.

    er maatregelen genomen zodat geplande verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • c.

    het betalingsverkeer zoveel mogelijk uitgevoerd door één financieringsinstelling.

ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE CONTROLE

Artikel 17. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

Bij de uitvoering van financieringsbeleid gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn helder en transparant schriftelijk vastgelegd (zie artikel 18 en 19)

  • b.

    de administratieve organisatie waarborgt dat

    • -

      de uitvoering rechtmatig, efficiënt en effectief is;

    • -

      de financieringsactiviteiten overeenkomstig de geldende regelgeving kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

    • -

      informatie tijdig, volledig en juist wordt aangeleverd.

  • c.

    rechtmatigheid wordt als volgt geborgd:

    • -

      betaalpassen kunnen overeenkomstig collegebesluit IN24-01885 met een limiet van maximaal € 1.000 per maand worden ingezet vanwege kleine uitgaven / de opname van contant geld. Uitgaven met betaalpassen worden achteraf beoordeeld door de verantwoordelijke budgethouder op basis van de mandaatregeling;

    • -

      elke andere financiële transactie wordt minimaal door 2 verschillende functionarissen / voor betaling geautoriseerd op basis van de budgethoudersregeling;

    • -

      de afweging voor een financieringsbeslissing, de uitvoering van de daarvoor benodigde administratieve handelingen, de interne controle en de verwerking in de financiële administratie vindt plaats door verschillende functionarissen / organisatieonderdelen;

    • -

      tegenpartijen verstrekken een schriftelijke aanbieding bij het aantrekken van gelden t.a.v. cluster Financiën. De aanbieding bevat minimaal de hoofdsom, de looptijd en de rentevergoeding die van toepassing is. De bevestiging wordt verwerkt in de administratie zonder tussenkomst van functionarissen die bevoegd zijn tot het aangaan, uitvoeren of controleren van desbetreffende transactie.

    • -

      de treasurer en een financieel adviseur controleren na vastlegging in de administratie financieringstransacties vanwege het aantrekken en uitzetten van gelden op juistheid;

    • -

      de geldstromen worden centraal geadministreerd en beheerst. Uitgangspunt is totaalfinanciering, tenzij gemotiveerd gekozen wordt voor projectfinanciering.

Artikel 18. Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden met betrekking tot het financieringsbeleid zijn als volgt:

Onderdeel / functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

  • het stellen van kaders via de financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet;

  • het bepalen van de publieke taak

  • het bijstellen van het financieringsbeleid via de financieringsparagraaf in de begroting;

  • het achteraf toetsen van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van het financieringsbeleid aan de hand van de Financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet en de financieringsparagraaf.

College van B & W

  • het vaststellen van de voorschriften voor de uitvoering van het financieringsbeleid via het Financieringsstatuut;

  • het uitvoeren van financieringsbeleid;

  • het beheersen van risico’s;

  • het rapporteren aan de gemeenteraad over het financieringsbeleid, onder andere via de p & c cyclus.

Onderdeel / functie

Verantwoordelijkheden

Portefeuillehouder Financiën

  • het doen van voorstellen voor de aanpassing van financieringsbeleid;

  • Voorzitter financieringsberaad.

Strategisch Team

  • het voorbereiden van strategische keuzes voor de uitvoering van financieringsbeleid.

Teamleiders

  • het zorgdragen voor tijdige, juiste en volledige informatievoorziening over toekomstige geldstromen en vermogensposities aan de treasurer;

  • het zorgdragen voor het beheer, de afdracht van en de verantwoording van kasgelden die onder zijn/haar afdeling vallen.

Teamleider Financiën en Kwaliteit

  • Deelnemer financieringsberaad (voorbereiden financieringsbeslissingen)

  • Beoordelen werkprocessen financiering.

  • Eindverantwoordelijk afwikkeling financieringsbeslissingen

Team financiën en kwaliteit - Treasurer

  • Adviseren over financieringsbeleid

  • Voorbereiden agenda en adviezen voor het financieringsberaad

  • Deelnemer financieringsberaad

  • Het uitvoeren van besluiten in het kader van het financieringsbeleid;

  • (Laten) uitvoeren van alle werkprocessen vanwege het financieringsbeleid;

  • Bewaken kwaliteit werkprocessen en informatievoorziening rondom financieringsbeleid.

  • Het tijdig signaleren van nieuwe ontwikkelingen, financieringstekorten en financieringsoverschotten en het rapporteren hierover aan de teamleider Financiën en Kwaliteit, de portefeuillehouder en/of het college.

Team financiën – administratie

  • het tijdig en juist uitvoeren van het betalingsverkeer;

  • het juist, volledig en tijdig registreren van de bezittingen, de schulden, de rechten, de verplichtingen, de werkelijke uitgaven en inkomsten en betalingen in de financiële administratie.

  • het registreren en vastleggen van de transactiebevestigingen van financiële instellingen in de financiële administratie;

  • het verstrekken van informatie vanuit de administratie aan belanghebbenden in de organisatie;

  • het uitvoeren van de administratie ten behoeve van de schatkist van het Rijk.

  • het verrichten van applicatiebeheer in samenhang met financiering en betalingsverkeer

Concerncontroller

  • het uitvoeren van de Verbijzonderde Interne Controle (VIC) op het financieringsbeleid alsmede het rapporteren hierover aan het college.

  • Toezicht en beoordeling financieringstransacties aangetrokken gelden, direct na het afsluiten ervan.

Onderdeel / functie

Verantwoordelijkheden

Team Financiën – Kassier

  • het invoeren en controleren van betaalopdrachten in het financieel systeem, zodat rechtmatige betalingen gewaarborgd zijn;

  • het doorgeleiden van gecontroleerde betaalopdrachten naar de comptabele (1e autorisatie).

Team Financiën – Comptabele

  • het controleren betaalopdrachten in het financieel systeem. Steekproefsgewijze controle vindt plaats op rechtmatigheid en juistheid;

  • het goedkeuren van betaalopdrachten ter betaling (2e en laatste autorisatie).

Artikel 19. Bevoegdheden / mandaten financiën

Hieronder staan de (gezamenlijke) bevoegdheden aangegeven met betrekking tot de uitvoering van financieringsbeleid:

Onderwerp

Bevoegd functionaris (advies/uitvoering - 1e autorisatie)

Bevoegd functionaris / onderdeel (controle/goedkeuring - 2e autorisatie)

Betalingsverkeer

1. Uitvoering betalingsverkeer: invoeren opdrachten, controleren en verzenden betaalopdrachten

kassier (invoeren en controleren)

comptabele (controleren en verzenden)

Relatiebeheer financiële instellingen

2. Besluit tot het openen van een bankrekening

treasurer

college van B&W

3. Openen bankrekening (administratief/uitvoering)

kassier

Comptabele

4. Afspreken van condities en tarieven (rekening courant), inclusief het indienen van aanvragen van bankpassen en creditcards bij een bankinstelling

treasurer

Teamleider Financiën en Kwaliteit

Financiering en uitzetten en aantrekken van financieringsmiddelen

5.Afspreken van kredietruimte voor tijdelijke financieringstekorten

treasurer

Teamleider Financiën en Kwaliteit

6. Aantrekken van een financiering met een rentetypische looptijd van =< 1 jaar en van maximaal € 5.000.000

treasurer

Teamleider Financiën en Kwaliteit

Onderwerp

Bevoegd functionaris (advies/uitvoering - 1e autorisatie)

Bevoegd functionaris / onderdeel (controle/goedkeuring - 2e autorisatie)

7. Aangaan van een financiering met een rentetypische looptijd van > 1 jaar

treasurer

college van B&W

8. Verstrekken van een uitzetting in ’s-Rijks-schatkist of decentrale overheid van =< 1 jaar en van maximaal € 5.000.000

treasurer

Teamleider Financiën en Kwaliteit

9. Verstrekken van een uitzetting in ’s-Rijks-schatkist of decentrale overheid van meer dan € 5.000.000 en / of met een rentetypische looptijd van >1 jaar

treasurer

college van B&W

10. Besluiten tot gemeentelijke geldleningen of gemeentegaranties uit hoofde van de publieke taak

treasurer

Gemeenteraad, college van B&W (obv de Financiële verordening)

Kasbeheer

11. Het doen van uitgaven en verantwoorden van uitgaven met betaalpassen

De aangewezen pashouder / pasgebruiker

budgetbeheerder

12. Het beheren en verantwoorden van kasmiddelen

Het aangewezen organisatieonderdeel

De verantwoordelijke teamleider

Algemeen

13. Aanpassingen bevoegdheden / invoering nieuwe beleidsregels

treasurer

Advies financieringsberaad, besluit door college van B&W

14. Gebruik beheerderspas Rabobank uitsluitend voor het verwerken van door het college toegekende bevoegdheden aan ambtenaren in de Rabobank applicatie internetbankieren

Kassier

Teamleider Financiën en Kwaliteit

Artikel 20 Financieringsberaad

  • 1. Het financieringsberaad bereid toekomstige financieringsbeslissingen voor;

  • 2. Het financieringsberaad adviseert over toekomstig financieringsbeleid;

  • 2. Het treasuryberaad bestaat uit de portefeuillehouder financiën, de teamleider Financiën en Kwaliteit en de treasurer;

  • 3. Minimaal 1 x per jaar wordt, in elk geval binnen 2 maanden na vaststelling van de begroting, een financieringsberaad gehouden en daarnaast op verzoek van de deelnemers aan het financieringsberaad.

  • 4. De treasurer verstrekt uiterlijk 1 week voor elk beraad een agenda met bijbehorende stukken aan de deelnemers.

  • 5, De portefeuillehouder financiën informeert het college zo nodig over de uitkomsten van het financieringsberaad.

Artikel 21 Financiële mandaatbesluiten

Het college verstrekt mandaten aan de teamleider Financien en Kwaliteit om de volgende functionarissen in financiële rollen te benoemen:

  • a.

    de benoeming van functionarissen in de rol van kassier, comptabele en treasurer;

  • b.

    niet genoemde financiële mandaten in het kader van het betalingsverkeer en/of financiering, worden verwerkt via de mandaatregeling gemeente Best.

Artikel 22. Informatieverstrekking en rapportages

Om financieringsbeleid te kunnen uitvoeren en om hierover verantwoording af te leggen, worden de volgende afspraken vastgelegd:

Informatie

Frequentie

Verstrekker van informatie

Ontvanger van informatie

1. Beheer geldstromen

doorlopend

teamleiders

treasurer

2. Financieringsparagraaf

2x per jaar

treasurer

college van B&W en gemeenteraad, via begroting en jaarrekening

3. Financieringsrapportage

2x per jaar

treasurer

financieringsberaad

4. Risicorapportage gemeentelijke geldleningen en gemeentegaranties

Min 1x per 4 jaar

treasurer

financieringsberaad

5. Verbijzonderde Interne Controle (VIC) op het financieringsbeleid

Een keer per 4 jaar

IA – K&C

college van B&W

Artikel 23. Inwerkingtreding

Het Financieringsstatuut 2025 treedt in werking op 1 februari 2025 en zal worden aangehaald als Financieringsstatuut 2025.

Ondertekening

Best, 21-01-2025,

burgemeester en wethouders van Best,

Jan Willem Slijper

Burgemeester

Jolie Hasselman

Secretaris