Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734977
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734977/1
Participatiebeleid Samen denken, samen doen 2025-2026
Geldend van 05-02-2025 t/m heden
Intitulé
Participatiebeleid Samen denken, samen doen 2025-2026De raad van de gemeente Maashorst;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 12 november 2024:
b e s l u i t
Het participatiebeleid ‘Samen denken, samen doen 2025-2026’ vast te stellen, maar:
- –
in het Participatiebeleid op pagina 18 in de subparagraaf ‘Gemeenteraad’ in punt 2 de zin “De raad hecht veel waarde aan een goed participatieproces en neemt dit serieus” te vervangen door “De raad betrekt het doorlopen participatieproces, conform het Participatiebeleid, als toetsingscriterium bij zijn besluiten”; en
- –
in het Participatiebeleid op pagina 19 in de subparagraaf ‘Gemeenteraad’ in punt 6 na de zin “Zij voeren alleen het woord als het naar zijn/haar inschatting nodig is.” de volgende zinnen toe te voegen: “Het is echter nadrukkelijk niet de bedoeling dat participatiebijeenkomsten gebruikt worden om politiek te bedrijven. Raadsleden spreken elkaar aan als dit naar hun indruk toch gebeurt.”’
1. Woorden die vaak voorkomen in dit document
Woord |
Dit betekent het |
Participatie |
Actief meedoen aan en meedenken over dingen die belangrijk zijn in de gemeente. |
Participatieproces |
De manier waarop mensen betrokken worden bij dingen die belangrijk zijn in de gemeente. |
Inwonersparticipatie* |
De gemeente zorgt ervoor dat inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties** makkelijk kunnen meedenken over plannen en beleid. |
Overheidsparticipatie |
De gemeente denkt en helpt mee bij de ideeën die inwoners, organisaties, bedrijven of andere partijen hebben om de gemeente fijner en beter te maken. |
Leefbaarheid |
Hoe prettig en aangenaam het is om in een bepaalde buurt of wijk te wonen, te werken en te ontspannen. Daarbij gaat het om verschillende onderdelen. Denk aan veiligheid, een goede sfeer in de wijk en voorzieningen zoals winkels, groen en zorg. |
Participatieve gemeente |
Dit is een gemeente die:
|
* In Maashorst gebruiken we de term inwonersparticipatie in plaats van burgerparticipatie. Dit doen we omdat we burgerparticipatie onderverdelen in inwonersparticipatie en overheidsparticipatie.
** In dit participatiebeleid gebruiken we de term ‘inwoners’. Hiermee bedoelen we: inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties.
2. Samen maken we onze gemeente mooier
2.1 Samenvatting
- •
We vinden het belangrijk om de kennis van onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties nog meer te gebruiken in ons werk (voor de leesbaarheid in dit stuk noemen wij hen ‘inwoners’).
- •
Ons participatiebeleid is open, aanpasbaar en begrijpelijk.
- •
Dit beleidsdocument is bedoeld voor de jaren 2025 en 2026. In 2026 evalueren en updaten we het beleid.
Samen zijn wij Maashorst. Iedereen hoort erbij en mag meedenken. Jong, oud, inwoner en ondernemer. Als Maashorst willen we daarom graag een participatieve gemeente zijn. In het bestuursakkoord 2022-2026 ‘Samen bouwen we Maashorst’ is ‘Samen denken, samen doen’ als een van de belangrijkste speerpunten benoemd. De ambities die hierbij horen zijn vertaald in dit participatiebeleid: we beschrijven wat we met participatie willen bereiken en hoe we invulling geven aan participatie.
In dit document komen de afspraken en hulpmiddelen voor participatie in Maashorst aan bod. Tegelijkertijd kijken we per project, beleidsstuk en inwonersidee naar de beste participatieaanpak. Ook leren we in de praktijk. Wat gaat goed en wat kan beter? Op basis van de leerpunten verbeteren we steeds ons participatiebeleid.
Andere wet- en regelgeving kan kaders, randvoorwaarden en eisen stellen aan participatie en het te doorlopen participatieproces. Dit kan verschillen per fase van beleidsontwikkeling (voorbereiding), beleidsvorming (vaststelling), beleidsuitvoering (incl. handhaving) en beleidsverantwoording (evaluatie). Als er andere wet- en regelgeving is, dan gelden dit boven het gewone participatiebeleid. Dit betekent dat het beleid dan niet of slechts aanvullend wordt toegepast
2.2 Doel van het participatiebeleid 2025-2026
In dit participatiebeleid leggen we uit hoe we als gemeente omgaan met participatie. En wat inwoners hierbij van ons mogen verwachten.
Wie weet er nu beter wat belangrijk en nuttig is in Maashorst dan de mensen die hier wonen en werken? Precies. Daarom vinden wij het belangrijk om de kennis van onze inwoners nog meer te gebruiken in ons werk. En wat helemaal mooi zou zijn? Als we er samen een goede gewoonte van maken om mee te denken met elkaar over belangrijke vragen en ideeën.
Het participatiebeleid helpt om …
- •
Plannen en beleid beter te maken.
- •
Inwoners uit te nodigen om met ideeën te komen.
- •
Als Maashorst dezelfde werkwijze aan te houden als het gaat om participatie.
2.3 Opzet van het participatiebeleid
Ons participatiebeleid is:
- •
Open. Alle betrokkenen hebben input kunnen leveren. Ook zit er een activiteitenoverzicht bij ons participatiebeleid. Hierin lees je al onze acties om dit beleid uit te voeren.
- •
Aanpasbaar. Het beleid verandert mee met wat we leren in de praktijk.
- •
Begrijpelijk. We hebben dit beleid zo duidelijk mogelijk opgeschreven.
Ontstaan participatiebeleid
Dit beleidsdocument is ontstaan met behulp van participatie. Het doel hiervan was de verbetering van de kwaliteit van dit document. Meer informatie over het participatieproces is te vinden in het document ‘Verantwoording participatie – participatiebeleid’. Dit document is een bijlage van het raadsvoorstel die hoort bij het participatiebeleid.
2.4 Evalueren van het participatiebeleid
Dit beleidsdocument is bedoeld voor 2025 en 2026. We kiezen voor een periode van 2 jaar omdat participatie een onderwerp is dat zich snel ontwikkelt. En ook Maashorst verandert vlug. Daarom is het goed om regelmatig te kijken of we de gewenste doelen behalen en om bij te sturen.
In 2026 gaan we opnieuw in gesprek over dit thema. Waar nodig wordt de raad voorgesteld het beleid aan te passen.
3. Onze kijk op participatie
3.1 Samenvatting
- •
We kiezen voor twee routes. Aan de ene kant zetten we in op inwonersparticipatie, aan de andere kant op overheidsparticipatie.
- •
We willen beleid maken voor én met de inwoners van Maashorst.
- •
Optimaal is niet maximaal: participatie is maatwerk en kijken wat in welke situatie het beste past.
3.2 Maashorst als participatieve gemeente
Onze ambitie om een (nog meer) participatieve gemeente te worden, is niet nieuw. We hebben al veel ervaring met het betrekken van inwoners bij plannen en beslissingen. Veranderingen in de samenleving, zoals bijvoorbeeld het hebben van minder vertrouwen in de overheid, zorgen ervoor dat we nóg meer een participatieve gemeente willen zijn.
Definitie participatieve gemeente In de praktijk blijkt regelmatig dat iedereen een ander beeld heeft bij het begrip ‘participatieve gemeente’. Vaak ontstaat hierdoor verwarring. Voor de duidelijkheid schetsen we hieronder wat Maashorst verstaat onder een participatieve gemeente: Een participatieve gemeente:
|
3.3 Inwoners- en overheidsparticipatie
Maashorst kiest bij participatie voor twee routes. Aan de ene kant zetten we in op inwonersparticipatie. Dat betekent dat we inwoners actief betrekken bij het maken van plannen en beleid.
Aan de andere kant leggen we de focus op overheidsparticipatie. Daarbij komen inwoners of groepen inwoners met een plan of idee. Als gemeente zijn we dan (een van de) deelnemer(s) in het proces. We jagen initiatieven van inwoners aan en faciliteren waar we dat kunnen, zonder dat we de regie naar ons toetrekken (dan wordt het immers inwonersparticipatie).
Deze twee vormen van participatie zijn de basis van ons participatiebeleid. In de hoofdstukken 4 en 5 geven we meer uitleg over inwoners- en overheidsparticipatie.
3.4 Uitgangspunten van participatie in Maashorst
Bij participatie in Maashorst vinden we een aantal punten belangrijk. In de hoofdstukken 4 tot en met 7 lees je hier meer over.
Uitgangspunten
|
3.5 Optimaal is niet maximaal
Bij inwonersparticipatie
Inwonersparticipatie is altijd aangepast aan een situatie. We gaan voor een goede participatieaanpak die past bij het project of het beleid waaraan we werken. Optimaal staat niet gelijk aan maximaal. Er zijn bijvoorbeeld projecten waarbij wetten of regels ervoor zorgen dat bepaalde keuzes binnen een project vaststaan. Participeren over deze keuzes is dan niet handig, omdat we er niets aan kunnen veranderen. Wel is het belangrijk dat we als Maashorst hier helder over communiceren, om zo de verwachtingen goed te managen.
Soms zijn er projecten waarover we met een bepaalde doelgroep participeren. Zo betrekken we sowieso ouderen bij het ouderenbeleid, en jongeren bijvoorbeeld bij beleid over onderwijs. Optimale participatie betekent dat niet dat alle inwoners van Maashorst altijd overal bij betrokken moeten worden. Per participatieaanpak wordt zorgvuldig gekeken welke belanghebbenden er zijn en welke inwoners of organisaties een nuttige inbreng kunnen leveren gelet op de participatievraag die voorligt.
Bij overheidsparticipatie
Maashorst moedigt inwoners aan om zelf met ideeën te komen. Daarbij helpen we om deze ideeën verder te brengen waar dat mogelijk is. Bijvoorbeeld met kennis of financiële middelen. Bij overheidsparticipatie is het niet zo dat de gemeente alle initiatieven van inwoners maximaal kán of wil faciliteren of ondersteunen. Wel is het doel om vooral te kijken naar de mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden.
4. Inwonersparticipatie
4.1 Samenvatting
- •
We nemen inwonersparticipatie in onze organisatie serieus en richten dit per proces op maat in.
- •
We gebruiken hierbij de 4 sleutels van het Relevant Gesprek® om tot een participatieaanpak te komen.
- •
We gebruiken de toolkit.
- •
Als het mogelijk en nodig is, passen we ook digitale participatie toe.
4.2 Inwonersparticipatie op maat
Ieder project is anders. Daarom is het participatieproces altijd op maat. Dat betekent bijvoorbeeld dat we bij het ene project inwoners vragen actief mee te denken, en bij het andere alleen informeren.
Participatie is geen wiskunde. De meningen kunnen verschillen, waarbij de emoties kunnen oplopen. We pakken participatie dus altijd zorgvuldig aan. Maar ook dan kunnen er soms dingen niet goed gaan. Van elk proces leren we om het de volgende keer beter te doen.
4.3 Participatieadvies
Maashorst heeft participatieadviseurs. Projectleiders en beleidsadviseurs kunnen hen inschakelen voor advies. Het meest effectief is als dat zo vroeg mogelijk gebeurt. Zo kan de participatieadviseur al in het begin van het proces adviseren over een goed participatietraject.
De participatieadviseurs zijn opgeleid en werken volgens de methode van het Relevant Gesprek®. Een adviestraject met een participatieadviseur ziet er zo uit:
- 1.
Intakegesprek
In het intakegesprek geeft de projectleider of beleidsadviseur uitleg over het project. De participatieadviseur vertelt over de participatiemethode die we in Maashorst toepassen, welke hulp hij/zij kan bieden en geeft de eerste adviezen. In dit gesprek maakt de adviseur onder andere gebruik van de checklist ‘Wel of geen participatie’. In het intakegesprek wordt ook besproken dat er een participatieplan gemaakt moet worden.
- 2.
Adviesgesprek
In het adviesgesprek is er overleg over het concept-participatieplan van de projectleider of beleidsadviseur. Op basis van dit plan volgt er een compleet advies. Indien nodig helpt een participatieadviseur bij het maken van een participatieplan.
Soms vallen de intake en advies in één gesprek samen.
- 3.
Monitoring van het proces
De participatieadviseur geeft feedback op/tussentijds advies over de uitvoering van het participatietraject. Hij of zij is daarvoor bijvoorbeeld indien mogelijk aanwezig bij een participatiebijeenkomst.
- 4.
Evaluatie van het proces
Na afloop kijkt de participatieadviseur met de projectleider of beleidsadviseur terug op het participatietraject. En wordt samen benoemd welke lessen er uit het gelopen traject gehaald kunnen worden. Inwoners worden zoveel mogelijk bij de evaluatie betrokken.
4.4 Participatieaanpak bepalen met 4 sleutels
Bij Maashorst werken we met de 4 sleutels van het Relevant Gesprek®. Met deze 4 sleutels komen we tot een participatieaanpak die overzichtelijk is en in de juiste volgorde gebeurt. Elke sleutel kent een aantal vragen. Zijn alle vragen beantwoord? Dan is er een zorgvuldige basis voor de participatieaanpak.
Sleutel 1: Waarom in gesprek?
Participatie is méér dan een bewonersavond houden of een enquête uitzetten. Het begint met de vraag wat we met de participatie willen bereiken. En welke mogelijkheden we de inwoners geven om met ideeën of tips te komen. Zodat we de verwachtingen zo goed mogelijk managen.
Sleutel 2: Waarover in gesprek?
Vervolgens beschrijven we onze vraag aan inwoners. Hoe duidelijker de vraag, hoe beter inwoners daarop kunnen aansluiten met hun opmerkingen. Ook formuleren we waarover de participatie niet gaat.
Dit schept de juiste verwachting naar inwoners over waarover ze kunnen participeren.
Sleutel 3: Wie met wie in gesprek?
De volgende stap is het bepalen we met wie we in gesprek gaan. Ook bepalen we wie de uitnodiging verstuurt.
Sleutel 4: Hoe in gesprek?
Tot slot kiezen we de gespreksvorm die het beste past bij de aanpak.
Als Maashorst werken we ook met een participatieladder. Een participatieladder is een instrument waarmee je kan bepalen welke mate van invloed inwoners in een participatietraject kunnen krijgen.
Voorbeeld De gemeente heeft het plan om een speeltuin in een wijk aan te leggen.
|
4.5 Vaststellen aanpak
Het is belangrijk dat hoe we gaan participeren (dus hoe je de 4 sleutels toepast) wordt vastgelegd in een participatieaanpak. Vóórdat we starten met de participatie is het van belang dat degene die uiteindelijk een bestuurlijke beslissing neemt over het onderwerp waarover geparticipeerd wordt, akkoord gaat met deze aanpak. In de praktijk is dat vaak de portefeuillehouder die zich met het onderwerp bezighoudt. In een participatieaanpak is het belangrijk dat de kaders (wat staat vast, wat niet en waarop kan wel/geen input worden gegeven) aan de voorkant scherp en duidelijk worden gesteld. En dat verwachtingen goed gemanaged en gecommuniceerd worden.
We spreken dus af dat de portefeuillehouder altijd haar of zijn akkoord geeft op de participatieaanpak vóórdat deze wordt uitgevoerd.
4.6 De 10 uitvoeringsstappen
Is de participatieaanpak klaar en is de portefeuillehouder akkoord? Dan is het tijd voor de uitvoering. Hiervoor gebruiken we de ‘10 uitvoeringsstappen van een succesvol participatieproces’. Deze stappen zijn opgesteld door het Relevant Gesprek®. Eén van de belangrijkste stappen? Doorgeven en onderbouwen aan de betrokken partijen wat er met hun ideeën en wensen wel of niet is gedaan. In bijlage 1 vind je de checklist met de 10 stappen.
4.7 Verantwoording participatie
In ieder advies aan het college of een voorstel dat het college aan de gemeenteraad doet waarin participatie een rol heeft gespeeld, wordt een verantwoording over participatie opgenomen. In een bijlage is dan aangegeven hoe het participatieproces is verlopen en wat de participatie heeft opgeleverd. Het doel is dat het college en de gemeenteraad zien dat er serieus aandacht is voor participatie. Ook wordt voor het college, de gemeenteraad en inwoners duidelijk en onderbouwd wat er wel of niet is gedaan met ideeën of wensen.
4.8 Hulpmiddelen inwonersparticipatie
De manier van participatie stemmen we goed af op de betrokken inwoners. Daarom is het belangrijk om ook andere participatievormen te ontdekken. Dus niet alleen gebruik maken van vormen die we al vaak toepassen, zoals de informatieavonden en klankbordgroepen.
Zo kijken we steeds vaker naar ‘hybride participatie’. Dit betekent dat we inzetten op online én offline participatie. Zo bereiken we ook andere inwoners. We proberen regelmatig nieuwe hulpmiddelen voor participatie uit. Daarbij vinden we persoonlijk contact in een participatieproces erg belangrijk.
Toolkit participatie
We hebben een speciale toolkit om medewerkers van Maashorst te helpen bij inwonersparticipatie. Hierin zitten allerlei hulpmiddelen om tot een plan van aanpak over participatie te komen. Voorbeelden zijn de checklist ‘Wel of geen participatie’, een werkblad participatie en een hulpmiddel bij het onderzoek naar wie de inwoners zijn die je mogelijk kunt betrekken. De toolkit is te vinden op de website van gemeente Maashorst onder het kopje ‘Samen denken, samen doen’.
Digitale participatie
In ons leven gebeuren steeds meer dingen digitaal. Ook voor participatie ontstaan hierdoor nieuwe mogelijkheden en kansen.
Twee voordelen van het inzetten van digitale participatie:
- 1.
We bereiken doelgroepen die via offline participatie moeilijk te bereiken zijn. Denk aan jongeren of drukke gezinnen.
- 2.
Inwoners kunnen hun ideeën of opmerkingen delen op momenten die voor hen goed uitkomen. Zo vindt er eigenlijk 24 uur per dag participatie plaats.
Maashorstaanhetwoord.nl
Om de kansen van digitale participatie te benutten, maken we onder andere gebruik van de website www.maashorstaanhetwoord.nl. Deze website zorgt ervoor dat digitale participatie op een makkelijke en overzichtelijke manier plaatsvindt.
Voorbeeld in de praktijk We willen participeren over de herinrichting van een wijk. Op Maashorstaanhetwoord.nl kun je overzichtelijk aangeven uit welke fases het project bestaat, en hoe inwoners in iedere fase kunnen meedenken. Per fase kun je gebruik maken van een andere participatievorm, zoals: een enquête, een offline bijeenkomst, een kaart van de wijk waarop inwoners ideeën kunnen prikken etc. Wanneer inwoners tijdens een fase hebben meegedacht, worden ze automatisch op de hoogte gehouden van het vervolgproces. Dit zorgt ervoor dat een inwoner de juiste verwachtingen heeft over wanneer en hoe zij mee kunnen meedenken. |
Aanpak jongerenparticipatie
Jongeren betrekken bij thema’s vinden wij heel belangrijk. Om dit goed te organiseren, hebben we een plan van aanpak jongerenparticipatie. Het motto ‘Hun agenda is onze agenda’ staat hierin centraal. We willen jongerenparticipatie graag organiseren op plekken waar de jongeren al zijn. Daarbij gaat het over thema’s die zij écht belangrijk vinden en waar wij als gemeente ook écht verandering in kunnen brengen. We leren nu hoe we jongerenparticipatie het beste kunnen organiseren. Daardoor gaat het steeds beter lukken om een goede relatie met jongeren op te bouwen en te onderhouden. Zodat we deze doelgroep goed betrekken bij het ontwikkelen van plannen en beleid.
Of voor andere doelgroepen een apart plan van aanpak nodig is, onderzoeken we op een later moment.
Participatie volgens de nieuwe Omgevingswet
Op 1 januari 2024 ging de nieuwe Omgevingswet in. In deze wet staan regels over participatie. In paragraaf 2.1 van dit participatiebeleid is aangegeven dat specifieke wet- en regelgeving voorrang heeft op het participatiebeleid. Dat geldt ook voor de bepalingen over participatie die in het omgevingsplan en de omgevingsverordening zijn vastgelegd. In het beleidsdocument ‘Verplichte participatie bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten’ is een lijst door de gemeenteraad vastgesteld. In deze lijst staat bij welke buitenplanse omgevingsplanactiviteit (bopa) participatie door de initiatiefnemer verplicht is. Volgens de Omgevingswet is deze participatie vormvrij. Dit betekent dat de manier waarop wordt geparticipeerd vrij is. De bestaande ‘handreiking omgevingsdialoog gemeente Maashorst’ wordt na vaststelling van dit beleid aangepast. Deze aanpassing zorgt ervoor dat de handreiking beter aansluit bij de manier waarop inwonersparticipatie plaatsvindt zoals beschreven is in hoofdstuk 4 van dit beleid.
5. Overheidsparticipatie
5.1 Samenvatting
- •
We zetten ons actief in voor de ontwikkeling van overheidsparticipatie.
- •
We zetten ons in om overheidsparticipatie verder te brengen onder andere via de kernenCV’s en het leerproject in de kern Uden.
- •
We moedigen plannen van inwoners aan en helpen deze waar mogelijk verder.
- •
We zien de inwonersplatforms als een belangrijke partner. We moedigen ze aan om inwoners te betrekken bij hun omgeving. Met omgeving bedoelen we in dit participatiebeleid een kern, wijk of buurt.
5.2 Van initiatiefnemer naar deelnemer
Overheidsparticipatie krijgt steeds meer aandacht binnen onze gemeente. Wij vinden dat inwoners goede ideeën hebben over hun omgeving. Daar komt bij dat inwoners steeds vaker voldoende invloed willen hebben op hoe hun buurten en wijken eruitzien. Dat vraagt om een andere manier van denken voor ons als gemeente.
De rol van de gemeente verandert geleidelijk van initiatiefnemer en kartrekker naar deelnemer bij ideeën van inwoners. Er is veel kennis bij inwoners. En ook zijn ze vaak gemotiveerd om mee te werken aan het behouden en verbeteren van hun woonomgeving. We weten zeker dat we samen met inwoners meer voor elkaar krijgen dan alleen. Daarom ondersteunen we ideeën en wensen van inwoners zo goed mogelijk.
5.3 Overheidsparticipatie in de kernen
Een belangrijke basis: kernenCV’s
Inwoners uit Schaijk, Zeeland, Reek, Odiliapeel, Volkel en Uden-Buiten hebben een kernenCV ontwikkeld. In zo’n kernenCV staat:
- •
Wat het karakter en de kenmerken van de kern zijn.
- •
Wat sterke en zwakke punten zijn.
- •
Wat er mist in de omgeving.
- •
Aan welke verbeterpunten inwoners zelf willen en kunnen werken, mogelijk samen met de gemeente.
We zien een kernenCV als een hulpmiddel voor de kernen. Hiermee kunnen ze zelf richting geven aan hoe hun omgeving zich ontwikkelt. Daarbij nemen wij een ondersteunende rol in. Het kernenCV leidt tot nieuwe ideeën in de kern. Waar mogelijk en nodig sluit de gemeente bij deze plannen aan. Soms is dit niet mogelijk. Bijvoorbeeld omdat er bepaalde wet- en regelgeving in de weg staat, of wanneer er (nog) geen budget is. Dan moet duidelijk onderbouwd en uitgelegd worden waarom iets niet kan.
5.4 Overheidsparticipatie in Uden
Nieuwe aanpak participatie kern Uden
Er is geen kernenCV ontwikkeld voor Uden. Wijken in Uden verschillen behoorlijk van elkaar. Dat maakt het lastig om voor Uden een kernenCV te ontwikkelen waarin alle inwoners zich herkennen. Daarom werken we aan een leerproject, om te kijken welke participatieaanpak wél werkt voor de Udense wijken. Zo kunnen we in elke wijk in Uden specifieke aanpassingen doen. In het leerproject zijn we aan de slag gegaan in zes experimenteerwijken. We hebben gekeken naar wat er speelt en leeft in de wijken en waar de energie zit om zaken vanuit de wijk op te pakken. Dit is gedaan in de breedte van het thema leefbaarheid. Dit raakte diverse onderwerpen binnen de domeinen Ruimte, Sociaal en Dienstverlening.
De gemeenteraad heeft in 2024 het Beleidskader Sterke Sociale Basis vastgesteld. Dit kader richt zich op gebiedsgericht werken, met de focus op preventie en welzijn. Deze focus is smaller dan de aanpak in de zes experimenteerwijken. We gaan nog ontdekken op welke manier er kansen liggen in de relatie tussen de ontwikkeling van overheidsparticipatie in Uden en de gebiedsgerichte aanpak vanuit de Sterke Sociale Basis.
Het leertraject in de praktijk We zijn begonnen met een experiment in zes buurten. Een van deze buurten is het centrum van Uden. Het centrum zit compleet anders in elkaar dan bijvoorbeeld de wijk Raam. Bij de wijk Raam is het duidelijk waar de grenzen liggen en voelen inwoners zich betrokken en bereid om zich in te zetten voor hun buurt. Voor het centrum is dit minder duidelijk, dus moeten we een andere aanpak volgen. |
5.5 Aanmoedigen van plannen
We vinden het belangrijk dat inwoners betrokken zijn bij hun buurt en dat er levendigheid is in de kernen. Daarom moedigen we plannen van inwoners aan en staan we klaar om ze hierbij te ondersteunen.
Inwonersplatforms
Een belangrijke ontwikkeling is dat we onze inwonersplatforms niet alleen zien als belangrijke gesprekspartner, maar sowieso ook als een platform dat een aanjagende en stimulerende rol heeft naar de eigen samenleving. Begin 2024 maakten we samen met de platforms afspraken over ondersteuning, de verwachtingen naar elkaar, geldzaken en communicatie. Binnen deze afspraken blijft er natuurlijk ook plek voor de ‘eigen saus’. Daarmee bedoelen we de rol die een platform voor zichzelf ziet.
De afspraken zijn de basis voor de nieuwe subsidieregels voor de inwonersplatforms. De inwonersplatforms krijgen een vast bedrag per jaar dat zij naar eigen inzicht kunnen besteden. Dit bedrag gebruiken ze vanzelfsprekend om als platform te kunnen bestaan, maar kunnen dat bijvoorbeeld ook besteden aan het opleiden van de platformleden in onderwerpen rondom participatie. Ook kunnen zij het budget gebruiken om (kleine) plannen met en voor de inwoners te ontwikkelen en uit te voeren.
Deze afspraken helpen bij overheidsparticipatie, omdat we de inwonersplatforms aanmoedigen om inwoners te betrekken bij hun omgeving. Willen wijken of kernen een nieuw inwonersplatform oprichten? Dan kijken we samen naar de mogelijkheden.
Maashorstfonds
Het Maashorstfonds is een onafhankelijke stichting die bijdraagt aan de ideeën van inwoners om hun eigen omgeving te verbeteren. Als gemeente geven we subsidie aan deze stichting. Het bestuur van het Maashorstfonds handelt de verzoeken van inwoners af volgens de criteria die ze zelf opgesteld hebben. Binnen twee weken na aanvraag neemt het bestuur een besluit en ontvangt de aanvrager het eventuele bedrag. Het bestuur van het Maashorstfonds bestaat uit inwoners van Maashorst. Het fonds is open over zijn manier van werken en makkelijk bereikbaar voor iedereen.
Subsidiespreekuur voor mensen met een idee
Als gemeente willen we het voor onze inwoners eenvoudiger maken om uit te zoeken welke subsidies er zijn voor hun ideeën. We organiseren daarom sinds medio 2024 een vast subsidiespreekuur voor inwoners. In dit spreekuur kijken we of er kansen liggen voor regionale, provinciale en landelijke subsidiemogelijkheden. Zo maken we het inwoners makkelijker om de financiering van hun idee te organiseren. Liggen er kansen op een subsidie op lokaal niveau, dan brengen we de inwoners in contact met de subsidiemedewerkers van Maashorst.
Voorbeeld in de praktijk Een groep met inwoners heeft een plan. Op de website van de gemeente kunnen ze zien of ze voor subsidie in aanmerking komen in Maashorst. Hiervoor kunnen ze natuurlijk ook contact zoeken met de subsidiemedewerkers van Maashorst. De inwoners kunnen zich ook aanmelden voor het subsidiespreekuur. Daarin wordt besproken wat de kansen zijn voor een regionale, provinciale of landelijke subsidie. En wat ze kunnen doen om hun kansen te vergroten. |
5.6 Participatieverordening en uitdaagrecht
De Eerste Kamer heeft op 4 juni 2024 de Wet ‘Versterking participatie op decentraal niveau’ aangenomen. Door deze nieuwe wet moeten gemeenten een participatieverordening maken. Deze verordening vervangt de huidige inspraakverordening en geeft duidelijkere regels voor hoe inwoners kunnen meedoen bij het maken, uitvoeren en evalueren van beleid.
In deze wet staat ook dat gemeenten in hun participatieverordening moeten beschrijven hoe ze om gaan met het uitdaagrecht. Het uitdaagrecht geeft inwoners en organisaties de kans om taken van de gemeente, provincie of waterschap over te nemen als zij denken dat ze dit beter, goedkoper of anders kunnen doen.
In de praktijk geeft de gemeente met het Maashorstfonds al enigszins vorm aan het uitdaagrecht. Namelijk niet het bestuur, maar een maatschappelijke partij die dicht bij de samenleving staat, heeft de taak om het doen van burgerinitiatieven te promoten en financieel te ondersteunen. Dit is verder onder §5.5 uitgewerkt.
6. Participatie komt meer in ons DNA
6.1 Samenvatting
- •
We willen dat onze medewerkers participatie als iets normaals zien in hun denken en doen, dit noemen we DNA.
- •
We zorgen voor goede opleidingen en hebben veel aandacht voor de evaluatie van participatietrajecten.
- •
We willen dat al onze collega’s participatie en communicatie onderdeel maken van hun werk. Hier houden we rekening mee bij het aannemen van nieuwe medewerkers.
Een participatieve gemeente zijn vraagt veel van onze gemeentelijke organisatie. Zo vragen we een andere houding en ander gedrag van onze medewerkers, die passen bij onze kernwaarden samen, open, omgevingsbewust, lef en eigenaarschap. We willen graag weten wat er speelt en leeft in onze kernen. Daarom moedigen we medewerkers aan om meer naar buiten te gaan. En sporen we ze aan om in gesprek te gaan en te blijven met inwoners. Door meer in te zetten op overheidsparticipatie, moedigen we het gevoel van eigenaarschap aan bij medewerkers én bij inwoners.
In dit hoofdstuk lees je welke acties we ondernemen om participatie nog meer in ons DNA te krijgen.
6.2 Steeds leren en verbeteren
We zeiden het al: participatie vraagt om een andere houding en ander gedrag van onze medewerkers. Via trainingen op het werk oefenen we collega’s in de nieuwe manier van werken. Daarnaast willen we als organisatie actief leren over participatie. Op basis van de leerpunten verbeteren we steeds onze participatiepraktijk.
Zo vinden we het belangrijk dat elk participatie traject na afloop goed wordt nabesproken. Belangrijke vragen daarbij zijn:
- •
Hebben we de juiste inwoners betrokken?
- •
Was de keuze voor een bijeenkomst wel de goede of droeg dit juist bij aan een verhoging van de emoties?
- •
Was een andere werkvorm achteraf passender geweest?
- •
Werden de verwachtingen wel goed gemanaged?
- •
Kregen inwoners goede mogelijkheden om met ideeën of tips te komen?
- •
Hoe verliep de communicatie?
- •
En wat vonden de inwoners van het participatietraject?
6.3 Opleiding
De ervaring van medewerkers op het gebied van participatie verschilt. Daarom organiseren we opleidingen. Ons doel? Dat iedere collega die met participatie te maken heeft, de basis goed begrijpt en toepast.
Bij inwonersparticipatie werken we volgens de participatiemethodiek, die in hoofdstuk 4 te lezen is. Hierover organiseren we trainingen voor collega’s, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. Hierdoor is de organisatie in staat om deze aanpak te gebruiken.
6.4 Communicatie
Open communicatie is belangrijk om participatie écht in het DNA van medewerkers te krijgen. Daarom werken we met een communicatieplan. We vinden het belangrijk om successen te delen, zodat we iedereen laten zien wat je met goede participatie bereikt. Ook delen we wat onze dilemma’s zijn, waar we van leren en hoe we dat doen.
7. Rollen en taken bij participatie
7.1 Samenvatting
- •
Inwoners nemen twee rollen in bij participatieprocessen, die van gesprekspartner en initiatiefnemer.
- •
De gemeentelijke organisatie voert de projecten en participatieprocessen uit in opdracht van het college van burgemeester en wethouders.
- •
Participatieadviseurs brengen inwoners- en overheidsparticipatie verder in Maashorst.
7.2 Rollen en taken op een rij
Bij goede participatie zijn de rollen en taken van de verschillende partijen duidelijk. Hierover gaat dit hoofdstuk.
De samenleving
Met de samenleving bedoelen we inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Hun rollen bij participatie zijn:
- •
Gesprekspartner
De samenleving is een belangrijke gesprekspartner van ons. Zo horen we graag de meningen, ervaringen of oplossingen van inwoners bij plannen of beleid. Zij voegen vaak de kennis toe die nog ontbreekt. Wie gesprekspartner is, verschilt per project. Het ene moment gaat het om ouderen of jongeren. Het andere moment over gezinnen met kinderen of zelfs alle inwoners van de gemeente. En soms vormen inwoners een georganiseerde groep. Denk aan de milieuorganisaties, ouderenbonden of het fietsforum. De inwonersplatforms zijn een bijzondere vorm van gesprekspartner in Maashorst. Ze houden zich bezig met zaken die in een wijk spelen en adviseren de gemeente gevraagd en ongevraagd. Ook kunnen ze meedenken bij de voorbereiding van participatieprocessen.
- •
Initiatiefnemer
Vanuit de samenleving komen allerlei plannen om Maashorst mooier, beter en aantrekkelijker te maken. Daarbij gaat het vooral om ideeën op wijk- of buurtniveau. Inwoners kunnen zelfstandig plannen uitvoeren of daarin samen optrekken met de gemeente. Hierbij is het belangrijk dat zij weten dat niet alles mogelijk is. Bijvoorbeeld vanwege wetten en regels of te weinig medewerkers.
Inwoners zijn de aanvoerder van hun eigen plan, en blijven dit ook tijdens de uitvoering of na afloop. Ze kunnen terecht bij de gemeente voor ondersteuning. Daarnaast zijn er andere opties. Denk aan samenwerken met andere inwoners, organisaties of bedrijven. En gebruikmaken van het Maashorstfonds of het subsidiespreekuur (lees meer hierover in hoofdstuk 5).
Gemeenteraad
De leden van de gemeenteraad (raadsleden) nemen beslissingen over thema’s die voor de gemeente belangrijk zijn. Denk hierbij aan onderwerpen als wonen, milieu, energie, klimaat, sport en cultuur.
In de commissievergadering Samenleving & Bestuur van 30 september 2024 heeft de raad aan de hand van een opinienota gesproken over zijn rol bij processen van inwonersparticipatie.
De raad ziet zijn rol zo:
- 1.
De betrokkenheid van de raad bij participatieprocessen is maatwerk en kan verschillend zijn per proces.
- 2.
De raad betrekt het doorlopen participatieproces, conform het participatiebeleid, als toetsingscriterium bij zijn besluiten.
- 3.
De raad ziet de uitkomst van een goed gelopen participatieproces als belangrijke factor in de afwegingen bij het te nemen besluit.
- 4.
De raad ziet het als taak om – indien nodig – een oordeel te vellen over de kwaliteit van het gelopen participatieproces. Om dit goed te kunnen doen wil de raad gevoed worden met voldoende informatie in het raadsvoorstel over hoe het participatieproces is verlopen. Deze informatie gaat over:
- –
de wijze waarop de vier sleutels van participatie zijn toegepast;
- –
wat de opbrengst is van het participatietraject en wat wel/niet is gedaan met de opbrengst;
- –
op welke manier de verwachtingen zijn gemanaged naar de inwoners.
- –
- 5.
De raad ziet het als zijn taak waar nodig ook verhelderende vragen te stellen aan insprekers als er signalen afgegeven worden dat het participatieproces niet optimaal is verlopen.
- 6.
Raadsleden willen bij participatiebijeenkomsten altijd welkom zijn. Raadsleden wensen in alle gevallen op de hoogte te worden gebracht van aankondigingen/uitnodigingen van participatiebijeenkomsten. Zij zijn bij participatiebijeenkomsten in principe als toehoorder aanwezig. Zij voeren alleen het woord als het naar zijn/haar inschatting nodig is. Het is echter nadrukkelijk niet de bedoeling dat participatiebijeenkomsten gebruikt worden om politiek te bedrijven. Raadsleden spreken elkaar aan als dit naar hun indruk toch gebeurt.
Burgemeester
De burgemeester ziet toe op de kwaliteit van procedures op het gebied van inwonersparticipatie. Deze taak ligt vast in de Gemeentewet. De burgemeester is voorzitter van het college van burgemeester en wethouders én van de gemeenteraad. Beide bestuursorganen nemen belangrijke besluiten over het algemene en dagelijkse bestuur van de gemeente. Participatie maakt vaak onderdeel uit van deze besluiten.
College van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders vertaalt regels en beleid naar de praktijk. Samen met de medewerkers van de gemeente praat het college met de samenleving over diverse onderwerpen. Daarbij gelden de uitgangspunten en afspraken die de gemeenteraad in dit beleid heeft vastgelegd.
Het college ziet erop toe dat de gemeentelijke organisatie goed met participatie omgaat.
Directieteam
Het directieteam zorgt ervoor dat teammanagers en de gemeentelijke organisatie de ruimte krijgen en voelen om een participatieve houding te kunnen aannemen.
Teammanagers
Teammanagers spelen een belangrijke rol bij het krijgen van participatie in het DNA van medewerkers. Ze zorgen bijvoorbeeld dat hun medewerkers:
- –
het belang en meerwaarde van participatie inzien;
- –
de tijd nemen voor goede participatieprocessen;
- –
de participatieadviseurs tijdig betrekken bij de voorbereiding van een participatieproces;
- –
een plan van aanpak participatie maken voorafgaand aan een participatieproces en dat dit plan van aanpak wordt besproken met de portefeuillehouder vóórdat het participatieproces gaat lopen.
- –
in college- en raadsvoorstellen verantwoorden hoe het participatieproces is gelopen.
- –
deelnemen aan participatieopleidingen en -instructies;
Gemeentelijke organisatie
De gemeentelijke organisatie voert de projecten en participatieprocessen uit in opdracht van het college van burgemeester en wethouders.
De gemeentelijke organisatie:
- •
Neemt ideeën van inwoners serieus;
- •
Zorgt voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van participatieprocessen;
- •
Ziet het belang van participatie in;
- •
Betrekken waar nodig de participatieadviseurs tijdig bij hun project;
- •
Maken een plan van aanpak participatie en bespreken deze voordat het traject gaat lopen met de portefeuillehouder;
- •
Verantwoorden in college- en raadsvoorstellen hoe het participatieproces is gelopen.
- •
Nemen deel aan participatieopleidingen en -instructies.
Participatieadviseurs
Bij Maashorst werken drie participatieadviseurs. Zij brengen inwonersparticipatie en overheidsparticipatie verder binnen de organisatie. Dat doen ze door:
- •
Collega’s, College van B&W en het managementteam te adviseren en ondersteunen.
- •
Contacten met inwoners te onderhouden.
- •
Ideeën aan te moedigen, te beoordelen en te begeleiden.
- •
Onze organisatie te begeleiden in de ontwikkeling naar een participatievere gemeente.
- •
Trainingen en opleidingen voor collega’s te organiseren.
8. Financiën
Om een beleidsstuk goed uit te kunnen voeren, worden er kosten gemaakt. Hierbij gaat het onder andere om kosten voor:
- •
Projecten die we nu uitvoeren.
- •
Projecten en hulpmiddelen voor de toekomst.
- •
De ontwikkeling van de organisatie, zoals opleidingen en cursussen.
De huidige kosten die gepaard gaan met het participatiebeleid worden gedekt vanuit het budget voor Programma participatie. Bij de evaluatie van het participatiebeleid in 2026 wordt ook naar het financiële kader gekeken.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 23 januari 2025.
De raad voornoemd,
de griffier,
mr. N.E. Gradisen
de voorzitter,
drs. J.A. van der Pas
Bijlage 1 Checklist Uitvoering Participatieaanpak
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl