Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734925
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734925/1
Regeling vervalt per 03-02-2050
GROEN R Groenbeleid gemeente Rucphen
Geldend van 03-02-2022 t/m 02-02-2050 met terugwerkende kracht vanaf 03-02-2022
Intitulé
GROEN R Groenbeleid gemeente RucphenVoorwoord
Beste lezer,
Voor u ligt het GroenR, ons groenbeleidsplan.
Een beleidsstuk waarin we onze ambitie voor de groene leefomgeving hebben vastgelegd. We hebben grote stappen gezet in de afgelopen jaren. Het onderwerp groen, in de breedste zin van het woord, heeft een volwaardige plaats binnen de bestaande omgevingen, onze projecten en opgaven verworven. Daarmee sluiten we aan bij landelijke ontwikkelingen op gebied van klimaat, duurzaamheid en biodiversiteit.
En dat is niet meer dan logisch. We staan voor een aantal grote opgaven de komende jaren als het gaat over klimaat en duurzaamheid. Maar, ook op je gezondheid heeft groen een positieve invloed. Mensen die in een groene omgeving wonen, voelen zich gezonder dan mensen die in een stenige omgeving wonen. Dit geldt het sterkst voor kinderen en ouderen. Een robuuste groene openbare ruimte biedt hier kansen toe. Maar bovenal maakt groen onze dorpen en ons buitengebied mooier en leefbaarder.
Het groen in de dorpen en goede verbindingen met het omliggende landschap vergroot de leefbaarheid van de dorpen. Het is daarom niet meer dan logisch dat we onze inwoners meer gaan betrekken bij de keuze over de verdere invulling van de groene openbare ruimte. Dit doen we omdat we geloven dat onze inwoners zelf prima weten wat het beste is voor hun directe leefomgeving. De wensen enideeën van inwoners combineren we met onze vakkennis
en de bestaande kaders. Hierdoor ontstaat een mooie samenwerking met een resultaat waar iedereen trots op mag en kan zijn!
Ik kijk uit naar een steeds groener Rucphen!
Wethouder Fysieke Leefomgeving
Het belang van Groen R
De gemeente Rucphen mag zich met recht een groene gemeente noemen.
En dat wil de gemeente ook graag blijven. Dit doen we door meer, beter en bereikbaar groen. Hierbij spelen een groot aantal factoren een rol, zoals (be)leefbaarheid, klimaatadaptatie, duurzaamheid, gezondheid, biodiversiteitsherstel, landbouw etc. Op basis van kansen en bedreigingen worden keuzes gemaakt in prioritering van uitvoer.
Het behouden en versterken van de groenstructuur (zowel binnen de dorpen als in het buitengebied), het vergroten van de biodiversiteit en klimaatadaptief maken van onze gemeente zijn daarbij uitgangspunten. Door het benoemen van de essentiële groenstructuur kan gericht worden gewerkt aan het groene casco. Dit wordt tevens bereikt door het stellen van heldere inrichtings- en beheereisen. We zijn ons als groene gemeente bewust van het belang van een goede biodiversiteit, waarbij we inzetten op goede robuuste en fijnmazige netwerken en een duidelijke en passende soortkeuze.
Het draait bij de waardering van het groen om de beleving door de gebruikers. Van de Rucphense Bossen tot de kleine landschapselementen in het buitengebied en van parken, plantsoenen en de bomen in de woonstraten binnen de dorpen. Allen dragen ze op hun eigen en bijzondere manier bij aan de groene uitstraling van de gemeente.
We zoeken bij de ontwikkeling(en) altijd naar handhavingen groei van deze kwaliteit. Dit doen we door integraal mee te denken met initiatiefnemers en ontwikkelaars, maar ook door duidelijke handvatten te geven zoals een duidelijk beleid en het Programma van Eisen. Dat het groen, en bomen in het bijzonder, pas over enkele tot tientallen jaren volgroeid is wordt niet uit het oog verloren. Het proces van ontwikkeling stopt dan ook niet na oplevering, maar loopt door inde beheerfase. Goede borging van beheer en onderhoud zorgt voor een up-to-date overzicht van de kwaliteit van ons groenareaal.
De gemeente Rucphen hecht sterk aan het betrekken van belanghebbenden bij de openbare ruimte. Eigen inzet en betrokkenheid van bewoners biedt vele voordelen. Mensen zijn meer en meer betrokken bij hun leefomgeving en willen ook steeds grotere verantwoordelijkheden nemen voor hunleefomgeving. We geven initiatieven optimaal de ruimte en stimuleren onze inwoners door aandacht te geven aan geslaagde projecten en subsidiemogelijkheden aan te bieden. We werken nu en in de toekomst hieraan samen met onze partners, maatschappelijke organisaties en individuele bewoners.
We gaan hierbij uit van vier basisprincipes:
- -
We zorgen voor genoeg en gevarieerd groen voor iedereen
- -
Groen draagt bij aan de verschillendeopgaven
- -
De gemeente wordt natuurinclusief aangelegd en beheerd
- -
Aan groen werken we samen
Met Groen R streven we de komende jaren naar een duurzame ontwikkeling van het groen en landschap.
Artikel 1 Groene ambities en uitgangspunten
Wanneer het gaat om het behoud en versterken van het leefklimaat in de dorpen en het buitengebied is groen belangrijk. Dit geldt voor zowel mensen als dieren. Wij zijn ons bewust van de bijdrage die groen levert aan een goede leefomgeving. Denk aan natuurwaarde, gezondheid, eenbetere luchtkwaliteit, klimaatadaptieve omgeving, recreatiewaarde, esthetische waarde, cultuurhistorische waarde en ook economische waarde. Groen biedt een plek voor ontmoeting en beweging en draagt bij aan een goedwoon- en werkklimaat en een gezonde levensstijl. In alles wat we doen hebben we deze groenwaarden in het vizier. Bij het inpassen van bestaand groen en nieuw groen bij ontwikkelingen, tot het goed onderhouden, zodat groen volwassen wordt en bomen monumentaal.
1.1 Wat gaan we doen?
Méér groen
We gaan onze gemeente vergroenen door meer ruimte aan groen te geven, en nieuwe bomen en bos aan te planten.
We hebben in het boombeleid opgenomen om het areaal aan bomen in de openbare ruimte te vergroten met minimaal 1000 bomen tot en met 2030. Daarnaast willen we elk jaar groen toevoegen aan de openbare ruimte. Dit zijn onder andere nieuwe groenvakken binnen de gebieden met woningbouwopgaven, maar we gaan ook overbodigeverharding vervangen door groen. Ook zullen we samen met inwoners, maatschappelijke organisaties en natuurorganisaties deze vergroening verder vormgeven.
Het extra groen zorgt dat we water vasthouden. Tevens gaan we hittestress tegen, slaan we CO2 op en verhoogt het de waarde van de omliggende woningen.
Beter groen
In de gemeente zijn diverse landschapstypen, bijzondere natuur, aantrekkelijke parken en andere groene kwaliteiten aanwezig. Deze kwaliteiten behouden we en gaan we verder versterken, zodat het bestaande en nieuwe groen nog beter kan voldoen aan de wensen van de toekomst, zoals ruimtevoor extra gebruikers, tegengaan van hittestress en beter bestand zijn tegen plagen of ziektes. Het aaneengesloten groene netwerk verbindt straks optimaal de dorpen met he tlandschap en biedt ook een robuuste en obstakelvrije habitat voor plant en dier. De biodiversiteit vergroten we verder door een grotere verscheidenheid in boom- en plantsoorten toe te passen en te kiezen voor soorten die aantrekkelijk zijn voor insecten en vogels.
Een meer divers boom- en groenbestand vergroot de robuustheid en is beter bestand tegen de effecten van klimaatverandering. De gebruikswaarde van groen neemt toe zodat het aantrekkelijk is om in het groen te verblijven. Door goed beheer heeft het groen een verzorgde uitstraling en nodigt het uit om er te verblijven.
Bereikbaarder groen
Groen mag nooit te ver weg zijn van inwoners en moet makkelijk te bereiken zijn. Een groene leefomgeving draagt namelijk bij aan het gezond ouder worden: het geeft koele plekken bij hitte, het nodigt uit tot fietsen en wandelen, en biedt een fijne plek om je buren te ontmoeten. Maar het is ook een plek waar je even tot stilstand kunt komen en rust kunt ervaren. Groen is ook bereikbaar in een ander opzicht: wij bieden ruimte om de groene inrichting en het onderhoud daarvan af te stemmen op de initiatieven en ideeën van inwoners.
1.2 Hoe gaan we het doen?
Samenwerken en verbinden
Het werken aan een sterke groenstructuur en meer groen in onze gemeente doen we niet alleen. Het gemeentelijk eigendom in het landelijk gebied is beperkt en dus is samenwerken met agrariërs, overheden, terreinbeherende organisaties en natuurbelangenverenigingen essentieel voor het behalen van de gewenste landschappelijkekwaliteit en natuurwaarden. Het belang van een groene en aantrekkelijke woonomgeving wordt nog niet in alle dorpen even sterk gezien. We gaan meer inzetten op communicatie en participatie om onze inwoners te informeren waarom groen in je directe leefomgeving belangrijk is en hen te stimuleren hier gebruik van te maken. Soms is ook niet duidelijk hoe men een bijdrage kan leveren. We geven inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties de ruimte om initiatieven te ontwikkelen en uit te voeren.
Groen als uitgangspunt in ruimtelijke ontwikkelingen
Voor elke ruimtelijke ontwikkeling maken we de groenambitie concreet, uitgangspunt hierbij is ‘groen, tenzij’. Bij de start van nieuwe ruimtelijke projecten passen we deze in. Een ruimtelijke ontwikkeling kan zo bijdragen aan het behoud en versterken van het groen. Hiermee krijgt groen ook een volwaardige positie binnen projecten. Dit maakt integrale afweging mogelijk.
Er zijn tal van instrumenten die we daarvoor gaan inzetten. Hierbij valt te denken aan een planologische borging van groene waarden in het toekomstige omgevingsplan. Ook is een goede ordening van de ondergrond van belang. Naast voldoende groeiruimte voor een boom, is er ook ruimte nodig voor kabels, leidingen en riolering. Dit vraagt om een slimme en effectieve inrichting van alle functies die net onder het maaiveld een plek moeten krijgen.
Goede groenaanleg en -beheer maken het verschil
Om het groen te behouden, de kwaliteit ervan te borgen en de waarde te benutten is een goede aanleg en goed beheer essentieel. Het aanleggen van groen begint met goedingerichte plantvakken met plantmateriaal dat goed gedijt
in onze omgeving, zodat het gezond oud kan worden. Onze ambitie om Rucphen te vergroenen staat in directe verbinding met kwalitatief groenonderhoud. De beschikbare middelen zijn in evenwicht met het regulier beheer en onderhoud. We gaan het beheer van het groen schakelenaan onze ambitie om meer groen toe te voegen.
Het onderhoud van het groen is in sommige gevallen specialistisch werk en laten we uitvoeren door deskundigemedewerkers en samenwerkingspartners. Het beheer van bestaand groen en bomen leeft erg onder onze inwoners. Hierbij is de opdracht het uitwerken van een strategie op om het beheer van bestaand en nieuw groen in lijn te brengen met onze ambitie van meer, beter en bereikbaar groen.
Transparantie en effectief beleid & monitoring
Meten is weten. Via het beheersysteem hebben we inzicht in locatie en omvang van het gemeentelijk groen dat in eigendom is. Ook krijgen we steeds meer inzicht in de hoeveelheid groen dat in particulier eigendom is. Op basisvan data gaan we maatregelen uitwerken en gerichter toepassen zodat de effectiviteit hoog is. De maatregelen die we uitvoeren monitoren we ook op effectiviteit. Zo leren we van wat we doen en gaat het ons helpen bij het maken van de juiste keuzes. De data die we beschikbaar hebben en beheren, zijn toegankelijk voor iedereen. Deze data helpen ons in het onderbouwen van wat we doen en laten feitelijk zien hoe de maatregelen die we nemen bijdragen aan onze doelen. Alle informatie over ons groenbeleid, groenbeheer, gegevens over kap, en nieuwe groeninitiatieven maken we digitaal voor iedereen toegankelijk en inzichtelijk.
2 De basis van GroenR
Hoe vanzelfsprekend de aanwezigheid van groen ook lijkt een duidelijke borging is voor behoud en ontwikkeling van belang. Dit groenbeleidsplan sluit aan en bouwt voort op landelijke wettelijke kaders en verschillende gemeentelijke beleidskaders. Er is een koppeling te maken met BOOM | Boombeleid gemeente Rucphen.
2.1 Wettelijke kaders
Op het niveau van wet- en regelgeving zijn het Burgerlijk Wetboek, de Wet natuurbescherming en de Verordening op de beplantingen van belang. Hierna worden de relevante onderdelen daaruit kort toegelicht.
Burgerlijk Wetboek
In het Burgerlijk Wetboek (BW) worden, onder meer, rechten en plichten omschreven van (grond)eigenaren en beheerders en van partijen die een overeenkomst of contract zijn aangegaan. Het BW heeft, door het benoemen van de ‘zorgplicht’ middels het begrip onrechtmatige daad, directe invloed op de omgang met veiligheidsrisico’s bij bomen en op de uitvoering van bij aannemers uitbestede werkzaamheden aan bomen. De zorgplicht leidt tot de verplichting van een boomeigenaar om een zorgvuldig beheer te voeren, dat de veiligheid van de (openbare) ruimte rond de bomen garandeert.
Wet natuurbescherming 2017
De Wet natuurbescherming beschermt Nederlandse natuur- gebieden en planten- en diersoorten. De wet moet ervoor zorgen dat de verschillende planten- en diersoorten in de natuur blijven bestaan. Ook kwetsbare soorten mogen niet verdwijnen. De wet is een samenvoeging van drie andere wetten te weten: de Flora- en faunawet, de Natuurbescher- mingswet 1998 en de Boswet, daarnaast is ook het ‘Besluit uitvoering Europese Houtverordening’ hierin opgenomen.Onder de Wet natuurbescherming vallen onder andere de Natuurvisie, de bescherming van soorten en gebieden en de bescherming van houtopstanden.
EU-exotenverordening (2016)
Een exoot is een plant, dier of ander organisme dat van nature niet in Nederland voorkomt. Ze vormen een grote bedreiging voor de Europese biodiversiteit doordat ze in- heemse soorten kunnen verdringen of zelfs doen uitsterven. Ecosystemen kunnen veranderen en ecosysteemdiensten (de directe en indirecte bijdragen van ecosystemen aan het menselijk welzijn) zoals bestuiving, watervoorziening en recreatie in de natuur kunnen worden aangetast. Een aantal invasieve exoten is ook schadelijk voor de gezondheid en/of veiligheid van mensen .
In de Europese Unie is verordening 1143/2014 van kracht. Centraal in de verordening staat een lijst van soorten waarvan de negatieve effecten zodanig zijn dat gezamenlijk optreden op het niveau van de Unie gewenst is. Deze lijst is een levend document en er worden jaarlijks soorten aan toe- gevoegd. Voor de soorten op die lijst gelden strenge regels, voor de gemeente Rucphen zijn de volgende van belang:
- -
Een verbod op de invoer, de verkoop, de teelt, het gebruik, het uitzetten enz. van de schadelijkste exoten;
- -
Wanneer een EU-land een verboden soort opmerkt, moet het onmiddellijk maatregelen nemen om de verspreiding ervan tegen te gaan. De hele bevolking moet helpen om de aanwezigheid van deze soorten te melden;
- -
De EU-landen moeten maatregelen nemen verboden soorten die al wijd verspreid zijn, of dat worden, onder controle te houden. Deze regels gelden voor alle soorten op de lijst. Niet alle soorten op de lijst komen ook daadwerkelijk in de gemeente Rucphen voor. De soorten die op dit moment voorkomen zijn: Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) en Japanse duizendknoop (Fallopia japonica).
De gemeente is verplicht deze planten te verwijderen wanneer deze zich op haar grondgebied bevinden.
2.2 Beleidskaders
Het beleid ten aanzien van het Rucphense groenbeheer wordt mede bepaald door eerder vastgestelde visies en plan- nen. Hierin zijn met name de toekomstvisie, structuurvisie, een groenstructuurplan en het boombeleid van belang. De relevante onderdelen worden hierna kort toegelicht.
Visie Groenbeleid (2008)
Dit visiedocument Groenbeleid Rucphen maakt inzichtelijk op welke wijze invulling wordt gegeven aan groen in de gemeente. Het openbaar groen wordt hierin geanalyseerd op basis van beheer, kwaliteit en kwantiteit. Het schept hiermee kaders voor verdere ontwikkeling van het openbaar groen.
Groenstructuurplan gemeente Rucphen(2009)
Het doel van het Groenstructuurplan is om een duurzaam frame aan te leggen en zodoende de landschappelijke dooradering van de kernen te bewerkstelligen. Daarnaast om groenvoorzieningen binnen de kernen in te zetten als belangrijke drager van de ruimtelijke structuur. Gewenste kwantiteit en kwaliteit zijn hierin verankerd.
Met de vaststelling van Groen R worden de Visie Groenbeleid en het Groenstructuurplan gemeente Rucphen geactualiseerd.
Structuurvisie landschap (2012)
Deze structuurvisie heeft het primaire doel economische activiteiten in het buitengebied bij bouw- en gebruiksaanvragen te koppelen aan de zorg om kwaliteit van het landschap conform het ‘Kwaliteitsverbetering van het landschap’ principe uit de provinciale Ruimtelijke Verordening. Onderdeel van de structuurvisie is het landschapsontwikkelingsplan (LOP). Hierin wordt het ideaalbeeld van het Rucphense landschap geschetst. Het LOP wordt in 2022 geactualiseerd.
Toekomstvisie Puur Rucphen 2030 (2015)
Deze toekomstvisie is een raamwerk voor de toekomst van Rucphen en dient als kader voor de ruimtelijke en maatschappelijke structuurvisies. Het samenhangend geheel van deze documenten vormt de integrale toekomstvisie.
Binnen de vijf perspectieven biedt het perspectief ‘aantrekkelijk wonen’ het kader voor de herziening van het groenbeheer. De belangrijkste opgave is het verbeteren van de uitstraling van onze kernen. Door de relatie met het buitengebied te herstellen gaan deze weer onderdeel uitmaken van de landelijke omgeving. Het landschap en de natuur worden de kernen in gebracht zodat dit weer onderdeel uitmaakt van de dagelijkse woonomgeving. We doen dit door het terugbrengen van het groen: groenedooradering, een groen hart en groene randen.
Duurzaamheidsvisie (2019)
Voor onze gemeente staat duurzaamheid voor verantwoord omgaan met behoeften van huidige en toekomstige generaties en voor het nemen van besluiten met het oog op een toekomstbestendige gemeente. Wij streven ernaar economie, ecologie, leefbaarheid en veiligheid met elkaar in balans te brengen. De Visie Duurzaamheid is de basis voor de Duurzaamheidsagenda met daarin opgenomen een meerjarenprogramma en een jaarlijks uitvoeringsplan.
BOOM | Boombeleid gemeente Rucphen (2021) Het boombeleid streeft de komende jaren naar eenduurzame ontwikkeling van het bomenbestand. Het behouden en versterken van de boomstructuur, het vergroten van de biodiversiteit en klimaatadaptief maken van onze gemeente zijn daarbij uitgangspunt. Dat bomen pas over enkele tot tientallen jaren volgroeid zijn wordt niet uit het oog verloren. Het proces van ontwikkeling stopt dan ook niet na oplevering, maar loopt door in de beheerfase. Goede borging en waardering in de vorm van de groene kaart zorgt naast goed beheer en onderhoud voor een up-to-date overzicht van de kwaliteit van ons bomenbestand. De groene kaart met waardevolle bomen wordt in 2022 geactualiseerd.
3 Bouwstenen & Opgaven
Om te komen tot Groen R zijn de volgende zes bouwstenen van belang. De bouwstenen geven inzicht in de verschillende verschijningsvormen en relaties van groen. Het geeft per bouwsteen de huidige situatie weer en daarnaast ook de noodzakelijke opgaven. De bouwstenen zijn:
- -
Groen en identiteit
- -
Groen en natuur
- -
Groen en de gezondheid
- -
Groen en klimaatadaptatie
- -
Groen en de CO2 opgave
- -
Groen en de landbouw
3.1 Groen en identiteit
Inleiding
In de gemeente Rucphen zijn de verschillende landschappen en bijhorende ontginningen bepalend geweest voor de ontwikkeling van de kernen. Landschappelijkestructuren en kenmerkend groen zijn op vele plekken nog
herkenbaar binnen de dorpen. Ook in het landelijk gebied zijn tal van historisch kenmerkende structuren aanwezig. Deze elementen kunnen bijdragen aan de groene dooradering van de kernen en een aantrekkelijk landelijk gebied. Ook vertellen ze het verhaal van onze gemeente en zorgen ze voor betekenis en verbondenheid. Onze gemeente is continu in ontwikkeling en kent een aantal grote opgaven die relatiehebben met groen in de kernen en het landschap. Het is de opdracht om de grote opgaven met zorgvuldigheid in te passen met respect voor de huidige identiteit en kwaliteiten. Daarnaast biedt het ook kansen om kwaliteit toe te voegen.
Huidige situatie
Rucphen, de geschiedenis van een landschap
Rucphen is een landelijke en groene gemeente, waar de landbouw een economisch belangrijke functie heeft en bovendien een belangrijke beheerder is van het buitengebied. Geurige bossen, mooi landschap, ambachtelijke streekproducten en grensverleggende sportactiviteiten zijn de kernkwaliteiten van het buitengebied van de gemeente Rucphen. Aanvullend hier aan staan de no-nonsens dienstverlening en het authentieke ondernemerschap hoog in het vaandel bij haar inwoners. Om te komen tot het Rucphen van nu zijn enkele aspecten van belang geweest.
Het ontstaan van de gemeente Rucphen
Gemeente Rucphen was hoofdzakelijk bedekt met veenlagen, die moerassig en ontoegankelijk waren. Bepalend voor de ontginning en de ontwikkeling van de gemeente is de turfwinning geweest. Na 1250 was voor de in Vlaanderen groeiende stadsbevolking en voor de stedelijke nijverheid steeds meer brandstof nodig. Het veen werd afgegraven, gedroogd, in turven gesneden en per boot afgevoerd.
Het vervoer gebeurde in speciaal gegraven kanaaltjes, moervaarten genoemd en werden vervolgens met grotere schepen over de hoofdkanalen naar de steden vervoerd. Rucphen bevatte een fijnmazig vaartenstelsels, waarvan de resten nog steeds herkenbaar zijn. Nadat het veen was weggegraven, bleven de onderliggende zandgronden over.
De veenafgravingen bij Zegge werden spoedig gevolgd door landbouwontginningen. Er ontstond een vestigingspatroon van boerderijzwermen. De wat hogere gronden waren niet overal geschikt als landbouwgrond. Daar waren slechts kleine vruchtbare landbouweilandjes gelegen te midden van heidevelden, afgegraven moeren en andere “woeste gronden”. Rucphen, St. Willebrord en Sprundel zijn rondom deze landbouweilandjes ontstaan. De heidevelden werden gebruikt voor het weiden van schapen. Soms was de beweiding zo intensief, dat plaatselijk de wind vat kreeg op het losse zanden zandverstuivingen ontstonden.
In de achttiende en negentiende eeuw werden delen van de heidevelden ontgonnen. Het gebruik van de heide als weidegebied voor schapen werd omgezet in een voor die tijd winstgevender gebruik: houtteelt. Plantages werden aangelegd, ontsluitingswegen gerealiseerd en gebieden werden ingeplant met bomen. De toen gemaakte indelingen zijn thans nog te onderscheiden in de Rucphense bossen. Kenmerkend voor Rucphen van nu is de concentratie van de bebouwde gebieden.
In de noordoostelijke hoek van de gemeente vormen de dorpen Rucphen, St. Willebrord en Sprundel één stedelijke driehoek. Zegge bevindt zich in de uiterste noordelijke punt van de gemeente en wordt van het overig gemeentelijk grondgebied afgesneden door de spoorlijn Breda-Roosendaal en de snelweg A58. Deze stedelijke concentratiegebieden hebben als gevolg dat het overige deel van de gemeente uit aaneengesloten natuur- en landbouwgebied bestaat met als enige onderbreking het dorp Schijf.
Bos, bomen en heide: landschap
De gemeente Rucphen kent één van de mooiste natuurgebieden van West Brabant, de Rucphense Bossen. In de natuurgebieden is de historie van het landschap duidelijk waarneembaar zonder dat de gebieden intensiefzijn aangetast door forse stedelijke ontwikkelingen. Het gebied dat is gevormd door turfwinning, houtindustrie en landbouw is nu getransformeerd naar een uitgestrekt landschap, maar door het samenspel van turfvaarten, bossen, heide en landbouw gevarieerd. De gemeente kent een uitgebreid wandel-, fiets- en ruiterpadennetwerk waar niet alleen de bezoekende toerist veelvuldig gebruik van maakt maar ook de uitwaaiende stedelingen uit een groot deel van West Brabant. In het merendeel van de gemeente Rucphen kan men nog genieten van rust, ruimte en eenvoud. Naast de extensieve recreatie zijn eveneens enkele intensieve recreatieterreinen gelegen in het buitengebied van Rucphen. De Binnentuin en de Heemtuin vullen het recreatieve programma van de gemeente aan.
Landbouw
Landbouw was en blijft een belangrijk positie in de gemeente innemen. Naast het feit dat een significant deel van het gemeentelijk areaal in gebruik is als landbouwgrond is het eveneens belangrijk voor de werkgelegenheid. In Rucphen gaat het dan hoofdzakelijk om de graasdier- en detuinbouwsector. De agrarische sector in Rucphen kenmerkt zich door het relatief grote aantal veehouderijen waarvan veel bedrijven met zowel een grondgebonden- als eenintensieve tak. Tevens bevinden zich in Rucphen relatief
veel aardbei- en boomteeltbedrijven. De landbouw staat midden in een startfase van een transitie die meer aansluit bij de ontwikkelingen op het gebied van klimaat enduurzaamheid. Dit biedt kansen voor een vergroening van het buitengebied.
Het landschap van Rucphen in hoofdlijnen
Landschap heeft betrekking op de onderlinge samenhang van elementen in een bepaald gebied en op de samenhang tussen dat gebied en het gebruik daarvan. Landschap heeft ook te maken met de afleesbaarheid van die samenhang. Ook de ontstaansgeschiedenis van het landschap speelt een rol in het gebruik en de beleving van het landschap. In lijn van het Landschapsontwikkelingsplan gaat dit groenbeleid uit van de stelling dat mensen landschap maken en dat hunhandelingen het uiteindelijke beeld bepalen.
Rucphen is een landelijkeen groene gemeente, waar de landbouw een economisch belangrijke functie heeft en bovendien een belangrijke beheerder is van het buitengebied. Binnen de gemeente springen de twee beboste dekzandruggen het meest in het oog, namelijk de dekzandrug van de Molenheide en die van de Rucphense Bossen. Deze laatste loopt in het zuiden door over de grens met België en in het noorden tot voorbij Bosschenhoofd. Ter hoogte van De Wildert en Zwaantjesstee zijn de bossen onderbroken. De dekzandruggen hebben naast een recreatieve en ecologische betekenis ook een belangrijke infiltratiefunctie voor de waterhuishouding van het gebied.
De Schijfse Vaart loopt als opvallend lijnvormig element van noord naar zuid tussen de twee dekzandruggen door. Deze vaart is net als de andere vaarten binnen de gemeente een overblijfsel van de turfwinning, die een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van dit deel van Brabant.
Rondom de besloten dekzandruggen liggen vrij open ontginningsgebieden die grotendeels nog in agrarisch gebruik zijn. De noordkant van de gemeente bestaat deels uit jonge, vrij rationeel verkavelde en openontginningsgebieden. Dit zijn het gebied rond Zegge en
het gebied direct ten zuiden van de snelweg. Verder vallen de gebieden ten zuiden en zuidoosten van de Molenheide en de Heipolder ten westen van de Rucphense Bossen hieronder. Daarnaast zijn er delen die gekarakteriseerd kunnen worden als jonge, meer besloten ontginningen.
Deze worden door hun beslotenheid wat minder intensiefbenut voor agrarische doeleinden, maar bieden wel uitgangspunten voor andere functies zoals recreatie. Het betreft hier met name het gebied rond Zwaantjesstee en De Wildert. Ten zuiden van de kern Rucphen is grotendeels sprake van oude, besloten zandontginningen, die minder rationeel en kleinschaliger verkaveld zijn. De Oude Zoek heeft met zijn ronde vorm en rationeel verkavelde structuur, maar ook door de specifieke waterhuishouding, een geheel eigen uitstraling.
Opgaven
Behoud, versterking en herstel van waarden die de identiteit bepalen
Elementen die de identiteit bepalen van een gebied dienen voor de toekomst versterkt te worden. Door ze beter te beschermen enerzijds planologisch, anderzijds door richtlijnen voor goed beheer, onderhoud en herstel van groene kenmerkende landschapselementen op te stellen. Belangrijk hierbij is blijvend te investeren in onderhoud, beheer en herstel van de meest kenmerkende parken en plantsoenen, structuren, elementen en gebieden.
Participatieprojecten van en/of met omwonenden of vrijwilligers kunnen bijdragen aan een bredere maatschappelijke betrokkenheid bij (het onderhoud van) het groen. Kennisoverdracht kan hierbij een belangrijke rol spelen, bijv. over biodiversiteit, lokale planten of het versterken van flora en fauna.
Karaktervol groen raamwerk
Het landschap en de dorpen zijn continu in verandering. De druk op de woningmarkt blijft onverminderd groot. De komende jaren worden de dorpen uitgebreid met woonwijken en –buurten. Daarnaast worden er in het buitengebied nieuwe woningen gebouwd of boerderijen getransformeerd naar woningen. In deze gebieden verandert de identiteit van groen en landschap sterk. We willen er bouwen aan een nieuw raamwerk. Centraal daarin staan het robuust maken van groenstructuren, deze toevoegen aan het bestaande netwerk en het geven van betekenisaan deze structuren als uitloopgebieden voor inwoners.
3.2 Groen en natuur
Inleiding
De gemeente Rucphen heeft fraaie natuur in huis. Verschillende gebieden en landschapselementen in de gemeente maken deel uit van het nationale netwerk van beschermde natuurgebieden het zogenaamde NatuurNetwerk Nederland (NNN, in Noord Brabant wordt dit het NatuurNetwerk Brabant (NNB) genoemd). Meest in het oog springend zijn de Rucphense Bossen en net over de gemeentegrens de Pannenhoef en de Oude Buisse Heide.
We kennen drieschaalniveaus van natuur in onze gemeente:
- -
Puur natuur; de grootschalige natuur in het buitengebied. Dit zijn de natuurgebieden zoals de Rucphense Bossen, EVZ’s en de landschapselementen. Zij zijn de slagaders.
- -
Buurt- en wijknatuur; zijn de parken en plantsoenen en lanen. Zij vertegenwoordigen de aders in het systeem.
- -
Huis- en tuinnatuur; de haarvaten. Deze zijn cruciaal in een gezond systeem en kunnen worden versterkt door tuinen te ontharden en gevels te vergroenen.
Ook in de bebouwde omgeving is natuur aanwezig. Natuur en biodiversiteit zijn van groot belang; dit draagt namelijk bij aan een goed leefklimaat. Daarnaast heeft het ook een economisch belang. Zo hebben bijvoorbeeld insecten een essentiële rol in de voedselketen en de voedselproductie.
De natuur is echter kwetsbaar. De biodiversiteit neemt om diverse redenen af door onder andere verstedelijking, een veranderend landgebruik en klimaatverandering. Ook het toepassen van het juiste beheer heeft invloed op de biodiversiteit. Behoud van de topnatuur en het herstel van de biodiversiteit vraagt dan ook om een brede aanpak en samenwerking.
Huidige situatie
De gemeente kent een duidelijke natuurkern in de vorm van de Rucphense Bossen. Een uitgestrekt bosgebied, dat door zijn ontstaansgeschiedenis, solitair ligt in een agrarisch landschap. Door EVZ’s wordt het gebied verbonden met enkele kerngebieden zoals de Molenheide en het gebied rondom de Heimolen.
Onze bermen beheren we op ecologische basis. De komende jaren worden deze omgevormd van grasstroken tot natuurlinten. Deze natuurlinten zijn een leefomgeving voor bestuivers en vormen zo de solide basis voor Rucphen Zoemt en het Bijenlandschap West Brabant.
We koesteren steeds meer de vergeten natuur in de kernen. Soorten als vleermuizen, zwaluwen, eekhoorns, huismussen en egels zijn ondergewaardeerd, maar krijgen dankzij verschillende initiatieven de aandacht die zij verdienen. We werken mee aan deze initiatieven en bouwen deze de komende jaren verder uit.
Opgaven
Het realiseren van het natuurnetwerk
Stap voor stap bouwen we in het landschap verder aan een robuust ecologisch netwerk gebaseerd op de gebieden en EVZ’s aanwezig binnen het NNB. De resterende EVZ’s dienen uiterlijk in 2027 gerealiseerd te zijn. We verbinden de Rucphense Bossen via Landgoed Visdonk met het dal vande Molenbeek en vanuit hier verder met de Brabantse Wal, via de Heimolen met de boscomplexen rondom Bosschenhoofd en via de Oude Zoek verbinden we de Rucphense Bossen met de boscomplexen nabij Horendonken met de Pannenhoef en Oude Buisse Heide.
Het realiseren van een cascolandschap
Naast de realisatie van het natuurnetwerk bouwen we binnen onze gemeente aan het zogenaamde cascolandschap. Een grofmazig netwerk van landschapselementen en groene erven die het landschap dooraderen. Het cascolandschap vertelt het verhaal van het landschap op een eigentijdse manier. Het zorgt voor de nauwe verbinding tussen het natuurnetwerk en de groene dooradering van de dorpen.
Binnen het cascolandschap wordt ingezet op het herstel en onderhoud van cultuurhistorische landschapselementen. Ze dragen in sterke mate bij aan de identiteit van ons landschap, ze versterken door hun leeftijd de biodiversiteit en kennen daarnaast een recreatieve waarde.
Verbetering van de planologische bescherming van de natuur en de handhaving hierop
Veel natuurgebieden en landschapselementen zijn al planologisch beschermd in het bestemmingsplan. Dit wordt verder bestendigd waarbij heldere compensatie afspraken worden vastgelegd. Actieve handhaving draagt er toe bij dat illegale kap van landschapselementen voorkomen wordt.
Ecologische kwaliteit woonomgeving
Binnen de kernen zetten we in op een fijnmazig natuurnetwerk. Het netwerk draagt bij aan (en is onderdeel van) de groene dooradering van de dorpen. In de directe woonomgeving, op het niveau van huis-, tuin- en keukennatuur, koersen we ook op (herstel van) verbetering van de ecologische kwaliteit. We stimuleren onze inwoners om hun eigen omgeving te vergroenen en geschikt te maken voor biodiversiteit. Beheermaatregelen zijn belangrijk voor het behalen van een kwalitatieve ecologische structuur. Monitoring is van belang om de kwaliteit van de ecologische structuur te kunnen bepalen.
3.3 Groen en gezondheid
Inleiding
We worden steeds ouder en het is de bedoeling dat we langer thuis blijven wonen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de aanwezigheid van groen een positief effect heeft op de gezondheid en gezonder ouder worden. Zo draagt groen bij aan het herstel van stress, het tegengaan van depressies en angststoornissen en draagt het bij aan een optimale ontwikkeling van kinderen. Elk extra uur meer buitenspelen vermindert de kans op overgewicht bij kinderen met 25%. Groene schoolomgevingen nodigen uit tot meer bewegen en betere schoolprestaties, en op groene schoolpleinen wordt minder gepest. Groen zet aan tot sociaal contact en kan stimuleren tot bewegen. Meer groen kan ook mogelijke gezondheidseffecten opvangen die worden veroorzaakt door het veranderende klimaat.
Langdurige hitte veroorzaakt met name onder meer kwetsbare groepen in onze samenleving meer ziekenhuisbezoek en vroegtijdige sterfte. Daarom is groen ook van groot belang voor het bevorderen van de gezondheid van onze huidige en toekomstige inwoners.
Huidige situatie
Groen is in verschillende soorten en maten aanwezig in onze gemeente. Ieder dorp kent een park als groen hart en de dorpen zijn omgeven door een aantrekkelijk landelijk gebied. Er zijn echter relatief weinig plantsoenen en bomen in de straat. De meeste inwoners wonen dan ook op meer dan 300 meter van een ‘groene long’. Met name de nabijheid van het landschap en in het bijzonder de Rucphense Bossen zorgen voor het gevoel dat groen in de woonstraten niet nodig is.
Nabijheid van groen in de woon- en werkomgeving
In de voorbereiding van recente civieltechnische opgaven is de bewoners gevraagd wat zij belangrijk vinden in hun omgeving. Aangegeven wordt dat zij naast een goed onderhouden straat, verkeersveiligheid en voldoende verlichting ook een groene woonomgeving belangrijk vinden. Een onderzoek van de Wageningen Universiteit naar Groene buurtinitiatieven ondersteunt dit. Uit dit onderzoek blijkt dat bewoners veel waarde hechten aan groen in de nabijheid, mits goed onderhouden. De aantrekkelijkheid en schoonheid van het groen vinden bewoners het meest belangrijk.
De aanwezigheid van groen in de nabijheid draagt onder andere bij aan een goede leefkwaliteit. Het is lastig om aan te geven wanneer er voldoende groen is. Wel kunnen we opmaken hoeveel groen er is in de gemeente en wat groene gebieden en minder groene gebieden zijn. Uit onze gegevens blijkt dat elke inwoner gemiddeld 22 m2 groene openbare ruimte (binnen de kernen) tot zijn beschikking heeft. Het landelijk gemiddelde, volgens de Antea Benchmark 2015, ligt op 43 m2 groene openbare ruimte. We hebben ruim 14.280 gemeentelijke bomen in laanbeplanting, boomgroepen en als solitaire bomen in straten en parken. Wanneer het aantal publieke bomen tegenover het aantal inwoners (circa 23.250) wordt afgezet, komt het gemiddelde uit op 0,6 boom per inwoner. Het landelijke gemiddelde, volgens de AnteaBenchmark 2015, ligt op 0,5. Er moet voor onze gemeente een onderscheid gemaakt worden tussen bomen binnen de bebouwde kom en buiten de bebouwde kom. Van de gemeentelijke bomen staat ruim 40% binnen de kom.
Hierdoor zijn er relatief weinig bomen binnen de kernen die bijdragen aan een groene leefomgeving. Het gemiddelde ligt hierbij zelfs op 0,23 boom per inwoner.
Gezonder ouder worden
De dorpen zijn gezond als er schone lucht is en schoon water en wanneer de CO2 -uitstoot laag is. Gezonde dorpen hebben veel groen, met ruimte om te sporten en te bewegen, elkaar te ontmoeten, veilige fiets- en wandelroutes, vormen een economisch sterke en sociale gemeente waar iedereen meedoet: kernwaarden die bijdragen aan het gezonder ouder worden van onze inwoners. Om meer gebruik te maken van het groen wordt aangegeven dat dit sociaal-veilig moet zijn, toegankelijk, en een hoge kwaliteit heeft doordat het schoon en goed onderhouden is en er genoeg te doen en te beleven valt.
Een bewegende gemeente
Bewegen is essentieel voor onze gezondheid en ons welbevinden. Het besef groeit dat beweging voor ons lichaam en onze geest minstens zo belangrijk is als voeding. De effectiviteit op gezondheid en welbevinden ligt juist in dagelijks en gevarieerd bewegen; van intens tot ontspannen, van doelgericht tot onbewust. Er is maar één plek ideaal om aan deze bewegingsbehoefte te voldoen: de openbare ruimte. Hier heb je immers alle aanleiding om je te bewegen; winkelen, boodschappen doen, sporten, cultuur opsnuiven, rondkijken, ontspannen, ontmoeten, et cetera. Allemaal aanleidingen om lichamelijk bewegen tot een natuurlijke, vanzelfsprekende zaak te maken.
Groenparticipatieprojecten
Groen in de nabijheid wordt door inwoners het meeste gewaardeerd en zorgt voor een hoge mate van betrokken- heid. In de gemeente zijn al veel projecten die de nabijheid van groen vergroten of waarbij inwoners het initiatief kunnen nemen voor het opzetten van eigen groenprojecten. Het uitgangspunt hierbij is dat de (groene) openbare ruimte de plek is waarop alle initiatieven moeten kunnen landen.
Opgaven
Verbeteren toegankelijkheid buitengebied
Het is van belang de dorpen te verbinden met het buitengebied. Dat gebeurt door groene verbindingen bestaande uit wandel- en fietspaden. Het bereikbaar maken van het landelijk gebied en het kunnen ervaren van het landschap in onze gemeente, moet zorgvuldig gebeuren en betreft maatwerk. In grote delen van het landelijk gebied voeren waarden als rust en stilte de boventoon. Recreatief gebruik vindt altijd plaats in samenhang met die waarden.
Toevoegen van aantrekkelijke groengebieden
We voegen nieuwe plantsoenen toe binnen de bebouwde omgeving. Nieuwe ontwikkelingen zijn groen. Ze kennen een groen hart en een duidelijke boomstructuur. Spelen in het groen is binnen alle ontwikkelingen een vanzelfsprekendheid. Daarnaast streven we naar het creëren van dorpsbossen en landschapsparken bij de kernen. Als groene tegenhanger van de bebouwde omgeving. Ze kennen naast een functie voor sport, spelen en recreatie ook een ecologische waarde.
Verbeteren gebruik en groen in woonomgeving
We zetten in op meer groen in de directe nabijheid van inwoners. Zij vinden het belangrijk dat het groen aantrekkelijk is en goed onderhouden wordt. We schakelen het groenbeheer aan onze ambitie om meer groen aan te bren-gen. Daarnaast is de gebruikswaarde van het groen van be- lang. Groen nodigt uit tot ontmoeting, zorgt ervoor dat je gaat bewegen of dat je even tot rust kunt komen. Het vergroenen van de buurt doen we samen met de inwoners.
Focus op gezondheid
Het groen wordt ontwikkeld met het oog op gezondheid. Samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties de wijken vergroenen zodat het bijdraagt aan het gezond ouder worden en aan speel en ontwikkelgelegenheden voor kinderen.
3.4 Groen en klimaat
Inleiding
Het KNMI heeft langdurig onderzoek gedaan naar het weer in Nederland en is tot de conclusie gekomen dat het klimaat verandert. Concreet houdt dat de volgende scenario’s in:
- -
Het wordt warmer: de jaargemiddelde temperatuur in Nederland stijgt tot 2050 met 1 tot 2,3 graden Celcius;
- -
Het wordt droger: de hoeveelheid neerslag neemt in de zomer sterk af: 8 procent tot 13 procent minder in 2050 dan nu. Zomers met al weinig neerslag zijn nog droger;
- -
Er zijn meer extreme weerssituaties: in 2050 ligt de jaargemiddelde hoeveelheid neerslag 2,5 tot 5,5 procent hoger dan nu. Dit vindt plaats in neerslagextremen, dat betekent meer en fellere buien, maar ook toename van hagel en onweer.
Het groen zal ook blootgesteld gaan worden aan de effecten van klimaatverandering, maar kan juist ook een bijdrage leveren om de effecten van klimaatverandering te verzach-ten. Zo kan groen bijdragen aan verkoeling van woningen en de openbare ruimte. Ook kan het de afvoer van regenwater vertragen. We streven een klimaat adaptieve ingerichte openbare ruimte na. Dat is niet genoeg. Ook inwoners en ondernemers hebben een rol om de effecten die zij ondervinden van klimaatverandering voor zichzelf te verzachten.
Huidige situatie
In het kader van het meest zichtbare gevolg van klimaatsverandering is in maart 2020 een enquête over wateroverlast onder onze inwoners uitgezet. De enquête geeft inzicht hoe onze inwoners tegenover dit onderwerp staan en wat hen hierover bezig houdt. Als oplossingen worden genoemd: minder bestrating en meer groen en het meer aanbrengen van sloten, wadi’s en retenties. Onze inwoners voelen zich zelf ook verantwoordelijk om maatregelen te treffen, maar redenen om dit niet te doen zijn vaak financieel van aard.
Verwachte effecten
De samenwerkende partners in de Water- en klimaatkring De Baronie hebben gekozen voor en gezamenlijke uitvoering van de stresstesten. Deze testen zijn uitgevoerd op basis van de richtlijnen vanuit het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA).
Het DPRA gaat uit van de methodiek ‘weten, willen, werken’. Met andere woorden: het in beeld brengen van de kwetsbaarheden (weten), het zoeken naar oplossingen (willen) en het ten uitvoer brengen van deze oplossingen (werken).
- -
Het wordt natter: voor de gemeente Rucphen geldt dat de dorpen Rucphen, Sprundel en St. Willebrord gevoelig zijn voor wateroverlast. Dit zijn de grootste dorpen en daar is in verhouding ook veel verharding aanwezig waardoor het water niet weg kan;
- -
Het wordt warmer: voor de gemeente Rucphen geldt dat St. Willebrord het meest gevoelig is voor hittestress. Dit komt door het dichtbebouwde, verharde karakter met relatief weinig groen en weinig mogelijkheden voor verkoeling;
- -
Het wordt droger: uit de lokale stresstesten komt naar voren dat het buitengebied van Sprundel en Schijf (zuidzijde gemeente) zeer gevoelig is voor droogte;
- -
Overstromingen: een bijzonderheid is het (zeer kleine) risico op overstromingen. In extreme weerssituaties kunnen de beekdalen en laagten ten zuiden van Sprundel en Schijf vollopen.
Hittelint
Het hittelint Roosendaal - Breda is een hoger gelegen schakeling van verstedelijkte zandruggen. Door de droogte warmt deze zandbodem op en zorgt voor meer warmte uitstraling. Dit wordt versterkt door de grote dakoppervlakten en verhardingen op de bedrijventerreinen en in de kernen. In de overheersende zuidwestelijke windrichting zal er een stapeling van warmte ontstaan hetgeen in oostelijke richting tot steeds meer hitteoverlast zal leiden.
De beekdalen tussen Rucphen – Etten Leur – Breda hebben een koelende en daarmee hitte-reducerende werking. Deze vitale klimaatzones staan echter onder druk door de ontwikkeling van bebouwing in de vorm van woningen, woonwijken en bedrijventerreinen.
Door ons grote buitengebied spelen wij een belangrijke rol in de afkoeling van de regio. Dat betekent niet dat we op kleine schaal in onze dorpen geen uitdagingen hebben op het gebied van hitte. Naarmate de kern groter is, is dit effect groter. Het verschil in temperatuur kan van 2 tot 5 graden Celsius oplopen.
Klimaat robuuste openbare ruimte
Binnen de kernen zijn zogenaamde ‘hitte-eilanden’ (in bebouwd gebied) aanwezig. Bij een goed aanbod van relatief koele plekken in onze openbare ruimte hebben onze bewoners op hete zomerdagen een uitwijkmogelijkheid. Zeker voor kwetsbare groepen, zoals ouderen en kinderen, draagt dit bij aan een aangename leefomgeving en minder gezondheidsklachten. Van belang hierbij is een gemiddelde loopafstand vanuit de woning. Dit is voor een gezonde oudere ongeveer 300 meter (in ongeveer 5 minuten te lopen). Een koelteplek is gedefinieerd als een gebied van minimaal 200 m2 met een lagere gevoelstemperatuur dan in het stedelijk (versteend) gebied.
Onze kernen kennen binnen deze uitgangspunten relatief weinig groene uitwijkmogelijkheden. Er ligt hierbij een opgave om meer plekken hiertoe in te richten en deze onderling te verbinden met elkaar. Een belangrijk aandachtspunt is de aantrekkelijkheid van deze gebieden.
Risico’s voor het groen
Door een droger en warmer klimaat zijn er ook negatieve effecten voor het groen zelf te verwachten. Zo zal er schade ontstaan aan natuur doordat oppervlakte- en grondwaterpeilen zakken. Groenvoorzieningen binnen de kernen zullen ook schade ondervinden door droogte: gewoon gazon sterft af, jongere bomen redden het vaakniet en monumentale bomen krijgen het moeilijk. Er is een toenemende kans op natuur- en bermbranden en het warmere klimaat kan andere ziekten, plagen en exoten met zich meebrengen. Tot slot kan droogte ook schade toebrengen aan de landbouw doordat oogsten (gedeeltelijk) verloren gaan.
We zien ook vaker extremere weersituaties ontstaan. Er komen meer stormen voor en zwaardere regen- en hagelbuien. Dit brengt ook schade toe aan gewassen en leidt tot meer stormschade zoals omgevallen bomen. Tenslotte leiden korte maar steeds heftigere buien in de toekomst mogelijk tot meer wateroverlast locaties. Met mogelijk toenemende schades aan vastgoed en een verminderende bereikbaarheid tot gevolg.
Opgaven
Aanleg van koeltenetwerken in en om de kernen
We realiseren koeltenetwerken binnen en om de kernen zodat een schaduwrijke plek nooit ver weg is. De plekken worden onderling verbonden door middel van groene routes. De routes verbinden tevens de kernen met het groene en koelere buitengebied.
Bij een robuuste koelteplek kan gedacht worden aan de realisatie van een Gedenkbos en/of CO2-bos. Naast een plezierige plek om te verblijven biedt dit ook de kans voor participatie en educatie.
Elke (her)inrichting is zoveel mogelijk klimaatadaptief
Bij elke (her)inrichting gaan we meer vanuit de klimaatopgave werken. We gaan ons groen- en bomenbestand klimaat adaptief en robuust maken. We zetten groene maatregelen in de openbare ruimte ook in om wateroverlast zoveel mogelijk terug te dringen. Op deze laatste manier vergroten we de sponswerking. We maken een selectie van groensoorten en bomen die het meest toekomstbestendig zijn in relatie tot het veranderende klimaat.
Focus op gebieden met hittestress en wateroverlast
Gemeentebreed pakken we plekken en gebieden met hittestress en wateroverlast aan. Vanuit hittestress binnen de kernen gaat het dan om gebieden waar verhoudingsgewijsveel ouderen wonen, de directe omgeving vankinderopvanglocaties, basisscholen en plekken waar veel inwoners samenkomen.
Programma’s voor vergroenen
We bouwen de mogelijkheden voor groenparticipatieprojecten verder uit. We richten ons meer en meer op het vergroenen van de directe leefomgeving en particuliere terreinen in wijken en dorpen. Daarmee is een koelteplek nooit ver weg en kan groen bijdragen aan het tegengaan van wateroverlast.
3.5 Groen en de CO2 opgave
Inleiding
We streven er naar om de komende jaren bewuster bezig te gaan met de CO2 opgave. Vanuit groen zien we deze ontwikkeling parallel aan de richtlijnen voor zonne- en windenergie. Het inzetten van groen, in de vorm van het aanplanten van bomen en landschapselementen, kan een belangrijke tool zijn om CO2 vast te leggen.
Huidige situatie
Klimaatakkoord
In het Klimaatakkoord is opgenomen dat gemeenten streven naar 1% meer bomen per jaar op Nederlands grondgebied. Het Rijk gaat met gemeenten in gesprek hoe dit concreet kan worden gemaakt en wat hier voor nodig is. Om het aantal bomen binnen de kernen te laten toenemen, nemen provincies in hun omgevingsvisies op dat aanplant van bomen verplicht onderdeel wordt bij realisatie van nieuwe wijken. Dat is zo afgesproken in het Klimaatakkoord.
Bomenstrategie
Binnen de ambitie om het gemeentelijk bomenareaal in 2030 met minimaal 1000 stuks te hebben doen groeien kijken we naar aanleg en versterkingen van EVZ’s enlandschapselementen. Daarnaast geven we actief invulling aan de realisatie van hoofd- en nevenstructuur van de boomstructuur en planten we aan op locaties zoals geïnventariseerd door de NatuurWerkgroep gemeente Rucphen.
We onderzoeken daarnaast welke locaties verder geschikt zijn voor de aanplant van extra bomen voor de opslag van CO2 . We zullen hierin zorgvuldig te werk gaan. Dat betekent dat we rekening houden met de kenmerken, kwaliteiten en belangen van onze landschappen. Naast de realisatie van het natuurnetwerk, dorpsbossen en landschapsparken zetten we ook in op het (weer) aankleden van landschappen via landschapselementen, groene erven en lanen.
We kiezen voor een bomenstrategie in plaats van een bossenstrategie. De bomenstrategie passen we ook toe binnen de kernen. Wanneer er binnen onze gemeentegrenzen nieuwe bossen worden gerealiseerd vindt afstemming plaats met alle betrokken stakeholders zoals o.a. het groene platform.
We streven naar multifunctionele bossen, die goed toegankelijk zijn voor recreanten, met een hoge biodiversiteit. Deze bossen mogen oud worden omdat ze dan een hogere biodiversiteit kennen en meer CO2 vastleggen.
Opgaven
Actieplan Bomenstrategie
We stellen samen met betrokkenen een concreet plan op om de komende jaren invulling te geven aan de bomenstrategie. Dit houdt in dat in 2030 het gemeentelijk bomenareaal met minimaal 1000 stuks is gestegen. Maar belangrijker nog
dat er invulling wordt gegeven aan de realisatie van dorpsbossen, landschapsparken, EVZ’s, landschapselementen en het aanplanten van bomen in de hoofd- en nevenstructuur van de boomstructuur.
3.6 Groen en landbouw
Inleiding
De landbouw staat in de schijnwerpers. De intensivering van de landbouw, de impact van het huidige systeem op de biodiversiteit, voedselveiligheid en lokaal geproduceerd voedsel zijn dagelijks in het nieuws. De agrarische sector staat aan de vooravond van een transitie. Het Rijk zet in op een kringlooplandbouw in 2050 via toename van areaalnatuur op landbouwgronden tot 5% in 2030. Deze transitie heeft grote gevolgen voor de agrarische ondernemers in onze gemeente. Hoe de transitie er uit gaat zien is nog onbekend. Elke transitie biedt kansen. Het is van belang om gezamenlijk de kansen te verkennen en te bepalen hoe we de transitie zo vormgeven dat onze agrarische ondernemingen een gezonde toekomst hebben.
Huidige situatie
In de gemeente Rucphen is landbouw goed vertegenwoordigd. In de gemeente zijn ongeveer 159 bedrijven gevestigd die ruim 3.572 hectare grond (55% van het grondgebruik in onze gemeente) tot hun beschikking hebben voor de uitoefening van agrarische activiteiten. Van de bedrijven heeft 97% cultuurgrond in gebruik.
Welvaart, welzijn en een goede toekomst zijn in hoge mate afhankelijk van een aantrekkelijk en vitaal platteland. Onze agrariërs zijn de beheerder van het grootste deel van ons buitengebied en voelen zich in hoge mate hier verantwoordelijk voor. Zij maken het landschap zoals we dat nu kennen. Enkele decennia geleden hebben ruilverkavelingen er voor gezorgd dat het kleinschalige landschap is getransformeerd naar een meer grootschalig productielandschap. Een landschap waarin de kenmerkende en vaak cultuurhistorische elementen tot relicten zijn verworden. We constateren dat veel agrariërs op locaties zitten waarbij bodem en omgeving uitdagingen geven.
Naast productie richten agrariërs zich steeds meer op neven- activiteiten, hierbij valt te denken aan toerisme, zorg (voor jong en oud), verkoop van producten direct vanaf de boerderij en energielevering. Deze verbreding in de landbouw is van een groot maatschappelijk belang. Het zorgt enerzijds voor vitale bedrijven maar veel meer ook voor een leefbaar platteland en een rijke samenleving.
Als gemeente richten wij ons in het landelijke gebied vooral op onze gemeentelijke (wettelijke) taken binnen de ruimtelijke ordening en het dagelijkse beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Daarnaast voeren we onderhoud uit aan wegen, bermen, groen en watergangen en doen we aan gladheidsbestrijding.
Opgaven
(Be)werkbaar landschap/ (be)leefbaar landschap
We zetten in op een multifunctioneel landschap. Waarin ambitie en traditie, werken en recreëren, cultuur en natuur met elkaar samen gaan. Een robuust groen casco versterkt de kenmerken van het landschap en is toegesneden op de wensen van de gebruikers van het landschap. Hiervoor werken we nauw samen met de leden van het groene platform, maar ook met de direct betrokken inwoners en gebruikers van het landschap. Natuurinclusieve landbouw kan daarbij een eerste stap zijn in een meer groene inrichting van het buitengebied. Diverse subsidieregelingen kunnen hierbij een stimulerende rol hebben.
Boeren, burgers en buitenlui verbinden
De activiteiten van agrariërs vinden plaats in het landschap.Grote delen van de landbouwgronden zijn niet toegankelijk waardoor het landschap in sommige gebieden moeilijk te beleven is. Gedeeltelijke openstelling van landbouwgronden kunnen bijdragen aan het ontsluiten van het landschap door er hier en daar dorpsommetjes aan te leggen. Samen met de beschikbaarheid van in de nabijheid geproduceerd voedsel. Het draagt bij aan het bewustzijn van hoe voedsel wordt gemaakt. Doordat agrariërs hun producten afzetten aan burgers en buitenlui, versterkt het de lokale gemeenschappen.
4 De principes van Groen R
In onze visie werken we aan de verbinding en de verbetering van het groen in de kernen en het buitengebied, met als doel een sterke groenstructuur.
De structuur moet bestaan uit een gevarieerd groenpalet van bloemen tot bomen, van rustige tot drukkere gebieden, van ecologisch groen tot speelgroen. Door het verbinden van groene gebieden ontstaan meer mogelijkheden voor dieren en voor planten om te leven en voor onze inwoners om daar van te genieten. Geleidelijk ontstaat zo in de publieke (en in de private) buitenruimte een samenhangend groen netwerk.
Die groenstructuur realiseren we door waardevol groen te behouden, groen toe te voegen waar dat kan en groen zo aan te leggen dat het een meerwaarde heeft voor mensen en dieren. We ontwikkelen de groene ruimte in onze gemeente met aandacht voor gezondheid, natuur, klimaatadaptatie en sociaal welzijn.
Een ruimtelijke visie voor de hele gemeente die gebaseerd is op de ruimtelijke kenmerken en rekening houdt met dynamiek en ontwikkelingen binnen de gemeente. Het groenplan is niet per definitie een blauwdruk maar geeft richting aan ontwikkelingen in het groen, en biedt kaders voor niet-groenprojecten.
Groen R bestaat uit de genoemde bouwstenen. Als we groene ruimtes toevoegen, verbeteren, beheren of ontwerpen, doen we dat door het inzetten van een aantal principes die de basis vormen onder deze visie. Alle vier zijn ze gericht op het doel van een leefbare gemeente voor mens en dier.
Principe 1 We zorgen voor genoeg en gevarieerd groen voor iedereen
Principe 2 We zorgen voor groen dat bijdraagt aan verschillende opgaven
Principe 3 De gemeente wordt natuurinclusief aangelegd en beheerd
Principe 4 Aan groen werken we samen
Principe 1
We zorgen voor genoeg en gevarieerd groen voor iedereen
Al onze inwoners kunnen genieten van voldoende groen.
We garanderen toegang tot een bepaalde hoeveelheid groene ruimte per inwoner. Hoeveel dat is, hangt af van het type groen.
- -
Als je je deur uitstapt zie je in je eigen buurt meteen groen tegen gevels, op straten en in plantsoenen. We maken de openbare ruimte groener waar we kunnen (“Groen, tenzij andere functies, zoals bijvoorbeeld verkeer, de groeiomstandigheden en de beheerbaarheid het onmogelijk maken”);
- -
Een netwerk van groene verbindingen verbindt de verschillende groene bouwstenen;
- -
Het groen in de dorpen is openbaar en voor iedereen toegankelijk, ook voor mensen met een fysieke beperking. Het kan zowel door de gemeente als door bewoners of bedrijven zijn aangelegd en/of worden onderhouden.
Principe 2
We zorgen voor groen dat bijdraagt aan verschillende opgaven
We kiezen voor eeninrichting en beheer, waarmee zo veel mogelijk waarden van het groen worden behouden, toegevoegd of versterkt. Het groen draagt op die manier maximaal bij aan verschillende opgaven.
Groen kan veel functies vervullen: wateropvang, hittedemping, verhoging van biodiversiteit en recreatie. Recreatie kent vele vormen, alle activiteiten die mensen doen om te ontspannen, in dit geval in het groen. Het gaat dan bijvoorbeeld om bewegen, spelen, sporten, tuinieren en elkaar ontmoeten. Al die functies vinden we belangrijk, omdat ze bijdragen aan een leefbare gemeente voor onze inwoners en dieren. Goede inrichting en beheer kunnen die functies ondersteunen en meer waarde geven. Daarom zorgen we bij het inrichten en beheren van het groen dat:
- -
Groen met minder kwaliteit wordt verbeterd, zodat het meer waarde heeft en bijdraagt aan verschillende opgaven. Zo kan een park bij de juiste inrichting en het juiste beheer een prettige plek zijn voor haar bezoekers en tegelijk waardevol zijn voor planten en dieren. Dus bijdragen aan gezondheid, sociaal welzijn en biodiversiteit;
- -
Nieuw groen bijdraagt aan de verschillende opgaven die op een plek het belangrijkst zijn, rekening houdend met de omgeving. De juiste inrichting en beheer zijn afhankelijk van de locatie en de behoefte van mens, dier en plant op die plek. Op plekken in de kernen met veel verharding, kan de toevoeging van groen optimaal bijdragen aan verkoeling en waterberging. Op andere locaties is eerder behoefte aan mogelijkheden om te spelen of sporten;
- -
Groen van goede kwaliteit behouden blijft en goed wordt beheerd.
Principe 3
De gemeente wordt natuurinclusief aangelegd en beheerd
Rucphen wordt aantrekkelijker voor diverse planten en dieren. We zijn een gemeente waar gebouwd, ingericht en beheerd wordt met respect voor de biodiversiteit.
De bebouwde omgeving kan rijk zijn aan vrij levende planten en dieren. Omdat een steeds groter deel van ons land bebouwd wordt, is het zaak om biodiversiteit in deze gebieden te vergroten. Daarnaast zijn sommige dieren en planten hiervan afhankelijk. De biodiversiteit in Rucphen is de laatste jaren gegroeid. Deze trend willen we voortzetten.
Het groen wordt zo ingericht en beheerd dat de biodiversiteit vergroot. Dit betekent dat we:
- -
Bij de aanleg of bij het opnieuw inrichten van de openbare ruimte kiezen voor natuurinclusieve bermen, parken, bos- en bosplantsoenen, graslanden, plantsoenen, straten en pleinen. Het toepassen blijft altijd maatwerk;
- -
Ecologisch beheren wordt buiten de dorpen de norm. Binnen de kernen wordt ingezet op een beheer wat de biodiversiteit versterkt en vergroot. Belangrijk is dat het past bij het gebruik van de openbare ruimte;
- -
Ook bij private tuinen en bedrijventerreinen zijn mogelijkheden om de biodiversiteit te verhogen.
Principe 4
Aan groen werken we samen
We werken samen met bewoners, ondernemers, woningbouwverenigingen, kennisinstellingen en andere organisaties in de regio aan het versterken van de groene structuur en de groene elementen in wijken en buurten.
Een groene en leefbare gemeente maak je met vele handen. We slaan graag de handen ineen met bewoners, ondernemers, woningbouwcorporaties, kennisinstellingen en andere organisaties, waaronder andere overheden. We moedigen onze inwoners, bedrijven en organisaties aan hun eigen buitenruimte, zoals tuinen en daken, groener te maken en te beheren. We werken samen en leren van elkaar bij het groener maken van de openbare ruimte. De gemeente geeft duidelijke kaders voor aanleg, onderhoud en beheer.
Binnen de gemeente werken we aan een sterke samenwerking omtrent het groen. Het delen van kennis met bewoners en partijen vinden we ook belangrijk. We zorgen dat de kennis die we opdoen bij het groener maken van de openbare ruimte toegankelijk wordt voor iedereen. We leren van elkaar en daarnaast kunnen volwassenen en kinderen zich nog verder ontwikkelendoor natuureducatie.
Door te beseffen welke rol planten in ons leven spelen wordt het plantenleven om ons heen steeds meer gewaardeerd.
Er zijn veel plekken in onze gemeente waar je kunt leren over de natuur, bijvoorbeeld de Heemtuin, de schooltuinen en de groene speeltuinen.
4.1 Wat gaan we doen
We willen een gemeente zijn waar iedereen in de directe omgeving thuis of op het werk zich kan omgeven in groen. Dat begint bij het gebouw en loopt via groene straten, plantsoenen en (wandel- en fiets)routes naar het buitengebied. Wat we daarvoor vanaf nu gaan doen is soms gericht op een bepaald groen element, en soms op alle groene elementen in onze gemeente.
We gaan het volgende doen voor alle groene elementen in onze gemeente:
Principe 1
We zorgen voor genoeg gevarieerd groen voor iedereen
- -
Minimaal 75m2 groene openbare ruimte per te ontwikkelen woning
We hanteren een groennorm van het toevoegen van 75m2 groene openbare ruimte bij de realisatie van een woning volgend uit een planologische procedure. Of het nu één woning betreft of een nieuwe wijk. Op basis van die norm gaan we aan de slag voor nieuw en/of beter groen in de dorpen. Nieuwe wijken worden vanaf de aanleg ingericht op basis van de groennorm, neergelegd in de beleidsregel groennormering;
- -
Groen, tenzij…
We voegen groen toe door bij ieder project of initiatief de mogelijkheden af te wegen om verharding te vervangen door groene ruimte. We werken dan vanuit het uitgangspunt ‘Groen tenzij’. Daarbij houden we rekening met de beschikbare ruimte onder de grond en de mogelijkheid om daar innovatief mee om te gaan;
- -
Kwaliteit door passend en goed beheer
Goed beheer is essentieel. Het beheer bepaalt uiteindelijk de kwaliteit van het park. Het beheer staat continu onder druk, door dat groen levend is. Onderzoeken hoe we het groen slimmer en beter kunnen beheren is een continu proces;
- -
Meer bomen door slimme ordening ondergrond
Het gebruik in de ondergrond bepaalt in het bebouwd gebied wat er bovengronds mogelijk is. We zullen slim omgaan met kabels en leidingen om ruimte te maken voor groen, bijvoorbeeld door kabels en leidingen plaatselijk in mantelbuizen aan te brengen. We maken daarover afspraken met nutspartijen bij nieuwe ontwikkelingen en grijpen kansen aan voor de aanpak van kabels en leidingen als straten open moeten;
- -
We verbinden groen met elkaar
We koppelen losliggende snippers groen, zowel binnen als buiten de dorpen, aan elkaar en realiseren samenhangend groen zodat er routes en rondjes ontstaan voor mens en dier;
- -
We ontwikkelen groene aantrekkelijke fiets- en wandelverbindingen langs cultuurhistorisch waardevolle lijnen om de dorpen en het landelijk gebied met elkaar te verbinden.
Langs die verbindingen planten we veel bomen aan met een grote soortendiversiteit, passend bij het landschap. Vooral soorten met een hoge ecologische waarde passen we toe. We kiezen voor kruidenrijke vegetaties in plaats van gemaaide gazons voor meer ecologische diversiteit, kleurrijkere routes en betere bestandheid tegen droogte.
De routes naar het landelijk gebied worden zo niet alleen aantrekkelijker, maar brengen zo ook een koeltenetwerk dat frisse lucht de dorpen in brengt;
- -
Groengebieden zijn goed bereikbaar
De bereikbaarheid van parken vergroten we door ze beter te verbinden met de omgeving. De parken worden aan wijken verknoopt via duidelijke groene straten waarover het prettig wandelen en fietsen is. Daarnaast vergroten we de toegankelijkheid van bestaand groen door meer delen toegankelijk te maken, door de plek bijvoorbeeld meer recreatieve functies te geven;
- -
We maken multifunctioneel groen
We zetten kijkgroen om naar gebruiksgroen. Dit doen we door op cruciale plekken programma toe te voegen, het aanleggen van nieuwe paden en toepassen van goed beheer. Niet elke berm of plantsoen kan een parkje worden, maar we gebruiken de groenruimte zo veel mogelijk meervoudig;
- -
Wijken zijn onderscheidend door hun groene identiteit
We versterken de uitgesproken eigen karakters van wijken door de parken en plantsoenen passend in te richten. Bij de beplantingskeuze kan thematiserend gewerkt worden;
- -
We ontwikkelen de hoofdbomenstructuur door nieuwe bomenlanen aan te planten of door bestaande structuren te versterken
De hoofdroutes voor auto’s veranderen we in groene lanen met veel bomen aan weerszijden van de weg. Bij terugplanten kiezen we voor dezelfde soort boom als in de rest van de laan, tenzij er een gegronde reden is om hiervan af te wijken. Bij nieuwe laanstructuren wordt ingezet op een mix van soorten om risico’s op ziektes en plagen te verlagen, die mede door klimaatverandering vaker kunnen plaatsvinden. We hanteren de boomstructuren zoals deze zijn opgenomen in het boombeleid;
- -
Groene schoolpleinen
We gaan door met het groener maken van schoolpleinen, om steeds meer groene en uitdagende speelplekken in de kernen te krijgen;
- -
1000+ bomen
Groen in de directe woonomgeving wordt als belangrijk ervaren. Bomen hebben door hun omvang een grote impact op een aantrekkelijke groene straat en dragen ook bij aan verkoeling. Het is echter niet altijd mogelijk bomen in de openbare ruimte aan te planten. Daarom stimuleren we de aanplant van bomen in voor- en achtertuinen. Onze inwoners kunnen een boom krijgen voor hun eigen tuin.
De bomen die wij aanbieden hebben een minimale grootte en hebben ecologische waarde. Daarnaast moet de boom 50 jaar kunnen groeien in de voor- of achtertuin waarin hij wordt geplant zonder dat hij te groot wordt;
- -
We realiseren dorpsbossen en landschapsparken
De praktijk leert dat het vaak lastig is om in bestaande straten en buurten bomen toe te voegen, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van kabels en leidingen, ook worden soms bomen om veiligheidsredenen gekapt. Naast meer bomen binnen de kernen willen we nieuwe dorpsbossen creëren waarmee het bomenbestand wordt uitgebreid en nieuwe kansen worden geboden voor recreatie en biodiversiteit. Nabij enkele kernen liggen dorpsbossen, de meest in het oog springende is het dorpsbos aan de Kapelstraat te Zegge. We gaan nabij de kernen meerdere bossen ontwikkelen;
- -
Groene begraafplaatsen
Begraafplaatsen zijn bijzondere en rustige, groene plekken met vaak een lange historie. Het zijn stille plekken om graven te bezoeken en verzorgen. Begraafplaatsen dragen als cultuurhistorische en boomrijke monumenten in belangrijke mate bij aan de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van de dorpen. We zetten in op kwalitatief groen en een betere bereikbaarheid van de begraafplaatsen door ze een integraal onderdeel te laten zijn van de groene openbare ruimte;
- -
Groene sportparken
Naast de parken in de kernen van de dorpen zijn de sportparken de grootste aaneengesloten groene ruimtes (na)bij de kernen. Sportparken kunnen beter benut worden door meer mensen de kans te geven er gebruik van te maken. Dit kan bijvoorbeeld door het medegebruik van de gebouwen, informeel sporten en voorzieningen voor de buurt mogelijk te maken. Nieuwe sportparken hebben altijd een groene omlijsting met een hoge ecologische waarde en breder recreatief aanbod dat deel uitmaakt van de groene structuur in de gemeente. Als voorbeeld kan hier genoemd worden de uitbreiding van de Binnentuin met het sportlandschap rondom de wieler- en atletiekbaan.
Principe 2
We zorgen voor groen dat bijdraagt aan verschillende opgaven
- -
We brengen groen de wijk in
We zorgen dat meer bomen worden geplant, en dat plantsoenen, plantvakken, wadi’s en moestuinen worden aangelegd in de buurt. Hierbij wordt rekening gehouden met de stedenbouwkundige opzet van de buurt en de beschikbare ruimte in straten (op trottoirs en
parkeervakken), op pleinen en op gazons die weinig worden gebruikt. Voor de ondergrond wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van nieuwe methoden, waarbij ruimte is voor zowel boomwortels als kabels en leidingen.
- -
We dragen bij aan de klimaatopgave
Waar nodig voegen we groen toe om de regenbestendigheid te vergroten in tuinen, op daken, langs straten (in verlaagde plantvakken) en in parken. Het vasthouden van water is een manier om tijdens droogte voldoende water beschikbaar te hebben voor de groei van planten. Tijdens hittegolven is de aanwezigheid van water cruciaal voor verdamping en daardoor verkoeling van de omgeving. Een bodem met een goede opbouw en samenstelling is daarvoor ook essentieel;
- -
Ons groen is gebruiksgroen
We zorgen voor voldoende mogelijkheden om te bewegen voor jong en oud, in een groene omgeving. Natuur dichtbij nodigt uit tot actief zijn, spelen en ontdekken. Dat kan bedacht of aangelegd zijn zoals in een natuurspeeltuin of in moestuinen. Maar kinderen kunnen ook bomen, struiken en takken als speeltoestel gebruiken. We laten daarom in overleg met bewoners geschikte oude klimbomen staan en snoeien zo dat ze geschikt blijven om in te klimmen;
- -
We planten bomen waar dat kan en gewenst is
Uitgangspunt hierbij is het boombeleid. Voorwaarde is steeds dat een boom een goede groeiplaats krijgt. Dan kan de boom uitgroeien tot een gezond volwassen exemplaar waar mensen lang van kunnen genieten, met een hoge natuur waarde, de mogelijkheid om veel CO2 vast te leggen en met een belangrijke rol bij klimaatadaptatie (voor schaduw en opname regenwater). Om bomen minderkwetsbaar te maken voor ziekten en plagen is het van belang verschillende soorten toe te passen;
- -
Kwalitatieve toevoegingen
Bij het planten van bomen en struiken kijken we eerst naar de plekken waar weinig groen in de openbare ruimte is. We kiezen dan voor bomen die een passende kroonomvang hebben en zo zorgen we voor verkoeling door voldoende schaduw. We houden dan rekening met de huidige inrichting van de openbare ruimte en hoe bewoners die ruimte gebruiken. We zorgen voor een evenwicht tussen schaduw- en zonplekken. Op locaties in de dorpen waar veel geluid is planten we bomen en struiken om de geluidbeleving te verminderen en stille (groene) plekken in de kernen te bevorderen.
Principe 3
De gemeente wordt natuurinclusief aangelegd en beheerd
- -
Een fijnmazige structuur metecologische kwaliteit
We benutten de groene structuur om parken, plantsoenen en het buitengebied met elkaar te verbinden. We zorgendat dit bijdraagt aan een grotere biodiversiteit. Bij nieuwe gebiedsontwikkelingen wordt de groene structuur opgenomen in het stedenbouwkundig plan. Zo zorgen we onder andere dat daar geen nieuwe ecologische knelpunten ontstaan.
- -
Meer biodiversiteit in bebouwd gebied
Als we de openbare ruimte inrichten doen we dat natuurinclusief. Dat betekent dat we werken aan de versterking van de biodiversiteit. Bij nieuwbouw(wijken) nemen we neststenen of voorzieningen op voor vogels en vleermuizen. Een mooi voorbeeld dat al tot resultaat heeft geleid zijn de nestkasten in de wijk tussen de Noorderstraat en Koekoekstraat te Sprundel;
- -
Landschappelijke identiteit en kwaliteit borgen en versterken
We inventarisaren en waarderen via de Groene Kaart maar ook op basis van landschappen, verkavelingen en landschapselementen; De waarden worden in onsomgevingsplan en wijzigingen daarvan beschermd: op zo’n manier dat bij elke ruimtelijke afweging de cultuurhistorische waarde óók van groen en landschap een factor is. We zetten extra aandacht op het beschermen en herstellen van de landschapswaarden. De overgangen dorp-landelijk gebied worden zachter door bij elke uitbreiding bewuster aandacht te hebben voor het groen vormgeven aan de wijk-of dorpsrand;
- -
Ecologisch beheer, daar waar kan
Bij beheer van de groene openbare ruimte is ecologisch beheer de norm als het past bij het gebruik. Dit zorgt voor groen van ecologische kwaliteit. Het ecologische beheer is erop gericht om diverse typen groen te ontwikkelen met hoge soortenrijkdom. Dat zie je terug in:
- -
Bloemrijk grasland met veel soorten insecten;
- -
Natuurlijke oevers, poelen en watergangen met ruimte voor veel soorten dieren en planten;
- -
Bosschages en bossen met veel soortenrijkdom en variatie in opbouw. We beheren dit op ecologische basis;
- -
Van groene woestijn naar bloemenzee
Hier kiezen we steeds vaker voor extensief beheerde kruidenvegetaties in plaats van strak gemaaide gazons. Kruidenrijke vegetatie bieden veel meer diversiteit, plekken voor dieren om te schuilen, veel meer bloemen voor insecten, en zijn bovendien beter bestand tegen droogte. Gazons moet bovendien veelvuldig worden gemaaid. Voor een goede kruidenrijke vegetatie is het juist de opgave om zo min mogelijk te beheren. Kiezen voor kruidenrijke mengsels is ook het leren houden van ‘bruin’: in de winter is het geen strak groen beeld, maar daar staat het spectaculaire lente- en zomerbeeld tegenover. We vormen grasbermen om tot bloemrijke bermen. Uitzonderingen hierop zijn plekken die vanuit verkeersveiligheid kort gemaaid moeten worden.
Principe 4
Aan groen werken we samen
- -
Groene samenwerking
We werken samen met bewoners, bedrijven, kennisinstellingen, ontwikkelaars en woningbouwcorporaties aan het groener maken van onze gemeente. Voor de openbare ruimte geeft de gemeente duidelijke kaders voor aanleg, onderhoud en beheer;
- -
Samen komen we verder: groenparticipatieprojecten Inwoners krijgen kansen om zelf hun omgeving te vergroenen en klimaatbestendig in te richten. Onze inwoners kunnen groen adopteren, een geveltuin aanleggen of zelf een groen initiatief ontplooien;
- -
Spelregels
Voor het groen dat (mede)beheerd wordt door bewoners maken we goede afspraken over de manier waarop dat gebeurt;
- -
Sleeping beauty’s
We vragen onze inwoners om betekenisvolle groenplekken in de directe woonomgeving aan te dragen die niet vergeten mogen worden en wakker gekust moeten worden;
- -
Zelfwerkzaamheid van onze inwoners stimuleren
We stimuleren en motiveren eigenaren om hun tuinen zo groen mogelijk in te richten, zo dat ze een paradijs vormen voor bijen en vlinders. Gebouwen hebben daken me tplanten, geveltuinen, groene gevels met klimplanten en zijn aantrekkelijk voor insecten, vleermuizen en vogels. Het groen op kavels en gebouwen draagt bij aan een verlaging van de temperatuur in de kernen op hete dagen en zorgt dat het riool minder belast wordt tijdens hoosbuien. We gaan het volgende doen voor het groener maken van gebouwen en kavels:
- -
We zorgen dat nieuwe en bestaande daken nuttig gebruikt worden. Een dak kan ingericht worden als groen dak, ook kan een groen dak gecombineerd worden met zonnepanelen;
- -
Vooral op plekken binnen de kernen die erg versteend zijn en waar weinig schaduw is, stimuleren we om gevels, daken en tuinen groener te maken. Zo kan op natuurlijke wijze voor verkoeling worden gezorgd;
- -
We geven het goede voorbeeld door bij de ontwikkeling, de inrichting en het beheer van de openbare ruimte aandacht te hebben voor biodiversiteit;
- -
We zorgen voor meer samenwerking tussen tuineigenaren. Dat biedt de kans om meer binnentuinen klimaatbestendig en groen te maken;
- -
Het groene hart van onze gemeente
We hebben ook aandacht voor de Heemtuin. Deze bijzondere tuin wordt met zorg beheerd en heeft veel waarde voor mensen en dieren. Daarnaast heeft de Heemtuin o.a. een cultuurhistorische en educatieve waarde;
- -
Dorpsommetjes
Voor de bewoners van de dorpen in de gemeente is het hebben van voldoende aantrekkelijk groen voor dagelijks gebruik, het dagelijkse ommetje van belang. Samen met deze bewoners gaan we actief proberen dorpsommetjes te realiseren. Bij het realiseren van dorpsommetjes hebben we oog voor natuur- en landschapswaarden en kijken we of een combinatie met de realisatie van dorpsbossen en/ of landschapsparken mogelijk is. We zetten in op het herstellen of verbeteren van de relatie tussen de dorpen en het landelijk gebied. Door routes te realiseren of te herstellen (ommetjes), dorpsbossen en landschapsparken te realiseren;
- -
Onderzoek combi recreatie – natuur in de NNB gebieden
In het noordelijk deel van de Rucphense Bossen bestaat er de behoeft om recreatieve mogelijkheden te ontplooien in of nabij NNB gebieden. We krijgen signalen dat er in (delen van) die gebieden sprake is van recreatieve overdruk. We onderzoeken de effecten van druk op de natuurwaarden en verkennen samen met onze partners de eventuele maatregelen die nodig zijn.
Groen, tenzij
‘Groen, tenzij’ betekent dat we de openbare ruimte in onze gemeente zien als een ruimte die in de basis groen is. In de ontwerppraktijk die er nu is, zien we openbare ruimte nog te vaak als verharde ruimte, waar we eventueel groen aan
kunnen toevoegen of kunnen ‘uitsparen’. Hierdoor is op veel plekken te veel verharding, zoals te brede stoepen zonder ruimte om te verblijven of te spelen. Of brede asfaltvlaktes die verkeerskundig niet nodig zijn.
‘Groen, tenzij’ draait onze visie op de openbare ruimte om. Straten en pleinen worden groen, behalve als andere functies dat onmogelijk maken. Functies als: voetgangersruimte, fietspaden of ondergrondse infrastructuur. Op die manier maken we onze gemeente stap voor stap gezonder, natuurvriendelijker en een prettigere plek om te leven. Dat kan door groene gevels toe te passen of een bestaande tuin te veranderen in een openbare.
We gebruiken ‘groen, tenzij’ ook andersom. In gebieden waar genoeg groen is, voegt meer groen niet vanzelfsprekend kwaliteit toe. Daar is het belangrijk om ons te richten op hetverhogen van de biodiversiteit, de gebruiksmogelijkheden of de ruimtelijke kwaliteit. In zulke gebieden focust het beleid zich op het beter gebruik maken van het bestaande groen en niet op het groener maken van de omgeving.
We passen verharding toe waardat vanuit gebruik en/of beheer nodig en wenselijk is. Denk aan wegen, straten, fietspaden, stoepen, parkeerplekken en pleinen. Er kan ook bewust gekozen worden voor (behoud) van verharding vanuit ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorisch oogpunt.
5 Financiën
In dit hoofdstuk wordt een basale omschrijving gegeven van de financiële impact van het voorliggende groenbeleidsplan.
- -
De budgetten zijn in evenwicht met het groenareaal en het vastgestelde beeldkwaliteitsniveau. Areaal uitbreiding leidt structureel tot een toename van de beheerkosten.
- -
De kern van het uitvoeren van groenbeheer is het ‘vooruit’ werken, met als doel achterstallig onderhoud te beperken en voorkomen. Onder deze werkzaamheden vallen naast controle ook renovatie en inboet.
- -
Het kiezen voor de juiste beplanting op de juiste plaats leidt ertoe dat de levensduur toeneemt. Overlast en voortijdige renovatie van beplantingen worden op deze wijze in de toekomst geminimaliseerd. Beplanting is een levend product en afhankelijk van groeiomstandigheden en weersinvloeden. De beplanting kan hierdoor uitvallen. Het kan noodzakelijk zijn dat er hiervoor aanvullend budget nodig is, dit zal dan separaat via de P&C cyclus worden aangevraagd.
- -
De kosten voor het aanbrengen van extra beplanting conform de groenstructuurkaart (en) binnen projecten. Is dit de gemeente, dan zal de gemeente de kosten hiervoor dragen en moet een kostenpost in een project worden opgenomen. Binnen projecten geinitieerd vanuit het cluster groen kunnen de gemeentelijke groenreserves ingezetworden. Het inzetten van de groenreserves dient ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Wanneer het een particuliere initiatiefnemer betreft zal deze de kosten voor zijn rekening moeten nemen.
- -
Jaarlijks is een bedrag nodig voor licenties voor de beheersoftware. Door te investeren in het up-to-date houden van deze software wordt bereikt dat de gehouden inspecties eenvoudig kunnen worden vertaald in uit te voeren maatregelen. Dit past binnen het jaarlijkse beheerbudget.
- -
De mogelijkheden inzetten voorfinanciering uit Europese en nationale fondsen/ subsidies. Mogelijkheden worden onderzocht voor financiering van de vergroening door Europese of nationale fondsen of door het betrekken van private partijen (of bewoners).
- -
Niet ingecalculeerde situaties en risico’s
Er kunnen zich situaties voordoen die van financiële invloed zijn,maar nieteerder zijn voorzien.
- -
Verkoop snippergroen
Het verkopen van snippergroen behoort in enkele gevallen tot de mogelijkheden. Hiervoor een kaart opgesteld op basis waarvan de te verkopen stroken staan aangegeven. De kosten voor de aanvragen zijn in overeenstemming met de door de raad vastgestelde bedragen.
Snippergroen met bomen erop, leidt ertoe dat deze bomen niet meer mee tellen voor het totaal aantal gemeentelijke bomen. Conform het boombeleid zullen deze bomen gecompenseerd moeten worden. Per boom wordt erdan ook € 1.500,- in rekening gebracht. De gemeente plant hiervoor een nieuwe boom aan. De verkoopopbrengsten worden geïnvesteerd in het versterken van de groene kwaliteit van het betreffende dorp.
- -
Projecten Openbare Ruimte
In (her)inrichtingsprojecten in de openbare ruimte worden bomen, hun groeiplaatsen en nazorg, vanuit de projectgelden gefinancierd. Daarmee wordt het dagelijks beheerbudget niet belast.
- -
BBV-regels
De laatste wijziging in de regels rondom de BBV heeft opgeleverd dat er in principe op alle producten van de gemeente moet worden afgeschreven. Dit principe kan ook op de aanschaf van beplantingen worden toegepast.
- -
Maatwerk
Gedurende een proces van besluitvorming kan de gemeente afwijkende maatregelen in uitvoering brengen, of kiezen voor maatwerk omdat omstandigheden zich daartoe lenen. Het kiezen voor bijvoorbeeld gemiddeld zwaardere maten van vervangende bomen of het uitvoeren van extrarenovaties, levert extra kosten op waarmee nu geen rekening wordt gehouden.
6 Communicatie
Groen is een visitekaartje voor de gemeente, het geeft de gemeente een gezonde uitstraling, creëert recreatiemogelijkheden, zorgt voor een variatie aan flora en fauna en fleurt bovendien de wijken op en is klimaat adaptief. De gemeente is zich bewust van haar verantwoordelijkheid om het groen continu op een kwalitatief hoger peil te brengen en onderneemt hier dan ook initiatieven toe.
Communicatie over groen binnen de gemeente Rucphen vindt op verschillende niveaus plaats. Het gaat hierbij niet alleen om informeren, maar ook het betrekken van inwoners bij planvorming en het positief beïnvloeden van de beeldvorming over het groen in Rucphen.
Inwoners spelen een steeds belangrijkere rol bij het uitvoeren van het gemeentelijk groenbeleid. Het groen bepaalt immers in grote mate de kwaliteit van de woonomgeving. Inwoners zijn een belangrijke bron van informatie en tevens een partner bij het uitvoeren van het groenbeleid.
6.1 Interne communicatie
Het groen en natuur heeft onlosmakelijke verbindingen met andere beleidsgebieden van de gemeente, zoals verkeer, kabels en leidingen, openbare verlichting maar ook ruimtelijke ordening en ontwerp.
Om de belangen van het groen en bijhorende (natuur)waarden veilig te stellen is het van belang dat iedereen elkaar tijdig informeert over plannen in de openbare ruimte en dat de juiste interne groepen tijdig betrokken worden bij de planvorming. Behalve de beleidsinhoudelijke medewerkers betreft het hier ook het tijdig betrekken van een communicatieadviseur. Zo kan per plan of project tijdig in beeld gebracht worden hoe en op welk niveau de omgeving betrokken kan worden.
Binnen de gemeente Rucphen is intensieve communicatie vooral van belang bij het voorbereiden, opstarten en uitvoeren van ruimtelijke projecten. De omgevingstafel, het integraal overleg en het Programma van Eisen zijn hier de basis voor.
6.2 Externe communicatie
Informatie
De gemeente Rucphen informeert haar inwoners over (onderhouds)werkzaamheden via de gemeentelijke nieuwspagina in de Rucphense Bode, de website www.Rucphen.nl en via social media.
Daarnaast wordt een column in de Rucphense Bode opgenomen waarin we onze inwoners informeren en stimuleren tot groene klimaatmaatregelen, biodiversiteitsherstel en duurzaamheid.
Participatie
De gemeente Rucphen vindt het belangrijk om meer samen te werken met de omgeving. Inwoners, bedrijven, verenigingen en organisaties worden als partners gezien bij het opstellen en uitvoeren van plannen. Waar mogelijk wordt de omgeving in een vroeg stadium betrokken, zodat deze kan meedenken en meebeslissen.
De groenstructuur blijft onder gemeentelijke regie, maar binnen de woongebieden hebben betrokken bewoners en gebruikers een optimale zeggenschap.
Voorlichting
Goede voorlichting is belangrijk om de omgeving bewust te maken van het belang van een kwalitatief goede groene openbare ruimte. In Rucphen vinden diverse activiteiten
plaats die hieraan bijdragen, zoals excursies in de Heemtuin. Ook binnen het onderwijs wordt hier aandacht aan besteed.
Om de bewustwording en bereidheid tot het treffen van maatregelen ten behoeve van duurzaamheid, klimaat en biodiversiteit te bevorderen wordt een column in de Rucphense Bode geïnitieerd.
Tevens draagt de gemeente Rucphen actief bij aan het informeren van professionals die binnen Rucphen beroepsmatig met het openbaar groen te maken hebben. Zij dienen op te hoogte te zijn van de geldende wetten en kaders. De gemeenteheefthierin de rol van voorlichter voor (onder andere) nuts- en bouwbedrijven, projectontwikkelaars en architecten. Een belangrijk middel hiervoor zijn de verschillende beleidsplannen en het Programma van Eisen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl