Uitvoeringsprogramma Vergunningen Toezicht en Handhaving 2025 Gemeente Katwijk

Geldend van 04-02-2025 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsprogramma Vergunningen Toezicht en Handhaving 2025 Gemeente Katwijk

1. Inleiding

Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (hierna te noemen VTH) voor het jaar 2025.

Het jaarlijks opstellen van een integraal Uitvoeringsprogramma waarin zowel uitvoering als handhavingstaken zijn opgenomen is een wettelijke verplichting. De provincie beoordeelt aan het einde van het jaar of de gemeente voldoet aan deze verplichting.

Het uitvoeringsprogramma is onderdeel van een cyclisch proces: plan – do – check – act. Elk jaar worden de behaalde resultaten verwerkt in een jaarverslag. Op basis van die resultaten, actuele ontwikkelingen, wetswijzigingen of veranderde inzichten worden nieuwe, aangepaste plannen vastgelegd in een uitvoeringsprogramma voor het volgende jaar. In het uitvoeringsprogramma staat waar de focus in het komende jaar naar toe gaat. Die focus kan per jaar verschuiven.

Op 12 maart 2024 heeft het college van de gemeente Katwijk het Vergunning, Toezicht- en Handhavingsbeleid (VTH-beleidsplan) vastgesteld. Het VTH-beleidsplan streeft naar een uniforme werkwijze en een integrale afweging van de beschikbare middelen voor VTH-taken afkomstig uit het Omgevingsrecht, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), en Bijzondere Wetten. Dit beleidsplan vormt de basis voor het Uitvoeringsprogramma 2025, waarin de specifieke acties worden beschreven die bijdragen aan het behalen van de doelen uit het VTH-beleid en de benodigde personele en financiële middelen worden toegelicht.

1. Leeswijzer

In hoofdstuk 3 worden de ontwikkelingen benoemd die we verwachten voor 2025 en die impact hebben op het werk van VTH. In hoofdstuk 4 worden de doelstellingen uit het VTH-beleid herhaald en worden de acties op basis van deze doelstellingen bepaald voor 2025. In hoofdstuk 5 wordt de verwachte werkvoorraad, formatie en urenverdeling uitgewerkt. In hoofdstuk 6 wordt de prioritering bepaald. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 nog aandacht besteed aan de kwaliteitscriteria en het opleidingsplan.

2. Ontwikkelingen

In 2025 gaan we verder met de ontwikkelingen in het nieuwe stelsel van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. De intensieve voorbereiding heeft zijn vruchten afgeworpen, maar we blijven de dienstverlening, werkprocessen en de kwaliteit van onze producten verbeteren waar dat kan.

We gaan ook verder met de samenwerking met de dataspecialisten van cluster I&A (de Datafabriek). Het inzichtelijk maken van de data is waardevol gebleken en we zijn voornemens dit voor het hele cluster in te richten en te optimaliseren. Eind 2024 is er een start gemaakt met de taakvelden “APV vergunningen” en “BOA's” en begin 2025 gaan we van start met het taakveld “Toezicht omgevingswet”.

Vanaf 1 januari 2025 worden de milieutaken uitbesteed aan de Omgevingsdienst West-Holland. Het controleren van geluid afkomstig uit horeca en evenementen wordt ingericht bij onze BOA's. Begin 2025 worden zij hiervoor opgeleid.

Een gebeurtenis die dit jaar mogelijk gaat spelen is de ontwikkeling van Valkenhorst. Hiervoor zullen, wanneer er een uitspraak door de Raad van State wordt gedaan, de omgevingsvergunningen worden aangevraagd. Dit kan met name druk voor team Vergunningen Omgevingsrecht veroorzaken.

In mei, juni en juli van 2025 is er wegens een NAVO-top beperkte inzet van politie beschikbaar. Voor de evenementen in Katwijk kan dit gevolgen hebben.

Per 1 januari 2025 gaat het nieuwe afvalbeleid in (gedifferentieerd inzamelen van afval (DIFTAR)). Er worden toezichthouders ingezet om op dit nieuwe systeem en de regelgeving uit de Afvalstoffenverordening te controleren. Er wordt onder andere gecontroleerd op afvaldumping in de openbare ruimte, niet gescheiden aanleveren en bij-plaatsingen bij containers.

3. Doelstellingen

In het VTH-beleid is een nieuwe missie opgenomen: Samenwerken voor een Veilige en Leefbare Leefomgeving in Katwijk. Deze missie is verder uitgewerkt in een visie en meerdere hoofddoelstellingen. Hieronder volgt een opsomming van de acties per beleidsdoelstelling voor 2025:

Doelstelling 1: Herijking van uitvoeringsdoelstellingen

In 2024 zijn de uitvoeringsdoelstelling voor de functiegroepen “Vergunningen Omgevingsrecht” en “Vergunningverlening APV” herijkt. De volgende uitvoeringsdoelstellingen worden dit jaar gemonitord voor deze functiegroepen:

  • 1.

    Aanvragen worden voor minimaal 80% binnen 8 weken behandeld (dienstverlening)

  • 2.

    Binnen 10 werkdagen na het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangt de aanvrager een ontvangstbevestiging (dienstverlening)

  • 3.

    Verleende omgevingsvergunningen houden stand in bezwaar en beroep (uitvoeringskwaliteit)

  • 4.

    Vanuit de beschikbare data wordt gestuurd op verbeteringen in informatievoorziening (dienstverlening en uitvoeringskwaliteit).

Acties

Voor de functiegroepen “Toezicht omgevingsrecht”, BOA’s en “Juristen” is het een aandachtspunt om net als bij de overige functiegroepen de software goed in te richten om de juiste data te verzamelen. Aan de hand daarvan moeten in 2025 de uitvoeringsdoelstellingen worden herijkt.

Doelstelling 2: Optimaliseren van urenverantwoording en managementinformatie

In het VTH-beleidsplan is als doelstelling opgenomen: “We gaan door met het optimaliseren van de urenverantwoording en de managementinformatie. Zo versterken wij de grip op onze capaciteit.

In hoofdstuk 3 van het VTH-beleidsplan is een nieuwe methode geïntroduceerd om urenverantwoording en managementinformatie te optimaliseren. Deze aanpak draagt bij aan beter inzicht en meetbaarheid van productieve uren en laat ruimte voor doorontwikkeling. De komende beleidsperiode implementeren wij deze aanpak en passen onze urenregistratie hierop aan. De onderstaande acties voor 2024 waren nog niet geheel uitgevoerd of ingericht. Deze acties worden doorgezet in 2025.

Acties

  • Er wordt per functiegroep een projecteigenaar aangesteld;

  • De relevante kengetallen voor goede managementinformatie worden bepaald;

  • De nieuwe wijze van urenverantwoording wordt in ons tijdschrijfsysteem geïntegreerd.

Doelstelling 3: Ruimte voor bestuurlijke ambities

Vanaf 2024 worden bestuurlijke ambities opgepakt met projectopdrachten. Dit biedt het bestuur meer controle over de inzet van uren. Voor 2025 worden voor de volgende projecten uren vrijgemaakt:

Toezicht omgevingsrecht:

  • 1.

    Illegale bewoning bedrijfspanden: controleren van bewoning in bedrijfspanden in strijd met het omgevingsplan.

  • 2.

    Vloerafscheidingen: controleren van veiligheidsnormen van balkons/balustrades.

  • 3.

    Bebouwing strand: controleren van de bebouwing op het strand op basis van de regels van het omgevingsplan.

Boa’s

  • 1.

    Nieuwe afvalbeleid (DIFTAR): Het gedifferentieerd inzamelen van afval (DIFTAR) gaat per 1 januari 2025 in. Er worden toezichthouders ingezet om op dit nieuwe systeem en de regelgeving uit de Afvalstoffenverordening te controleren. Er wordt onder andere gecontroleerd op afvaldumping in de openbare ruimte, niet gescheiden aanleveren en plaatsingen bij containers.

  • 2.

    Horeca en evenementen: het controleren horeca en evenementen wordt belegd bij onze BOA's. Er wordt tijd gereserveerd om dit toezicht in te richten en te structureren.

  • 3.

    Jeugdoverlast: in kaart brengen van overlast gevende en/of hinderlijke jeugd en zowel preventief als repressief jeugdoverlast tegengaan door onder andere inzet van een jeugdboa.

Ook voor de vergunningverleners blijft tijd over voor projecten. Deze uren zullen worden ingezet voor bijvoorbeeld de input bij de totstandkoming van het evenementenbeleid. Of bij projecten zoals bijv. Valkenhorst/HOV.

Voor de juristen geldt dat de uren die zij over hebben voor projecten, besteed worden aan werkzaamheden rondom de projecten waar de toezichthouders aan werken en bijvoorbeeld input leveren aan het Omgevingsplan.

Doelstelling 4: Monitoren van implementatie-effecten

In 2024 is een ‘EHBO-team’ samengesteld (eerste hulp bij Omgevingswet) om de effecten van de implementatie van de Omgevingswet en Wkb te monitoren. Dit team houdt wekelijks bij hoe de dienstverlening verloopt en evalueert of de werkprocessen en systemen goed werken.

Acties

  • Voor 2025 is het van belang dat het proces voor toezicht en handhaving goed ingericht wordt aan de hand van de gewijzigde wetgeving. Hier beginnen we in Q1 mee.

  • Keuzes gemeenteraad over participatie en adviesrecht monitoren. Er zijn door de raad categorieën aangewezen waarbij participatie en bindend adviesrecht van toepassing is. Er moet gemonitord worden of er aanpassing van deze categorieën gewenst is.

Doelstelling 5: Borging toezicht en handhaving op de huisvestingsverordening

In 2025 gaan we verder met de toezicht en handhaving op de huisvestingsverordening. Ook dit jaar wordt een evaluatie uitgevoerd die zich richt op meetbare criteria zoals de frequentie van overtredingen en de benodigde personeelscapaciteit.

Voor 2025 worden de volgende acties uitgevoerd:

  • Doorlopend toezicht en handhaving op toeristische verhuur van woningen

  • Start met toezicht en handhaving op opkoopbescherming

  • Toezicht en handhaving op de verleende huisvestingsvergunningen (zoals samenvoegen, woningvorming en kadastrale splitsing)

  • Controle op uitvoerbaarheid en juridische houdbaarheid van de huisvestingsverordening

5. Werkvoorraad en formatie

In het VTH-beleidsplan is een methodiek geïntroduceerd om meer grip te krijgen op de capaciteit, waarbij wordt uitgegaan van het totaal aan beschikbare uren. Om meer inzicht te krijgen in deze uren hebben we de medewerkers onderverdeeld in 6 functiegroepen. Per functiegroep hebben we bepaald hoeveel uren inzet zij in totaal kunnen plegen op jaarbasis. Deze beschikbare uren zijn onderverdeeld in categorieën werkzaamheden; directe werkzaamheden, going concern, klachten/ fixi -meldingen, projecten en objectgericht toezicht en surveillance.

  • Directe werkzaamheden: Dit zijn de wettelijk verplichte taken die gerelateerd zijn aan het verlenen van een vergunning en het in behandeling nemen van een bouw- en gebruiksmelding of handhavingsverzoek. Daarnaast betreft dit het toezichthouden op verleende vergunningen.

  • Going concern: Deze categorie omvat de reguliere taken die noodzakelijk zijn voor de continuïteit en het dagelijkse functioneren van ons cluster. Hieronder vallen bijvoorbeeld administratieve werkzaamheden, afstemming met andere clusters en interne rapportage.

  • Klachten, fixi-meldingen etc.: Deze categorie omvat de klachten en meldingen van derden die zien op mogelijke overtreding en overlast in de buitenruimte. Vanuit de opgestelde risicoanalyse volgt een prioritering van de afhandeling van deze klachten en meldingen.

  • Projecten: Deze categorie bestaat uit specifieke taken die als onderdeel van door het bestuur bepaalde projecten gedurende een bepaalde periode worden uitgevoerd. Het bestuur geeft richting aan hoe de beschikbare uren voor deze projecten moeten worden ingezet, waardoor prioritering mogelijk is.

  • Objectgericht toezicht en surveillance: Hieronder vallen periodieke inspecties en monitoring om te waarborgen dat wet- en regelgeving wordt nageleefd. Deze activiteiten zijn gericht op specifieke objecten of locaties in de leefomgeving.

De ureninzet op de categorieën directe werkzaamheden en going concern is gebaseerd op ambtelijk vastgestelde kengetallen. Deze kengetallen worden de komende periode herijkt, om nauwkeuriger overeen te komen met de daadwerkelijke situatie (dit is onderdeel van doelstelling 2). Het aantal uren dat we aan de hiervoor genoemde categorieën besteden, bepaalt namelijk de beschikbare tijd voor de andere categorieën; klachten en fixi-meldingen, projecten en objectgericht toezicht en surveillance.

Voor 2025 zijn we van plan de uren als volgt te verdelen. In bijlage 1 is de urenverdeling van 2024 opgenomen ter referentie.

Vergunningverlening Omgevingsrecht

Totaal beschikbaar

12.677 uur

Directe werkzaamheden

10.067 uur

Going Concern

1700 uur

Projecten

910 uur

Vergunningverlening APV/Bijzondere wetten

Totaal beschikbaar

2800 uur

Directe werkzaamheden

2200 uur

Going concern

500 uur

Projecten

100 uur

Toezichthouders Omgevingsrecht

Totaal beschikbaar

6067 uur

Directe werkzaamheden

2467 uur

Surveillance

350 uur

Klachten/fixi-meldingen

1600 uur

Going concern

500 uur

Projecten

1150 uur

Buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa’s)

Totaal beschikbaar

25.200 uur

Directe werkzaamheden

900 uur

Surveillance

7500 uur

Fixi-meldingen

7600 uur

Going concern

3730 uur

Projecten

5470 uur

Juristen

Totaal beschikbaar

5950 uur

Bezwaar en beroep, handhavingsverzoeken, handhavingsprocedures

4950 uur

Going Concern

500 uur

Projecten

500 uur

6. Prioritering

De prioritering van werkzaamheden omvat onder andere de behandeling van vergunningaanvragen, toezicht op verleende vergunningen, en het oppakken van klachten en fixi-meldingen op basis van een risicoanalyse. De gehanteerde methodieken zijn gericht op efficiënte en effectieve inzet van beschikbare uren.

Directe werkzaamheden

Vergunningaanvragen dienen te allen tijde behandeld te worden. Dit is een wettelijk verplichte taak waar ook wettelijke behandeltermijnen aan gekoppeld zijn. In deze werkzaamheden wordt dan ook geen prioritering aangebracht.

Ook in het toezicht op de verleende vergunningen wordt geen directe prioritering aangebracht. Bij het toezicht op verleende vergunningen kan er echter wel gekozen worden voor steekproefsgewijze controle. Naar aanleiding van de uitkomsten van de steekproeven kan besloten worden of het toezicht kan worden afgebouwd, moet worden geïntensiveerd of kan worden gehandhaafd.

Toezicht omgevingsrecht

Concreet betekent dit dat de verleende vergunningen met een laag risico (gevolgklasse 1) in principe niet meer worden gecontroleerd (zowel de vergunningen voor de bouw- als de omgevingsplanactiviteit). Middels een steekproef van 10% van de verleende vergunningen wordt gemonitord of dit goed verloopt.

Verleende vergunningen met een hoger risico (gevolgklasse 2 en 3) worden te allen tijde gecontroleerd.

Boa’s

Voor wat betreft het toezicht op de verleende (APV) vergunningen/ontheffingen wordt de intensiviteit van het toezicht bepaald aan de hand van de bij het VTH-beleidsplan opgestelde risicoanalyse. Dit betekent dat op vergunningen en ontheffingen die in de risicoanalyse laag geprioriteerd zijn (bijv. meldingsplichtig evenement, kennisgeving bingo, ontheffing winkeltijdenverordening), in principe geen toezicht wordt gehouden. Middels een steekproef van 10% van de verleende vergunningen wordt gemonitord of dit goed verloopt. Is de vergunning/ ontheffing gemiddeld geprioriteerd (bijv. ontheffing staandwantvissen, ontheffing ligplaats, standplaatsvergunning) dan wordt in 50% van de gevallen toezicht gehouden. Bij de hoog/ zeer hoog geprioriteerde vergunning/ontheffing (bijv. ontheffing rijden op het strand, vuurwerkverkoopvergunning, evenementenvergunning B en C) wordt altijd toezicht gehouden.

Voor de prioriteringslijst en de wijze waarop de prioritering tot stand is gekomen, zie de bijlagen 5 en 6 bij het VTH-beleidsplan.

Meldingen en klachten

Voor wat betreft het oppakken van klachten, fixi-meldingen geldt dat reeds in het VTH-beleidsplan is opgenomen dat we deze geprioriteerd oppakken. Voor de volledigheid melden we hier nog wel de werkwijze hieromtrent.

Om de prioritering te bepalen is een risicoanalyse opgesteld om te bepalen waar toezicht en handhaving het meest nodig zijn. Voor meer informatie hieromtrent zie het VTH-beleidsplan. Als resultaat van de risicoanalyse zijn de in onderstaande tabel benoemde hoofdprioriteiten vastgesteld. Hierdoor kunnen we gerichte inspanningen leveren waar dat het meest nodig is.

APV en bijzondere wetten

Omgevingsrecht

Parkeren

Strijdig gebruik (functie)

Jeugdoverlast

Constructieveiligheid

Overlast gevende dieren (overlast gevende of gevaarlijke honden/hinderlijke of schadelijke dieren)

Brandveiligheid

Monument

 

De boa’s houden toezicht op de bepalingen in de APV en bijzondere wetten. Hiervoor geldt dat dit toezicht grotendeels gebiedsgericht zal gaan plaatsvinden. Hierbij gaan we van melding gericht toezicht naar informatie gestuurd toezicht. Meldingen zullen als signaal worden gebruikt. Indien nodig wordt daarbij gebruik gemaakt van de prioritering uit de risicoanalyse, hoe hoger de prioritering des te sneller er geacteerd zal worden.

Objectgericht toezicht en surveillance:

Toezicht omgevingsrecht

De toezichthouders omgevingsrecht hebben geen objectgericht toezicht, wel zullen zij 1x per week 4 uur aan surveillance besteden. Hiermee wordt beoogd sneller zicht te krijgen op illegale situaties. Niet alleen degene die zich aan de regels houdt en een vergunning aanvraagt wordt gecontroleerd maar juist ook degenen die zonder vergunning aan de slag gaan. Hoog geprioriteerde zaken zullen direct worden opgepakt en lager geprioriteerde zaken zullen worden vastgelegd en op een later moment mogelijk projectgewijs worden opgepakt.

BOA’s

De boa’s voeren ook surveillance uit. Er wordt gesurveilleerd op parkeren, strand, horeca, Panbos, loslopende honden/ controle opruimplicht in burger.

7. Kwaliteitscriteria

De landelijke kwaliteitscriteria voor VTH zijn vernieuwd. Deze kwaliteitscriteria geven eenduidige randvoorwaarden die zorgen voor professionele kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Er moet aan de hand van de kwaliteitscriteria worden gemeten of er voldoende opleiding, kennis, werkervaring en competenties binnen de organisatie aanwezig zijn. Verder moet er worden uitgelegd hoe dit onderhouden en geborgd wordt binnen de organisatie. De nieuwe criteria (3.0) gaan in op 1 januari 2025. Aan de hand van de nieuw geldende criteria moet aankomend jaar beoordeeld worden of het opleidingsplan moet worden aangepast. Als actie voor 2025 inventariseren we daarom of we nog voldoen aan de kritieke massa en opleidingseisen en passen zo nodig het opleidingsplan hierop aan.

Werkzaamheden voor horecacontrole en evenementen worden belegd bij de BOA’s. Hiervoor worden zij in 2025 opgeleid.

Ondertekening

Bijlage 1: Urenverdeling 2024

afbeelding binnen de regeling