Mandaat- en volmachtregeling Omgevingsdienst Groningen 2025

Het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter van de Omgevingsdienst Groningen,

ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,

Gelet op:

• -

  afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

• -

  gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen;

• -

  financiële verordening Omgevingsdienst Groningen;

besluiten vast te stellen:

Mandaat- en volmachtregeling Omgevingsdienst Groningen 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a)

  omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Groningen, bedoeld in artikel 2 van de regeling;

• b)

  regeling: de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen;

• c)

  ambtelijke organisatie: de ambtelijke organisatie van de omgevingsdienst;

• d)

  algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de omgevingsdienst;

• e)

  dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de omgevingsdienst;

• f)

  voorzitter: de voorzitter van de omgevingsdienst, bedoeld in artikel 12 van de regeling;

• g)

  algemeen directeur: de directeur tevens secretaris van de omgevingsdienst, bedoeld in artikel 26 van de regeling;

• h)

  mandaat: de bevoegdheid om namens algemeen bestuur, dagelijks bestuur of voorzitter besluiten te nemen, zoals bedoeld van de Algemene wet bestuursrecht;

• i)

  volmacht: bevoegdheid om namens algemeen bestuur, dagelijks bestuur of voorzitter privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

• j)

  machtiging: de bevoegdheid om in naam van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of namens de voorzitter handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2 Mandaat, volmacht, machtiging

Aan de algemeen directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend door het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, voor de volgende bevoegdheden:

• 1.

  het nemen van een besluit op een verzoek om toepassing van de Wet open overheid voor zover het om autonome bevoegdheden van de omgevingsdienst gaat, met inbegrip van besluiten waarbij een verzoek geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, tenzij het betreft een besluit naar aanleiding van een bezwaarschrift, gericht tegen een besluit op een verzoek om toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur;

• 2.

  de bevoegdheid tot het aanmerken van een ongeval als bedrijfsongeval;

• 3.

  het aangaan en beëindigen van een arbeidsovereenkomst met medewerkers van de omgevingsdienst, tenzij het medewerkers betreft die belast zijn met functies van leidinggevende aard, die rechtstreeks onder de algemeen directeur ressorteren;

• 4.

  het nemen van andere individuele rechtspositionele beslissingen met betrekking tot medewerkers, niet zijnde de algemeen directeur;

• 5.

  het nemen van besluiten op grond van de Wet verbetering poortwachter en de Arbeidsomstandighedenwet;

• 6.

  het beslissen tot het aangaan van detacheringsovereenkomsten;

• 7.

  7. het beslissen tot het aangaan van overeenkomsten tot een bedrag van € 250.000,-;

• 8.

  het vertegenwoordigen van de omgevingsdienst in en buiten rechte;

• 9.

  het besluiten tot en verrichten van andere dan de hiervoor genoemde privaatrechtelijke rechtshandelingen.

Artikel 3 Ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging

De algemeen directeur kan de bevoegdheden genoemd in artikel 2, met uitzondering onderdeel 1), in ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging opdragen aan medewerkers in dienst van of werkzaam voor de omgevingsdienst. Het dagelijks bestuur stelt hiervoor regels vast in een budgethoudersregeling. De algemeen directeur gaat niet over tot het opdragen in ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging dan na verkregen toestemming van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter.

Artikel 4 Reikwijdte mandaat, volmacht- of machtigingsverstrekking

• 1.

  Indien het algemeen bestuur, dagelijks bestuur of de voorzitter mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin des woords voor zover direct te maken hebbend met de opgedragen taken.

• 2.

  De uitoefening van bevoegdheden opgedragen bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de ter zake schriftelijk vastgelegde instructies per geval of in algemene zin van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur dan wel de voorzitter.

• 3.

  Voor het aangaan van financiële verplichtingen gelden in ieder geval de volgende instructies:

• a.

  bestellingen boven € 25.000,- worden pas geplaatst nadat eerst minimaal twee offertes bij verschillende leveranciers zijn gevraagd;

• b.

  Waar mandaat is verleend tot het besluiten over, dan wel volmacht tot het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling aan een gemandateerde respectievelijk gevolmachtigde, wordt daarmee ook de bevoegdheid opgedragen tot bewaking van uitvoering van die rechtshandeling, waartoe worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband (kunnen) houden, met uitzondering van de beslissing tot het voeren van een rechtsgeding.

Artikel 5 Kaders uitoefening bevoegdheden

• 1.

  De algemeen directeur maakt van het aan hem verleende mandaat geen gebruik indien:

  • a.

    het besluit genomen moet worden met toepassing van de in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht vervatte inherente afwijkingsbevoegdheid;

  • b.

    de financiële consequenties van het besluit naar verwachting het daartoe in de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting bestemde budget overschrijden;

  • c.

    persoonlijke belangen van de algemeen directeur betrokken zijn bij het te nemen besluit;

  • d.

    de uitoefening van de bevoegdheden ingrijpende gevolgen voor de omgevingsdienst kan hebben.

• 2.

  Indien de algemeen directeur van het aan hem verleende mandaat, volmacht of machtiging gebruik wenst te maken en het algemeen bestuur verzoekt vooraf om inlichtingen, treedt de algemeen directeur hierover voorafgaande aan de besluitvorming in overleg met het algemeen bestuur.

Artikel 6 Informatieplicht

• 1.

  De algemeen directeur informeert het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de bij of krachtens dit besluit gemandateerde of bij volmacht verleende bevoegdheden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de algemeen directeur tijdig alle benodigde informatie en voert hij overleg met het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter alvorens de bewuste bevoegdheid uit te oefenen. In dit overleg wordt in ieder geval bepaald wie het besluit neemt.

• 2.

  Onverminderd het bepaalde in het eerste lid verschaft de algemeen directeur het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de bij of krachtens dit besluit gemandateerde en gevolmachtigde bevoegdheden.

• 3.

  De algemeen directeur en het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur dan wel de voorzitter overleggen regelmatig over de kwaliteit van de te nemen en reeds genomen besluiten door de algemeen directeur namens het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter.

Artikel 7 Ondertekening

In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit is genomen krachtens mandaat, volmacht of machtiging. Hierbij wordt de volgende formulering aangehouden:

"Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Groningen, namens deze:

De algemeen directeur van de Omgevingsdienst Groningen,"

gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of

gemachtigde.

OF

"Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Groningen, namens deze:

De algemeen directeur van de Omgevingsdienst Groningen,"

gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of

gemachtigde.

OF

"De voorzitter van de Omgevingsdienst Groningen, namens deze:

De algemeen directeur van de Omgevingsdienst Groningen,"

gevolgd door de handtekening, functie en naam van de gemandateerde, gevolmachtigde of

gemachtigde.

Artikel 8 Slotbepalingen

Deze regeling treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2025.

Dit besluit wordt aangehaald als: 'Mandaat- en volmachtregeling Omgevingsdienst Groningen 2025'.

Aldus besloten in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Groningen op 12 december 2024.

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Groningen op 28 november 2024.

Aldus besloten door de voorzitter van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Groningen op 12 december 2024.