Gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid 2025

Artikel 1

Kwijtschelding wordt alleen verleend bij de invordering van de volgende heffingen:

• 1.

  Afvalstoffenheffing, voor zover het:

  • a.

    de in onderdeel 1.1 van de tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2025 betreft (100%);

  • b.

    de in onderdeel 1.4 lid a. van de tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2025 betreft met een maximum van € 68,25;

  • c.

    de in onderdeel 1.4 lid b. van de tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2025 betreft met een maximum van € 67,32;

  • d.

    de in onderdeel 1.4 lid c. van de tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2025 betreft met een maximum van € 68,12;

• 2.

  (on)roerende-zaakbelastingen (100%);

• 3.

  rioolheffingen (100%).

Artikel 2

• a.

  Bij de berekening van het bedrag van de kwijtschelding worden de kosten van het bestaan gesteld op 100% van de genormeerde bijstandsuitkering.

• b.

  Met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen verschuldigd door een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, zijn de afdelingen 1, 2 en 5 van Hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing indien die belastingen geen verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.

• c.

  Bij de beoordeling van kwijtscheldingsverzoeken worden de kwijtscheldingsnormen voor personen van 65 jaar of ouder verhoogd tot 100% van de toepasselijke netto AOW-bedragen.

• d.

  Bij de beoordeling van kwijtscheldingsverzoeken wordt bij het bepalen van het netto-besteedbaar inkomen rekening gehouden met de netto-kosten van kinderopvang.

Artikel 3

In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het totale bedrag aan financiële middelen, bedoeld in dat onderdeel, verhoogd met:

• a.

  Maximaal € 2.000 belastingschuldige en zijn echtgenoot,

• b.

  75% van het bedrag genoemd onder a voor een alleenstaande, en

• c.

  90% van het bedrag genoemd onder a voor een alleenstaande ouder.

Artikel 4

Het raadsbesluit inzake het kwijtscheldingsbeleid van 12 januari 2023 worden met ingang van de in artikel 5 genoemde datum van inwerkingtreding ingetrokken, met dien verstande dat de ingetrokken raadsbesluiten van toepassing blijven op de aanvragen ingediend voor 1 januari 2025.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.