Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734845
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR734845/1
Subsidieregeling peutervoorzieningen Den Haag 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-02-2025 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025
Intitulé
Subsidieregeling peutervoorzieningen Den Haag 2025Toelichting
Deze regeling volgt de Subsidieregeling tegemoetkoming kosten peuteropvang Den Haag 2019 op. Op basis van de bestuurlijke afspraken tussen de VNG en het Rijk is de gemeente verantwoordelijk voor het verstrekken van een financieel toegankelijk aanbod aan de groep ouders die geen recht heeft op kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid. Het gaat dan onder andere om ouders die niet werken of gezinnen van wie maar één ouder werkt. Kinderopvangorganisaties kunnen voor deze peuters subsidie aanvragen op grond van deze subsidieregeling.
Op een kindercentrum kunnen peuters samen spelenderwijs en ongedwongen leren en socialiseren onder begeleiding van pedagogisch medewerkers. Hiermee worden ze voorbereid op hun start op de basisschool en krijgen alle Haagse peuters de kans om zich optimaal te ontwikkelen. Deze subsidieregeling ziet specifiek op een peuter, die geen doelgroepindicatie voorschoolse educatie heeft en van wie de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.
Besluitvorming
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling peutervoorzieningen Den Haag 2025:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
ASV: |
Algemene subsidieverordening Den Haag 2020; |
Awb: |
Algemene wet bestuursrecht; |
college: |
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag; |
doelgroepindicatie: |
een verwijzing voor een kind volgens de Subsidieregeling voor- en vroegschoolse educatie Den Haag naar voorschoolse educatie; |
houder: |
de houder als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang, die een kindercentrum in Den Haag exploiteert; |
kindercentrum: |
een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang; |
kinderopvangtoeslag: |
een tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van kinderopvang, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang; |
landelijk register kinderopvang: |
het landelijk register kinderopvang als bedoeld in artikel 1.47b van de Wet kinderopvang; |
maximum uurprijs: |
de maximum uurprijs als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a van het Besluit kinderopvangtoeslag; |
Ooievaarspas: |
Ooievaarspas als bedoeld in artikel 6 van de Beleidsregels minimavoorzieningen en bijzondere bijstand Gemeente Den Haag 2015; |
onderwijsloket: |
digitaal loket als bedoeld in artikel 1.1, van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019; |
ouders: |
ouders, voogden of verzorgers van de peuter; |
ouderbijdrage: |
het verschil tussen de maximum uurprijs als bedoeld in artikel 4 eerste lid onder a van het Besluit kinderopvangtoeslag en de kinderopvangtoeslag als bedoeld in artikel 8 Besluit kinderopvangtoeslag; |
peuter: |
een kind woonachtig in Den Haag, in de leeftijd vanaf 2,5 jaar tot en met het eind van de kalendermaand waarin het 4 jaar is geworden; |
peutervoorziening: |
kinderopvang voor peuters in een kindercentrum anders dan de aanspraak op grond van artikel 1.6 van de Wet kinderopvang; |
registratiesysteem: |
een systeem, waarin Haagse kinderen worden geregistreerd en waarop voorscholen, scholen en de gemeente aangesloten zijn; |
VNG adviestabel |
VNG tabel voor de berekening van het gezamenlijk gezinsinkomen ter bepaling van de ouderbijdrage. |
Artikel 1:2 Toepassingsbereik
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
- 1.
Het doel van de subsidie is het bieden van toegang tot een peutervoorziening voor alle Haagse peuters om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.
- 2.
Het achterliggende doel is het bieden van een voorziening voor peuters die geen doelgroepindicatie voorschoolse educatie hebben en van wie de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag.
Artikel 1:4 Activiteiten
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor één of meer van de onderstaande activiteiten:
-
a. voor de gecontracteerde uren op een peutervoorziening, voor een peuter als bedoeld in artikel 1:3;
b. activiteiten gericht op het realiseren van een soepele overgang van peuters naar het basisonderwijs, door het ontwikkelen van sociaal-emotionele-, motorische en taalvaardigheden;
c. het vergroten van de bekendheid bij ouders over een peutervoorziening.
Artikel 1:5 Doelgroep
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een houder van een kindercentrum gevestigd in Den Haag, voor een peuter als bedoeld in artikel 1:3.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
- 1.
De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de maximum uurprijs, die resteert na aftrek van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage, op basis van de werkelijke contracturen zoals opgenomen in de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang voor het betreffende kalenderjaar.
- 2.
Voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten voor de peutervoorziening voor maximaal 8 uur per week met een maximum van 416 uur per kalenderjaar.
- 3.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten van een peutervoorziening voor peuters die niet in Den Haag woonachtig zijn;
b. de kosten van een peutervoorziening die uitstijgen boven de maximum uurpijs van het Rijk.
c. de kosten van een peutervoorziening voor een peuter die voor minder dan 240 contracturen op jaarbasis, evenredig verdeeld over ten minste 38 weken bij een volledig kalenderjaar staat ingeschreven.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
- 1.
Een subsidie bedraagt de maximum uurprijs, vermenigvuldigd met het aantal contracturen, verminderd met de ouderbijdrage.
- 2.
In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie voor ouders, die in het bezit zijn van een Ooievaarspas, de maximum uurprijs vermenigvuldigd met het aantal contracturen.
Artikel 1:8 Subsidieplafond
- 1.
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 300.000,-.
- 2.
Het college kan het subsidieplafond conform artikel 7 van de ASV verlagen.
- 3.
Het college kan de hoogte van het subsidieplafond bij afzonderlijk besluit wijzigen.
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
- 1.
Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, vindt plaats in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het subsidieplafond is bereikt.
- 2.
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Artikel 2:1 Aanvraag subsidie
De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door college vastgesteld digitaal aanvraagformulier.
Artikel 2:2 Aanvraagtermijn
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend in de periode van 1 oktober tot en met 30 november direct voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
- 2.
In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag om subsidie voor het kalenderjaar 2025 ingediend in het aanvraagtijdvak dat start op de dag van publicatie van deze regeling en duurt tot 31 mei 2025.
- 3.
Vanaf 2026 kan de subsidie een keer per kalenderjaar uiterlijk op 30 april op verzoek van de aanvrager op basis van een hoger aantal contracturen worden bijgesteld. De verhoogde subsidie wordt met het voorschot in juli verstrekt.
- 4.
Een aanvraag van een nieuwe houder kan ter overbrugging tot uiterlijk 30 september van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft worden ingediend. De subsidie wordt verleend vanaf datum van de aanvraag.
Artikel 2:3 Beslistermijn
Het college beslist in afwijking van artikel 10, eerste lid van de ASV, binnen 12 weken nadat de aanvraag compleet is ingediend.
Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden
Artikel 3:1 Weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV, weigert het college een subsidie als de houder, die de aanvraag indient, niet geregistreerd staat in het landelijk register kinderopvang.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Artikel 4:1 Verplichtingen
Onverminderd de artikelen 12 en 13 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
-
a.de subsidieontvanger is aangesloten op en werkt met het gemeentelijk registratiesysteem;
b. de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;
Artikel 4:2 Bevoorschotting
Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:
-
1. in het jaar 2025 met 100% in een keer.
2. in de daarop volgende jaren wordt in januari een voorschot van 60% van de verleende subsidie verstrekt en in juli een voorschot van 40% verstrekt.
3. De subsidie wordt binnen 12 weken verleend nadat de volledige aanvraag is ingediend.
Hoofdstuk 5 Verantwoording
Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden
In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid, van de ASV bevat de aanvraag tot vaststelling:
-
a. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV met daarin per locatie het aantal deelnemende peuters met en zonder Ooievaarspas, het totaal aantal contracturen en het totaal van de ontvangen ouderbijdrage, voor het betreffende kalenderjaar;
b. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door het college vastgestelde model.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 6:1 Evaluatie
Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk in december 2027.
Artikel 6:2 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van publicatie in het Gemeenteblad en werkt terug tot 1 januari 2025.
Artikel 6:3 Intrekking
De Subsidieregeling tegemoetkoming kosten peuteropvang Den Haag 2019 wordt met ingang van 1 januari 2025 ingetrokken.
Artikel 6:4 Overgangsrecht
De Subsidieregeling tegemoetkoming kosten peuteropvang Den Haag 2019 blijft van toepassing op aanvragen en bezwaar- en beroepschriften die vóór de dag van inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend.
Artikel 6:5 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peutervoorzieningen Den Haag 2025.
Den Haag, 28 januari 2025
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
Ilma Merx
de burgemeester,
Jan van Zanen
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl