Regeling vervalt per 31-12-2026

Subsidieregeling kinderopvang kansrijke wijk Zuidwest Den Haag 2025

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-02-2025 t/m 30-12-2026

Intitulé

Subsidieregeling kinderopvang kansrijke wijk Zuidwest Den Haag 2025

Toelichting

In het kader van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) is door het Rijk geld beschikbaar gesteld voor de bekostiging van kinderopvang voor kinderen in Den Haag Zuidwest. Op grond van de Subsidieregeling kinderopvang kansrijke wijk Zuidwest Den Haag 2025 kunnen ouders dan ook voor twee dagen per week subsidie aanvragen voor opvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar, dus in de periode vóór het primair onderwijs.

Bij voorkeur gaat het om kinderopvang naast of met inbegrip van deelname aan voorschoolse educatie zodat de ontwikkeling van de kinderen wordt gestimuleerd. De aanvraag kan worden gedaan door ouders die op grond van de Participatiewet of Wet Inburgering een traject volgen om zich te ontwikkelen maar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag doordat het traject niet direct naar werk toe leidt. Dit stelt ook de ouders in staat zich te ontwikkelen. Deze subsidie verhoogt ook de kans dat meer organisaties in de stad voorschoolse educatie aan gaan bieden.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidiesubsidieregeling Den Haag 2020,

besluit vast te stellen de navolgende Subsidieregeling kinderopvang kansrijke wijk Zuidwest Den Haag 2025:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- ASV:

Algemene subsidiesubsidieregeling Den Haag 2020;

- Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

- contracturen:

aantal uren kinderopvang per kalenderjaar dat de ouder en de houder kinderopvang zijn overeengekomen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, onder f, van de Regeling Wet kinderopvang;

- Den Haag Zuidwest:

deel van de gemeente Den Haag bestaande uit de wijken Morgenstond, Moerwijk, Bouwlust en Vrederust;

- doelgroepkind:

kind in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar met een indicatiestelling vroeg- en voorschoolse educatie als bedoeld in artikel 1.1 van de Subsidieregeling voor- en vroegschoolse educatie Den Haag 2024;

- houder kinderopvang:

houder als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

- kind:

kind in de leeftijd van 0 jaar tot 4 jaar of een kind dat ouder is dan 4 jaar tot de eerste dag van de maand waarin het kind naar het primair onderwijs gaat en dat gebruik maakt van kinderopvang;

- kinderopvang:

kinderopvang, als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang, die is geregistreerd in het landelijk register als bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

- kinderopvang met voorschoolse educatie:

kinderopvang, als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang, met één of meer lokalen waar voorschoolse educatie aan doelgroepkinderen wordt aangeboden;

- ontwikkeltraject:

traject ter activatie en ontwikkeling, met inbegrip van een traject om maatschappelijk fit te worden als bedoeld in de Instrumentengids Eva van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, of vrijwilligerswerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening re-integratie Participatiewet Den Haag 2023;

- ouder:

bloed- of aanverwant in opgaande lijn of pleegouder van een kind en die blijkens de inschrijving in de basisregistratie personen van de gemeente Den Haag woonachtig is in Den Haag Zuidwest;

- voorliggende voorziening:

voorziening buiten deze subsidieregeling waarop de ouder aanspraak kan maken of een beroep op kan doen voor de bekostiging van de kinderopvang.

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is de deelname van kinderen uit Den Haag Zuidwest aan kinderopvang te bevorderen en het bieden van mogelijkheden aan de bijstandsgerechtigde of inburgeringsplichtige ouder van die kinderen om te participeren.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel is het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen door hen op te vangen in een taalrijke en stimulerende omgeving en daardoor ook bij te dragen aan het toe leiden van die kinderen naar kinderopvang met voorschoolse educatie.

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de bekostiging van kinderopvang.

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een ouder die:

  • a. algemene bijstand op grond van de Participatiewet ontvangt;

    b. deelneemt aan een ontwikkeltraject dat geen recht geeft op kinderopvangtoeslag als voorliggende voorziening; of

    c. door de gemeente begeleid wordt bij de inburgering, maar die geen recht heeft op kinderopvangtoeslag als voorliggende voorziening.

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten voor kinderopvang voor een kind waarvoor een andere ouder reeds op grond van de regeling subsidie heeft aangevraagd;

    b. de kosten voor kinderopvang die vanuit een voorliggende voorziening kunnen worden bekostigd;

    c. de kosten voor kinderopvang vanaf de eerste dag van de maand waarin het kind naar het primair onderwijs gaat.

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt per aanvrager maximaal de kosten van contracturen voor kinderopvang voor twee dagen per week per kind tot het einde van het kalenderjaar 2026.

Artikel 1:8 Subsidieplafond

Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling geldt voor de periode tot en met 31 december 2026 een subsidieplafond van € 2.817.400,00.

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het college verstrekt de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de ouder krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als tijdstip van ontvangst van de aanvraag het tijdstip waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

  • 3.

    Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

De ouder maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV, wordt een aanvraag om subsidie ingediend minimaal zes weken voordat de kinderopvang begint.

Artikel 2:3 Subsidievaststelling zonder verlening vooraf

Het college stelt de subsidie direct vast.

Artikel 2:4 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV, binnen zes weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend. Het college kan deze termijn met maximaal vier weken verlengen.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen en betaling

Artikel 3:1 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 12 en 13 van de ASV gelden de volgende verplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger is verplicht om medewerking te verlenen aan de gemeentelijke verantwoording aan het Rijk en de evaluatie van de effectiviteit van deze subsidieregeling;

    b. de subsidieontvanger is verplicht bij het college melding te maken van eventuele wijzigingen in het aantal contracturen of de kosten van de kinderopvang.

Artikel 3:2 Uitbetaling of verstrekking subsidie

In afwijking van artikel 14, eerste lid, van de ASV wordt de subsidie in maandelijkse termijnen uitgekeerd aan de houder kinderopvang.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 4:1 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze regeling afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 4:2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 31 december 2026.

Artikel 4:3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling kinderopvang kansrijke wijk Zuidwest Den Haag 2025.

Den Haag, 28 januari 2025

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen